Van D66 Portefeuillehouder S. Siebenga Behandeling ambtenaar Anke Beeksma Datum ontvangst vragen 2 maart 2015 Tankstation de Stringen in Akkrum Op 6 februari jongstleden bereikte ons via de Leeuwarder Courant onderstaand bericht over de voorgenomen ontwikkeling van een Tankstation aan de Stringen, nabij de oprit van de A32 in Akkrum. Deze locatie is tegenover het gebouw dat twee scholen en een locatie voor kinderopvang huisvest. Bij de ontwikkeling van die scholen is door de fractie van D66 van de voormalige gemeente Boarnsterhim nadrukkelijk stilgestaan bij de luchtkwaliteit. Er was gedurende dat traject ook al sprake van dat er mogelijk een tankstation zou komen. De fractie van D66 stelde destijds vragen over de gevolgen voor de luchtkwaliteit en de veiligheid voor de schoolkinderen. In de beantwoording van die vragen schoof het College van Boarnsterhim, de beantwoording van een aantal vragen voor zich uit, omdat deze naar de inschatting van het College pas konden worden beantwoord op het moment dat er sprake was van een concrete planvorming. Nu lijkt er voortgang in de zaak. Vraag 1: - Welke toezeggingen zijn er gedaan aan, of afspraken gemaakt met de ondernemer m.b.t. de gemeentelijke medewerking aan de ontwikkeling van een tankstation tegenover de scholen in Akkrum? Vraag 2: - In hoeverre leiden die toezeggingen of afspraken tot de verplichting in te stemmen met een tankstation tegenover de scholen in Akkrum? Antwoord op vraag 1 en 2: - Een ruimtelijke c.q. bestuurlijke afweging dient nog plaats te vinden inzake de wens van Fennema Beheer BV om het bestaande tankstation te verplaatsen. Zodra de initiatiefnemers een concreet plan indienen en de gevolgen van dit plan voor de omgeving duidelijk zijn, zal het college een bestuurlijk standpunt innemen. Indien het college voornemens is om medewerking te verlenen aan de verplaatsing van het tankstation, zal daarvoor uiteindelijk een bestemmingsplanprocedure moeten worden doorlopen (vaststelling van het bestemmingsplan betreft een bevoegdheid van de raad) In 2013 heeft de voormalige gemeente Boarnsterhim een koopovereenkomst gesloten met Fennema Beheer BV. In het begeleidend schrijven bij de koopovereenkomst is opgenomen dat de gemeente, met inachtneming van haar publiekrechtelijk bevoegdheden en verantwoordelijkheden, de
inspanningsverplichting op zich heeft genomen de bestemmingsplanprocedure voortvarend ter hand te nemen. Ter verduidelijking wordt nog aangegeven dat de raad is geïnformeerd. Maar dat zij nog geen expliciete instemming heeft verleend voor de bouw en exploitatie van een benzinestation. Een en ander is verwoord in artikel 16 van de koopovereenkomst: partijen zijn bevoegd deze koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, in het geval komt vast te staan, na een daartoe gevoerde gerechtelijke procedure, dat er geen onherroepelijk bestemmingsplan kan worden vastgesteld waarbij het voorgenomen gebruik mogelijk is en/of er geen onherroepelijke omgevingsvergunning kan worden verleend. Kortom, wanneer wordt besloten dat een bestemmingsplanwijziging niet mogelijk is, wordt de koopovereenkomst ontbonden. Bij een inspanningsverplichting zegt een uitvoerende partij toe zich in te spannen om een bepaald doel te bereiken, zonder dat het behalen van dit doel kan worden gegarandeerd. Wanneer de gemeente zich derhalve inspant de bestemmingsplanprocedure met goed gevolg te doorlopen, maar dat vanwege zwaarwegende legitieme bezwaren niet kan worden ingestemd met een bestemmingsplanwijziging, heeft zij aan haar inspanningsverplichting voldaan. Vraag 3: - Welke (financiële) gevolgen heeft het wanneer de raad niet instemt met een tankstation tegenover de scholen in Akkrum? Antwoord op vraag 3: - Naar de letter van de overeenkomst zijn wij als gevolg van het ontbinden van de koopovereenkomst niet direct schadeplichtig. De koopovereenkomst is echter mede tot stand gekomen in verband met het tankstation op de locatie Spikerboor. In de overeenkomst is opgenomen dat het bestaande tankstation op de locatie Spikerboor nog twee jaar bedrijfsmatig geëxploiteerd mag worden, gerekend vanaf de dag waarop het nieuwe tankstation in bedrijf is genomen. Na deze 2 jaar zal het tankstation op de locatie Spikerboor moeten worden gesloten. In de overeenkomst verklaren partijen vervolgens, dat in ruil voor de medewerking van de gemeente, zij elkaar finale kwijting verlenen voor de omzetschade en/of winstderving (nadeelcompensatie) die Fennema (of een aan haar gelieerde vennootschap) heeft/hebben geleden bij de exploitatie van het tankstation aan de Spikerboor ten gevolge van het feit dat de randweg om Akkrum niet is aangelegd bij dit tankstation. Met de laatste bepaling lijkt de voormalige gemeente Boarnsterhim impliciet te erkennen dat zij schadeplichtig was. Op het moment dat de koopovereenkomst wordt ontbonden herleeft deze (impliciet erkende) schadeplichtigheid. Vraag 4:
- Hoe verhouden die (financiële) gevolgen zich tot het realiseren van een tankstation op en alternatieve locatie (bijvoorbeeld aan de andere zijde van de A32)? Antwoord op vraag 4: - Wanneer er een alternatieve locatie wordt gevonden, welke economisch voldoende rendabel is, zou dit de financiële gevolgen zoals omschreven onder vraag 3 teniet kunnen doen. De ontwikkeling van een tankstation tegenover de scholen in Akkrum heeft onmiskenbaar een negatief effect op de luchtkwaliteit rondom de school (extra verkeersbewegingen, optrekkende auto s, etc). Vraag 5: - Vind het college het aanvaardbaar dat de luchtkwaliteit rondom de scholen in Akkrum verslechterd door de vestiging van een tankstation tegenover de scholen in Akkrum? - Zo ja, tot welk niveau vindt het college dat aanvaardbaar? Antwoord op vraag 5: - Zoals eerder aangegeven, heeft het college nog geen bestuurlijk standpunt ingenomen inzake de wens van Fennema Beheer BV om het bestaande tankstation te verplaatsen. De initiatiefnemers zijn nog bezig met planontwikkeling. Een ruimtelijke c.q. bestuurlijke afweging zal plaatsvinden, zodra er sprake is van een concreet plan. Hiermee zal tevens duidelijk worden welke gevolgen een eventuele verplaatsing van dit tankstation heeft voor de omgeving, waaronder de gevolgen voor de luchtkwaliteit. In algemene zin geldt dat de luchtkwaliteitseisen zijn opgenomen in Hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer. Dit is verder uitgewerkt in AMvB s (Algemene Maatregel van Bestuur) en regelingen. Indien het college besluit om planologische medewerking te verlenen aan de ontwikkeling van een tankstation, zal het plan worden getoetst aan het besluit niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en de bijlagen van de regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Naar verwachting (ambtelijke inschatting) zal een ontwikkeling als deze niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging en dus voldoen aan de wettelijke eisen. Op basis van rapportages Grootschalige Concentratiekaarten Nederland, blijkt dat in de gemeente Heerenveen de achtergrondconcentraties laag zijn (geen overschrijdingen van de grenswaarden). Zolang er geen overschrijding van grenswaarden ontstaat, kan in algemene zin worden gesteld dat nieuwe ontwikkelingen acceptabel zijn wat betreft het aspect luchtkwaliteit. De ontwikkeling van de scholen is gebeurd in samenspraak met de bewoners van Akkrum. Bij afspraken over de herinrichting van de Boarnsterdyk en de verkeersafwikkeling zijn bewoners, ouders en de scholen intensief betrokken geweest. Vraag 6:
- Is het college het met D66 eens dat de afspraken die daar gemaakt zijn, in relatief korte tijd worden opengebroken? Antwoord op vraag 6: - Ten tijde van de ontwikkeling van de school en de gesprekken over verkeersafwikkeling en inrichting van de Boarnsterdyk was geen sprake van concrete plannen voor de verplaatsing van het tankstation waar op voorhand al rekening mee kon worden gehouden. Meerdere locaties waren destijds in beeld. Op dit moment is de initiatiefnemer nog steeds bezig met planontwikkeling. Bovendien heeft het college nog geen standpunt ingenomen inzake verplaatsing naar de locatie aan De Stringen. Kortom, er is geen sprake van het openbreken van afspraken. Vraag 7: - Welke inschatting maakt het college van de gevolgen van een tankstation tegenover de scholen voor de verkeersafwikkeling op de Stringen / Boarnsterdyk / Nije Boarnsterdyk? Antwoord op vraag 7: - Een inschatting is op dit moment nog niet te maken. Initiatiefnemers zijn bezig met verdere uitwerking van de plannen en zoals aangegeven moet hierover nog besluitvorming plaatsvinden. Op grond van de nog aan te leveren gegevens, zal het college haar voornemen uitspreken om wel of geen (planologische) medewerking te verlenen, een zogenaamde standpuntbepaling. Het aspect verkeer en andere relevante omgevingsaspecten nemen we mee in het nog te nemen besluit. Vraag 8: - In welke mate wordt er door de gemeente nu weer energie gestoken in het betrekken van belanghebbenden bij de planvorming van het tankstation? Antwoord op vraag 8: - Eerste stap in dit proces is de bestuurlijke afweging die nog moet worden gemaakt. Indien het college haar voornemen uitspreekt om medewerking te verlenen aan dit plan, zal vervolgens ook een communicatietraject worden bepaald, waarin belanghebbenden worden betrokken. Vervolgens zal het definitieve/formele besluitvormingstraject volgen in het kader van de bestemmingsplanprocedure. Het te ontwikkelen tankstation tegenover de scholen, heeft ook invloed op de veiligheidsituatie rondom de school. Mocht er sprake zijn van het aanbieden van LPG, heeft het college van Boarnsterhim in een eerder stadium aangegeven dat het reservoir en het vulpunt moet worden gerealiseerd aan de andere zijde van de A32. Vraag 9: - Heeft het college een indicatie van wanneer de initiatiefnemer van plan is een bestemmingsplan te ontwikkelen en of daar sprake is van een LPG-voorziening?
