Vraag en antwoorddocument zorginkoopbeleid AWBZ Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Vergelijkbare documenten
Zorgkantoor Zorg en Zekerheid

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Zorginkoop 2013 Nieuwe aanbieders

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Nacalculatie Indien van toepassing - Specificatie opgave zorginfrastructuur

Zorginkoopbeleid 2015

Aanvulling 2019 op Deel 2 Regionaal inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

Met deze aanbieders wordt in dialoog bekeken of en op welke wijze de uitkomsten van de proeftuin meegewogen kan worden. 1

De drie thema s met een uniform criterium voor onze sector zijn kwaliteit, innovatie en integrale benadering.

Bijlage criterium kwaliteit: Toelichting Methode kwaliteitsformat

Bijlage: Formulier Kwaliteitsformat zorginkoop AWBZ 2013

Toelichting monitor Onderdeel Kwaliteit. 1. Cliënten - gehandicaptenzorg

Nota van inlichtingen Wet langdurige zorg 2017 Regionaal inkoopkader Midden IJssel

Vragen en antwoorden Wijkverpleging (inclusief Intensieve Kindzorg) en MSVT

Team Zorginkoop (071) Zorgkantoor

FAQ Wijkverpleging (inclusief Intensieve Kindzorg) en MSVT.

Voorlichtingsbijeenkomst inkoopbeleid Zorgkantoor Midden IJssel 5 juni 2013

Toetsingskader prijscriteria 2015

Zorginkoop AWBZ. Praktijkdagen. Almere. 22 mei 2014

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

Inkoop WLZ Presentatie zorgaanbieders 8 juni 2016


Van Telefoonnummer adres Kenmerk beleidsregels 2013 en juni 2013

Toelichting bij het CZ Zorginkoopdocument GGZ Wlz Publicatiedatum: 30 juni 2017

Zorginkoop Wlz

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen II, Inkoopdocument Wlz juni 2018

Voorlichtingsbijeenkomst Financiering AWBZ januari 2013

Veel gestelde vragen over ZZP

De declaraties voor het indiceren valt onder het afgesproken omzetplafond. Daarbij geldt de volgende bepaling uit de overeenkomst:

Toelichting bij het Zorginkoopdocument Wlz 2017 sector GGZ en Overeenkomst 2017 sector GGZ n.a.v. de vragen gesteld voor de Nota van Inlichtingen:

Regionale marktanalyse Wlz

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

TOELICHTING BIJ HET CZ ZORGINKOOPDOCUMENT Sector V&V Wlz Publicatiedatum: 28 juni 2019

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten:

Presentatie Zorginkoopbeleid 2015 Verpleging & Verzorging

Vraag en antwoorddocument zorginkoopbeleid AWBZ Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

FAQ presentatie zorgaanbieders januari / februari 2015

Vragenlijst AWBZ zorgcontractering 2014

Aanvulling 2020 op deel 2 regionale inkoopkader nieuwe zorgaanbieders Wlz 2018

Zorginkoop langdurige zorg 2015 Versmalde AWBZ (Wlz) Jelle Boomgaardt Zorgkantoor Friesland / DFZ 01 - juli 2014 Gewijzigde versie

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

Zorgcontractering AWBZ 2015 Zorgkantoor Utrecht

OVEREENKOMST 2013 ZORGKANTOOR - ZORGAANBIEDER AWBZ. Deel I.A: Algemene gegevens. Overeenkomst AWBZ Deel I: Instellingsgebonden deel Pagina 1

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie.

Aanvulling. Zorginkoopbeleid Verpleging & Verzorging VGZ september 2015

Uitwerking uniforme inkoopcriteria

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Kwartaalontmoeting IVVU-Achmea 12 maart Max Bijwaard

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg

Nota van Inlichtingen behorende bij. Zorginkoopdocument 2016 Wlz SECTOR GZ

INKOOPSYSTEMATIEK 2020

Decentralisatie begeleiding Amstelland en de Meerlanden (A&M) 20 juni 2011 S. van de Loosdrecht Sr. Zorginkoper Care

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Betreft : Aanspraak Wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet (Zvw)

Bijeenkomst Zorgaanbieders Wlz inkoopbeleid 2017

Bijeenkomst cliëntenraden Wlz. 22 maart 2016

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

Aanvullende publicatie op het landelijke inkoopkader 2017

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

BELEIDSREGEL CA-BR Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

Zorgkantoor Friesland Nota van Inlichtingen III - Aanvulling, Inkoopdocument Wlz oktober 2016

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave

de Nederlandse Zorgautoriteit dhr mr. T.W. Langejan Postbus GA UTRECHT Datum Betreft voorlopige contracteerruimte 2014

Zorginkoopbeleid 2020

Zorginkoopbeleid 2018

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update oktober 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Zorginkoopbeleid Wlz 2019

Vraag en antwoord Landelijk

Veelgestelde vragen over Schoonmaak in de Wlz voor thuiswonende Wlz-klanten

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Haaglanden

Bijeenkomst Inkoop Wlz Wet Langdurige Zorg 1 juni 2017

Inkoopbeleid AWBZ Zorgkantoor Amstelland en de Meerlanden en Zuid-Holland Noord. Inkoopdocument AWBZ 2014 versie 28 juni

Decentralisatie begeleiding

Uitkomsten enquête toetsingskader doelmatige en verantwoorde zorg thuis

Wlz Zorginkoop Regionale informatiebijeenkomst voor zorgaanbieders Datum 16 en 18 juni 2015

Rectificatie Inkoopsystematiek inclusief nieuwe bijlage landelijke criteria

Inkoopbeleid 2013 sector Verpleging & Verzorging

TOEDELING CONTRACTEERRUIMTE 2017 en 2018 (update december 2017) SECTOREN VERPLEGING EN VERZORGING, GEHANDICAPTENZORG, GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Zorginkoopbeleid. 2018Trombosediensten. Eno Zorgverzekeraar

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Welkom. Inkoopdocument Wet langdurige zorg 2017

Bijlage C: Leveringsstatus

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

Factsheet: Monitor Hervorming van de Langdurige Zorg 2015

Informatiebijeenkomst financieel beleid Wlz januari 2016

Inkoopdocument Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

Algemeen Controleplan Materiële Controle Zorgkantoor DWO/NWN

Publicatie Zorgkostenraming Wlz Periode 2 April 2017

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuidoost-Brabant

BELEIDSREGEL CA-BR Budgettaire kader Wlz 2015

TOELICHTING MONITOR Onderdeel Kwaliteit. 1. Basis versterken. a. Het resultaat van het meest recente IGZonderzoek

NOTITIE. : Yvonne Roelands adres : yroelands@dsw.nl Datum : Maart : Beleid instellingsvreemde ZZP s

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg Regio Zuid-Hollandse eilanden

Transcriptie:

Vraag en antwoorddocument zorginkoopbeleid AWBZ 2014 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

2

Inhoud Inleiding... 4 Leeswijzer... 5 Marktanalyse... 6 Preambule... 7 Inkoopprocedure... 8 Inkoop AWBZ Algemeen... 9 Kwaliteit... 9 Basiszorg en aanvullende producten en diensten... 17 Inkoop zorg-zonder-verblijf... 18 Prestaties... 18 AIV... 18 Ketenzorg en Casemanagement dementie... 19 Aanvullende specificaties voor extramurale prestaties... 22 Productmix... 23 Onrendabele lijnen... 23 Zorginfrastructuur... 24 Extramuraal minimaal productieniveau... 24 Intensieve kindzorg... 25 Vervoer... 25 Inkoop zorg-met-verblijf... 26 Zorgzwaartepakketten... 26 Intensiveringmiddelen... 26 Toelating... 27 Vastgoed... 28 Zware Zorg... 33 Meerzorg... 33 Inkoopmodel 2014... 33 Bovenregionale zorgaanbieders en onderaannemerschap.... 46 Nieuwe aanbieders... 46 Aanspraak op boven-budgettaire hulpmiddelen AWBZ... 50 Overeenkomst... 50 Toetsingskader... 53 Bedrijfsvoering... 60 Bijeenkomst en overige vragen... 62 VV&T... 65 GZ... 66 GGZ... 66 Rest... 67 3

Inleiding Op 6 juni 2013 hebben de zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden het zorginkoopbeleid AWBZ 2014 gepubliceerd. Zorgaanbieders hebben tot uiterlijk 14 juni jl. de gelegenheid gehad om vragen te stellen over het gepubliceerde beleid via de e-mail of tijdens de informatiebijeenkomsten. In dit document publiceren wij alle door de zorgaanbieders gestelde vragen met een antwoord of reactie vanuit het zorgkantoor. Wij attenderen u erop dat de antwoorden in het Vraag- en antwoorddocument mogelijk afwijken van de formuleringen tijdens de informatiebijeenkomsten. De antwoorden in het document zijn leidend. Vragen die na de deadline zijn binnengekomen, zijn niet meer in behandeling genomen door het zorgkantoor. Op basis van de binnengekomen vragen en reacties zijn een aantal wijzigingen/aanvullingen op het inkoopbeleid doorgevoerd. Gelijktijdig met de publicatie van dit vraag en antwoorddocument zijn het definitieve beleidsdocument en inkoopbeleid inclusief bijbehorende overeenkomst en formulieren op de website van het zorgkantoor gepubliceerd. Om inzicht te geven in aanpassingen in het inkoopdocumenten 2014, zijn de wijzigingen in de oude versie door middel van een grijs kader weergegeven. Op de website staan alle definitieve versies vermeld. Dit vraag en antwoord document is geschreven in een context die bepaald wordt door de vertaling van de kaderbrief van VWS. De maatregelen die genoemd worden in de kaderbrief bepalen de omvang van de contracteerruimte 2014. De kaderbrief zelf is geschreven onder voorbehoud van politieke besluitvorming in het najaar van 2013. Dit betekent dat het zorgkantoor geconfronteerd wordt met onduidelijkheid over de definitieve contracteerruimte voor de regio s ZHN en A&M. 4

Leeswijzer In dit document zijn de gestelde vragen geclusterd per thema opgenomen, waarbij grotendeels dezelfde indeling is aangehouden als bij het Inkoopdocument 2014. De antwoorden van het zorgkantoor zijn cursief weergegeven. 5

Marktanalyse Vraag 1 Uit de marktanalyse kwam naar voren dat de indicaties voor BG-Groep in de regio Amstelland-de Meerlanden exponentieel gegroeid is ten opzichte van de rest van Nederland en de regio ZHN. Is de oorzaak hiervan ook onderzocht? En wordt in het kader van het principe geld volgt klant nu ook een groter deel van het budget aan dit contingent toegerekend? Uit de marktanalyse kwam dat behandeling groep in AM exponentieel gegroeid is ten opzichte ZHN en Nederland. Er is onderzoek gedaan om de oorzaak van deze groei te achterhalen, echter zijn er geen duidelijke aanwijzingen voor de oorzaak gevonden. Geld volgt klant is voor het zorgkantoor het uitgangspunt. Vanuit die overweging zal er in het budget rekening worden gehouden met deze ontwikkeling. Hierbij merken wij op dat de procentuele groei exponentieel is ten opzichte van de landelijke ontwikkeling, in absolute zin echter is het aantal cliënten beperkt. Dit zal ook zijn weerslag kennen in het budget. Vraag 2 Blz 14 De groep jong dementerenden is een groeiende groep. Binnen de ketenzorg dementie wordt hieraan momenteel geen aandacht besteed. Hoe gaat het zorgkantoor ervoor zorgen dat de jong dementerenden tijdig in de eigen omgeving opgevangen worden (en zo lang mogelijk kunnen worden), waarmee opname voorkomen wordt c.q. uitgesteld wordt? Er wordt in de regio specifiek zorg geleverd voor jong dementerenden. De inrichting van de keten heeft verder geresulteerd in diverse faciliteiten zoals bijvoorbeeld een alzheimer café of dagbesteding, ook jong dementerenden kunnen hier gebruik van maken. De aanbieder kan in overleg met de cliënt de juiste ondersteuning bij de behoefte bepalen zodat de jong dementerende zo lang mogelijk in de eigen omgeving opgevangen kan worden. Vraag 3 Blz 16 De aanbevelingen op blz. 16 zijn gericht op acties indien de aandoening is vastgesteld (COPD, obesitas, beroerte etc.). Waarom richt het zorgkantoor zich niet op het voorkomen van deze ziekten? Het zorgkantoor stimuleert in haar prijscriteria zorgpaden voor COPD, Obesitas, hartfalen etc. Hiermee stimuleert zij de samenwerking in de desbetreffende ketens, waar preventie ook een onderdeel van is. Het voorkomen van ziekten is een taak van gemeenten, GGD en zorgverzekeraar. Vraag 4 Blz 18 Wat verstaat het zorgkantoor onder een sociaal wijkteam, wat is het doel en wie participeren in een sociaal wijkteam? Het overzicht op pagina 18 is een weergave van informatie uit de brief van VWS "Herziening Langdurige Zorg: naar een waardevolle toekomst" d.d. 25 april 2013. Deze brief bevat uitwerkingen van de maatregelen van het Regeerakkoord. De sociale wijkteams vallen onder de toekomstige taak van de gemeenten. Een sociaal wijkteam is volgens de brief bedoeld om de ondersteuning uit het gemeentelijk sociale domein en het medisch domein af te stemmen (pagina 8 van de toelichting op de brief). Het zorgkantoor ziet een sociaal wijkteam als hiervoor beschreven.. 6

Vraag 5 Blz 19 Hoe gaat het zorgkantoor om met de eisen ten aanzien van het AZR berichtenverkeer en de AW319 in combinatie met de voornemens m.b.t. zorgplan = realisatie? Zodra landelijk meer bekend is over de kaders en werkwijze rondom zorgplan=zorgrealisatie zal het zorgkantoor waar van toepassing haar werkwijze en eisen hiermee in lijn brengen en aanbieders hierover informeren. Vraag 6 Blz 29 Uw constatering dat VP vaak hoger in de bandbreedte valt, kan in verband gebracht worden met het krapper indiceren en de kortere tijdsduur per indicatie. Hoe gaat het zorgkantoor hiermee om in het kader van het monitoren van bandbreedtes per individuele aanbieder? Het indiceren inclusief de wijze waarop dat gebeurt is een taak en verantwoordelijkheid van het CIZ. Het zorgkantoor monitort de (doelmatige) levering van de door het CIZ geïndiceerde zorg. Een middel hiervoor is bepalen of zorg binnen de bandbreedte geleverd wordt. Het zorgkantoor gaat in gesprek met aanbieders over zowel hoge als lage bandbreedtescores. Vraag 7 Blz 39 Hier maakt u melding van een onevenredig hoog aantal wachtenden met een ZZP 4 en een toename van indicaties ZZP 5. Wat wordt het beleid van het zorgkantoor gelet op het feit dat in de verhouding ZZV /ZMV het budget ZMV percentueel afneemt, maar dat het budget ZMV door een toename van de zwaardere zorg gelijk aan 2013 blijft en niet toereikend zal gelet op verdere toename van zwaardere zorg? Blz 39 bevat deze informatie niet. Op blz 33 wel. We nemen aan dat deze passage bedoeld wordt en dat deze vraag zich daarom richt op de VV&T sector. Er zijn landelijke maatregelen die ervoor zorgen dat er een reductie is op de contracteer ruimte. Daarnaast is er een reductie door de afbouw van capaciteit. Het zorgkantoor vertaalt dit in haar budgetten. De verzwaring van de ZZP mix dient opgevangen te worden in het vastgestelde budget voor zorg met verblijf. Preambule Vraag 8 Pagina 5 Heeft het zorgkantoor reden om aan te nemen dat de contracteerruimte ontoereikend zal zijn om alle zorg voor haar verzekerden in te kopen? Op welke wijze maakt het zorgkantoor zich hard jegens VWS en NZa voor het feit dat er voldoende beschikbare financiële middelen dienen te zijn om aan haar zorgplicht op grond van AWBZ te kunnen voldoen? Uit de preambule zou de indruk kunnen ontstaan dat het zorgkantoor een tekort aan financiële middelen verwacht en/of als overmacht zou willen kwalificeren De indruk die geschetst wordt delen wij niet. Op pagina 42 van het inkoopdocument, onder het kopje "overschrijding regio budget" staat beschreven hoe het zorgkantoor zal acteren indien de contracteerruimte ontoereikend zal zijn. Vraag 9 Pagina 5 Welke uitzonderingspositie geldt voor instellingen die deelnemen aan het landelijk experiment van VWS? Zie hiervoor de beleidsregel betreffende dit onderwerp CA-300-555 7

Vraag 10 Preambule 4e alinea: In hoeverre is voor het zorgkantoor bekend welke regelgeving niet van toepassing is op de verschillende regelarme projecten van de zorgaanbieders in uw regio en hoe houdt het zorgkantoor hiermee. Hiervoor verwijzen wij naar de beleidsregel CA-300-555. Inkoopprocedure Vraag 11 De publicatie van het inkoopbeleid en de procedure is met een week vertraagd, wordt de einddatum voor het indienen met een week verschoven of blijf de huidige deadline van kracht? Nee, de uiterste datum voor het indienen van de offerte zal niet worden verschoven. Vraag 12 In 4.3. wordt gesproken over prestaties die in 2015 overgaan naar de gemeenten. De bijlage geeft geen inzicht met welke percentages wordt gerekend. Welk % wordt gesteld dat van PV overgaat naar de zvw onder thuisverpleging? Deze percentages zijn ook nog niet bekend en daarom niet opgenomen in de bijlage. Vraag 13 Als nieuwe documenten gepubliceerd worden, kan dan middels een markeerkleur aangegeven worden welke delen gewijzigd zijn? Ja. Er worden twee versie van het inkoopdocument gepubliceerd: een waarin de wijzigingen zijn gemarkeerd, en een zonder markering. Vraag 14 Hoe ziet de bezwarenprocedure van Z&Z er uit? Er is geen sprake van een bezwarenprocedure. Zorgaanbieders kunnen naar aanleiding van de uitkomsten van de beoordeling van de offerte, binnen 14 dagen na dagtekening opmerkingen en vragen hierover stellen. Dit dient schriftelijk te gebeuren. Vraag 15 Wat is de reden dat Zorgkantoor Zuid Holland Noord als één van de weinige zorgkantoren vast heeft gehouden aan de deadline van 14 juni voor het indienen van vragen terwijl het inkoopdocument bijna vijf dagen later gepubliceerd is? Het zorgkantoor is van mening dat deze periode voor zorginstellingen voldoende was voor het lezen van de documenten en het stellen van de vragen. 8

Vraag 16 Op 28 juni 2013 gaat het zorgkantoor, zo is gezegd tijdens de informatiebijeenkomst, een herziende versie van het inkoopdocument 2014 versie 6 juni 2013 publiceren. Gelet op de vele op te helderen c.q. aan te vullen items en informatie kunnen wij grote veranderingen, verfijningen en/ of aanpassingen t.o.v. de eerste versie verwachten Hoe gaat het zorgkantoor organiseren dat aanbieders vragen kunnen stellen over dit nieuwe zorginkoopdocument? Waar en wanneer kunnen aanbieder terecht met hun vragen? Wanneer kunnen zorgaanbieders de antwoorden op deze vragen tegemoet zien. De planning zoals geformuleerd in ons inkoopbeleid is gebaseerd op de landelijke zorginkoopgids AWBZ 2014. Deze inkoopgids is in overleg met de brancheorganisaties tot stand gekomen. De hierin overeengekomen tijdlijnen laten dit niet toe. Inkoop AWBZ Algemeen Kwaliteit Vraag 17 Kunnen wij de CQ rapportage over 2012 aandragen als uitgangspunt voor de op- en afslag? Het zorgkantoor volgt het landelijk kader voor de aanlevering van kwaliteitsgegevens. Aanbieders dienen hun gegevens in het landelijk tijdspad aangeleverd te hebben voor verwerking door Mediquest. Deze gegevens zijn vervolgens verwerkt in een landelijk databestand. Het zorgkantoor maakt gebruik van dit databestand. Indien een aanbieder hun gegevens niet of te laat heeft ingeleverd of geaccordeerd, zijn deze gegevens niet aangeleverd in het databestand. De gegevens worden daarmee dus niet meegenomen. Aanbieders kunnen niet zelf gegevens aanleveren bij het zorgkantoor. Indien de rapportage is ingediend bij Mediquest en is verwerkt in het landelijk databestand, zal deze meegenomen worden in de beoordeling. Zo niet, dan geldt de CQ meting 2011 (indien aangeleverd in 2011) of heeft de aanbieder niet voldaan aan het criterium. Vraag 18 Indien er een nieuwe CQ-meting is uitgevoerd en er is sprake van verbetering worden deze uitkomsten dan meegenomen bij de prijscriteria? Alleen als deze meting is ingediend volgens het landelijk kader voor de aanlevering van kwaliteitsgegevens (zie vraag 1). Vraag 19 Kunt u de vraag over de zorginkoop 2014 die over de uitkomst ZI meting 2012 gaat nader toelichten? De gestelde vragen zijn;- Zorgaanbieder scoort op of boven het landelijk branche gemiddelde - Zorgaanbieder scoort onder het landelijke branchegemiddelde. De interpretatie van deze vragen geeft onduidelijkheid over wat er precies gevraagd wordt. Als de organisatie op onderdelen boven het landelijk gemiddelde en op onderdelen onder het landelijk gemiddelde scoort hoe wilt u die gegevens dan terug zien in het inkoopbeleid 2014? Het zorgkantoor neemt per aanbieder en voor alle locaties de geaggregeerde score per indicator op de ZI en zet deze af tegen het landelijk gemiddelde per indicator. Vervolgens wordt gekeken hoe vaak de aanbieder afwijkt (rood) of gelijk of beter scoort (groen). Alle rode en groene scores worden verzameld: bij meer dan 60% groen scoort de aanbieder positief en krijgt de opslag. Ter illustratie: de aanbieder heeft 10 indicatoren beantwoord. De aanbieder scoort 7 keer op of beter dan het landelijk gemiddelde, wat 70% is. De aanbieder voldoet aan het criterium. 9

