Carrièreperspectief 7 september 2015 - Aanpassing van de versie van 11 juni 2015 Inhoud Inleiding 2 Carrièrestap van LB naar LC 2 Carrièrestap van LC naar LD 2 Carrièreperspectief eerstegraads docent Startende eerstegraads docent 3 Ervaren eerstegraads docent 4 Carrièreperspectief tweedegraads docent Startende tweedegraads docent 5 Ervaren tweedegraads docent 6 Overgangsregeling 6 1
Inleiding Om het werken bij de SVOAZ aantrekkelijk te houden geven we nieuwe collega s een duidelijk beeld van hun carrièreperspectief. Daartoe zijn de mogelijkheden tot promotie bij goed functioneren beschreven en onder welke voorwaarden die kunnen plaatsvinden. Deze mogelijkheden zien er voor tweedegraads docenten anders uit dan voor docenten met een eerstegraads bevoegdheid. Voor alle interne carrièrestappen geldt dat de docent deelneemt aan een interne sollicitatieprocedure. De betaalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van het carrièreperspectief. De met de bonden afgesproken verhouding LB, LC, LD functies (Fons Vitae: 10%, 28%, 62%, Nicolaas: 10%, 30%, 60%, Ignatius: 5%, 30%, 65%) willen we zo goed mogelijk benaderen. Daartoe zullen we jaarlijks nagaan of er vacatures zijn in de LC of LD categorie. Ook willen we de kwaliteit van de verschillende functionarissen niet uit het oog verliezen. Om dit te bewaken beschrijven we uiterlijk in het voorjaar van 2015 een sollicitatieprocedure die voor alle promoties uitgevoerd wordt op het moment dat er ruimte is in een of meerdere functiecategorieën. Daarnaast worden externe vacatures in principe uitgezet in LB. Aangezien het hierna beschreven carrièreperspectief per 1 augustus 2012 wordt ingevoerd en in zich heeft dat een docent twee minimaal voldoende beoordelingen moet hebben behaald alvorens te kunnen doorgroeien in een hogere schaal, is voor de al aan de scholen verbonden docenten een overgangsregeling opgesteld. Carrie restap van LB naar LC Om de carrièrestap te kunnen maken van LB naar LC moet een docent kunnen aantonen dat hij: - In het bezit is van een bevoegdheid; - zijn loyaliteit heeft getoond en toont aan het schoolbeleid; - minimaal voldoende beoordeling(en) heeft op grond van zowel de LB- als de LC-functiebeschrijving; - zich aantoonbaar heeft ingezet ten behoeve van de uitvoering op sectieniveau van het schoolplan; - kan aantonen dat hij de ontwikkelingen op zijn vakgebied goed heeft bijgehouden. Carrie restap van LC naar LD Om de carrièrestap te kunnen maken van LC naar LD moet een docent kunnen aantonen dat hij: - In het bezit is van een eerstegraads bevoegdheid; - zijn loyaliteit heeft getoond en toont aan het schoolbeleid; - minimaal voldoende beoordeling(en) heeft op grond van zowel de LC- als de LD-functiebeschrijving; - voorbeeldgedrag toont in pedagogisch en didactisch handelen; - zich aantoonbaar heeft ingezet ten behoeve van de uitvoering op schoolniveau van het schoolplan - kan aantonen dat hij de ontwikkelingen op zijn vakgebied goed heeft bijgehouden. 2
Carrie reperspectief 1 e graads docent Voor bevoegde eerstegraads docenten zetten we het volgende perspectief neer. Startende eerstegraads docent Als een docent net van de opleiding komt start hij in LB1 (met 20% vrijstelling van zijn lesgevende taak (CAO)) en heeft hij bij goed functioneren na drie jaar zicht op een benoeming in LC. Concreet betekent dit, dat de docent tijdens het eerste jaar wordt beoordeeld met als doel: benoemen voor onbepaalde tijd. Deze beoordeling moet minimaal voldoende zijn. De beoordeling geschiedt op grond van de LB-functiebeschrijving. In het derde jaar wordt de docent nogmaals beoordeeld. Als de docent in aanmerking wil komen voor een LC-functie, dan vindt deze beoordeling plaats op grond van zowel de LB- als de LC-functiebeschrijving. Als de beoordeling minimaal voldoende is en de docent ook voldoet aan de overige voorwaarden voor een carrièrestap van LB naar LC, kan de docent worden benoemd in LC. Eenmaal benoemd in LC is het vooruitzicht voor een goed presterende docent dat hij na twee beoordelingen op grond van de LD-functiebeschrijving (naast de beoordeling op LC-niveau), beide met minimaal een voldoende als uitkomst, kan doorgroeien naar LD. De docent dient zelf aan te geven dat hij ook op LD-niveau beoordeeld wil worden. Als beide beoordelingen minimaal voldoende zijn en de docent ook voldoet aan de overige voorwaarden voor een carrièrestap van LC naar LD, kan de docent benoemd worden in LD. LB 1 LC LD 1 2474 1 2495 1 2500 2 2535 2 2609 2 2648 3 2612 3 2746 3 2821 4 2689 4 2882 4 2995 5 2767 5 3018 5 3168 6 2863 6 3170 6 3363 7 2975 7 3338 7 3580 8 3103 8 3521 8 3823 9 3248 9 3720 9 4087 10 3408 10 3936 10 4376 11 3587 11 4166 11 4687 12 3784 12 4413 12 5022 1 Alle genoemde bedragen zijn op basis van bijlage 9 van de cao VO 2014/2015 3
