Voorstel Gemeenteraad VII- F

Vergelijkbare documenten
RAADSVOORSTEL ONDERWERP BESLISPUNTEN INLEIDING. Nr Beleid huishoudelijke ondersteuning 2018

Datum vergadering: De uitspraken van de CRvB en de rechtbanken brengen met zich mee dat de gemeente haar beleid HO moet aanpassen.

Aan de Gemeenteraad DATUM ONS KENMERK BEHANDELD DOOR 30 juni F. Doornbos

Voorstel voor het aanpassen van de procedure toeleiding naar een Maatwerkvoorziening Maatschappelijke Ondersteuning, tegelijk plan van aanpak

Aan De leden van de Gemeenteraad van Landgraaf Postbus AA LANDGRAAF

Ondersteuning bij het huishouden

Onderwerp Heroverwegen beleid Hulp bij het Huishouden naar aanleiding van uitspraken Centrale Raad van Beroep.

VNG. Consequenties uitspraken CRvB voor Wmo beleid gemeenten. 14, 15 en 23 januari 2019

VNG werkateliers. Consequenties uitspraken CRvB voor Wmo beleid gemeenten. 15, 16, 17 en 22 juni 2016

ECSD/U Lbr. 16/042

Y.M.E. Boesten / februari 2017

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) Versienummer v 3.0 Portefeuillehouder Nelleke Vedelaar

Raadsplein info/debat. Voorgesteld besluit raad

Voorstel aan de gemeenteraad

Y.M.E. Boesten / februari 2017

postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein uw kenmerk zaaknummer datum uw brief van blad 1 van 5 behandeld door P. Budding

Bijlage 1: Notitie Algemene voorziening schoonmaakondersteuning 2017

besluit van het college

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning 2017

B&W Vergadering. 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport onderzoek naar onderbouwing normtijden hulp bij het huishouden ;

Onderwerp: Tarieven eigen bijdrage algemene voorziening Huishoudelijke hulp en maatwerkvoorziening Huishoudelijke Hulp

Voorstel raad en raadsbesluit

onderwerp Ongewijzigd voortzetten voucher hulp bij het huishouden 2018 en 2019

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning 2017

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/51

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 6. Doetinchem, 20 september 2018 ALDUS VASTGESTELD 27 SEPTEMBER Regionale visie op inkoop Sociaal Domein vanaf 2021

ECSD/U Lbr. 16/042

BELEIDSKADER HUISHOUDELIJKE ONDERSTEUNING 2018

Datum vergadering: B&W-advies: Onderzoeken met betrekking tot de huishoudelijke ondersteuning

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio.

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio.

Huishoudelijke Hulp Toelage in Leeuwarden: de Himmelsjek

Bijlage 1. Wmo-checklist van de FNV Zorg en Welzijn

Notitie. 1 Inleiding. 2 Managementsamenvatting

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 7 juli 2016 Agendanummer : Datum : 1 juni Onderwerp Huishoudelijke hulp terug in de maatwerkvoorziening

1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr.7c

De rechter in het sociaal domein Sandra van Heukelom-Verhage en Esther Schaake

OPLEGGER * * Datum 1 juni 2016 Nummer Datum commissievergadering 14/15 juni 2016 Datum raadvergadering 28 juni 2016

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio.

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders,

Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden Gemeente Enschede versie

Adviesnota Bestuur Datum: 18 september 2017

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt I. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Zaaknummer Programma Regie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. 3.1 Aanleiding, achtergrond. Agenda nr.12

Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Aanpassing Hulp bij het Huishouden

GEMEENTE LOSSER. Vergadering Burgemeester en Wethouders Besluitenlijst week 4.O ( )

X X X B. en W. d.d. 11 oktober 2016 Nr.4B Onderwerp: Aanpassingen Huishoudelijke Ondersteuning 2017 n.a.v. uitspraak CRvB

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden gemeente Enschede 2017

Raadsvoorstel. Gemeente Mook en Middelaar. Samenvatting. Voorstel om te besluiten

Raad d.d. Zl ì11 lots Besluit" LWCL^İÍ^, L U?-t~ yn. Ļ'i)~Pf^ h&ĺ..

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden Gemeente Enschede 2019

Artikel 2.1 Hoogte van persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij het huishouden

Betere ondersteuning en zorg door een goed inkoopbeleid

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Onderwerp : Verordeningen Wmo en Jeugdhulp BMWE gemeenten 2017

Nota - 2. Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT Datum vergadering: 2 3 SEP, 2014 Nota openbaar: Ja

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning Twentse gemeenten

Raadsvoorstel agendapunt

GEMEENTE BOEKEL. De geactualiseerde Verordening is voor advies voorgelegd aan de Adviesraad Sociaal Domein Boekel.

Lbr 16/042 - Wmo-uitspraken Centrale Raad van Beroep 18 mei 2016 Page 1 of 3

Raadsmededeling - Openbaar

Advies: stem in met de beantwoording in bijgaande RIB en stuur deze aan de raad

- 2 - Datum vergadering Nota openbaar: Ja. Besluit jeugdhulp gemeente Hellendoorn 2015, systematiek PGB-tarieven en Beleidsregels PGB 2015

RAADSVOORSTEL 12R R.00299

Oostzaan Buiten gewoon

3 de Bijeenkomst Toekomst HO Leidse regio per augustus 2017

Doetinchem, 31 mei 2017

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Raadsvergadering : 21 maart Voorstelnr. : R : doorontwikkeling huishoudelijke hulp. Stadskanaal, 4 maart 2016

Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer.

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 18 december 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : Ans Pelzer Carrousel d.d.