Vraag 20 De onderdelen bedrijfsvoering en kwaliteit worden opnieuw beoordeeld. De percentages die behaald kunnen worden zijn echter lager dan vorig jaar. Voor VV&T/ ZZV: kwaliteit: max. 2,25% i.p.v. 3%. Bedrijfsvoering max. 2% i.p.v. 3%. Dat betekent een extra korting van 1,75%. Is deze redenering correct? Zo ja, gaat het zorgkantoor deze percentages wijzigen? In de normering 2014 is rekening gehouden met het feit dat het criterium cliëntgericht declareren niet is behouden in 2014. Een nieuw criterium op bedrijfsvoering is de tijdige en volledige aanbieding van de nacalculatie. In het totaal aantal te behalen scores is vervolgens rekening gehouden met het feit dat zorgaanbieders de 100% prijs niet mogen overschrijden. In het beleid 2013 was de mogelijkheid wel aanwezig om boven de 100% uit te komen. Echter gezien beschikbaar financieel kader heeft het zorgkantoor beleid gewijzigd op dit punt; prijzen individuele aanbieders kunnen niet boven de 100% uitkomen. Dit geldt voor zowel de thema's bedrijfsvoering als kwaliteit. Vraag 21 Betreft 6.2.1. Wordt rekening gehouden met aanlevering juiste gegevens indien de kwaliteitsgegevens ZI niet correct, door systeemfout, aangeleverd konden worden naar de VVT database? Dit hangt van de aard van de systeemfout af. De aanbieder kan hiertoe een verzoek met uitleg over de aard van de systeemfout indienen. Het zorgkantoor zal hier vervolgens over oordelen. Vraag 22 Op pagina 41 van het inkoopdocument wordt gemeld dat: Het zorgkantoor voert een nieuwe beoordeling uit op basis van specifieke criteria rondom Bedrijfsvoering en Kwaliteit. De uitkomst hiervan leidt tot een voorlopige prijsstelling als startpunt voor de onderhandeling. Zij wordt gecommuniceerd in een brief voorafgaande aan de inkoopgesprekken (zie: publicatiedata). Bij inkoop 2013 was er een Excelsheet formulier prijscriteria VVT 2013 waarin de definitieve toekenning van het percentage budgetafspraak is te volgen. Dit jaar zit deze niet bij de stukken. Volgt deze nog spoedig? Of betekent dat hetzelfde document wordt toegepast? Hoe verhoudt zicht dat met de op- en afslagen voor CQ in ZI op pagina 24 en in de bijlage 1 (pag. 54 en 55). Het lijkt dat de berekening 2014 zal afwijken van 2013. Bijv. norm 1b. Productiemonitor. Voor extramuraal was de range in 2013 tussen -/-1,5% en +1%. In 2014 (zie pag. 54) is de range tussen -/-1,5% en 0,53%. Zie antwoord vraag 20. Vraag 23 Blz. 23: Voor de CQ meting wordt naar het jaar 2012 gekeken. Op 1 van onze locaties is de uitslag daarvan niet conform onze doelstellingen. Daarom is intensief gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit en is de CQ-meting in 2013 opnieuw gedaan. Mogen wij voor deze locatie de uitslag van de meting 2013 gebruiken (want verbetering van kwaliteit moet toch beloond worden!) Het zorgkantoor volgt het landelijk kader voor de aanlevering van kwaliteitsgegevens. Dit betekent dat de gegevens van meetjaar 2012 zullen worden meegenomen. Kwaliteitsgegevens over 2013 kunnen worden opgenomen in het landelijk kader over meetjaar 2013. Verbeteringen over 2013 zullen dan ook niet meegenomen worden in de beoordeling, omdat het hier om een ander meetjaar gaat en de gegevens niet landelijk zijn ingediend en verwerkt. Het staat de aanbieder vrij om voor het inkoopgesprek de nieuwe gegevens mee te sturen om de inkoper meer informatie te verschaffen. Deze nieuwe gegevens worden echter niet meegenomen in de beoordeling van het prijscriterium. Vraag 24 Pagina 24 onder paragraaf 6.2.1 wordt bij uitkomst ZI gesproken over een landelijk branchegemiddelde. Wat is het landelijk branchegemiddelde en worden deze openbaar gemaakt? Het landelijk branchegemiddelde per indicator voor de ZI is onderdeel van het landelijk, openbare databestand. Dit is op te vragen bij www.zorgvoorkwaliteit.com 10

Vraag 25 Op pagina 23 van het inkoopbeleid staat vermeld dat er een opslag/afslag te behalen valt op het onderdeel CQ meting middels de toegekende sterren. Onze huidige sterren zijn gebaseerd op de uitkomsten van de CQ meting 2011. Inmiddels hebben wij een nieuwe CQ meting afgerond. De uitkomsten zijn bekend en we hebben aanzienlijk beter gescoord dan in 2011. Helaas wil Mediquest onze uitkomsten niet omzetten in sterren daar zij dit slechts 1 x per jaar doen. Mijn vraag luidt: Als wij jullie, middels een vergelijking van de ruwe score 2011-2013, aan kunnen tonen dat wij aanzienlijk beter gescoord hebben dan in 2011, kunnen wij dan een opslag ontvangen? Zo niet, wat zijn wel de mogelijkheden om een opslag te ontvangen n.a.v. onze nieuwste uitkomsten die wij sinds 1 juni in bezit hebben? Het is niet mogelijk om niet door Mediquest verwerkte gegevens aan te leveren als toetsingsmateriaal voor het onderdeel kwaliteit, daar het zorgkantoor de landelijke kaders voor kwaliteitsmeting volgt. Er bestaat dan ook geen mogelijkheid om voor het thema kwaliteit een opslag te verdienen indien de gegevens niet zijn verwerkt binnen de landelijke kaders. Het staat de aanbieder vrij om voor het inkoopgesprek de nieuwe gegevens mee te sturen om de inkoper meer informatie te verschaffen. Deze nieuwe gegevens worden dus echter niet meegenomen in de beoordeling van het prijscriterium. Vraag 26 Branche gemiddelde 3 Bovengenoemd criterium is nog niet ingediend door de Zorgaanbieders en is ook niet conform ZN beleid. Waarom is dit criterium opgenomen? Er wordt geen score gegeven op pijler 3 van het kwaliteitskader. De aanbieder dient alleen een keuze te maken of hebben gemaakt voor een instrument om pijler 3 te meten. In de tekst wordt bij branchegemiddelde 3 het branchegemiddelde 1+2a bedoeld. Het zorgkantoor past de tekst aan om dit duidelijker te maken. Vraag 27 Kwaliteit GZ (pag.25) De terugkoppeling door de zorgkantoren van de score van de zorgaanbieders ten opzichte van het branchegemiddelde (door Vektis berekend) wordt verwacht op 17 juni 2013. Krijgen wij een transparante terugkoppeling zodat we kunnen vaststellen hoe het zorgkantoor gescoord heeft? De terugkoppeling is landelijk uitgesteld wegens herberekening van de branchegemiddeldes voor de GZ. In de brief van de VGN aan hun leden is aangegeven dat de herberekende gegevens uiterlijk 18 juni 2013 aan de zorgkantoren worden aangeleverd. Het zorgkantoor zal de gegevens vervolgens verwerken en de aanbieder scoren. Dit wordt transparant teruggekoppeld per aanbieder. Vraag 28 Er wordt door het zorgkantoor gescoord op pijler 3 van het Kwaliteitskader. Volgens ons is dit niet mogelijk omdat dit instrument pas in 2014 gereed is. Hoe kan een score bepaald worden? Wordt dit criterium verwijderd? Er wordt geen score gegeven op pijler 3 van het kwaliteitskader. De aanbieder dient alleen een keuze te maken of hebben gemaakt voor een instrument om pijler 3 te meten. In de tekst wordt bij branchegemiddelde 3 het branchegemiddelde 1+2a bedoeld. Het zorgkantoor past de tekst aan om dit duidelijker te maken. Vraag 29 VGN heeft de zorgkantoren per brief van 24 april 2012 verzocht rekening te houden met het feit dat er in de stuurgroep Kwaliteit besloten is dat de vragenlijst van Pijler 2a alleen wordt ingevuld voor cliënten met een ZZP-indicatie of een indicatie Behandeling Groep. Citaat uit de brief: Het kan dus zijn dat organisaties die weinig tot geen cliënten hebben met voornoemde indicaties, ook geen resultaten kunnen laten zien op Pijler 2a. Juridisch is dit akkoord met VWS. In de brief van april 2013 van de inspectiegezondheidszorg worden wij vrijgesteld van pijlers 2a en 2b Vraag: Houdt het zorgkantoor hier rekening mee bij de zorginkoop? 11

