*Z009319C333* documentnr.: INT/M/14/10736 zaaknr.: Z/M/14/10411

Transcriptie

1 *Z009319C333* documentnr.: INT/M/14/10736 zaaknr.: Z/M/14/10411 Raadsvoorstel Onderwerp : Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert 2015 Datum college : 30 september 2014 Portefeuillehouder : H.P.W.M. van Daal Afdeling : Ontwikkeling Commissie : Samenleving en Bestuur Contactpersoon : H.J. van Maaren adres : eric.vanmaaren@cgm.nl Telefoonnummer : In te vullen door de griffie Nummer raadsvoorstel : Datum commissie : 28 oktober 2014 Agendapunt commissie : Datum raad : 6 november 2014 Agendapunt raad : 10 Samenvatting voorstel Als gevolg van de Transitie AWBZ wordt per 1 januari 2015 een aantal taken overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo. Hierbij gaat het vooral om de functies begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen. Deze taken worden toegevoegd aan het takenpakket dat al bij de gemeenten lag onder de oude Wmo, zoals de Hulp bij het huishouden en de Voorzieningen (vervoer, rolstoel en woon). Om uitvoering te geven aan de taken op het gebied van de Wmo dient de gemeenteraad een Verordening vast te stellen. In de Verordening worden de algemene regels opgenomen die de gemeente Mill en Sint Hubert gaat hanteren voor het bepalen van de ondersteuning van burgers met een hulpvraag. Voorstel besluit De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert 2015 vast te stellen. Financiële consequenties De uitvoering van de Verordening Wmo vindt plaats binnen de bestaande financiële kaders en de middelen die voor de nieuwe taken beschikbaar komen. Voor de nieuwe taken binnen de Wmo ontvangt de gemeente een budget bestaande uit een integratieuitkering-sociaal domein. Hierin zijn ook de budgetten van de Transities Participatiewet en Jeugdzorg opgenomen. Daarnaast ontvangen wij voor de bestaande Wmo taken, zijnde de hulp bij het huishouden en de voorzieningen (vervoer, rolstoel en woon) al sedert 2007 een integratie uitkering respectievelijk een bijdrage via de algemene uitkering. De uitgaven voor de huidige Wmo taken (hulp bij het huishouden en de voorzieningen) zijn opgenomen in de meerjarenbegroting. 1

2 Het gemeentelijk budget voor de nieuwe taken in 2015 bedraagt voor onze gemeente (op basis van de meicirculaire 2014). Hieronder valt een aantal deelbudgetten, zoals begeleiding, inloopfunctie GGZ, persoonlijke verzorging (5%), bijdrage aan MEE, uitvoeringskosten etc Een definitieve verdeling van het totale budget over de verschillende deelbudgetten is op dit moment nog niet aan te geven. Dat geldt derhalve ook voor de deelbudgetten welke direct betrekking hebben op de uitvoering van de Verordening (met name het onderdeel begeleiding). Wettelijk kader en beleidskader Wet Maatschappelijke ondersteuning (Stbl. 2015, 280). Communicatie en participatie De Verordening heeft op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Daarnaast is deze ter advisering voorgelegd aan de WMO/WWB Burgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert. Op 16 juli 2014 is een voorlichtingsavond georganiseerd voor de gezamenlijke vijf Participatieraden in het Land van Cuijk. Op 22 augustus 2014 heeft de WMO/WWB Burgerparticipatieraad advies uitgebracht. Voorts is op 25 augustus 2014 een reactie ontvangen van de Stichting Welzijn Ouderen Mill (SWOM). De WMO/WWB Burgerparticipatieraad wijst nadrukkelijk op het belang van de privacy van de cliënt. Daarnaast willen zij graag bijtijds betrokken worden bij de beleidsontwikkeling ten aanzien van de mantelzorgwaardering. Reactie : Wij onderschrijven het belang van de privacy van de cliënten. Bij het opstellen van de nadere regeling mantelzorgwaardering zullen wij de WMO/WWB Burgerparticipatieraad in een vroegtijdig stadium betrekken. De Stichting Welzijn Ouderen Mill (hierna te noemen SWOM) heeft een aantal opmerkingen en aandachtspunten geformuleerd. Hieronder geven wij onze reactie daarop. De SWOM vraagt in een aantal gevallen (o.a. bij het persoonlijk plan) om aan te sluiten bij de terminologie van de model Verordening van de VNG. Reactie : Bij het opstellen van de Verordening is zowel gebruik gemaakt van de model Verordening van de VNG als die van Kluwer Schulinck. Schulinck verleent juridische ondersteuning aan een groot aantal gemeenten, waaronder ook de gemeenten in het Land van Cuijk. Op deze wijze hebben wij de beste elementen uit beide modellen gebruikt, en zijn niet alle artikelen uit het VNG-model overgenomen. Ten aanzien van het persoonlijk plan is in artikel 4 lid 2 van de Verordening aangegeven dat dit bij het onderzoek zal worden betrokken. Hoofdstuk 2 Procedure melding, onderzoek en aanvraag De SWOM stelt dat helderheid geboden moet worden over de afbakening en de wijze waarop tussen de divers instanties (Wmo, ZVW en WLZ) wordt samengewerkt. Voorts dient duidelijk te zijn op welke wijze een melding kan worden gedaan. Reactie : De afbakening is geregeld binnen de reikwijdte van de diverse wetten (Wet maatschappelijke ondersteuning, de wet Langdurige Zorg en de Zorgverzekeringswet). 2

3 Wel is het zo dat ten behoeve van de uitvoering nog nadere afspraken met o.a. de zorgverzekeraars gemaakt gaan worden. In de toelichting op de Verordening is aangegeven dat de melding in principe vormvrij is en op allerlei manieren kan plaatsvinden. Artikel 3 Cliëntondersteuning. De SWOM ziet graag een begripsomschrijving van de term cliëntondersteuning. Reactie : Gelet op het feit dat in de wet reeds een definitie van cliëntondersteuning wordt gegeven, is dit niet nader in de Verordening omschreven. Artikel 7 Onderzoek. De SWOM verzoekt om bij de aanhef de term onderzoek te vervangen door gesprek. Reactie : Zoals ook in artikel van de Wmo, wordt in de Verordening de nadruk gelegd op het begrip onderzoek. De reikwijdte van het onderzoek is ruimer dan alleen het gesprek. Naast het gesprek maken immers ook andere aspecten onderdeel uit van het onderzoek, zoals het inschakelen van externe medische adviseurs, het opvragen van gegevens e.d. Vandaar dat ervoor gekozen is om het begrip onderzoek centraal te stellen. Hoofdstuk 3 Maatwerkvoorziening. De SWOM wijst op het belang van de mogelijkheid om een advies te vragen. Reactie : Wij onderschrijven dit belang. Omdat dit vooral ziet op de uitvoering, hebben wij ervoor gekozen om dit op te nemen in de door ons college vast te stellen nadere regels Wmo. Artikel 10. Lid n en o. Volgens de SWOM kan dit arbitrair overkomen. Reactie : Deze bepalingen hanteren wij reeds in de huidige Wmo Verordening. Tot op heden heeft dit niet tot discussie geleidt. Artikel 12 Persoonsgebonden budget. De SWOM is van mening dat door te beginnen met verplichtingen een te negatief beeld ontstaat. Reactie : In artikel 11 van de Verordening is al aangegeven dat een maatwerkvoorziening in de vorm van een voorziening in natura dan wel in de vorm van een persoonsgebonden budget toegekend kan worden. Artikel 13 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering. De SWOM wijst erop dat dat de cliënt niet de dupe mag worden van een fout van de gemeente. Reactie : Deze stelling onderschrijven wij. Hoofdstuk 5 Kwaliteit en inspraak. De SWOM wijst erop dat niet alleen aanbieders kunnen melden maar ook andere (belanghebbenden). Reactie : Wij zullen dit opnemen in de nadere regels Wmo. Artikel 18. Klachtregeling. De SWOM verzoekt om een uitbreiding van het artikel met klachten richting de gemeenten. Reactie : Dit achten wij niet nodig omdat er reeds een algemene klachtenregeling binnen de gemeente van kracht is. 3

4 Artikel 19 Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning. Het vroegtijdig betrekken van cliënten bij het besluitvormingsproces en het door de gemeente organiseren van periodieke overleggen met Wmo raden, lokale belangenbehartigers en cliëntenraden zou in de Verordening opgenomen moeten worden. Reactie : In artikel 19 van de Verordening komt voldoende tot uiting op welke wijze de aanbieder de medezeggenschap van cliënten dient te waarborgen. Omdat dit artikel ziet op de relatie tussen cliënten en aanbieders, is het organiseren van periodieke overleggen door de gemeente in dit kader niet aan de orde. Artikel 20. Betrekken van ingezetenen bij het beleid. De SWOM stelt voor om in lid 2 tevens op te nemen: het gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen. Reactie : Ons inziens vloeit dit reeds voort uit de strekking van het artikel. Hoofdstuk 6 Mantelzorgwaardering. De SWOM geeft bij de ontwikkeling van het Mantelzorgbeleid een aantal aandachtspunten mee. Reactie : Wij nemen deze punten mee bij het opstellen van de nadere regeling mantelzorgwaardering. Gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband Naam gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband: n.v.t. Toelichting op het voorstel Als gevolg van de Transitie AWBZ wordt per 1 januari 2015 een aantal taken overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo. Hierbij gaat het vooral om de functies begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen. Deze taken worden toegevoegd aan het takenpakket dat al bij de gemeenten lag onder de oude Wmo, zoals de hulp bij het huishouden en de voorzieningen (vervoer, rolstoel en woon). Op 8 juli 2014 heeft de 1e Kamer ingestemd met de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning. De nieuwe wet gaat per 1 januari 2015 in. Om uitvoering te geven aan de taken op het gebied van de Wmo dient de gemeenteraad een Verordening vast te stellen. In de verordening worden de algemene regels opgenomen die onze gemeente gaat hanteren voor het bepalen van de ondersteuning van burgers met een hulpvraag. Bij het opstellen van de Verordening is als uitgangspunt genomen dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven. Dit uitgangspunt is ook nadrukkelijk in de nieuwe wet opgenomen. Er wordt bekeken wat redelijkerwijs verwacht mag worden van de burger en zijn sociaal netwerk. Vervolgens zal, daar waar nodig, de gemeente als aanvulling hierop de burger in staat stellen gebruik te maken van een voorziening, waarmee men in voldoende mate in staat wordt gesteld om zelfstandig te kunnen blijven deel nemen aan het maatschappelijk verkeer. De Verordening past binnen de kaders en uitgangspunten van het reeds door uw Raad vastgestelde Beleidsplan Transformatie AWBZ naar Wmo deel I en Beleidsplan Transformatie AWBZ naar Wmo deel II. De kaders van de Verordening zijn, evenals die van de vermelde Beleidsplannen, in de regio Brabant Noordoost-oost afgestemd. De nu voorliggende Verordening wijkt overigens op één punt af van het in de regio opgestelde concept. 4

5 Anders dan in de regionale concept-verordening kiezen de gemeenten in het Land van Cuijk ervoor om een apart artikel 22 in de Verordening op te nemen. Dit artikel bepaald dat het college nadere regels stelt omtrent de tegemoetkoming meerkosten voor personen met een beperking of chronische problemen. De inhoud van de Verordening In de Verordening zijn bepalingen opgenomen over de procedure ten aanzien van de melding van een hulpvraag, het onderzoek en de aanvraag voor een Wmo voorziening (Hoofdstuk 2). Voorts zijn regels gesteld betreffende de criteria voor een maatwerkvoorziening (Hoofdstuk 3) en de bijdrage in de kosten van een voorziening (Hoofdstuk 4). Bepalingen over de kwaliteitsaspecten en de inspraak zijn in Hoofdstuk 5 opgenomen. Tot slot zijn specifieke artikelen opgenomen betreffende de mantelzorgwaardering en de tegemoetkoming meerkosten voor personen met beperkingen of chronische problemen (Hoofdstukken 6 en 7). Als gevolg van het vervallen van diverse landelijke regelingen, zoals het Mantelzorgcompliment, de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten (WTCG) en de regeling Compensatie Eigen Risico (CER) is in de nieuwe Wmo bepaald dat de gemeente zorg dient te dragen voor de blijk van waardering van mantelzorgers. Tevens krijgt de gemeente de mogelijkheid om mensen met aannemelijke meerkosten als gevolg van chronische ziekte te ondersteunen. In de Verordening is aangegeven dat ons college voor beide onderwerpen een nadere regeling treft. Voorgestelde beslissing(en) met argumenten en afwegingen Voorgesteld wordt om de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert 2015 vast te stellen. Tevens wordt voorgesteld om de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert 2012 in te trekken. Uitvoering, risico s en evaluatie Het gevoerde Wmo beleid zal voor het eerst in 2017 worden geëvalueerd en wordt daarna eenmaal per vier jaar geëvalueerd. Overige politiek relevante informatie n.v.t. Conclusie Wij stellen u voor de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert 2015 (incl. toelichting) vast te stellen, onder gelijktijdige intrekking van de door uw Raad vastgestelde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert Het betreffende ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Bijlagen Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Mill en Sint Hubert 2015 (incl. toelichting) Advies van de WMO/WWB-Burgerparticipatieraad Mill Sint Hubert d.d. 22 augustus Reactie van de Stichting Welzijn Ouderen Mill d.d. 25 augustus 2014 Overige bijlagen: n.v.t. 5

6 Raadsplanning (bestuurlijke planning) Dit voorstel leidt tot de volgende wijziging in de raadsplanning: n.v.t Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert, Ir. C.C. Boode secretaris Ing. A.A.M.J. Walraven burgemeester 6