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA B 1 14/134. Raad

Plan van aanpak huishoudelijke hulp toelage gemeente Oisterwijk

raadsvoorstel Aan de raad,

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015

Resultaatgericht indiceren: Efficiënte vorm van zorg of ordinaire bezuiniging?

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Verordening beschermd wonen en opvang 2016

: Martine Zweers/ Geralien Knopert

Voorstel Gemeenteraad VII- R

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015.

Advies: 1. Inhoud (wat willen wij bereiken en/of wat gaan wij doen in maximaal 2 zinnen?)

Concept raadsbesluit

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Raadsvoorstel. Geachte raad, Samenvatting: Wijziging Verordening jeugdhulp gemeente Renswoude 2015

Onderwerp: De eigen bijdrage voor de algemene voorziening Huishoudelijke Hulp (AV-HH) in 2019

Plan van aanpak huishoudelijke hulp toelage gemeente Loon op Zand

Nr Houten, 19 mei 2009

Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning Losser 2018

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1111

GEMEENTE LOSSER. Vergadering Burgemeester en Wethouders Besluitenlijst week 36.O ( )

Gemeente Haarlem. Drs. Jur Botter, MPA. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

Doetinchem, 28 juni 2017

Collegebesluit. 2. Geen aanvullende maatregelen te nemen om het financiële risico, geraamd op maximaal 0,8 mln, te compenseren;

Raadscommissievoorstel

Transcriptie:

Voorstel Gemeenteraad VII- F Onderwerp Portefeuillehouder Implementatie aanpassing Ondersteuning bij het Huishouden Jurgen van Houdt agendaletter (F) Programma MO Aangeboden aan Raad Stuknummer (invulling door Griffie) Corsanummer 1700024031 Wij stellen u voor te besluiten om: 1. In te stemmen met de nadere uitwerking van het beleid Ondersteuning bij het Huishouden voortvloeiend uit het gestelde in het Wmo- beleidsplan 2015-2016 en de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. Uitgangspunten bij de uitwerking zijn een gesprek met alle cliënten en concretisering van het resultaat schoon en leefbaar huis door het aangeven van ruimten, activiteiten en frequenties. 2. In te stemmen met de intentie tot het inzetten van het resterende Huishoudelijke Hulp Toelage budget 2016 van 1,4 miljoen en het (transformatie) budget OH 2016 van 1 miljoen voor de uitvoerings- en zorgkosten die gepaard gaan met de implementatie van de nieuwe beleidsregels in 2017. 3. Overeenkomstig de door de gemeenteraad vastgestelde geldende financiële kaders en spelregels hier bij de integrale afweging van de Zomernota 2017 definitief een besluit over te nemen. 4. Oplossingsrichtingen ter vermindering van het geraamde structurele tekort vanaf 2018 bij de Zomernota 2017 aan uw Raad voor te leggen. Inleiding Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ondersteunen gemeenten inwoners bij het zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en participeren in de maatschappij. Eén van de maatwerkvoorzieningen die hiervoor kan worden ingezet is de Ondersteuning bij het Huishouden (OH). De OH wordt ingezet als inwoners niet meer op eigen kracht of met behulp van hun sociale netwerk hun huis schoon en leefbaar kunnen houden. Huishoudelijke taken worden dan overgenomen door een hulp. Beschrijving huidig beleid OH In het Wmo-beleidsplan dat door de Raad op 29 september 2014 is vastgesteld, is afgesproken om over te stappen op een nieuw systeem van resultaatsturing. In plaats van uurtarieven staat het resultaat schoon en leefbaar huis centraal en wordt een resultaatgerichte werkwijze gehanteerd. Uitgangspunt is dat cliënten op eigen kracht, met hulp van hun sociale netwerk of een algemene voorziening hun huis schoon en leefbaar kunnen houden. Lukt dit niet, dan biedt de gemeente ondersteuning door de inzet van een maatwerkvoorziening om het resultaat schoon en leefbaar huis te behalen. Hierbij wordt voor de cliënt het resultaat/ de oplossing voor zijn probleem voorop gesteld en is meer maatwerk mogelijk. Voor de professional geldt dat bij deze werkwijze meer ruimte aan hem wordt gelaten om in overleg met de cliënt te bepalen hoe het resultaat bereikt wordt. Door het inzetten van een basis- en eventueel pluspakket moet het geïndiceerde resultaat worden gerealiseerd. Bij memo van 13 februari 2015 heeft de Raad een update gekregen over de OH. In deze memo is onder andere ingegaan op resultaatsturing, de hierbij gehanteerde werkwijze en gesignaleerde knelpunten. Tussenevaluatie OH zomer 2015 Vervolgens heeft in juli 2015 een tussenevaluatie plaatsgevonden van de resultaatgerichte werkwijze. De uitkomsten van deze evaluatie waren dat: De cliënten over het algemeen tevreden zijn over de mate waarin hun huis schoon en leefbaar is; Het beoogde resultaat (een schoon en leefbaar huis) ruim wordt behaald; Wijkcoaches/consulenten het werken met resultaten als prettig ervaren; De werkwijze voor de overgrote meerderheid van de aanbieders duidelijk is. De uitkomsten van de tussenevaluatie boden ons voldoende basis en richting om op de ingeslagen weg, resultaatgericht werken, door te gaan. Waarbij ook naar voren kwam dat er aandachts- en verbeterpunten zijn die vragen om nauwe afstemming met de praktijk. 1

