Hoeveel nieuwe medewerkers traden er in dienst? Het aantal nieuwe medewerkers is in 2004 gedaald van 1600 tot minder dan 200. De afslanking is ondermeer bereikt door het beperken van de instroom. Door interne mobiliteit en andere werkwijzen blijft er genoeg personeel beschikbaar voor de kerntaken. 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 INSTROOM 2001 2002 2003 2004 I
Hoe is de instroom samengesteld? De beperking van de instroom heeft neveneffecten. Het aandeel van de instroom vanuit het bedrijfsleven bedroeg in 2002 60%, thans nog geen 20%. Het percentage van de instroom uit (Rijks)- overheid is meer dan verdubbeld. Daarnaast is de leeftijdsopbouw van de instroom gelijkmatiger verdeeld. Het aandeel vrouwen van de instroom is iets teruggelopen. Tot externe werving wordt overgegaan na een zorgvuldige overweging. De krappe arbeidsmarkt leidt tot scherpere selectie en de mogelijkheid hogere kwaliteitseisen te stellen. Ook de aard van de vacatures heeft een grote invloed op het profiel van de instroom. instroom 2004 instroom 2001 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0-10 INSTROOM NAAR LEEFTIJD 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65 67 69
Herkomst van de instroom Instroom 2004 Overheid 27% Bedrijfsleven 19% Overig 54% Instroom 2001 Overheid 6% Bedrijfsleven 61 % Overig 33% 33
Hoeveel medewerkers verlieten VenW? De uitstroom hangt vooral samen met de kansen op de arbeidsmarkt en de opbouw van het personeelsbestand (leeftijd, geslacht, soort aanstelling). In de jaren 2002 en 2003 verlieten minder medewerkers VenW. Zo nam bijvoorbeeld het percentage medewerkers dat een baan kreeg in het bedrijfsleven af van ruim 28% in 2001 naar minder dan 6% in 2004. In 2004 neemt de uitstroom weer sterk toe door de FPU: meer dan de helft van de uitstroom komt voor rekening van de FPU. UITSTROOM 200 2001 2002 2003 2004
Hoe verloopt de uitstroom naar leeftijd in 2004? 2004 is één van de laatste jaren, waarin gebruik kan worden gemaakt van de FPU. Dat verklaart de piek in de uitstroom van 59-62 jaar. Met de afschaffing van de mogelijkheid om vervroegd uit te treden met de FPU regeling zal deze piek in de komende jaren verdwijnen. Voor de andere leeftijden kan geconstateerd worden dat de uitstroom ten opzichte van 2001 over de hele linie is afgenomen. De uitstroom van jonge medewerkers met goede kansen op de arbeidsmarkt is in 2004 vrijwel op het peil van 2001 gebleven. Oudere medewerkers kregen moeilijker een andere baan. uitstroom 2004 uitstroom 2001 350 250 200 150 100 UITSTROOM NAAR LEEFTIJD 50 1 --^ntiiiiiliiix^ftaitt^mitl 1 u I JJ 15 19 23 27 31 35 39 43 47 51 55 59 63
Waarderen en belonen
Hoe ontwikkelt zich de opbouw van de salarisschalen? Verkeer en Waterstaat krimpt in en de Veranderopgave resulteert in een kwaliteitsslag. Dat heeft gevolgen voor de opbouw van de salarisschalen. Vergeleken met de schaalverdeling in 2001 zijn de schaalcategrorieën 1-4 en 5-9 in absoluut aantal en in verhouding tot het totaal afgenomen en zijn de hogere schaalcategorieën in verhouding gegroeid. Deze ontwikkeling wordt versterkt door de Veranderopgave. OPBOUW NAAR SALARISSCHAAL 2001 2004 10-13 14-16