Antwoord op vraag 9: - Zoals eerder aangegeven is sprake van planontwikkeling c.q. een schetsplan, dat betrekking heeft op het verplaatsen van het bestaande tankstation (met LPGvoorziening), gevestigd op bedrijventerrein Spikerboor naar de locatie aan De Stringen/Nije Boarnsterdyk. De wens van de initiatiefnemers is daarom dat ook op de nieuwe locatie een LPG-voorziening wordt gerealiseerd. Of het college tegemoet komt aan deze wens is, zoals eerder gezegd, nog niet duidelijk. Op 27 januari 2015 heeft het college besloten om een aanvullende wijzigingsovereenkomst te sluiten met de initiatiefnemers, waarbij de koopovereenkomst met anderhalf jaar wordt verlengd. Het streven is om binnen deze periode te komen tot definitieve besluitvorming. D66 wil graag duidelijk zijn richting organisaties, inwoners en ondernemers. Het is volgens ons van belang dat er voor iedereen vooraf duidelijkheid is: voor scholen, ouders en omwonenden. Vraag 10: - Wat is er vanuit de gemeente richting de initiatiefnemer gecommuniceerd m.b.t. wat aanvaardbaar is op het gebied van a) luchtkwaliteit, b) veiligheid en c) verkeersafwikkeling? Antwoord op vraag 10: - Vanuit de gemeente is op ambtelijk niveau diverse malen overleg gevoerd met de initiatiefnemers. Wat betreft de aspecten verkeersafwikkeling en luchtkwaliteit en andere relevante omgevingsaspecten: deze zullen door de initiatiefnemers nader worden onderzocht/gemotiveerd in het kader van de verdere uitwerking van het plan. Vervolgens zal het college een bestuurlijke afweging maken op grond van de aangeleverd gegevens en daarmee bepalen wat wel of niet aanvaardbaar is. Vraag 11: - Wat is er vanuit de gemeente richting scholen gecommuniceerd m.b.t. de ontwikkeling van een tankstation tegenover de scholen in Akkrum? Vraag 12: - Wat is er vanuit de gemeente richting inwoners gecommuniceerd m.b.t. de ontwikkeling van een tankstation tegenover de scholen in Akkrum? Vraag 13: - De entree van Akkrum en Nes is vriendelijke en groen. Zeer recentelijk zijn conform de inrichtingsplannen voor de Stringen nieuwe bomen geplaatst vanuit de gedachte een groene poort te creëren. Is er overleg met het dorp geweest om deze gezichtsbepalende entree te wijzigen door de komst van een tankstation? Antwoord op vraag 11, 12 en 13: - De gemeente Heerenveen heeft nog niets gecommuniceerd richting de scholen, ouders en inwoners/omwonenden. De mogelijke verplaatsing van het tankstation is wel reeds ter sprake gekomen in de overleggen tussen het college en Plaatselijk Belang Akkrum/Nes. Zoals eerder vermeld is de eerste stap in dit proces de bestuurlijke afweging/standpuntbepaling van het college. Indien het college voornemens is om medewerking te verlenen aan dit plan, zal vervolgens een
communicatietraject worden bepaald om belanghebbenden te informeren/te betrekken. Zoals eerder aangegeven zal definitieve besluitvorming daarna plaatsvinden in het kader van een nog te doorlopen ruimtelijke procedure. Vraag 14: - Momenteel wordt hard gewerkt aan het realiseren van een randweg om Akkrum. Heeft het college van B&W onderzocht wat het effect is van een tankstation aan De Stringen op de verkeersbewegingen door Akkrum? Antwoord op vraag 14: - In het kader van de randweg om Akkrum is dit niet meegenomen, omdat slechts sprake is van een schetsplan voor de vestiging van een tankstation aan De Stringen, waarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden.