Wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken Leiden Revisited 21.XI.2007 Jan Pieter Hustinx 0
Hoera! Het Burgerlijk Wetboek heeft er een nieuwe afdeling bij Weer een postzegeltje van het OD-veld communautair ingekleurd. Hoe het zo gekomen is. Richtlijn 2005/29/EG d.d. 11 mei 2005 betreffende Oneerlijke Handelspraktijken van Ondernemingen Jegens Consumenten op de Interne Markt Wetsvoorstel 30 928 tot aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt 1
Wat heeft dat met I.E. te maken? Artikel 10bis Unieverdrag? 1. De landen der Unie zijn gehouden aan hen, die tot de unie behoren, een daadwerkelijke bescherming te verlenen tegen de oneerlijke mededinging. 2. Elke daad van mededinging, strijdig met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel, levert een daad van oneerlijke mededinging op. 3. Met name zullen worden verboden: ( ) aanduidingen of beweringen waarvan het gebruik zich bij het handel drijven leent tot het verwekken van verwarring bij het publiek omtrent de aard, de wijze van vervaardiging, de kenmerken, de bruikbaarheid of de hoeveelheid van de waren. 2
2005/29 EG: een Interne Marktrichtlijn 3
. with a twist 4
Raamwerk van de regeling OHP misleidend > handelingen [art. 6:193c] > omissies [art. 6:193d, 193e, 193f] Oneerlijk [art. 6:193b] > zwarte lijst [art. 6:193g] agressief [art. 6:193h] > zwarte lijst [art. 6:193i] bewijslast [art. 6:193j] 5
Art. 6:193b - kapstokbepaling 6
Art. 6:193a lid 1 sub d - handelspraktijk 7
Ov. 6 considerans 8
Terug naar art. 6:193b 9
Art. 6:193b lid 2 sub a Strijd met het vereiste van professionele toewijding 10
Art. 6:193b lid 2 sub b 1. de aanmerkelijke beperking van het vermogen van de gemiddelde consument een geïnformeerd besluit te nemen, 2. waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. Aanmerkelijk v. merkbaar (art. 5 lid 2 Richtlijn) Manipulatievereiste 11
Over welke consument hebben we het eigenlijk Der absolut unmündigen, fast schön pathologisch dummen und fahrlässig unaufmerksamen Durchschnittverbraucher? (zie Jan Kabel, Rechter en publieksopvattingen: feit, fictie of ervaring?, Oratie 17 juni 2005, onder verwijzing naar Fezer) 12
Van een fietser met zijwieltjes naar de verstandige consument Gut Springenheide-criterium (HvJ EG, 16 juli 1998, NJ 2000/374) De gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument Zie bijv. vznr. Rb. Utrecht, 22 april 2004, Gillette / Wilkinson Bij de beoordeling van deze reclame-uitingen moet in aanmerking worden genomen dat volgens vaste rechtspraak enige overdrijving eigen is aan reclamebeweringen en dat een overdrijving in deze zin op zichzelf aan de reclamebewering nog geen misleidend karakter geeft, omdat deze door de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van wie eveneens volgens vaste rechtspraak moet worden uitgegaan sceptisch zal worden bejegend. Zie ook bijv. CvB RCC, 12 januari 2005, Consumentenbond / Chupa Chups 13
De gemiddelde consument van art. 6:193a lid 2 14
Art. 6:193c misleidende handelingen 15
Art. 6:193d misleidende omissies 16
Art. 6:193e misleidende omissies (II) 17
Art. 6:193g de zwarte lijst; onder alle omstandigheden misleidend bijvoorbeeld: Beweren dat een handelaar (met inbegrip van zijn handelspraktijken) of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl zulks niet het geval is, of iets dergelijks beweren zonder dat aan de voorwaarde voor de aanbeveling, erkenning of goedkeuring wordt voldaan. Producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden zonder dat de handelaar aangeeft dat er een gegrond vermoeden bestaat dat hij deze producten of gelijkwaardige producten niet tegen die prijs kan leveren (lokkertjes). Producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden en vervolgens weigeren het aangeboden artikel aan de consument te tonen. Bedrieglijk beweren dat het product slechts gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar zal zijn of dat het slechts onder speciale voorwaarden gedurende een zeer beperkte tijd beschikbaar zal zijn, om de consument onmiddellijk te doen beslissen en hem geen kans of onvoldoende tijd te geven een geïnformeerd besluit te nemen. 18
Art. 6:193g de zwarte lijst (II); Nog meer voorbeelden: Wettelijke rechten van consumenten voorstellen als een onderscheidend kenmerk van het aanbod van de handelaar. Redactionele inhoud in de media, waarvoor de handelaar heeft betaald, gebruiken om reclame te maken voor een product, zonder dat dit duidelijk uit de inhoud of uit duidelijk door de consument identificeerbare beelden of geluiden blijkt (advertorial). Feitelijk onjuiste beweringen doen betreffende de aard en de omvang van het gevaar dat de persoonlijke veiligheid van de consument of zijn gezin zou bedreigen indien de consument het product niet koopt. Beweren dat de handelaar op het punt staat zijn zaak stop te zetten of te verhuizen, indien zulks niet het geval is. 19
Art. 6:193g de zwarte lijst (III); En nog meer voorbeelden: Een piramidesysteem opzetten, beheren of promoten waarbij de consument tegen betaling kans maakt op een vergoeding die eerder voortkomt uit het aanbrengen van nieuwe consumenten in het systeem dan uit de verkoop of het verbruik van goederen. Feitelijk onjuiste informatie verstrekken over marktomstandigheden of de mogelijkheid het product te bemachtigen met de bedoeling de consument het product te doen aanschaffen tegen voorwaarden die minder gunstig zijn dan de normale marktvoorwaarden. Een product als "gratis", "voor niets", "kosteloos" en dergelijke omschrijven als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen. 20
Art. 6:193h agressieve handelspraktijken 21
Art. 6:193j bewijslastverdeling 22
Handhaving 23
Handhaving (II) individuele actiemogelijkheden consument Richtlijn laat contractenrecht, in het bijzonder de geldigheid en rechtsgevolgen van contracten, ongemoeid: instrumentenkist van het algemeen verbintenissenrecht, N.B. de wilsgebreken van de artikelen 3:44 BW (bedreiging, bedrog, misbruik van omstandigheden) en 6:228 BW (dwaling), etc.. Geen beroep op art. 6:194 BW. Echter wel op art. 6:193b NBW én klacht bij de CA. 24
En verder? Vergelijkende reclame in B2C verhoudingen. Misleidende reclame in B2B verhoudingen Oneerlijkheid in B2B verhoudingen? 25
Terug in het aloude vangnet Vgl. bijv. Martens, Losbladige Onrechtmatige Daad VI (oud), nrs. 159 et seq. en de aldaar genoemde literatuur en jurisprudentie. Hof Amsterdam 18 juni 1964, NJ 1965/175; Rb. Arnhem 18 feb. 1971, NJ 1971/255; Hof Amsterdam 14 januari 1973, NJ 1974/3; Hof 's-hertogenbosch 18 nov. 1975, NJ 1976/431; Pres. Rb. Zutphen 5 juni 1979, BIE 1982/56; Pres. Rb. Middelburg 19 juni 1981, KG 1981/109; Pres. Rb. Utrecht 19 april 1982, KG 1982/71; Pres. Rb. Leeuwarden 28 maart 1985, KG 1985/121; Gem. Hof van Justitie Ned. Antillen en Aruba 15 maart 1988, BIE 1990/15; Pres. Rb. Amsterdam 15 nov. 1989, KG 1990/23; HR 14 juni 1991, NJ 1992/393; Pres. Rb. Arnhem 10 april 1996, IER 1996/18; Pres. Rb. Amsterdam 8 feb. 1996, IER 1996/21. Vgl voorts HR 17 september 1982, NJ 1983/278. Zie Hof Arnhem, 28 mei 1996, KG 1996/221; HR, 4 april 1997, NJ 1997/509; Pres. Rb. Den Haag, 16 januari 2001, KG 2001/68; Vzr. Rb. Amsterdam, 11 april 2002, www.rechtspraak.nl (zaaknr. KG02/617 OdC); Vzr. Rb Utrecht, 27 februari 2003, www.rechtspraak.nl (LJN: AF5121); Vzr. Rb. Arnhem, 1 juli 2003, www.rechtspraak.nl (LJN: AH8935); Vzr Rb. Utrecht, 31 juli 2003, www.rechtspraak.nl (LJN: AI0977); Vzr. Rb. Utrecht 18 september 2003, www.rechtspraak.nl (LJN: AK4749). Zie ten slotte Lotto/Ladbrokes e.a. in drie instanties: Vzr. Rb. Arnhem 27 januari 2003, www.rechtspraak.nl (LJN: AF3374); Hof Arnhem 2 september 2003, www.rechtspraak.nl, (LJN: AJ 996) en HR, 18 februari 2005, NJ 2005, 404. 26
Vragen? 27