Hoe ontwikkelt het gemiddeld jaarsalaris zich? Sedert het jaar 2000 heeft het gemiddeld jaarsalaris een stijgende lijn. In 2000 bedroeg het gemiddeld jaarsalaris ongeveer 33.000,-; in 2004 was het gemiddeld jaarsalaris ongeveer 39.500,-. GEMIDDELD JAARSALARIS 40000 38000 36000 34000 32000 30000 28000 2000 2001 2002 2003 2004
Hoe hoog was het gemiddeld maandsalaris? De beleidsdirectoraten hebben het hoogste gemiddelde maandsalaris, gevolgd door de Centrale Diensten. De Inspectie VenW heeft een hoger gemiddeld maandsalaris dan de RWS. De SSO heeft het laagste gemiddelde maandsalaris. GEMIDDELD MAANDSALARIS 2004 IVW 1 1 RWS DGW DGP DGL 1 DGG SSO 1 1 1 CEND 1000 2000 3000 4000 5000
Hoeveel medewerkers zitten op het schaalmaximum? Het percentage medewerkers op het maximum van de salarisschaal groeit gestaag en bereikt in 2004 bijna de waarde van 70%. Dit gegeven is van invloed op de mogelijkheden van toepassing van bewuste beloning. Het percentage groeit ook bij een grote FPU-uitstroom. Dit betekent dat veel medewerkers in de leeftijdscategorie van 35 jaar en ouder op hun schaalmaximum zitten. PERCENTACE MEDEWERKERS OP HET SCHAAL MAXIMUM 2000 2001 2002 2003 2004 40
Worden overal bij VenW functioneringsgesprekken gevoerd? Afgesproken is dat de leidinggevenden elk jaar met al hun medewerkers een functioneringsgesprek voeren. Dit wordt nog niet overal gehaald. Uit de opgave van de diensten blijkt dat bij de Inspectie van VenW en bij Rijkswaterstaat driekwart van de medewerkers in 2004 een gesprek heeft gehad. 100% 90% 80% FUNTIONERINCSCESPREKKEN 70% 60% 50% 40% - 30% 20% - 10% 2003 2004 0% Centrale diensten RWS DGL DGW KNMI IVW DGG DGP SSO VenW Totaal 47
Worden bij VenW extra beloningen toegekend? Voor de toekenning van extra beloningen geldt een spelregelkader: het budget extra beloningen bedraagt 1 a 2% van de loonsom (grafiek 1) het percentage toekenningen ligt tussen 20 en 40% van de bezetting (grafiek 2 en 3) toekenning met redelijke spreiding over de salarisschalen meerjarige toekenningen uit bijvoorbeeld arbeidsmarktoverweging dienen uiterlijk in 2005 afgebouwd te zijn Meer dan de helft van de diensten overschrijdt het overeengekomen toekenningspercentage. Het budget blijft stabiel; over de verdeling over de schalen zijn voor 2004 nog geen gegevens bekend. Bijna 6 op de 10 mensen bij DGG verdienden een extra beloning, die gemiddeld per toekenning boven het departementale gemiddelde van 1216 ging (zie grafiek 4). RWS en het KNMI zijn terughoudend bij het toekennen van extra beloningen. BEWUST BELONEN -% LOONSOM 2004 CEND RWS SSO DGL KNMI DGG DGP DGW IVW VenW 42
Ontwikkeling toekenningspercentage bewust belonen. 32% 31% 30% 2002 2003 2004 43
Overzicht toekenningspercentage bewust belonen per dienst. Grafiek 3 BEWUST BELONEN -% TOEKENNING 2004 VenW IVW DGW DGP DGG KNMI DGL SSO RWS m - CEND Il111 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 44
Gemiddeld toegekende bedragen bewust belonen per dienst. BEWUST BELONEN - GEMIDDELD BEDRAG PER TOEKENNING Grafiek 4 VenW IVW I DCW DGP DGG KNMI DGL SSO RWS CEND 500 1000 1500 2000 2500