Zoals u kunt lezen in het inkoopbeleid is er een verschil gemaakt tussen aanbieders die zowel pijler 1 als 2a moeten aanleveren, en aanbieders die alleen pijler 1 kunnen aanleveren. Vraag 30 Uit de rapportage van het kwaliteitskader VGN pijler 1 blijkt dat wij op drie punten oranje/rood scoren. Met betrekking tot risico-inventarisatie cliënten blijkt echter dat dit niet goed is ingevuld onzer zijde, onze huidige risico-inventarisatie is wel toegesneden op de individuele cliënt, en wij kunnen aantonen dat wij daar wel aan voldoen Vraag: Als wij (in plaats van een verbeterplan) hier bewijsmateriaal voor aanleveren, kunt u het punt risico-inventarisatie cliënten dan als groen beschouwen? Het zorgkantoor volgt het landelijk kader voor de aanlevering van kwaliteitsgegevens. De aanbieder is verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de gegevens. Voor de sector GZ is er door Mediquest/Vektis een branchegemiddelde berekend. Het zorgkantoor kan deze berekening zelf niet uitvoeren. Het zorgkantoor kan dan ook niet afwijken van het landelijk databestand. Vraag 31 Pagina 23: Gemiddelde per zorgaanbieder Het zorgkantoor berekent de gemiddelde per zorgaanbieder voor beide regio s tezamen, indien de zorgaanbieder in meerdere regio s actief is. Alleen de door het zorgkantoor gecontracteerde locaties/thuiszorg worden meegenomen in de berekening. 1. De zin lijkt niet consistent: beide = 2, meerdere = 2 of meer. Graag een toelichting. 2. Gaat het om de twee regio s waarvoor Z&Z concessiehouder is? Zo ja, hoe kan Z&Z dan een gemiddelde berekenen per zorgaanbieder indien de zorgaanbieder in meerdere regio s actief is, maar het zorgkantoor alleen de gecontracteerde locaties/thuiszorg meeneemt in de berekening? 1. Beide en meerdere moeten als gelijk worden beschouwd en dus gezien worden als beide zorgkantoorregio's. 2. Het zorgkantoor neemt de uitkomsten voor alle locaties die door het zorgkantoor gecontracteerd zijn. Dus de locaties die in ZHN als AM gelegen zijn. Niet door het zorgkantoor ZHN/AM gecontracteerde locaties worden niet meegenomen in de berekening. Vraag 32 Pagina 24 6.2.1. Betreft het een percentage op het (start)budget of op de prijs per prestatie? Idem voor tabellen in vervolg van het inkoopdocument Het betreft een percentage op het tarief (dus percentage prijs prestatie). Dit geldt voor het gehele thema kwaliteit. Vraag 33 Pagina 26 6.3.1. In het midden van de pagina is ofwel iets weggevallen ofwel door de lay-out onduidelijk wat is bedoeld. Graag rectificatie/verduidelijking. Er is geen onregelmatigheid op de pagina gevonden. Vraag 34 Pagina 26 6.4.1. Wat is het peilmoment voor de alternatieve CQ en ZI? Moet die voor 31 juli 2013 zijn afgerond? Als dat zo is, is de periode tussen publicatie en offreren onredelijk kort, mede in het licht van het -% dat is gekoppeld aan niet uitgevoerd of geaccordeerd onderzoek. De alternatieve CQ moet bij indiening van de offerte bekend zijn. Het zorgkantoor verwacht van aanbieders dat zij periodiek de kwaliteit van zorg en cliënttevredenheid toetsen. De periode tussen publicatie en offreren is dan ook niet onredelijk omdat wij verwachten dat de aanbieder reeds cliënttevredenheid meet. 12

Vraag 35 Pagina 23 Het zorgkantoor berekent de gemiddelde per zorgaanbieder voor beide regio s tezamen, indien de zorgaanbieder in meerdere regio s actief is. Alleen de door het zorgkantoor gecontracteerde locaties/thuiszorg worden meegenomen in de berekening. Wat bedoelt u met regio s? Met regio's worden de zorgkantoorregio's Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden bedoeld. Alleen gecontracteerde locaties die binnen deze twee regio's vallen worden meegenomen. Vraag 36 Pagina 23 6.2.1. Hier wordt aangegeven dat Z&Z verwacht dat de zorgaanbieder verbeterplannen opstelt voor het verbeteren van de punten die negatief scoren binnen de CQ- en ZI-metingen. Vraag1 Wat wordt bij resp. de CQ- en ZI-metingen precies bedoeld met negatief scoren? Negatief scoren betekent een score van 2 of 1 ster in de CQ en het beneden gemiddeld scoren in de ZI meting. V Vraag 37 Pagina 23 6.2.1. Hier wordt aangegeven dat Z&Z verwacht dat de zorgaanbieder verbeterplannen opstelt voor het verbeteren van de punten die negatief scoren binnen de CQ- en ZI-metingen. 1. Worden er aanvullende eisen gesteld aan de inhoud en vorm van het verbeterplan? 2. Kan er één verbeterplan opgesteld worden voor meerdere indicatoren tegelijk, als dat aan de orde is? 1. Er worden vooraf geen eisen aan het verbeterplan gesteld, behalve dat het compleet en onderbouwd is. 2. Het hoeven geen separate documenten te zijn. Vraag 38 Pagina 23 6.2.1. Hier wordt aangegeven dat Z&Z verwacht dat de zorgaanbieder verbeterplannen opstelt voor het verbeteren van de punten die negatief scoren binnen de CQ- en ZI-metingen. Het is heel goed mogelijk dat een onder gemiddelde score niet direct noodzaakt tot het opstellen van verbeterplannen. Soms wordt in overleg met de cliëntenraad besloten dat er geen verbeterplan noodzakelijk of wenselijk is, ook al is er een onder gemiddelde score op een indicator. Omgekeerd zijn er onderwerpen die bovengemiddeld scoren en waarvoor wel een verbeterplan wenselijk wordt geacht. Vereist Z&Z in de situatie dat met de cliëntenraad besloten wordt om geen verbeterplan te maken toch een verbeterplan op dit onderwerp, of voldoet een toelichting op het besluit van de zorgorganisatie en cliëntenraad? Op welke wijze wordt ZZP 1 t/m ZZP 3 in 2013 voor nieuwe cliënten gecontracteerd als het voorgenomen beleid (gedeeltelijk) geen doorgang vindt? Het is aan de aanbieder om de keuze van de organisatie in verbeterplannen in het onderhandelingsgesprek met de inkoper toe te lichten. Vraag 39 Pagina 24 6.2.1 Hier is een tabel opgenomen met opslagen die gekoppeld worden aan de CQ- en ZI-scores. Bij de ZI resultaten wordt een organisatie tussen 0,5 en 1% gekort als zij onder het landelijk branchegemiddelde scoren Vraag1 Bij CQ-indicatorscores of sterren is het mogelijk om een gemiddelde te berekenen. Bij ZI-scores is dat niet mogelijk. 1. Hoe wordt bepaald hoe een zorgorganisatie over het geheel scoort op de ZI? 2. Een afwijking van een gemiddelde op een indicator kan op toeval berusten. Hoe wordt rekening gehouden met de invloed van toeval? Is bij het bepalen of de score afwijkt van het gemiddelde bijvoorbeeld rekening gehouden met een betrouwbaarheidsinterval? 13

3. Hoe wordt de prestatie op de CQ berekend als er zowel een PG- als Somatiek-onderzoek is verricht. 1. Het zorgkantoor neemt per aanbieder en voor alle locaties de geaggregeerde score per indicator op de ZI en zet deze af tegen het landelijk gemiddelde per indicator. Vervolgens wordt gekeken hoe vaak de aanbieder afwijkt (rood) of gelijk of beter scoort (groen). Alle rode en groene scores worden verzameld: bij meer dan 60% groen scoort de aanbieder positief en krijgt de opslag. Ter illustratie: de aanbieder heeft 10 indicatoren beantwoord. De aanbieder scoort 7 keer op of beter dan het landelijk gemiddelde, wat 70% is. De aanbieder voldoet aan het criterium. 2. Het zorgkantoor gebruikt bij het berekenen van de gemiddelden het landelijk openbaar databestand. De hierin genoemde scores zijn berekend via de rekenregels, die op www.kwaliteitvoorzorg.com te vinden zijn. Het effect van toeval op de uitkomst wordt getemperd door deze rekensystematiek. 3. Zowel PG en VV locaties als thuiszorg worden meegenomen in de totaalberekening. Vraag 40 In 2013 kon dit criterium maximaal 1,55% voor ZMV en 3% voor ZZV opleveren. In 2014 is dit respectievelijk 1% en 2,25%. Waarom kunnen in 2014 alleen lagere percentages worden verdiend? Welke mogelijkheid hebben zorgaanbieders om deze 0,55% ZMV en 0,75% ZZV wel te scoren voor 2014? Zie antwoord vraag 20. Vraag 41 Op pagina 23 van het zorginkoop document staat: Het zorgkantoor berekent de gemiddelde per zorgaanbieder. De Zorginhoudelijke gegevens worden weergegeven in plussen en minnen. Op welke wijze berekent het zorgkantoor hoe een zorgaanbieder voor de ZI ten opzichte van het landelijke branchegemiddelde scoort? Deze vraag gaat niet om hoe de score tot stand komt voor zorgaanbieders met verschillende locaties, maar de wijze waarop het zorgkantoor een dergelijke berekening uitvoert. Het zorgkantoor neemt per aanbieder en voor alle locaties de geaggregeerde score per indicator op de ZI en zet deze af tegen het landelijk gemiddelde per indicator. Vervolgens wordt gekeken hoe vaak de aanbieder afwijkt (rood) of gelijk of beter scoort (groen). Alle rode en groene scores worden verzameld: bij meer dan 60% groen scoort de aanbieder positief en krijgt de opslag. Ter illustratie: de aanbieder heeft 10 indicatoren beantwoord. De aanbieder scoort 7 keer op of beter dan het landelijk gemiddelde, wat 70% is. De aanbieder voldoet aan het criterium. Vraag 42 Op pagina 23/24 van het document staat beschreven hoe de uitkomsten van de CQ-meting worden beoordeeld. Het is bekend dat recente CQ-metingen niet hebben geresulteerd in een sterrenscore. Ons inziens is het doel van dit criterium dat zorgaanbieders met de beste kwaliteit, een tariefopslag krijgen. Door uw definitie gaat het criterium alleen over CQ-scores van 2011 en eerder. Recentere kwaliteitsinformatie kan feitelijk niet betrokken worden in uw inkoop. 1. Welke meetperiode hanteert het Zorgkantoor hiervoor? Suggestie: meet tot de meest recent mogelijke datum, zijnde juni 2013. 2. Is het zorgkantoor bereid het criterium hierop aan te passen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom biedt het zorgkantoor niet de mogelijkheid om recentere metingen te betrekken in de prijsbepaling? 1. Het zorgkantoor volgt het landelijk kader voor de aanlevering van kwaliteitsgegevens. Aanbieders dienen hun gegevens in het landelijk tijdspad aangeleverd te hebben voor verwerking door Mediquest. Deze gegevens zijn vervolgens verwerkt in een landelijk databestand. Het zorgkantoor maakt gebruik van dit databestand. Indien een aanbieder hun gegevens niet of te laat heeft ingeleverd of geaccordeerd, zijn deze gegevens niet aangeleverd in het databestand. De gegevens worden daarmee dus niet meegenomen. Aanbieders kunnen niet zelf gegevens aan leveren bij het zorgkantoor. Indien de rapportage is ingediend bij Mediquest en is verwerkt in het landelijk databestand, zal deze meegenomen 14

worden in de beoordeling. Zo niet, dan geldt de CQ meting 2011 (indien aangeleverd in 2011) of heeft de aanbieder niet voldaan aan het criterium. Het staat de aanbieder vrij om voor het inkoopgesprek de nieuwe gegevens mee te sturen om de inkoper meer informatie te verschaffen. Deze nieuwe gegevens worden echter niet meegenomen in de beoordeling van het prijscriterium. 2. Idem. Vraag 43 De zorginkoper van het Zorgkantoor heeft toegezegd dat de inkoopprocedure de mogelijkheid zal bieden om uitkomsten van de CQ-meting 2013 in te brengen in het inkoopproces, ook als hiervan nog geen benchmarkscores in de vorm van sterren beschikbaar zijn. Vraag: is het zorgkantoor van plan deze afspraak te vertalen in een inkoopcriterium dat voor alle zorgaanbieders geldt? Zo nee, hoe vertaalt deze individuele afspraak zich dan in een passende tariefafspraak voor onze instelling? Zoals al eerder gezegd volgt het zorgkantoor het landelijk kader voor de aanlevering van kwaliteitsgegevens. De uitspraak dat de inkoopprocedure de mogelijkheid biedt om nietgebenchmarkte gegevens in te brengen is dan ook niet juist. Het staat de aanbieder vrij om voor het inkoopgesprek de nieuwe gegevens mee te sturen om de inkoper meer informatie te verschaffen. Deze nieuwe gegevens worden echter niet meegenomen in de beoordeling van het prijscriterium. Vraag 44 Het huidige beleid richt zich puur op de resultaten van de CQ-meting in een bepaald jaar. Vraag: overweegt het zorgkantoor om te kijken naar de ontwikkeling van de klanttevredenheid, bijvoorbeeld door de resultaten van 2013 te vergelijken met die van 2011, met name op de punten die in de vorige meting onvoldoende scoorden? Zo nee, waarom niet? De meting meetjaar 2012 is niet vergelijkbaar met de meting meetjaar 2011 door het wijzigen van de CQ vragen. Vergelijkingen tussen twee meetmomenten is dan ook niet mogelijk. Daarnaast betreft de inkoop de stand van zaken volgens de laatste meting. Vraag 45 In het kwaliteitskader stelt u dat de uitkomsten van het cliënttevredenheidsonderzoek met de CQindex gewogen worden door de resultaten van alle instellingen van een aanbieder op te tellen en te delen door het aantal instellingen. Hierdoor wordt de mening van cliënten in de extramurale zorg veel minder zwaar gewogen, terwijl het inkoopbeleid juist de nadruk leg top extramuralisering. Het zorgkantoor staat voor de kwaliteit van zorg aan alle verzekerden. 1. Vraag Is het zorgkantoor bereid om de mening van alle verzekerden even zwaar te laten wegen? In dat geval zou niet het gemiddelde per instelling berekend moeten worden, maar een gewogen gemiddelde uitgaande van het aantal cliënten dat zorg krijgt van die instelling. De score van grotere (thuiszorg)instellingen telt dan zwaarder dan die van kleine instellingen. 2. Als het zorgkantoor niet bereid is een dergelijke gewogen berekening te doen, waarom niet? 1. Vraagstukken omtrent de weging intramuraal vs. extramuraal en grote vs. kleine organisaties dienen landelijk gevoerd te worden in het kader van landelijke normering/weging. Het zorgkantoor houdt vast aan de berekening op basis van de landelijk aangeleverde sterren en zorginhoudelijke indicatoren. 2. Idem. Vraag 46 M.b.t. het toetsingscriterium Bedrijfsvoering treffen wij in het zorginkoopbeleid Bijlage 1 aan waarover wij separaat vragen stellen. M.b.t. het toetsingscriterium Kwaliteit treffen wij, in tegenstelling tot vorig jaar, geen (aparte) bijlage aan (hoewel de benaming van Bijlage 1 Normering criteria Bedrijfsvoering en Kwaliteit anders doet vermoeden). In het invulformulier Toetsingskader prijscriteria 2014 wordt m.b.t. Kwaliteit in de VV&T op bladzijde 5 verwezen naar het zorginkoopbeleid. Welke kwaliteitscriteria toetst het zorgkantoor via haar zorginkoopbeleid? De hoofdstukken 6.2, 6.3 en 6.4 van het inkoopbeleid geven per sector aan welke criteria getoetst worden. 15

Vraag 47 Blz 15 Op welke thema s doelt het zorgkantoor in de zin Hierin [tijdens inkoopgesprekken] worden de uitkomsten op de hieronder genoemde thema s per sector meegenomen? Waar 'hieronder' geschreven staat, moet 'hierboven' geschreven staan. Het betreft dus de uitkomsten op de kwaliteitsmetingen, inspectierapporten en andere kwaliteitsgegevens, bijvoorbeeld uit de inkoop 2013. Vraag 48 Blz 23 6,2,1 Wat bedoelt het zorgkantoor met het woord de gemiddelde in de zin Het zorgkantoor berekent de gemiddelde per zorgaanbieder voor beide regio s tezamen ( ) De gemiddelde' moet 'het gemiddelde' zijn. Hiermee wordt gerefereerd aan de uitkomsten van de meting. Vraag 49 Blz 23 6,2,1 De uitkomsten van de ZI meting extramuraal (ZZV) zijn niet gepubliceerd omdat ze niet vergelijkbaar zijn. Verwacht het zorgkantoor dat aanbieders deze cijfers alsnog aanleveren? Op welke wijze moeten aanbieders deze dan aanleveren? De geaggregeerde gegevens per zorgaanbieder zijn vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde, zoals uitgebracht bij het landelijk openbaar databestand. De aanbieders hoeven dus geen additionele informatie aan te leveren. Vraag 50 Blz 23 6,2,1 Wat verstaat het zorgkantoor m.b.t. de uitslagen ZI onder het woord landelijk branchegemiddelde? Het zorgkantoor neemt per aanbieder en voor alle locaties de geaggregeerde score per indicator op de ZI en zet deze af tegen het landelijk gemiddelde per indicator. Het branchegemiddelde is dus het landelijk gemiddelde per indicator Vraag 51 Bz 23 6,2,1 Hoe bepaalt het zorgkantoor of een aanbieder onder het landelijk branchegemiddelde scoort? Het zorgkantoor neemt per aanbieder en voor alle locaties de geaggregeerde score per indicator op de ZI en zet deze af tegen het landelijk gemiddelde per indicator. Vervolgens wordt gekeken hoe vaak de aanbieder afwijkt (rood) of gelijk of beter scoort (groen). Alle rode en groene scores worden verzameld: bij meer dan 60% groen scoort de aanbieder positief en krijgt de opslag. Ter illustratie: de aanbieder heeft 10 indicatoren beantwoord. De aanbieder scoort 7 keer op of beter dan het landelijk gemiddelde, wat 70% is. De aanbieder voldoet dan aan het criterium. Vraag 52 blz 23 6.2.1. In de rapportagemodule die MediQuest in opdracht van ZN en LOC beheert, is per indicator een ruwe score, een gecorrigeerde score en een landelijk gemiddelde weergegeven. 1. Worden deze scores door het zorgkantoor gebruikt? 2. Zo ja, welke score van de zorgorganisatie wordt gebruikt, de gecorrigeerde of ruwe score? Zo nee, welke bron wordt dan gebruikt? 3. Een afwijking van een gemiddelde kan op toeval berusten. Hoe wordt rekening gehouden met de invloed van toeval? 16

4. Is bij het bepalen of de score afwijkt van het gemiddelde bijvoorbeeld rekening gehouden met een betrouwbaarheidsinterval 1. Het zorgkantoor gebruikt de scores van het openbaar databestand 2. Door het zorgkantoor worden voor de CQ de sterren gebruikt, voor de ZI het landelijk gemiddelde en de geaggregeerde scores per indicator en aanbieder van het openbaar databestand. Deze laatste twee zijn volgens de leeswijzer bij het databestand onderling vergelijkbaar. 3. Het zorgkantoor gebruikt bij het berekenen van de gemiddelden het landelijk openbaar databestand. De hierin genoemde scores zijn berekend via de rekenregels, die via www.kwaliteitvoorzorg.com te vinden zijn. Het effect van toeval op de uitkomst wordt getemperd door deze rekensystematiek. 4. Ja. Het zorgkantoor gebruikt bij het berekenen van de gemiddelden het landelijk openbaar databestand. De hierin genoemde scores zijn berekend via de rekenregels, die via www.kwaliteitvoorzorg.com te vinden zijn. Basiszorg en aanvullende producten en diensten Vraag 53 Pagina 15 5.2 Graag een toelichting op de stelling dat beschikbare middelen een relatie hebben met de vraag naar aanvullende producten. Niet duidelijk is waarom het tekortschieten van beschikbare financiële middelen kan leiden tot een toenemende vraag van clienten naar aanvullende diensten. Valt dit niet gewoon onder de zorgplicht van het zorgkantoor? De tekst is in het zorginkoopbeleid aangepast. Vraag 54 Blz 15 5.2. 1e alinea van deze paragraaf stelt: De vraag van cliënten kan groter zijn dan is te bieden vanuit de beschikbare middelen vanuit de ZZP-bekostiging en dit kan leiden tot een toenemende vraag bij cliënten naar aanvullende producten en diensten. Ons inziens is dit niet juist. Wanneer de vraag groter is dan de beschikbare middelen, mag dit niet gecompenseerd worden door aanvullende (en betaalde) diensten. Daarover zijn in de Tweede Kamer al genoeg vragen gesteld. Het zorgkantoor is van mening dat dit wel juist is. De tekst is in het zorginkoopbeleid aangepast. De relatie tussen vraag en geïndiceerde zorg is niet de prijs van de ZZP. Dit impliceert dat bij een hoge prijskorting een aanbieder kan verwijzen naar aanvullende pakketten. Vraag 55 Bij de aanvullende diensten kan, indien sprake is van hetzelfde pakket als in 2013, een verwijzing worden gemaakt. Kan dan worden volstaan met de opmerking daar deze vorig jaar is ingediend of had u een andere verwijzing voor ogen? Er kan volstaan worden met een verwijzing naar het jaar 2013 indien de situatie niet is veranderd. Mochten er onduidelijkheden zijn over de in te dienen bewijslast verwijzen we naar het document "Toetsingskader prijscriteria 2014". 17

Inkoop zorg-zonder-verblijf Prestaties Vraag 56 Pagina 17 6.1.1. Zijn met prestatie eisen in de beleidsregels van de NZa BR/CA-300-540, BR/CA-300-570 en evt. AL/TB-0004 bedoeld of zijn er nog andere beleidsregels die het zorgkantoor bij haar oordeel betrekt? Zo ja welke? Zo nee, op welke wijze vormen deze beleidsregels een potentiele drempel voor toetreding nu de prestaties functioneel zijn beschreven? Er van uitgaande dat de zorgaanbieder een WTZi-toelating voor alle AWBZ-functies heeft. Welke beperkingen kunnen dan nog gelden voor de zorgportfolio? Het zorgkantoor zal alle relevante beleidsregels volgen, huidige beleidsregels en toekomstige beleidsregels die hun werkingskracht hebben in het jaar 2014. Een volledig overzicht van deze beleidsregels is te vinden op de internetsite van het NZA. Het inkoopdocument voorziet verder in criteria die het zorgkantoor zal gebruiken voor het bepalen bij welke zorgaanbieders specifieke producten zullen worden ingekocht. Het is voor het zorgkantoor mogelijk om voor een bepaald product geen productie afspraken te maken met een specifieke zorgaanbieder. Indien hier sprake van is zal dit gemotiveerd worden in het inkoop gesprek. Tevens worden de productspecificaties 2014 gebruikt in het oordeel van het zorgkantoor, deze zijn als bijlage bijgevoegd. Vraag 57 Pagina 17 6.1.1. Hoe dient de zorgaanbieder om te gaan met clienten die al in zorg zijn en een nieuwe indicatie krijgen waarin een prestatie zit die niet in haar zorgportfolio 2014 zit? Verwacht het zorgkantoor dat de zorgovereenkomst wordt beëindigd? Het beleid zorginkoop voorziet hierin en aan de hand van de wens van de client kan middels de vertaaltabel de indicatie worden vertaald naar een product wat de desbetreffende zorginstelling wel biedt. AIV Vraag 58 Pagina 20 6,1,4. Er wordt aangegeven dat de inzet van AIV t.b.v. de wijkverpleegkundige moeten passen binnen de beleidsregel, in het bijzonder het maximaal aantal consulten. In par.6.1.2, p.18 bovenaan, wordt echter expliciet aangegeven dat landelijk is besloten het maximum aantal consulten los te laten om de zorgkantoren de ruimte te geven daar zelf beleid op te maken. Kunnen we er nu vanuit gaan dat Z&Z zich conformeert aan dit landelijk besluit en het maximum aantal consulten loslaat, juist voor de wijkverpleegkundige, waar dit gezien de werkzaamheden juist van toepassing is? Zo niet, wat is dan de reden van Z&Z om zich hier een ander standpunt op na te houden? Zorgkantoren hebben inderdaad ruimte om hier eigen beleid op te maken. Op dit moment is dit beleid nog niet beschikbaar. Op het moment dat dit wel bekend is zullen wij u informeren. Vraag 59 De formulieren AIV en onderaannemer worden in PDF gepubliceerd. Dit betekent dat ze met de hand ingevuld moeten worden. Is het mogelijk dat ze in word ter beschikking worden gesteld? Er zal een word versie van dit document gepubliceerd worden. 18

Ketenzorg en Casemanagement dementie Vraag 60 In voorgaande jaren gold er een stringent beleid ten van inzet VP-AIV. Nu lijken er meer mogelijkheden te zijn. Met name speelt dit bij ons rondom de problematiek indicatiestelling (wachten op indicatie/indicatie niet toereikend etc.) vs. inzet casemanagement. Tot welke aantallen kunnen ingediend worden per categorie of ten behoeve van casemanagement? De aanbieder dient in zijn aanvraag AIV kenbaar te maken met welke reden AIV ingezet dient te worden, voor welk aantal cliënten en hoeveel uur. Zoals in het inkoopbeleid omschreven staat kunnen cliënten die wachten op indicatiestelling en behoren tot de doelgroep voor casemanagement via de onafhankelijk casemanager (zie 5.1.2) of zorg ontvangen van de wijkverpleegkundige, tot aan de indicatiestelling casemanagement ontvangen via AIV. Daarnaast geldt voor het casemanagement dat indien de indicatie van cliënten niet toereikend is AIV ingezet kan worden. Dit geldt in eerste instantie niet voor het casemanagement dementie vanwege de beleidsregel ketenzorg dementie (zie 6.1.3) omdat hier de beleidsregel ketenzorg dementie ingezet dient te worden. Het is aan de aanbieder om in zijn aanvraag een reëele vraag aan uren AIV te stellen en deze vraag te onderbouwen. Vraag 61 Uit het inkoopbeleid blijkt niet hoe ketenzorg dementie gefinancierd wordt. Geldt hier ook budget 2013=budget 2014 (lumpsumfinanciering)? Ketenzorg dementie wordt gefinancierd middels de reguliere prestaties die ingekocht worden bij de diverse aanbieders, aangevuld met middelen uit de beleidsregel ketenzorg dementie. De keten dementie dient hiervoor een aanvraag in bij het zorgkantoor namens een van de penvoerders die zal optreden als kassier. De hoogte van deze beleidsregel per regio is op dit moment nog niet bekend en wordt zodra deze bij het zorgkantoor bekend is doorgestuurd naar de keten. Vraag 62 Op pagina 11 staat dat er sprake is van administratieve lastenvermindering. Eerder ingediende Pagina 19 Casemanagement Dementie Er staat dat cliënten die casemanagement wensen te ontvangen een AWBZ indicatie moeten hebben. 1. Moet dit een VP-indicatie zijn of kan dit ook een indicatie intramuraal of dagbesteding zijn 2. Is dit een indicatie van de organisatie die ook het casemanagement levert of kan dit ook een andere organisatie zijn? 1. Binnen de indicatie van het cliënt kan de cliënt in overleg met de zorgaanbieder bepalen op welke wijze vorm wordt gegeven aan de invulling van de indicatie. Dit kan dus om intramurale en extramurale indicaties gaan, afhankelijk van de zorgvraag van de cliënt. Casemanagement maakt bij intramurale indicaties onderdeel van het ZZP uit en wordt niet uit de beleidsregel ketenzorg dementie gefinancierd. 2. Het CIZ indiceert de cliënt. De cliënt kiest vervolgens de aanbieder die zorg zal leveren. Als de cliënt nog geen indicatie heeft, vraagt over het algemeen de aanbieder die het casemanagement levert de indicatie aan en wordt de indicatie toegewezen aan deze aanbieder. Het kan voorkomen dat de cliënt reeds een CIZ indicatie heeft. Het casemanagement kan dan uit deze indicatie geleverd worden. Indien het casemanagement geleverd wordt door een andere aanbieder dan de aanbieder die deze indicatie toegewezen heeft gekregen, kan de aanbieder die het casemanagement levert afspraken maken met de indicatie-houdende aanbieder over financiering. Bijvoorbeeld via onderaannemerschap. Vraag 63 Pagina 19 Is het mogelijk om als organisatie alleen Casemanagement Dementie en AIV te leveren zonder een bepaald volume productie ZZV PV en VP? Casemanagement kan ook binnen de indicatie BG geleverd worden, het is dus in theorie niet noodzakelijk om ook PV en VP te leveren. 19

Vraag 64 Pagina 20 Casemanagement Dementie Er staat dat de AWBZ zorgaanbieder die casemanagement via de onafhankelijk casemanager levert dient te zijn aangesloten bij het bijbehorende netwerk, zich te committeren aan de in het netwerk afgesproken verplichtingen en actief deel te nemen aan het netwerk. Vraag: Onze organisatie overlegt jaarlijks met de netwerkcoördinator maar is niet aangesloten bij het netwerk. Is dat voldoende? Indien u casemanagement levert via de onafhankelijk casemanager, dient uw organisatie aangesloten te zijn. Een jaarlijks overleg is dan niet voldoende: de aanbieder dient officieel en volwaardig ketenlid te zijn. Vraag 65 Pagina 20: Wijkverpleegkundige: Er staat nog wel dat de wijkverpleegkundige AIV ter aanvulling op de gegeven indicatie kan inzetten. De inzet van AIV geldt dat waar nog geen indicatie heeft plaatsgevonden voor de cliënt. Deze inzet moet passen binnen de afspraken zoals omschreven in de beleidsregel (in het bijzonder het maximaal aantal consulten) eerder in de tekst staat dat het aantal consulten niet meer gelimiteerd is, zie pagina 18. 1. Is dit niet tegenstrijdig? 2. Vraag AIV voor kwetsbare ouderen wordt gemist of valt dit onder casemanagement algemeen wat gedeclareerd kan worden op AIV zolang er nog geen indicatie is voor casemanagement. Dit is onduidelijk, graag toelichting 1. De subzin 'in het bijzonder het maximaal aantal consulten' zal verwijderd worden. 2. Kwetsbare ouderen' zijn als zodanig niet omschreven als doelgroep binnen de beleidsregel AIV. Alleen indien een kwetsbare oudere behoort tot een van de doelgroepen zoals genoemd in het inkoopbeleid, geldt de omschreven passage. Een kwetsbare oudere met dementie die casemanagement wenst te ontvangen dient een indicatie te hebben of aan te vragen. Hiervoor geldt dat AIV alleen voorafgaand aan de indicatie ter overbrugging ingezet mag worden. De aanbieder beschrijft in het formulier AIV het gewenst aantal uren per doelgroep, inclusief reden van inzet AIV en verwacht aantal cliënten. Er bestaat niet zoiets als casemanagement algemeen: het casemanagement dient altijd toegespitst te zijn op een specifieke doelgroep met specifieke zorgvraag. Vraag 66 Blijkens de beschrijvingen in het zorginkoopdocument op blz. 19, zijn cliënten die geen indicatie van het CIZ ontvangen, aangewezen op de reguliere professionals als de huisarts, POH'ers etc. De zorgaanbieder wil erop wijzen dat juist in een dergelijk geval, met het oog op ketenzorg, de positie van een casemanager van belang kan zijn. Met name bij ketenzorg en de mogelijkheid tot vroegtijdig inzetten van een casemanager, kunnen problemen worden voorkomen. kan toegelicht worden waarom er voor deze beperking is gekozen? Deze beperking is ingesteld wegens het ontbreken van een prestatie casemanagement. Deze wordt mogelijk ontwikkeld, maar is voor 2014 niet beschikbaar. Er is daarmee geen betaaltitel voor casemanagement waardoor het zorgkantoor deze keus heeft gemaakt. Bovendien sluit deze keus inhoudelijk goed aan bij de diverse rapporten die uit zijn gebracht over casemanagement, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen regulier en specifiek casemanagement. Casemanagement dient voor alle cliënten beschikbaar te zijn, dit hoeft echter niet altijd door een specifieke casemanager uitgevoerd te worden en behoort bij laagcomplexe gevallen tot de reguliere taken van professionals. Vraag 67 Onderaan pagina 19 lijkt een passage weggevallen Er is geen passage weggevallen. Vraag 68 Pagina 20 Wat wordt bedoeld met de verwachte prestatie. De prestatie die mogelijk ontwikkeld wordt voor casemanagement. 20