Richtinggevende uitspraken Centrale Raad van Beroep In het voorjaar van 2016 is naar aanleiding van de tussenevaluatie een aandachts- en verbeterpunt nader uitgewerkt: beleidsregels voor een schoon en leefbaar huis. Ten tijde van het opstellen van deze beleidsregels was in het land sprake van meerdere rechtszaken inzake de OH. Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep (hierna CRvB) op 18 mei 2016 drie richtinggevende uitspraken gedaan over de OH onder de Wmo 2015. De CRvB oordeelt: De OH valt onder de Wmo 2015; De ondersteuning mag onder voorwaarden als algemene voorziening worden aangeboden; Toegekende hulp onder de Wmo 2007 mag niet zonder meer worden stopgezet; Gemeenten mogen uniforme normen hanteren zoals een schoon en leefbaar huis binnen het resultaatgericht werken; Deze normen moeten objectief onderbouwd worden en maatwerk binnen het zorgaanbod moet mogelijk blijven; Voor de cliënt moet duidelijk zijn welke concrete hoeveelheid zorg hij ontvangt. De uitspraken van de CRvB brengen met zich mee dat de gemeente haar beleid OH moest herzien. Voor Enschede ziet die aanpassing toe op de laatste drie bullets. Terugblik scenario s OH De uitspraken van de CRvB zijn aanleiding geweest om het beleid OH te verbeteren en daarvoor zijn drie scenario s opgesteld. Bij brief van 1 juli 2016 is de Raad geïnformeerd over de scenario s en de voorkeur van het College voor scenario 1: Scenario 1: resultaatgericht werken zonder toevoeging van een tijdsindicatie; Scenario 2: resultaatgericht werken met toevoeging van een tijdsindicatie; Scenario 3: urengericht werken. De brief van 1 juli 2016 is besproken in de Raad en in het hierop volgende debat kwam naar voren dat er geen meerderheid was om scenario 3 verder uit te werken. Wel is door een deel van de Raad gevraagd om de factor tijdsindicatie mee te nemen in de uitwerking. Vervolgens heeft het College toegezegd dat het resultaatgericht werken wordt uitgewerkt, waarin een doorkijk wordt gegeven naar scenario 2: resultaatgericht werken met een tijdsindicatie. Wat is er sindsdien allemaal gebeurd? Een regionale werkgroep OH heeft het resultaatgericht werken verder uitgewerkt en gekeken hoe het beleid OH verder kan worden aangescherpt (beleidsregels, producten en tarieven). Er is gezocht naar aanpassingen in de huidige situatie om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de Wmo 2015 en aan de uitspraken van de CRvB. Door Damsté zijn op verzoek van de Twentse gemeenten de aanbestedingsrechtelijke risico s in kaart gebracht. Over de aanbestedingsrechtelijke risico s is de Raad geïnformeerd bij memo van 7 november 2016. Onderzoek objectieve en onafhankelijke norm De Twentse gemeenten hebben vervolgens bureau HHM gevraagd om onderzoek te doen naar de (objectieve en onafhankelijke) norm voor het resultaat schoon en leefbaar huis. Voor het uitwerken van het resultaat schoon en leefbaar huis is door HHM gebruik gemaakt van de resultaten van recent onderzoek dat is uitgevoerd in Utrecht. De resultaten van het onderzoek uit Utrecht zijn getoetst middels een expert- en toetsbijeenkomst. Hieruit blijkt dat de resultaten van Utrecht van toepassing zijn op de situatie van de Twentse gemeenten voor het resultaat schoon en leefbaar huis. Voor de aanvullende modules kon het HHM onderzoek niet de activiteiten met bijbehorende frequentie objectief inzichtelijk maken. Bij de totstandkoming van de aanvullende modules is daarom gebruik gemaakt van het CIZ protocol uit 2011 1 en is de hieruit voortvloeiende norm gehanteerd bij het opstellen van de aanvullende modules. Dit protocol wordt door de CRvB gezien als objectief. Iedere module heeft zijn eigen resultaat dat is gebaseerd op een objectief en onafhankelijk vastgestelde norm. Een module bestaat uit meerdere activiteiten. Zo bestaat de basismodule uit bijvoorbeeld stofzuigen, stof afnemen, dweilen etc. Bij de vaststelling van de norm is ervan uitgegaan dat alle activiteiten worden overgenomen door de hulp. 1 Het CIZ-protocol uit 2006 is door de Centrale Raad van Beroep voldoende onderbouwd en objectief bevonden. Door voortschrijdend inzicht, jurisprudentie en ervaringen uit de praktijk is in 2011 een herziene en geactualiseerde richtlijn opgesteld, waarbij het protocol uit 2006 als basis diende. 2

Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden De inzet van de maatwerkvoorziening OH heeft betrekking op ondersteuning vanuit de gemeente. Deze ondersteuning is aanvullend op wat de cliënt zelf (eigen kracht) en/ of met zijn sociale netwerk doet of via een algemene voorziening wordt geregeld. Ondersteuning bij het huishouden door de gemeente neemt de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt niet over, maar helpt de cliënt om het resultaat schoon en leefbaar huis te behalen. Om dit resultaat te behalen kan de basismodule worden ingezet. Soms is het nodig om aanvullend op de basismodule extra ondersteuning in te zetten. Een cliënt kan namelijk als gevolg van objectiveerbare (medische) beperkingen ter beoordeling van het wijkteam bij het behalen van het resultaat schoon en leefbaar huis onvoldoende ondersteund worden door de basismodule. In die gevallen kunnen nu aanvullende modules worden ingezet. Hierbij moet wel altijd de afweging worden gemaakt of een aanvullende module moet worden ingezet of dat een andere Wmo maatwerkvoorziening als bijvoorbeeld ondersteuning zelfstandig leven beter aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. Dit is afhankelijk van de problematiek die speelt bij de cliënt en op welke gebieden. Welke maatwerkvoorziening uiteindelijk wordt ingezet, is ter beoordeling aan de consulent van het wijkteam. De grootte van een huis(houden) is geen aanleiding om een aanvullende module toe te kennen. Ook de aanwezigheid van dieren (uitgezonderd hulphonden) is geen aanleiding voor het toekennen van een aanvullende module. De gevolgen hiervan voor het leefbaar houden van het huishouden en het zoeken naar oplossingen hiervoor, behoren tot de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. Oude pakketten OH Basispakket (schoon en leefbaar huis, was- en/ of maaltijdverzorging) Pluspakket (regie en/ of zorg voor minderjarige kinderen) Nieuwe modules OH Basismodule schoon en leefbaar huis Module Extra hygiëne Module Wasverzorging Module Maaltijdverzorging Module Regie Module Zorg voor minderjarige kinderen De modules zijn nader uitgewerkt in bijlage 1 Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden. Verordening en Besluit Maatschappelijke Ondersteuning De Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Enschede 2017 hoeft niet aangepast te worden. Hierin is al opgenomen op welke resultaten de ondersteuning bij het huishouden is gericht. Wel zijn er beleidsregels opgesteld waarin deze resultaten nader zijn uitgewerkt. Het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning moet wel worden aangepast met de nieuwe basismodule, de aanvullende modules en de daarbij horende nieuwe tarieven. De concept beleidsregels en het concept Besluit worden ter inzage gelegd en vastgesteld door het college. De Raad krijgt de concepten die ter inzage worden gelegd. Beoogd resultaat Met de inwerkingtreding van de Wmo 2015 is de doelgedachte dat de gemeente een resultaatverplichting heeft naar haar inwoners die ondersteuning nodig hebben bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen en deelnemen aan de maatschappij. Hierbij staat centraal dat de gemeente zorgdraagt voor een resultaat. Bij de OH is dit resultaat een schoon en leefbaar huis. De CRvB heeft hieraan met haar uitspraken verder richting gegeven en gesteld dat resultaatgericht werken mag, mits het resultaat gebaseerd is op een objectief en onafhankelijke vastgestelde norm en voor de cliënt duidelijk is welke concrete hoeveelheid ondersteuning hij ontvangt en dit door de gemeente is vastgesteld. Met het nieuwe beleid OH wordt recht gedaan aan de gedachte van de Wmo 2015 en de uitspraken van de CRvB. Argumenten 1.1 Aanpassing van de beleidsregels OH is noodzakelijk als gevolg van de uitspraken van de CRvB Op dit moment wordt er op resultaten gestuurd binnen de OH. Dit betekent dat een indicatie (voor de cliënt) en opdracht (voor de aanbieder) wordt afgegeven om het resultaat van een schoon en leefbaar huis te bereiken. Het huidige beleid OH bestaat uit een basispakket (schoon en leefbaar huis, was- en/ of maaltijdverzorging) en een pluspakket (overname regie op het huishouden en/ of de zorg voor kinderen). Voor deze pakketten heeft de gemeente op dit moment geen onafhankelijk vastgestelde objectieve norm beschikbaar. De CRvB heeft in zijn uitspraken bepaald dat het mogelijk is om binnen de OH te sturen op basis van resultaat en prestatie. Als voorwaarde geldt dat de norm waarop het resultaat wordt gebaseerd onafhankelijk en objectief tot stand is gekomen. Het beleid voldeed niet aan deze voorwaarde. Daarnaast moet het beleid verfijnd worden om 3

voldoende maatwerk te kunnen leveren en de concrete hoeveelheid zorg in het individuele geval te kunnen aangeven. 1.2. Met de aangepaste beleidsregels OH kan maatwerk worden geleverd aan cliënten op basis van een objectieve norm Iedere module heeft zijn eigen resultaat dat is gebaseerd op een objectief en onafhankelijk vastgestelde norm. Een module bestaat uit meerdere activiteiten. Zo bestaat de basismodule uit bijvoorbeeld stofzuigen, stof afnemen, dweilen etc. Bij de vaststelling van de norm is ervan uitgegaan dat alle activiteiten worden overgenomen door de hulp. Aan Damsté is door de Twentse gemeenten gevraagd om het nieuwe beleid OH inhoudelijk te toetsen aan de uitspraken van de CRvB en een advies uit te brengen dat 100% juridische zekerheid biedt. Dit wil zeggen dat Damsté heeft beoordeeld of het HHM onderzoek en het CIZ protocol zijn gebaseerd op een voldoende objectief onderzoek en dat de normen die HHM en het CIZ hanteren voldoende onafhankelijk zijn opgesteld. Door Damsté is geoordeeld dat zowel het HHM onderzoek als het CIZ protocol zijn gebaseerd op een voldoende objectief onderzoek en voldoen aan de uitspraken van de CRvB. Uit het advies van Damsté blijkt verder dat wanneer de gemeente de eigen kracht wil aanspreken dit op individueel niveau moet plaatsvinden. Dit betekent dat per cliënt onderzocht moet worden of er sprake is van eigen kracht en dat daar de omvang van moet worden vastgesteld. Binnen de modules kan er sprake zijn van verschillende activiteiten. Wanneer de eigen kracht op basis van individueel onderzoek door het wijkteam in beeld is gebracht, is duidelijk welke activiteiten de cliënt of zijn sociale netwerk kan uitvoeren. Dit wordt beschreven in het ondersteuningsplan. Daarmee kunnen we de juiste modules toekennen aan inwoners, afhankelijk van wat zij zelf of met behulp van hun netwerk kunnen. 1.3 Met het nieuwe beleid wordt gestuurd op resultaat waarbij uitgangspunten zijn dat de doelgedachte van de Wmo 2015 in stand blijft en de beoogde doorontwikkeling kan blijven plaatsvinden Volgens de uitspraken van de CRvB mag je een uniforme norm hanteren zoals een schoon en leefbaar huis binnen het resultaatgericht werken (uitspraak Rotterdam). De CRvB laat zich bij resultaatgericht werken niet uit over het element tijd(indicatie) en of dit moet worden opgenomen in de beschikking of het beleid. Tevens blijkt uit de uitspraak van de CRvB dat voor de cliënt duidelijk moet zijn wat de concrete hoeveelheid zorg is die hij ontvangt voor de OH en het is aan de gemeente om dit vast te stellen. Volgens een landelijk rapport (het NDSDrapport 2 ) kan dit door het resultaat te benoemen als activiteiten x frequentie en moet dit worden opgenomen in de beschikking en het beleid. Volgens dit rapport hoeft in de beschikking en beleid geen tijd(indicatie) te worden opgenomen. Tot slot is ook Pels Rijcken van mening dat de uitspraak van de CRvB (uitspraak Rotterdam) niet zover gaat dat resultaatgericht indiceren niet meer mogelijk is en gemeenten alleen nog maar in uren mogen indiceren. De CRvB stelt alleen randvoorwaarden waaraan resultaatgericht indiceren moet voldoen. In ons Sociaal Domein beogen wij vernieuwing, transformatie en mogelijkheden tot doorontwikkeling van de (maatwerk)voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan gecombineerde inkoop van de maatwerkvoorzieningen OH en ondersteuning zelfstandig leven of aan het samenvoegen van OH en ondersteuning zelfstandig leven en dat aan te bieden als een integraal pakket. Bij de maatwerkvoorzieningen ondersteuning zelfstandig leven en ondersteuning maatschappelijke deelname wordt nu ook niet gewerkt met tijd, maar met bandbreedtes. Een resultaatgericht beleid OH met tijd sluit hierbij niet aan. 1.4 Het belang van de cliënt staat voorop De wijzigingen die we gaan doorvoeren in ons beleid en de uitvoering maakt dat we opnieuw moeten aanbesteden. Een nieuw aanbestedingstraject voor de OH kost ongeveer negen maanden. Op zijn vroegst kan dan ook pas per 1 januari 2018 een nieuwe aanbesteding afgerond zijn. In 2017 gaan we al wel aanpassingen doorvoeren binnen de huidige contracten en alle cliënten spreken. We willen onze uitvoering aanpassen op grond van de CRvB-uitspraken in het belang van de cliënten en zijn ons bewust van de aanbestedingsrechtelijke risico s die wij hierbij lopen richting nu niet gecontracteerde aanbieders. Naast de aanpassingen die we doen, wordt daarom de nieuwe aanbesteding met ingang van 2018 opgestart. 2.1/3.1/4.1 Aanpassing van de beleidsregels en het herindicatieproces brengen kosten met zich mee die gedekt moeten worden De huidige resultaattarieven bij het basis- en pluspakket zijn lager dan de nieuw te hanteren tarieven. Dit komt doordat meer gespecificeerd de aanspraak bepaald moet worden, we meer modules hebben ontwikkeld met ieder hun eigen tarief en door de nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Inkoop maatschappelijke ondersteuning die naar verwachting op 1 juli 2017 in werking treedt en de loonstijging in de nieuwe CAO- VVT. Tevens valt de wasverzorging nu binnen het basispakket. De wasvoorziening valt bij het nieuwe beleid niet meer 2 Door het Netwerk Directeuren Sociaal Domein is in samenwerking met de VNG en het ministerie van VWS op 31 oktober 2016 het rapport Wmo 2015 in uitvoering; Passend en onderbouwd (lokaal) beleid voor hulp bij het huishouden uitgebracht. 4

binnen de basismodule, maar is een aparte aanvullende module geworden gebaseerd op een objectieve en onafhankelijke norm. Met de lokale invoering van het nieuwe beleid OH op 1 april 2017, worden alle cliënten OH middels een persoonlijk gesprek bij de cliënt thuis, tenzij de cliënt dit niet wil, met een medewerker van het wijkteam geherindiceerd in de periode van april tot en met naar verwachting september 2017. Tijdens het persoonlijke gesprek wordt onderzocht of de cliënt op eigen kracht of met behulp van zijn sociale netwerk het gewenste resultaat, een schoon en leefbaar huis, kan bereiken. Met de cliënt wordt besproken welke behoefte aan ondersteuning bij het huishouden hij heeft en hoe hij denkt dat hieraan invulling kan worden gegeven. Vervolgens wordt besproken hoe deze ondersteuningsbehoefte kan worden opgelost. Er wordt eerst gekeken of dit voorliggend opgelost kan worden via eigen kracht, het sociale netwerk of een vrij toegankelijke voorziening. Hulp door het sociale netwerk kan hierbij niet worden afgedwongen. Wanneer dit niet mogelijk is kan de maatwerkvoorziening OH worden ingezet. Door de consulent wordt getoetst of de ondersteuning die nodig is passend is vanuit de basismodule. Waar nodig wordt gekeken of de inzet van één of meerdere modules naast de basismodule noodzakelijk is. In het ondersteuningsplan 3 voor de cliënt wordt opgenomen hoe de ondersteuning aan hem geboden wordt. Vervolgens wordt een beschikking afgegeven waarin wordt aangegeven welke activiteiten in welke ruimten met welke frequentie door de aanbieder worden uitgevoerd. Hiermee is duidelijk op welke ondersteuning de cliënt aanspraak kan maken. De consulent moet dan ook meer vastleggen dan voor de uitspraken van de CRvB. Door de uitspraken van de CRvB ontstaat dan ook meer bureaucratie en meer zekerheid maar niet per definitie meer zorg voor cliënten. Door het ontstaan van meer taken bij de uitvoering, de AMvB Inkoop maatschappelijke ondersteuning, meer modules, nieuwe tarieven, de CAO- VVT en de aankomende aanbesteding stijgen de kosten van de zorg structureel. Hierdoor ontstaat een tekort in de meerjarenrekening en zijn bezuinigingen onvermijdelijk. Er wordt nu gezocht naar oplossingsrichtingen, waar we in de Zomernota 2017 op terug komen. Kanttekeningen 1.1 Doorkijk op tijd De CRvB laat zich niet uit over het element tijd en of deze moet worden opgenomen in de beschikking of het beleid bij resultaatgericht werken (uitspraak Rotterdam). Wat wel uit de uitspraak van de CRvB blijkt, is dat voor de cliënt duidelijk moet zijn wat de concrete hoeveelheid zorg is die hij ontvangt voor de OH. Volgens een landelijk rapport (het NDSD- rapport 4 ) kan dit door het resultaat te benoemen als activiteiten x frequentie en moet dit worden opgenomen in de beschikking en het beleid. We voegen hier de dagelijks in gebruik zijnde ruimtes aan toe waarin deze activiteiten plaatsvinden. Volgens dit rapport hoeft in de beschikking en beleid geen tijd te worden opgenomen. Gemeenten als Rotterdam, Amersfoort en Berkelland sluiten zich aan bij de uitkomsten van dit rapport en hanteren geen tijd in hun beschikking en beleid. Naast dat Damsté heeft beoordeeld of de beleidsregels zijn gebaseerd op een objectieve en onafhankelijke norm, heeft Damsté ook jurisprudentie van na de uitspraken van 18 mei 2016 van de CRvB bestudeerd. Uit deze analyse blijkt volgens Damsté dat rechtbanken stellen dat de factor tijd benoemd moet worden in het besluit dat de cliënt krijgt. Het advies van Damsté is dan ook dat als je uitgaat van 100% juridische zekerheid, de beschikking van de gemeente de volgende onderdelen moet bevatten: Welk resultaat moet behaald worden; Welke activiteiten moeten worden verricht om het resultaat te bereiken; Met welke frequentie moeten deze activiteiten worden verricht; Hoeveel tijd daarvoor nodig is. Het standpunt van Damsté is gebaseerd op jurisprudentie van rechtbanken, welke nog geen bindende uitspraken zijn. Kanttekeningen bij deze uitspraken zijn ook het aan elkaar koppelen van de CRvB- uitspraken van Utrecht en Rotterdam (verschillend beleid) en het feit dat uit de uitspraken blijkt dat bij de gedaagde gemeenten het resultaat niet blijkt uit de beschikking of de beleidsregels. Damsté heeft niet gekeken naar het achterliggende beleid bij de uitspraken. Door de gemeente Hengelo is vervolgens aan Pels Rijcken gevraagd of hun beleid in het licht van de Wmo 2015, de uitspraken van de CRvB en rechtbanken juridisch houdbaar is. In haar advies stelt Pels Rijcken dat het noemen van tijd in de beschikking in het kader van de motivering van het aantal uren die de zorgaanbieder 3 Het ondersteuningsplan wordt opgesteld door de gemeente. De cliënt kan zelf een persoonlijk plan indienen tijdens de onderzoeksfase. Tot slot stellen de cliënt en zorgaanbieder een zorgplan op. 4 Door het Netwerk Directeuren Sociaal Domein is in samenwerking met de VNG en het ministerie van VWS op 31 oktober 2016 het rapport Wmo 2015 in uitvoering; Passend en onderbouwd (lokaal) beleid voor hulp bij het huishouden uitgebracht. 5

per week bij de cliënt ondersteuning moet bieden niet goed verenigbaar is met resultaatgericht indiceren. Het indiceren verschiet hiermee van kleur en hierdoor is de facto sprake van indiceren in tijd (uren). Het toevoegen van tijd komt niet overeen met de resultaatsgedachte van de Wmo 2015. Met de inwerkingtreding van de Wmo 2015 is de gedachte dat de gemeente een resultaatverplichting heeft naar haar cliënten die ondersteuning nodig hebben bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen en deelnemen aan de maatschappij. Hierbij staat centraal dat de gemeente zorgdraagt voor een resultaat. Bij de OH is dit resultaat een schoon en leefbaar huis. Wanneer het element tijd nog wordt toegevoegd aan het besluit wordt de nadruk niet meer gelegd op het resultaat dat behaald moet worden, maar op de tijd die is geïndiceerd. De ervaring leert dan dat cliënten zich alleen fixeren op de hoeveelheid tijd die ze krijgen en tijd gaan claimen. Een andere consequentie van het benoemen van tijd is dat de flexibiliteit bij de aanbieder wordt weggenomen. Bijvoorbeeld als een cliënt de ene week meer hulp nodig heeft dan de andere week in verband met extra vervuiling door slecht weer. De aanbieder kan dan zonder tussenkomst van de gemeente de geboden hulp daar op aanpassen. Wat tijd ook met zich meebrengt is een vorm van schijnzekerheid. Immers, wat zegt het over resultaat? Tijd moet slechts een middel zijn om een resultaat te bereiken en geen doel op zich. Het resultaat leggen wij helder vast in de beschikking. Ook belemmert het toevoegen van tijd de beoogde vernieuwing, transformatie en mogelijkheden tot doorontwikkeling met andere (maatwerk)voorzieningen in ons Sociaal Domein. In ons Sociaal Domein beogen wij vernieuwing, transformatie en mogelijkheden tot doorontwikkeling van de (maatwerk)voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan gecombineerde inkoop van de maatwerkvoorzieningen OH en ondersteuning zelfstandig leven of aan het samenvoegen van OH en ondersteuning zelfstandig leven en dat aan te bieden als een integraal pakket. Bij de maatwerkvoorzieningen ondersteuning zelfstandig leven en ondersteuning maatschappelijke deelname wordt nu ook niet gewerkt met tijd, maar met bandbreedtes. Een resultaatgericht beleid OH met tijd sluit hierbij niet aan. Wij menen dat met de nieuwe beleidsregels OH wordt voldaan aan de uitspraken van de CRvB en de Wmo 2015. Door concretisering van het resultaat in activiteiten, frequenties en ruimten is het voor cliënten duidelijk welke ondersteuning bij het huishouden zij krijgen. 1.2 Door tussentijdse aanpassingen in de contracten met zorgaanbieders lopen we aanbestedingsrechtelijke risico s Tot de nieuwe aanbesteding is afgerond, is er sprake van een aanbestedingsrechtelijk risico: nietgecontracteerde aanbieders kunnen bezwaar maken tegen de aanpassingen binnen de contracten. Door de rechter kunnen we o.a. gedwongen worden dat we over moeten gaan tot een nieuwe aanbesteding. Dat risico ondervangen we door gelijktijdig met het aanpassen van ons beleid en de uitvoering expliciet te maken dat we een nieuwe aanbesteding voorbereiden. 2.1/3.1 Aanpassing beleid en uitvoering brengt extra kosten met zich mee Tijdens de sessie met de Raad op 23 juni 2016 is aangegeven dat de aanpassing van de beleidsregels met zich meebrengt dat nader beoordeeld moet worden wat de consequenties hiervan zijn voor het HHT- budget en het (transformatie) budget. Ook tijdens de technische bijeenkomst op 19 januari jl. is aangegeven dat naar verwachting de structurele kosten voor de OH zullen stijgen. Met de aanpassing van de beleidsregels wordt tegemoet gekomen aan wat de Raad ons gevraagd heeft, resultaatgericht werken en CRvB- proof beleid. Voor deze aanpassingen zijn wel extra middelen nodig om deze aanpassingen door te voeren. De financiële oplossing die we hierbij kiezen, vooruitlopend op de behandeling van de Zomernota 2017 het resterende HHT- budget 2016 en het (transformatie) budget te bestemmen voor de uitvoerings- en zorgkosten, sluit niet aan bij de werkwijze die we doorgaans met de Raad hanteren. Met het verzoek in te stemmen met het inzetten van het resterende HHT- budget 2016 en het (transformatie) budget te bestemmen voor de uitvoerings- en zorgkosten die gepaard gaan met de implementatie van de nieuwe beleidsregels wordt vooruitgelopen op de behandeling van de zomernota 2017. Bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen Met het beleid OH willen wij de beoogde vernieuwing en mogelijkheden tot doorontwikkeling met andere (maatwerk)voorzieningen in ons Sociaal Domein duurzaam vormgeven. Hierbij kan gedacht worden aan de gecombineerde inkoop van maatwerkvoorzieningen, de verbinding met andere (maatwerk)voorzieningen en informele zorg, de verbinding tussen cliënten en andere (maatschappelijke) organisaties en wijkinitiatieven. Kosten, opbrengsten, dekking Incidentele uitvoeringskosten herindicaties 6

Met de invoering van het nieuwe beleid OH worden alle cliënten OH middels een gesprek geherindiceerd. Hiermee wordt gestart in april en dit eindigt naar verwachting in september. De incidentele kosten voor deze gesprekken worden geschat op 1 miljoen euro. Deze kosten bestaan uit de inzet van ongeveer 24 consulenten voor het voeren van de gesprekken en de inzet van de backoffice voor de administratieve afhandeling van de gesprekken en het verzenden van de beschikking. Stijging zorgkosten De zorgkosten zullen structureel gaan stijgen. Oorzaken hiervoor zijn: Er komen meer modules dan er tot nu toe waren en de modules zijn ook meer gespecificeerd. Naast de nieuwe basismodule kunnen, indien noodzakelijk, aanvullende modules worden toegekend; Doordat concreter omschreven moet worden welke ondersteuning nodig is neemt de speelruimte van de zorgaanbieder af. De concrete omschrijving van de ondersteuning wordt gebaseerd op de noodzakelijke ondersteuning en de bijbehorende activiteiten en frequentie; De wasvoorziening valt niet meer onder de basismodule, maar is een aparte aanvullende module geworden gebaseerd op een objectieve en onafhankelijke norm; De indicatiestelling per cliënt door het wijkteam gaat meer tijd kosten evenals de verwerkingstijd bij de backoffice; De AMvB Inkoop Maatschappelijke Ondersteuning treedt in werking en legt op met welke kostprijselementen wij rekening moeten houden bij het vaststellen van tarieven. Er is sprake van een loonstijging als gevolg van de CAO-VVT. Een eerste raming (zonder nader te onderzoeken besparingen) laat een doorkijk zien in 2018 van ca. 3-6 miljoen euro aan meerkosten in 2018 ten opzichte van 2016. Op begrotingsbasis zal in 2018 hierdoor een tekort op de OH ontstaan. Een onzekerheid blijft hierbij het aantal cliënten dat een beroep doet op de OH, welke modules zullen worden afgenomen en de effecten van de aanbesteding 2018. De uitvoeringskosten en de stijging van de zorgkosten kunnen in 2017 worden opgevangen met het huidige budget, aangevuld met de hieronder genoemde middelen. Middelen en dekking In 2015 en 2016 is beperkt gebruik gemaakt van de dienstencheques. Het HHT-budget voor deze jaren is dan ook niet geheel besteed. Nu de nieuwe werkwijze en het beleid voor de OH duidelijk is en de te verwachten kosten hiervan, is het voorstel het resterende budget in te gaan zetten voor de uitvoerings- en zorgkosten van het nieuwe beleid OH. Voorstel is om het resterende HHT-budget 2016 van 1,4 miljoen in te zetten ter dekking van de uitvoerings- en zorgkosten in 2017. Daarnaast is in afwachting van de gevolgen van de noodzakelijke wijzigingen in de uitvoering als gevolg van de uitspraken van de CRvB het (transformatie)budget van 1 miljoen nog niet ingezet. Dit budget is bij collegebesluit van 23 februari 2016 ingesteld tot realisatie van de beoogde ontwikkeling van de maatwerkvoorziening Ondersteuning bij het Huishouden en is voortgekomen uit een deel van het overgebleven HHT-budget 2015 en waarvan een ander deel naar de algemene middelen is gegaan. Het doel van het budget is de vernieuwing van de OH. Nu de nieuwe werkwijze en het beleid voor de OH duidelijk is en de te verwachten kosten hiervan, is het voorstel om ook het (transformatie)budget van 1 miljoen euro in te zetten voor dekking van de uitvoerings- en zorgkosten van het nieuwe beleid OH. Kosten Uitvoerings- en zorgkosten Incidentele kosten 2017 Structurele kosten vanaf 2018 Zorgkosten: ca. 1,4 miljoen euro Herindicaties alle cliënten: Ca. 1 miljoen euro Zorgkosten: eerste indicatie van ca 3-6 miljoen euro. Uitvoeringskosten: meer tijd kwijt voor indicatiestelling per cliënt evenals verwerkingstijd backoffice Dekking De incidentele kosten te dekken uit de restant middelen HHT 2016 en het (transformatie)budget uit 2016 Tekort en oplossingsrichtingen worden betrokken bij Zomernota 2017. De stijging van de zorgkosten in 2017 is gebaseerd op het feit dat cliënten vanaf april 2017 gefaseerd over gaan naar de nieuwe modules en dat vanaf september 2017 het merendeel van de cliënten gebruik maakt van de nieuwe modules. De kosten van het huidige basis- en pluspakket zijn hierbij afgezet tegen de kosten van de 7

nieuwe modules. De kosten van de herindicaties bestaan met name uit de inzet van consulenten en de administratieve verwerking van de herindicaties door de backoffice. Vervolgacties en bijsturingsmaatregelen vanaf 2018 Onderzoek wasverzorging De omvang van het gebruik van de module Wasverzorging is niet duidelijk. Een reële inschatting maken van de te verwachten kosten is daarom op dit moment niet goed mogelijk. Om die inschatting wel te kunnen maken en om de eigen kracht binnen deze module op een goede manier in beeld te kunnen brengen is besloten dit nader te onderzoeken. Regionaal is hiertoe inmiddels een opdracht aan HHM verstrekt. Bij de Zomernota 2017 komen we terug op deze oplossingsrichting. Lobby Bij de transitie 2015 is door het Rijk een korting toegepast van 40%. Vervolgens zijn wij door de uitspraken van de CRvB gedwongen ons beleid en onze uitvoering op een bepaalde manier vorm te geven, waardoor er extra kosten ontstaan. Dit tezamen met de eerder genoemde korting brengt met zich mee dat wij genoodzaakt zijn om met de regio, G32 en VNG een stevige lobby richting het Rijk te starten om meer middelen beschikbaar te krijgen voor de uitvoering van de OH. Communicatie In april 2017 nemen wij contact op met de cliënten met een indicatie voor OH voor een persoonlijk gesprek. De gesprekken vinden plaats in de periode april tot en met naar verwachting september 2017. Verder wordt er een flyer opgesteld over de veranderingen bij de OH en wordt informatie geplaatst op de website www.wijkteamsenschede.nl. Daarnaast wordt voor inwoners informatie geplaatst op de website www.enschede.nl en in het huis aan huisblad. Met gecontracteerde aanbieders zijn wij in een klankbordgroep in gesprek over de wijzigingen bij de OH en de communicatie hierover. Niet- gecontracteerde aanbieders en professionals worden in de nieuwsbrief SociaalDomein053 en op de website SociaalDomein053 geïnformeerd over de veranderingen. Vervolg Beleidsregels De beleidsregels worden ter advisering voorgelegd aan de Wmo Raad en worden daarnaast ook ter inzage gelegd. Klankbordgroep Er wordt een lokale klankbordgroep ingesteld. Een afvaardiging van inwoners, aanbieders en de gemeente hebben zitting in deze groep. Doel van de klankbordgroep is over en weer afstemming over de uitvoering van de OH. Planning 1 april 2017 ingangsdatum nieuwe beleidsregels 1 april 2017 start persoonlijke gesprekken en start inkoop 2018 1 januari 2018 ingangsdatum raamovereenkomsten 2018 Bijlagen ter informatie 1. Beleidsregels Ondersteuning bij het Huishouden 2. HHM onderzoek 3. NDSD-rapport 4. Advies Damsté 5. Werkproces Ondersteuning bij het Huishouden 6. CIZ Richtlijn 7. Besluit Maatschappelijke Ondersteuning 8. Advies Pels Rijcken gemeente Hengelo Burgemeester en Wethouders van Enschede, De Secretaris, de Burgemeester, D. de Vos Koelink dr. G.O. van Veldhuizen 8

Besluit Van de Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Vastgesteld in de vergadering van De Griffier, R.M. Jongedijk de Voorzitter dr. G.O. van Veldhuizen 9