Algemene Bestuursdienst ^
Hoe lang werkt een topfunctionaris in een functie? De gemiddelde verblijfsduur in de topfunctie hangt samen met de personele mutaties. Door de uitstroom van oudere topmanagers is het aandeel van de categorieën 5-7 jaar en langer dan 7 jaar teruggelopen van 20% naar 13%. De categorie korter dan 3 jaar heeft iets terrein verloren en het aandeel van de categorie 3-5 jaar is toegenomen. GEMIDDELDE VERBLIJFSDUUR IN HUIDIGE FUNCTIE =< 3 jaar 3<> 5 jaar 5<> 7 jaar =< 7 jaar
Wat is de leeftijdsopbouw van de VenW top? De VenW topfunctionarissen vanaf schaal 15 en integraal manager maken deel uit van de Algemene Bestuursdienst (ABD). De gemiddelde leeftijd van de ABD groep bij VenW is 52,1 jaar, met een zwaartepunt van de categorie 56 tot en met 60 jaar. Ten opzichte van 2003 is de categorie tot en met 45 jaar gegroeid en zijn de categorieën 56 tot en met 60 jaar en ouder dan 60 jaar gedaald door uitstroom in (FPU en pensionering). 40 30 LEEFTIJDSOPBOUW 20 - Ouder dan 60 jaar 56 t/m 60 jaar 51 t/m 55 jaar 46 t/m 50 jaar t/m 45 jaar 10 sch. 15 sch. 16 sch. 17 sch. 18 sch. 19 48
Werk en Gezondheid
Hoe vaak per jaar melden VenW-ers zich ziek? Het aantal malen dat VenW-ers zich ziek melden, bedraagt gemiddeld zo'n 1,6 keer per jaar. Dit is al jaren min of meer stabiel. Mannen melden zich gemiddeld 1,4 keer ziek en vrouwen gemiddeld 2,3 keer per jaar. Het aantal malen dat een medewerker zich ziek meldt, lijkt licht te dalen naarmate de medewerker ouder is. Landelijk gezien meldt een medewerker zich 1,3 maal ziek per jaar (mannen 1,1 en vrouwen 1,6 keer). 1,68 1,66 1,64 1,62 1,60 1,58 1,56 1,54 1,52 1,50 ZIEKTEVERZUIMFREQUENTIE 2001 2002 2003 2004
Hoe ontwikkelt zich het ziekteverzuim? Het ziekteverzuimpercentage van VenW is in de afgelopen vijf jaar gedaald van 8% naar minder dan 6%. Het ziekteverzuimbeleid is er op gericht het ziekteverzuim terug te brengen naar het onvermijdbare verzuim van circa 4%. VenW heeft gemiddeld 1 % lager ziekteverzuim dan de rijksoverheid als geheel en ruim 0,5% meer dan het nationale percentage (bron: CBS). 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% ZIEKTEVERZUIMPERCENTAGE 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% percentage trendlijn 1,0% 0,0% 1 e kw 12e kw 13e kw 14e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2000 2001 2002 2003 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 2004 52
Hoe hoog is het ziekteverzuim bij de onderdelen van VenW? Het ziekteverzuim bij de hoofdonderdelen Bestuurskern, Rijkswaterstaat en Inspectie VenW wordt in deze grafiek in beeld gebracht. DGP, DGTL, DGW, CenD, SSO en KNMI vormen de Bestuurskern. Het ziekteverzuim is in 2004 daar het laagst, en het hoogst bij de IVW. Bij de Bestuurskern en Rijkswaterstaat daalt het ziekteverzuim al enige jaren. Bij de Inspectie VenW stijgt het ziekteverzuim. BSK RWS IVW 8 0% 7 0% 6 0% 5 0% 4 0% 3 0% 2 0% 10% 0 0% ZIEKTEVERZUIM BELEIDSKERN-UITVOERING-INSPECTIE 2001 2002 2003 2004