Ervaren eerstegraads docent Een ervaren eerstegraads docent die wordt aangesteld doorloopt mogelijk een ander traject. Dat traject wordt als volgt bepaald. De docent wordt ingeschaald conform zijn vorige betrekking. Als dat in schaal LB is, trede 3 of hoger, dan wordt de docent in het eerste jaar beoordeeld op grond van de LB- en LC-functiebeschrijving, met als doel: benoemen voor onbepaalde tijd (afhankelijk van de beoordeling zal deze benoeming plaatsvinden in LB of LC). Als de beoordeling minimaal voldoende is en de docent ook voldoet aan de overige voorwaarden voor een carrièrestap van LB naar LC, kan de docent benoemd worden in LC. Daarna volgt de docent verder het carrièrepatroon van de startende eerstegrader. Als de ervaren docent bij binnenkomst direct wordt ingeschaald in LC, dan wordt de docent in het eerste jaar beoordeeld op grond van de LC-functiebeschrijving met als doel: benoemen in LC voor onbepaalde tijd. Vindt die benoeming plaats in LC trede 7 of lager, dan volgt de docent daarna het carrièrepatroon van de startende eerstegrader. Wordt hij benoemd in een hogere trede dan kan er voor gekozen worden om te versnellen. Tot slot kan het voorkomen dat een ervaren eerstegraads docent als LD docent wordt aangenomen. 4
Carrie reperspectief 2 e graads docent Voor bevoegde tweedegraads docenten zetten we het volgende perspectief neer. Startende tweedegraads docent Als een docent net van de opleiding komt start hij in LB1 (met 20% vrijstelling van zijn lesgevende taak (CAO)) en wordt het eerste jaar beoordeeld met als doel : benoemen voor onbepaalde tijd. Vervolgens heeft hij bij goed functioneren na twee minimaal voldoende beoordelingen zicht op een benoeming in LC. Concreet betekent dit dat een goed presterende docent na twee beoordelingen op grond van de LC-functiebeschrijving (naast de beoordeling op LB-niveau), beide met minimaal een voldoende als uitkomst, kan doorgroeien naar LC. De docent dient zelf aan te geven dat hij ook op LC-niveau beoordeeld wil worden. Als de beoordelingen minimaal voldoende zijn en de docent ook voldoet aan de overige voorwaarden voor een carrièrestap van LB naar LC, kan de docent benoemd worden in LC. Eenmaal benoemd in LC en onder voorwaarde dat de docent de eerstegraads bevoegdheid behaalt, is het vooruitzicht voor een goed presterende docent dat hij na twee beoordelingen op grond van de LD-functiebeschrijving (naast de beoordeling op LC-niveau), beide met minimaal een voldoende als uitkomst, kan doorgroeien naar LD. De docent dient zelf aan te geven dat hij ook op LD-niveau beoordeeld wil worden. Als beide beoordelingen minimaal voldoende zijn en de docent ook voldoet aan de overige voorwaarden voor een carrièrestap van LC naar LD, kan de docent benoemd worden in LD. LB 2 LC LD 1 2474 1 2495 1 2500 2 2535 2 2609 2 2648 3 2612 3 2746 3 2821 4 2689 4 2882 4 2995 5 2767 5 3018 5 3168 6 2863 6 3170 6 3363 7 2975 7 3338 7 3580 8 3103 8 3521 8 3823 9 3248 9 3720 9 4087 10 3408 10 3936 10 4376 11 3587 11 4166 11 4687 12 3784 12 4413 12 5022 2 Alle genoemde bedragen zijn op basis van bijlage 9 van de cao VO 2014/2015 5
Ervaren tweedegraads docent Een ervaren tweedegraads docent die wordt aangesteld doorloopt mogelijk een ander traject. Dat traject wordt als volgt bepaald. De docent wordt ingeschaald conform zijn vorige betrekking. Als dat in schaal LB is, trede 6 of hoger, dan heeft hij bij goed functioneren na drie jaar zicht op een benoeming in LC. Concreet betekent dit dat hij in het eerste jaar wordt beoordeeld op grond van de LB functiebeschrijving, met als doel: benoemen voor onbepaalde tijd. In het derde jaar wordt de docent nogmaals beoordeeld. Als de docent in aanmerking wil komen voor een LC-functie, dan vindt deze beoordeling plaats op grond van zowel de LB- als de LC-functiebeschrijving. Als beide beoordelingen minimaal voldoende zijn en de docent ook voldoet aan de overige voorwaarden voor een carrièrestap van LB naar LC, kan de docent benoemd worden in LC. Daarna volgt de docent verder het carrièrepatroon van de startende tweedegrader. Overgangsregeling Om de overgang van de oude manier van werken goed te laten aansluiten op de nieuwe manier van werken, voeren we voorlopig nog sollicitatierondes uit volgens een methode die zowel aansluit op dit carrièreperspectief als recht doet aan docenten die zich niet op die wijze hebben kunnen voorbereiden. 6