Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer.

Transcriptie

1 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer. Nummer: 8a. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 6 maart 2012 Aanleiding De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Voor de individuele voorzieningen is destijds de bestaande regelgeving van de aan de Wmo voorafgaande Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en de functie Huishoudelijke Verzorging (HV) uit de AWBZ zo veel mogelijk ongewijzigd in de Wmoverordening opgenomen. Inmiddels is het noodzakelijk om, op basis van gewijzigde inzichten zoals De kanteling, andere ontwikkelingen en jurisprudentie, de huidige Verordening met de aanvullende beleidsregels te herzien. Resultaat is een nieuwe gekantelde Wmo-Verordening met een uitgebreide toelichting en de hieruit voortvloeiende beleidsregels en een financieel besluit voor de gemeente Boxmeer. Nadere toelichting De bevoegdheid voor het vaststellen van een nieuwe Wmo-verordening ligt bij de gemeenteraad (artikel 5 Wmo). De gemeenteraad van Boxmeer is bevoegd om een nieuwe gewijzigde Wmo-verordening vast te stellen. De huidige verordening is vastgesteld per 1 januari 2008 in een besluit van de gemeenteraad van Boxmeer d.d. 27 september De nieuwe Wmo-verordening is voorzien van een uitgebreide toelichting op de beleidsuitgangspunten in verordening. De opbouw van deze verordening is geheel anders dan die van de voorafgaande verordening. In deze verordening ligt het zwaartepunt vanuit de kantelgedachte op de te behalen resultaten in plaats van op voorzieningen en op het zogenaamde gesprek, een open gesprek waarin samen met de persoon die compensatie behoeft een zo volledig mogelijke inventarisatie gemaakt wordt van zijn of haar situatie. In de gemeente Boxmeer hebben we reeds ervaring met deze gekantelde werkwijze. Door deze wijze van werken wordt het proces om te komen tot oplossingen in twee delen gesplitst: een inventarisatiefase met hieraan gekoppeld het samen zoeken naar compenserende oplossingen voor de ervaren beperkingen, gekarakteriseerd door het gesprek en een mogelijke fase van aanvraag, beoordeling en toekenning van (individuele) voorzieningen. De gewijzigde verordening met de hieraan gelieerde beleidsregels en het financieel besluit is de formalisering van de reeds eerder gekozen gekantelde benadering en bieden een goede basis voor de uitvoering van het beleid. Het college stelt nadere beleidsregels over de voorzieningen en de vorm waarin deze kunnen worden verstrekt. Artikel 4 van de Wmo verplicht het college aan de in dat artikel genoemde personen voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een I-SZ/2011/418

2 huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Dit artikel brengt mee dat de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van deze personen de doeleinden zijn waarop de compensatieplicht van het college gericht moet zijn. Deze doeleinden zijn nader uitgewerkt binnen het kader van de Wmo-verordening in nadere beleidsregels en een financieel besluit in het kader van maatschappelijke ondersteuning. De compensatieplicht van de Wmo vraagt om een andere aanpak. Kernbegrippen zijn nu het leveren van maatwerk, uitgaan van te bereiken resultaten en eigen verantwoordelijkheid. Omdat maatwerk nodig is vindt een uitgebreid gesprek plaats ter verkenning van de mogelijkheden, ook de eigen. Bij de nadere invulling van de compensatieplicht staat centraal een omslag van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid). Dit houdt in dat bij een individuele aanvraag de aandacht verschuift van de gebruikelijke claimgerichte en -beoordeling naar een ruime probleemverkenning en het zoeken naar oplossingen en resultaten op basis van maatwerk. Hierbij staan behoud van de eigen regie, zelfredzaamheid en het zelfoplossend vermogen van de burger voorop. De omslag in het kader van de Kanteling betekent tevens een andere inrichting van de dienstverlening binnen de gemeentelijke organisatie. De taak van de gemeente is om aan de hand van de compensatieplicht in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte van de burger is en hiervoor passende oplossingen aan te bieden of te faciliteren. Vanuit de gekantelde visie staat immers niet meer het aanbod van voorzieningen centraal bij het bevorderen van de zelfredzaamheid en de participatie van de burgers. De nadruk ligt veel meer bij de vraagstelling, en op de eigen mogelijkheden van de burger en zijn sociaal netwerk. Bovenstaande uitgangspunten zijn vertaald in bijgevoegde nadere beleidsregels en een financieel besluit die als handvat dienen bij de toepassing van maatwerk in individuele klantsituaties aan het Wmo-loket. In de nieuwe beleidsregels zijn ook de wijzigingen meegenomen die in het kader van de Wmo-bezuinigingen op de voorzieningen zijn vastgesteld in het collegebesluit van 10 mei De nieuwe beleidsregels bieden de (juridische) basis voor toepassing en uitvoering van dit besluit. Het college stelt in het financieel besluit nadere regels over de voorzieningen, de vorm waarin deze kunnen worden verstrekt, de hoogte van de financiële tegemoetkoming, de hoogte van het persoonsgebonden budget en de hoogte van de eigen bijdrage. In het nieuwe financieel besluit zijn de wijzigingen meegenomen die in het kader van de Wmobezuinigingen op de voorzieningen zijn vastgesteld in het collegebesluit van 10 mei Het nieuwe financieel besluit biedt de (juridische) basis voor toepassing en uitvoering van dit besluit. Rol van de gemeente Beslisser Alternatieven en afwegingen Naar verwachting zal de nieuwe vast te stellen Wmo-verordening een korte geldigheidsduur hebben. Per 1 januari 2013 worden wijzigingen in de Wmo verwacht die aanpassing van de verordening, beleidsregels etc. noodzakelijk maken. Kortheidshalve wordt verwezen naar onderstaande paragraaf bij de juridische toets over de situatie per 1 januari De lokale Wmo-verordening en nadere beleidsregels zijn afgestemd met de andere 4 gemeenten in het Land van Cuijk. Voor de uitgangspunten in de verordening is evenals de regionale opzet van het Wmo-beleidsplan in grote lijnen consensus in de vijf - pag. 2/5 -

3 gemeenten van het Land van Cuijk. Bij de uitwerking van de nadere beleidsregels en het financieel besluit zijn o.a. op basis van lokale bezuinigingsdoelstellingen in diverse gemeenten de gezamenlijke uitgangspunten voor een deel verlaten. Dit past echter prima in de gemeentelijke couleur locale. Wettelijke basis Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is het wettelijk kader waarin het geformuleerde beleid past. De richting van het (brede) Wmo-beleid is nader verwoord in het vast te stellen regionaal Wmo-beleidsplan Land van Cuijk kantelen in het Land van Cuijk, iedereen doet mee. Het Wmo-beleidsplan is door de gemeenteraad op 8 december 2011 vastgesteld (artikel 3 Wmo). Met name het beleid op de prestatievelden 3,5 en 6 van de Wmo wordt met bijgaande verordening en hieraan gerelateerde documenten nader vorm gegeven. Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Prestatieveld 5: Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een (chronisch) pschygisch/psychosociaal probleem. Prestatieveld 6: Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een (chronisch) pschygisch/psychosociaal probleem met het oog op zelfredzaamheid en deelname aan het maatschappelijk verkeer. De bevoegdheid voor het vaststellen van een nieuwe Wmo-verordening (inclusief toelichting) ligt bij de gemeenteraad (artikel 5 Wmo). Het college van B&W stelt nadere regels. Deze zijn vorm gegeven in bijgaande beleidsregels en een financieel besluit. Ingangsdatum 1 januari 2012 De voorgestelde ingangsdatum voor de nieuwe verordening is 1 januari Gezien de geplande raadsbehandeling zal vaststelling van de verordening later plaatsvinden. De mogelijkheid is aanwezig om de verordening met terugwerkende kracht in te laten gaan indien dit niet zal leiden tot benadeling in individuele klantsituaties. Dit is geborgd door de hieronder genoemde overgangsregeling. Overgangsregeling Als gevolg van de nadere invulling van de verordening Wmo in beleidsregels en het financieel besluit kunnen individuele rechten wijzigen. Indien dit vanuit individueel klantperspectief leidt tot een nadelig effect in het recht op of de omvang van reeds verstrekte voorzieningen, is hiervoor een overgangstermijn van toepassing die tot 1 oktober 2012 de individuele rechten in stand laat. E.e.a. behoudens (tussentijdse) wijzigingen in de individuele indicaties. Deze overgangsmaatregel is opgenomen in artikel 6.3. van het financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer Situatie vanaf 1 januari 2013 Als gevolg van een aantal ontwikkelingen in de AWBZ en Zvw zullen alle hulpmiddelen die te maken hebben met zelfredzaamheid naar verwachting per worden overgeheveld naar de Wmo. Tevens zal voor inwoners die voor het eerst extramurale begeleiding nodig hebben de Wmo gaan gelden i.p.v. de AWBZ. Deze wijzigingen vragen wederom om een herziening en heroverweging van het vastgestelde beleid. Hiervoor zal naar verwachting in de tweede helft van 2012 een voorstel worden gedaan voor een hierop aangepaste Wmo-verordening met eventuele nadere beleidsregels en een financieel besluit. Financiën De nieuwe WMO-verordening heeft geen directe financiële consequenties. Het beschrijft in hoofdlijnen met name de gemeentelijke visie op de afzonderlijke prestatievelden 5 en - pag. 3/5 -

4 6 van de Wmo. In de uitwerking van de nadere beleidsregels en het financieel besluit is rekening gehouden met de beschikbare middelen op dit terrein in de begroting Afstemming andere projecten / derden De nieuwe verordening en toelichting hierop alsmede de aangepaste beleidsregels en het financieel besluit zijn voor advies voorgelegd aan de burgerparticipatieraad. Het advies alsmede de reactie van het college op dit advies wordt beschikbaar gesteld aan de gemeenteraad. Hierbij kan echter worden opgemerkt dat zowel in de beleidsregels als in het financieel besluit (buiten de formalisering van de kantelgedachte) geen nieuwe aspecten zijn opgenomen die afwijken van hetgeen reeds bij het collegebesluit van 10 mei 2011 m.b.t. de bezuinigingen is vastgesteld. De BPR heeft op 2 maart 2011 hierover reeds advies uitgebracht. De BPR-advisering is met name op de gewijzigde Wmoverordening inclusief toelichting van belang. Gezien de samenhang past hier echter een integrale benadering. Voorlichting Na vaststelling van de verordening en de hiermee samenhangende nieuwe beleidsregels en financieel besluit zal bekendmaking/publicatie hiervan plaatsvinden via de gemeenterubriek in het Boxmeers Weekblad. Daarnaast zal de vastgestelde verordening eveneens worden gepubliceerd op de gemeentelijke website. Voorstel De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2012 inclusief de toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer 2012 vast te stellen met terugwerkende kracht per 1 januari Burgemeester en wethouders van Boxmeer, de secretaris, de burgemeester, drs. ir. H.P.M. van de Loo K.W.T. van Soest - pag. 4/5 -

5 Bij het onderwerp: Nieuwe Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer Horen de volgende bijlagen: 1. I-SZ/2011/407: Concept Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer I-SZ/2011/408: Concept toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer pag. 5/5 -