Verschilt het ziekteverzuim van mannen en vrouwen? Het ziekteverzuim verschilt tussen mannen en vrouwen. De cijfers van het CBS geven aan dat het verschil in ziekteverzuim tussen mannen en vrouwen op landelijk niveau circa 1 % is. Hoe is dat bij VenW? Uit de cijfers blijkt dat het ziekteverzuim van vrouwen bij VenW ruim 3% hoger ligt dan dat van mannen. Terwijl er bij de mannen een dalend ziekteverzuim zichtbaar is, lijkt de trend bij vrouwen in 2004 licht te stijgen. Man Vrouw Ontwikkelingslijn (man) Ontwikkelingslijn (vrouw) 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% ZIEKTEVERZUIM i"ttt 2001 2002 2003 2004 54
Hoeveel personeel stroomde in 2004 uit naar de WAO? Ten opzichte van 2004 zijn minder personeelsleden van VenW uitgestroomd naar de WAO. Het totale aantal WAO'ers, waar VenW direct bij betrokken is, is gedaald van ruim 350 in 2002 naar 250 in 2004 Dat is overeenkomstig het beleid. Wél moet bedacht worden dat een deel van de oudere personeelsleden, die in aanmerking kwamen voor uitstroom in de WAO, mogelijk gekozen heeft voor uitstroom met FPU. AANTAL WAO'ERS 2000 2001 2002 2003 2004
I arbeidskli
Welke kinderopvang biedt VenW aan? VenW biedt voor ruim 700 voltijd-plaatsen kinderopvang voor nul tot vier-jarigen aan. De buitenschoolse opvang voor kinderen vanaf 4 jaar wordt voor bijna 370 voltijdplaatsen georganiseerd. Kinderopvang is een belangrijke arbeidsvoorwaarde, die het jonge ouders mogelijk maakt om te blijven werken. 1200 1000 KINDEROPVANG 800 600 400 boven 4 jaar 0-4 jaar 200 2001 2002 2003 2004
Hoeveel medewerkers worden door het bedrijfsmaatschappelijk werk begeleid? Het bedrijfsmaatschappelijk werk bij VenW heeft gemiddeld over de afgelopen vijfjaar ruim 1.500 medewerkers per jaar begeleid. Het aantal bedrijfsmaatschappelijk werkers is gedaald van 16 in 2001 naar 14 in 2004. Alhoewel de grafiek een daling laat zien in 2004 van het aantal behandelingen, doen relatief steeds meer medewerkers van VenW een beroep op een bedrijfsmaatschappelijk werker. Het percentage medewerkers dat contact heeft met het BMW is gestegen van zo'n 9% in 2000 naar circa 12% in 2004. BEDRIJFSMAATSCHAPPELIJK WERK 2000 2001 2002 2003 2004 58
Hoe vaak gaan VenW'ers in bezwaar of beroep? In 2003 deed zich een piek voor in het aantal medewerkers van VenW dat in bezwaar of beroep ging tegen een personele beslissing van het management. Dat is in 2004 weer gedaald naar een kleine 200 zaken. Het afgelopen jaar kwam circa 1,5% van alle medewerkers in beroep of bezwaar. Uit de cijfers laat zich geen duidelijke trend afleiden. 2004 BEZWAAR EN BEROEP 2003 2002 2001 1 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 59
'
m u> c H $ ra K) -200 *> tenzij PI 13 Q. ers > "O 3 iet als ex C 3 c tend Cfq fd lit jaarvei basee 3. o o. fd Cfq fd Cfq fd = 1 = 3 Q_ ^ «N ^: Illustraties R.P. Verbee ^PT nsichtk P> 3- (i Grafische v Studio Blan o =; Personeeisma nagem 7T mgeving: BV, Rijswij n 3 r-(- Inhoudelijk Centrale Di rb» bijdrag ctie fd Colof o 3
62
Si ^ " V/f.,.{^ ^ "5?., 53 s. VA ; r *..ff* Vï -.' <T> Ai fp '*d» «sa ''<& '- 1 5 *> t v l ' "'t 1. ')T J 1 'jm ^',«v ]-:,.. fi»,v.' <ir «'S», - r i' V: