Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem Postbus AA Lochem

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem Postbus AA Lochem"

Sofie Wouters
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem Postbus AA Lochem Epse, Betreft: Advies Wmo-raad Lochem inzake collegevoorstel uitvoering Wmo Geacht College, Het beleidsvoornemen van het College vloeit rechtstreeks voort uit de bezuiniging die het Rijk de gemeenten oplegt voor huishoudelijke hulp en past binnen de nagestreefde bezuinigingsdoelen van het rijk en daarmee ook van de gemeente met betrekking tot de Wmo. Tevens wordt in de Wmo 2015 het compenseren van huishoudelijke hulp niet meer als een taak van de gemeenten gezien. In plaats van de compensatieplicht introduceert de Wmo 2015 de zogenoemde maatwerkvoorziening. In het licht van bovenstaande valt het beleidsvoornemen om te bezuinigen op huishoudelijke hulp te billijken, hoe triest dat ook voor betrokkenen kan uitpakken. De keuze om te stoppen met schoonmaakhulp (HH1) is echter een drastische maatregel. Het collegevoorstel hieromtrent roept bij de Wmo-raad Lochem veel vragen op. Opmerkingen en vragen 1. Het is belangrijk dat de Gemeente de invoering van deze bezuiniging vergezeld laat gaan van een adequate voorlichting, begeleiding en - waar nodig - ondersteuning van haar burgers, bij voorkeur door een onafhankelijk cliëntondersteuner zoals bedoeld in artikel lid 3 Wmo Dit vraag om een goed uitgewerkt uitvoeringsplan voor deze aspecten. Helaas is zo n plan in geen velden of wegen te bekennen terwijl de geplande invoeringsdatum ongeveer aanstaande is. Het uitvoeringsplan dient eenduidige overgangsbepalingen te bevatten, zodat bestaande cliënten weten wat hen te wachten staat. Tevens pleiten wij er voor een hardheidsclausule in het uitvoeringsplan op te nemen, zodat in uitzonderingsgevallen wel HH1 geleverd kan worden als de omstandigheden er naar zijn. Overigens dient het bestaande bestand, HH1 en HH2 indicaties, onderzocht te worden op correctheid van de uitvoering. Er bestaan aanwijzingen dat toezeggingen voor levering van HH2 stilzwijgend zijn omgezet naar HH1, waardoor cliënten niet ontvangen waarvoor men is geïndiceerd of de zorgaanbieder een tarief heeft ontvangen dat niet overeenstemt met de geleverde dienst.

2 Wij gaan er van uit dat het uitvoeringsplan tijdig gereed zal zijn. 2. Heel belangrijk is de scheidslijn - met name ook in operationele zin - tussen HH1 en HH2. De Wmo-raad Lochem vraagt zich af of voor de gemeente volstrekt helder, eenduidig en transparant is wat beide indicaties precies inhouden. Als dit het geval is hoe kan het dan zijn dat er een toenemende vraag naar ondersteuning bij regie op huishouden HH2 wordt verwacht, terwijl tegelijkertijd het beschikbare budget gelijk blijft. 3. Hoe verhoudt zich de maatregel met betrekking tot de huishoudelijke hulp tot de transitie van de AWBZ-begeleiding? In de CIZ Indicatiewijzer 2014, p. 120, staat het volgende vermeld over het verschil tussen hulp bij het huishouden en AWBZ-begeleiding : Bij hulp bij het huishouden gaat het om het overnemen van huishoudelijke taken, al dan niet in combinatie met het overnemen van de organisatie van deze taken. Wanneer de verzekerde deze huishoudelijke hulp wel zelf kan uitvoeren, maar iemand anders moet toezien/stimuleren (score 1 van de beperkingen op huishoudelijk leven) en de hulpverlener moet tijdens het uitvoeren van deze huishoudelijke taken aanwezig zijn, dan behoort deze ondersteuning tot de compensatieplicht van de Wmo. Dit geldt ook wanneer de verzekerde deze huishoudelijke taken soms wel of soms niet zelf kan uitvoeren. In het geval de hulp bij de regie/structuur van het huishouden zich richt op het plannen, stimuleren en voor bespreken van deze huishoudelijke taken, waarna de verzekerde die taken dan zelf uitvoert, dan kan deze hulp een aanspraak zijn op Begeleiding vanuit de AWBZ. De verzekerde heeft namelijk op basis van een grondslag/aandoening beperkingen bij de sociale redzaamheid en/of psychisch functioneren. De Wmo-raad Lochem is benieuwd naar de uitwerking van bovenstaande in het Wmo beleid voor 2015 en naar de stand van zaken betreffende de inkoop van het één en ander? 4. Het collegevoorstel geeft aan: Inwoners die geen regie meer hebben op hun huishouden en waarbij dit de zelfredzaamheid en participatie belemmert, worden ook in de toekomst ondersteund. Aan welke ondersteuning we hierbij moeten denken wordt niet duidelijk gemaakt. 5. Als alternatief voor de compensatieplicht wordt, ingeval de burger het op eigen kracht niet redt - en nadat gebleken is dat het bieden van een luisterend oor en het

3 geven van informatie en advies ontoereikend is - de zogenaamde maatwerkvoorziening opgevoerd. De Wmo-raad wil graag weten aan welke soort voorzieningen in dit verband wordt gedacht en hoe daar in de inkoop rekening mee gehouden wordt. 6. Algemene oplossing (1.3 college voorstel) Het beleidsvoornemen is evident een bezuinigingsmaatregel. Elke toespeling in het beleidsvoornemen en persbericht op zelfredzaamheid en participatie van de burger als (mede)argument voor deze bezuiniging, komt heel wrang over en zal cynische reacties bij de burgers oproepen. De grote vraag is echter: is deze exercitie in de wet ook zo omschreven? De term algemene oplossing kent de Wmo 2015 niet. In de wet wordt gesproken van algemene voorzieningen, niet te verwarren met algemeen gebruikelijke voorzieningen. Onder algemeen gebruikelijke voorzieningen wordt verstaan: Voorzieningen die niet speciaal bedoeld zijn voor mensen met een handicap, zodat de voorziening ook op grote schaal door niet-gehandicapten wordt gebruikt, en die gewoon in een normale winkel te koop is en niet speciaal in revalidatie-vakhandel of soortgelijke winkels, en die qua prijs niet (aanzienlijk) duurder zijn dan vergelijkbare producten met hetzelfde doel. Het wettelijke begrip algemene voorziening luidt: Aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning, zijnde: 1e bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, die veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld, 2e ondersteunen van de zelfredzaamheid ( = in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden) en de participatie ( = deelnemen aan het maatschappelijk verkeer) van mensen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving, 3e bieden van beschermd wonen en opvang. Ook de algemene voorzieningen beogen dus een bijdrage te leveren aan de zelfredzaamheid en participatie. Dit betekent dat de gemeente een zorgplicht heeft ten aanzien van het organiseren en beschikbaar hebben van algemene voorzieningen.

4 Welke voorzieningen is de gemeente voornemens in te kopen, zowel in het algemeen als ten aanzien van huishoudelijke hulp in het bijzonder? De wet definieert de maatwerkvoorziening als volgt: Op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen: 1e ten behoeve van zelfredzaamheid (in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden), daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen, 2e ten behoeve van participatie (deelnemen aan het maatschappelijk verkeer), daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen, 3e ten behoeve van beschermd wonen en opvang. Het in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en het voeren van een gestructureerd huishouden, kan dus volgens de wettekst, onder zowel de algemene voorzieningen, als de maatwerkvoorziening vallen. Hoe wordt dit gegeven in het inkoopproces betrokken? De bestaande compensatieplicht, zoals die nu geldt voor de gemeente, omvat naast het huishouden ook het verplaatsen in en om de woning & lokaal, alsmede het ontmoeten van andere mensen. Wat gaat er met laatstgenoemde compensatieverplichtingen gebeuren? Evenals op andere deelterreinen van de Wmo blijft volstrekt onduidelijk wat de gemeente concreet onder maatwerkvoorzieningen verstaat en wanneer zo n maatwerkvoorziening wordt toegekend. Als verantwoordelijke organen worden het Zorgloket en de Gebiedsgerichte Sociale Teams (GST s) genoemd. Duidelijkheid over het wanneer, hoe en wat op het gebied van maatwerkvoorzieningen, voor mensen die hun huishoudelijke ondersteuning zullen verliezen, is essentieel. Hoe moet dat met GST s waarvan alleen nog maar de beleidscontouren op papier staan? 7. Onrust in de gemeente Lochem Opgemerkt wordt dat het besluit onrust zal veroorzaken. Niet alleen bij de klanten maar ook bij de mantelzorgers en huishoudelijke hulpen.

5 De Wmo-raad is benieuwd waaruit de zorgvuldige communicatie bestaat, waarover gesproken wordt. Hoe gaat de gemeente er voor zorgen dat mantelzorgers de gewenste ondersteuning krijgen, nu hun taak weer verder verzwaard zal worden. 8. Conclusie Er zijn nog zoveel vragen en onduidelijkheden dat het onmogelijk is een goed advies uit te brengen. Ook de bijlage bij het collegevoorstel biedt geen duidelijkheid. Bovendien komt de verwarring over de gebruikte termen weer naar voren, zoals ook al geconstateerd is bij de advisering over het beleidsplan Wmo Zonder eenduidigheid is geen helder beleid mogelijk en zal de uitvoering ook helderheid missen en dan hebben we het nog niet gehad over de kloof die zich aftekent tussen inkoopbedoelingen en uitvoeringspraktijk. De Wmo-raad kan pas zinvol adviseren als zij antwoord heeft gekregen op de gemaakte opmerkingen en gestelde vragen. Hoogachtend, Hoogachtend, W. Notten, voorzitter R. Beuving, secretaris

Vergelijkbare documenten

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het