Handreiking. Instemming ondersteuningsplan. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Jan de Vos, Marieke Boon-Mens

Vergelijkbare documenten
Checklist Instemming ondersteuningsplan

Handreiking. Instemming ondersteuningsplan. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Jan de Vos, Marieke Boon-Mens

Instemming ondersteuningsplan

WMS congres 12 november 2014 OPR zo kan het ook! Piet Vromans i.s.m. Samenwerkingsverband VO - RUW (2604)

GMR, schoolbestuur en passend onderwijs

Aandachtspunten Leraren passend onderwijs

VERSLAG OPR samenwerkingsverband O3 Dinsdag: Aanvang: Plaats: Kapelle, de Moolhoek. Notulist: Karin Sauter

Passend onderwijs. Passend onderwijs

INFORMATIEBLAD 6. College voor de Rechten van de Mens. rubriek: Veel gebruikte termen en afkortingen

Schoolbestuur en medezeggenschap vorming samenwerkingsverband

Begrippenlijst. Begrippen en definities passend onderwijs. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Floor Kaspers, Petra Overbeek

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Handreiking. Scholieren en medezeggenschap passend onderwijs. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Thomas Slooijer

Schoolondersteuningsprofiel

TRIPLE T. Rapportage Passend onderwijs (uitwerking onderdeel Triple T)

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Aanvulling lwoo-pro Regionaal Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht t/m

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland. Informatie voor ouders en leerkrachten

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

1. Hoofdlijn Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid

Handreiking. Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Floor Kaspers

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Besturen, scholen en docenten in SWV OP WEG. wetgeving

Passend Onderwijs. Regio 30-08

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.

Medezeggenschapsraad en schoolondersteuningsprofiel

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS ZEEUWS-VLAANDEREN

U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet?

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Passend onderwijs. Lid van het dagelijks bestuur, Liesbeth Verheggen

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ COÖPERATIE SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS OOSTERSCHELDEREGIO U.A.

Passend onderwijs Bergen,Gennep en Mook Informatie voor alle ouders

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

NIEUWSBRIEF SCHOLEN EN OUDERS - 1 JULI 2015

Jaarplan / regio Randstad

SAMENWERKINGSVERBAND AMSTELLAND EN DE MEERLANDEN

Juni Model Ondersteuningsplan

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING LEERLINGZORG VOORTGEZET ONDERWIJS ALMERE

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

Memorie van antwoord passend onderwijs

Samenvatting Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht

Bijlage 8 Begrippenlijst en afkortingen. Zorgplicht

Medezeggenschapsraad voor personeel (MRp) werkzaam in het samenwerkingsverband passend onderwijs. Handreiking voor de oprichting en opzet van een MRp

Ouders, schoolondersteuningsprofiel en medezeggenschap

Wat betekent passend onderwijs voor onze school?

Ondersteuningsplan

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING REGIONAAL SAMENWERKINGSVERBAND BREDA EN OMGEVING (RSV BREDA E.O.)

Roel Weener. Kwartiermaker Passend Onderwijs

Toezicht samenwerkingsverbanden passend onderwijs na 1 augustus Lunteren 5 oktober 2017

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SAMENWERKINGSVERBAND RIJN & GELDERSE VALLEI PO

Samenvatting Ondersteuningsplan

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op

Tripartiete overeenkomst personele gevolgen passend onderwijs

10 Aanmelding en zorgplicht basisschool

KWALITEITSKAART. Toewijzing en leerlingstromen binnen het samenwerkingsverband PO, VO, SBO & (V)SO. Passend onderwijs

Toelichting financiën bij hoofdstuk 6

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren

Jaarplan schooljaar

Nieuwsbrief Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 Nummer 2, oktober 2013

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007)

Inspectie indicatoren Waarderingskader

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND PASSENDWIJS

Begrippenlijst (passend) onderwijs (bron:

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SWV V(S)O ZUID HOLLAND WEST

Schoolondersteuningsprofiel

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND UTRECHT PRIMAIR ONDERWIJS

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Aannamebeleid Emile Weslyschool Maastricht

Passend Onderwijs in PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!!

Overleg met de Toezichthouder

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem

Uitnodiging OPR. juni 2013, nr.

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

Medezeggenschapsraad en schoolondersteuningsprofiel

samenwerking De rol van de schoolleider en de MR in de cyclus van het schoolondersteuningsprofiel Drie niveaus van passend onderwijs

Bijlage 1: voorstel toelaatbaarheidsverklaring

PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGONDERSTEUNING Versie 2.0

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Sine Limite, Coöperatie Passend Onderwijs Deventer U.A.

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland

Bijlage 2. Uitwerking zorgplicht

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND ONDERWIJS OP MAAT DE LIEMERS (SWV DE LIEMERS PO)

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

Periode van het moment van aanmelding tot het bericht van toelating op de meest passende plek Periode van 6 weken!

Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond Publieksversie voor scholen en ouders

BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ SAMENWERKINGSVERBAND VOORTGEZET ONDERWIJS WEST- FRIESLAND

Handreiking. Passend onderwijs en bestuursformatieplan schoolbestuur. steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Reinout Jaarsma, Jan de Vos

wat waar Wie bepaalt Basisondersteuning Regulier VO school

Het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring, bij wie en door wie?

op deze informatieavond voor leden van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden met als thema : Passend Onderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. samenwerkingsverband IJssel Berkel

Transcriptie:

Handreiking steunpunt Instemming ondersteuningsplan Jan de Vos, Marieke Boon-Mens November 2013

Inhoudsopgave Inleiding 2 1. Passend onderwijs en het ondersteuningsplan 3 1.1 Passend onderwijs in het kort 3 1.2 Personeel en tripartiete overeenkomst 4 1.3 Ondersteuningsplan 5 1.4 Proces van samenwerking en ontwikkeling 6 1.5 Tijdpad 7 1.6 Formele borging instemming ondersteuningsplan 7 1.7 Aandachtspunten werkwijze ondersteuningsplanraad 8 2. Ondersteuningsplan: aandachtspunten per onderdeel 9 2.1 Visie en doelen 9 2.2 Organisatie en personeel 11 2.3 Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring 12 2.4 Arrangeren en dekkend aanbod 16 2.5 Financiën, verevenen en verdelen 17 2.5.1 Meerjarenbegroting als onderdeel ondersteuningsplan 18 2.5.2 Aandachtspunten/toelichting bij het beoordelen van de meerjarenbegroting 20 2.6 Samenwerking 26 2.6.1 Gemeenten 26 2.6.2 Instellingen jeugdzorg, revalidatie, dagbehandeling 27 2.6.3 Samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs 27 2.6.4 Aangrenzende samenwerkingsverbanden en reformatorisch onderwijs 27 2.6.5 Instellingen voor cluster 1 en 2 28 2.7 Informeren van ouders, begeleiding en bemiddeling 28 Bijlage Checklist instemming ondersteuningsplan 31 1 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Inleiding Het ondersteuningsplan is hét beleidsdocument van elk samenwerkingsverband. Hierin beschrijft het samenwerkingsverband het meerjarenbeleid en alle gemaakte belangrijke keuzes op hoofdlijnen. Het bestuur van het samenwerkingsverband stelt het ondersteuningsplan vast, nadat de ondersteuningsplanraad (OPR), een nieuw sorgaan van het samenwerkingsverband, hiermee heeft ingestemd. Deze bevoegdheid is in de Wet scholen (Wms) opgenomen. Ook elke wijziging van het ondersteuningsplan vereist instemming van de ondersteuningsplanraad. De instemming moet gegeven worden op het gehele ondersteuningsplan, dus op het plan als totaal met alle onderdelen daarin. Deze handreiking is een hulpmiddel voor ondersteuningsplanraden bij de beoordeling van het ondersteuningsplan en de instemming daarop. Uitgangspunt daarbij is dat de ondersteuningsplanraad en het bestuur van het samenwerkingsverband het eens worden over het ondersteuningsplan. De wet geeft aan dat, voor het eerste ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband, de ondersteuningsplanraad in een periode van 4 weken (uiterlijk van 1 februari 2014 tot 1 maart 2014) de instemming beoordeelt. Als de ondersteuningsplanraad niet instemt, wordt in de periode tussen 15 maart en 15 april 2014 een geschillenprocedure gevoerd. Het Steunpunt en de organisaties van ouders, leerlingen en personeel die dit steunpunt vormen, vinden dat zo veel mogelijk moet worden voorkomen dat er geschillenprocedures ontstaan. Deze handreiking draagt daaraan bij door op een systematische wijze helder te krijgen wat belangrijk is voor ouders (leerlingen) en personeel in het beleid van het samenwerkingsverband. De handreiking bestaat uit twee delen:, het ondersteuningsplan, het tijdpad, de en aandachtspunten voor de ondersteuningsplanraad; ondersteuningsplan en per onderdeel aandachtspunten voor de ondersteuningsplanraad. Als bijlage zijn in een checklist alle aandachtspunten, vragen die de ondersteuningsplanraad stelt over het ondersteuningsplan, opgenomen. Deze checklist is ook apart, met korte toelichting per onderdeel, beschikbaar. Over algemeen functioneren van de ondersteuningsplanraad zelf is de handreiking hoe functioneert de ondersteuningsplanraad beschikbaar. Alle begrippen binnen zijn beschreven in de handreiking begrippen en definities welke is te downloaden op de website van het Steunpunt (www.-passendonderwijs.nl/). Daar waar in deze handreiking gesproken wordt over ouders als geleding van de ondersteuningsplanraad geldt dat daar ook gelezen kan worden leerlinggeleding. 2 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

1. Passend onderwijs en het ondersteuningsplan 1.1 Passend onderwijs in het kort De basis van ligt in de zorgplicht die scholen en schoolbesturen krijgen per 1 augustus 2014. Elke leerling heeft recht op onderwijs. Een kind wordt door de ouders aangemeld op de school van hun keuze. De school bekijkt of deze aan het kind, gezien zijn of haar mogelijkheden en eventuele beperkingen, goed onderwijs kan geven. Als de school dat niet zelf kan, zorgt de school of voor extra ondersteuning in de school of zorgt ervoor dat het kind op een andere school kan krijgen. In een regio vormen de scholen voor primair onderwijs (regulier en speciaal) én de scholen voor voortgezet onderwijs (regulier en speciaal) elk een samenwerkingsverband. Samen staan ze voor het onderwijs aan elke leerling in de regio. Passend onderwijs Passend onderwijs is de manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet op. Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Bij gaat het om extra ondersteuning aan leerlingen die nu onderwijs krijgen op: reguliere scholen voor basisonderwijs of voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo); speciale scholen voor basisonderwijs, praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs; speciale scholen voor cluster 3 (zeer moeilijk lerende kinderen, lichamelijk gehandicapte of meervoudig gehandicapte kinderen); scholen voor cluster 4 (onderwijs aan kinderen met een gedragsmatige of psychiatrische beperking). De scholen voor kinderen met een visuele (cluster 1) of een auditieve beperking en/of spraak-taal problemen (cluster 2) hebben een eigen landelijke structuur. Wel kunnen (reguliere) scholen aan deze kinderen extra ondersteuning bieden (bijvoorbeeld via speciale arrangementen/rugzakken en/of ambulante begeleiding). Er wordt onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning die elke school aanbiedt en extra ondersteuning die per school verschilt. De scholen binnen één samenwerkingsverband bieden met elkaar een breed aanbod van ondersteuning voor alle leerlingen. Afspraken daarover en de uitwerking daarvan staan in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. 3 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Naast het ondersteuningsplan dat in deze handreiking centraal staat, is het goed te weten dat er drie niveaus te onderscheiden zijn: ontwikkelingsperspectief voor een leerling die in aanmerking komt voor extra ondersteuning: de ouders en school voeren hierover Op Overeenstemming Gericht Overleg 1 ; schoolondersteuningsprofiel, waarin de school aangeeft welke ondersteuning aan leerlingen gegeven kan worden (advies MR); ondersteuningsplan met instemmingsrecht van de ondersteuningsplanraad. 1.2 Personeel en tripartiete overeenkomst Door worden geldstromen verlegd. Dat raakt de bekostiging van o.a. het personeel dat in dienst is bij schoolbesturen en samenwerkingsverbanden. Er is een landelijk akkoord over het opvangen van de personele gevolgen, de tripartiete overeenkomst. Veel aandacht is hierin besteed aan de positie van de huidige ambulante begeleiders. Hoofdlijn van het akkoord is: schoolbesturen hebben de inspanningsverplichting om verlies van expertise en ontslag van personeel te voorkomen; middelen voor de ambulant begeleiders zijn in 2014-2015 gegarandeerd; in 2015-2016 geldt een herbestedingsverplichting om de middelen bij de (V)SO besturen te besteden. Het ondersteuningsplan kan grote gevolgen hebben voor het verleggen van leerlingstromen of geldstromen en heeft daarmee personele gevolgen. Als het samenwerkingsverband personeel in dienst neemt, dient met dit tripartiete akkoord rekening te worden gehouden. In dat geval komt er nog een aparte sraad voor het samenwerkingsverband alleen bestaand uit personeel in dienst van het samenwerkingsverband zelf. Het samenwerkingsverband is dan ook werkgever. De ondersteuningsplanraad is niet het aangewezen orgaan om de juiste uitvoering van dit akkoord in de gaten te houden. Dat doen de personeelsgeledingen van de (G)MR-en (instemming bestuur formatieplan) en de vakcentrales met de schoolbesturen in het Decentraal Georganiseerd Overleg of het Op Overeenstemming Gericht Overleg. Schoolbesturen hebben inspanningsverplichting om in de periode 2014-2016 gezamenlijk in de regio te kijken hoe de personele gevolgen worden opgelost. Op het niveau van het samenwerkingsverband is het de MR-personeel die de belangen van het personeel in dienst of langdurig gedetacheerd bij het samenwerkingsverband behartigt. De 1 In de tweede kamer is een motie aangenomen van mevrouw Ypma die hier mogelijk wijzigingen in kan aanbrengen. 4 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

over de eventuele personele gevolgen liggen bij deze sraad. Een goede afstemming en communicatie tussen de ondersteuningsplanraad en deze MR-personeel (van het samenwerkingsverband) is daarbij van belang. De volgorde is op hoofdlijnen weergegeven in schema: onderwijsbeleid schoolbesturen en samenwerkingsverband geld en formatie schoolbesturen en samenwerkingsverband personele gevolgen en werkgelegenheid 1.3 Ondersteuningsplan Binnen het samenwerkingsverband maken de schoolbesturen met elkaar afspraken over de manier waarop alle leerlingen in het samenwerkingsverband zo goed mogelijk de passende ondersteuning kunnen krijgen die zij nodig hebben. Deze afspraken worden vastgelegd in het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan staat onder andere: het niveau van basisondersteuning (ondersteuning die alle scholen moeten bieden) beschreven; de criteria en procedure voor verwijzing naar het speciaal (voortgezet) onderwijs, speciaal basisonderwijs en lwoo en praktijkonderwijs vanaf 1-8-2015; het verdelen van het budget voor extra ondersteuning; de beoogde kwantitatieve en kwalitatieve resultaten; de informatieverstrekking aan ouders over de ondersteuningsvoorzieningen; mogelijkheden voor onafhankelijke ondersteuning. Hoofdstuk 2 gaat systematisch in op de uitwerking van deze elementen volgens de hieronder in het overzicht beschreven onderdelen: Wettelijk kader in WPO, WVO en WEC en Wms 5 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Centraal staan de visie en de behoeften van de leerlingen. Om aan de behoeften aan ondersteuning van leerlingen te voldoen, worden doelen gesteld. Deze zijn steeds leidraad voor de verdere uitwerking in de wijze van organisatie, de zorgtoewijzing in arrangementen, de indicering, de financiële keuzes, de samenwerking met derden en de wijze van communiceren. Daarna volgt de evaluatie en het opnieuw doorlopen van de beleidscyclus. Het wettelijk kader bepaalt de grenzen en de mogelijkheden die het samenwerkingsverband heeft, het zijn de spelregels. Bij de opstelling, aanpassing en evaluatie van het ondersteuningsplan en de jaarplannen zal steeds de vraag centraal staan: halen we de doelen en geven we de goede ondersteuning aan de leerlingen die het nodig hebben? Hoofdstuk drie behandelt de genoemde onderwerpen van het ondersteuningsplan: 1. Visie en doelen 2. Organisatie en evt. personeel 3. Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring 4. Arrangeren en dekkend aanbod 5. Financieren 6. Samenwerking derden 7. Informeren ouders en bemiddeling Bij ieder onderwerp is steeds een toelichting en uitleg over het onderwerp gegeven. Ook komen vaak een aantal specifieke aandachtspunten voor de ouder-/leerling geleding en voor de personeelsgeleding aan bod. In de checklist, die als bijlage 1 is bijgevoegd, zijn per onderwerp de vragen opgenomen die de ondersteuningsplanraad stelt bij de beoordeling van de instemming op het ondersteuningsplan. De checklist is, met korte toelichting per onderwerp, ook als apart document beschikbaar. 1.4 Proces van samenwerking en ontwikkeling Passend onderwijs wordt formeel per 1-8-2014 ingevoerd. Dan geldt ook het eerste ondersteuningsplan, in principe voor de periode 2014-2018. Het is onmogelijk om nu al voor een periode van vier jaar in één keer alles goed en volledig te overzien. Het ondersteuningsplan is een levend en voortschrijdend document. De betrokkenen in het samenwerkingsverband, besturen, personeel, ouders en leerlingen zullen met elkaar in gesprek blijven om tot oplossingen te komen waarbij samenwerking en verbinden essentieel zijn. Beleidscyclus Het ondersteuningsplan is een complex en meerjarig beleidsplan en beschrijft de organisatie en afspraken binnen het samenwerkingsverband om te voldoen aan de zorgplicht en het dekkend aanbod aan ondersteuning voor alle leerlingen. Daarnaast gaat het ondersteuningsplan in op de financiële verdeling van de middelen uitgewerkt in een meerjarenbegroting. Binnen het ondersteuningsplan is de beleidscyclus te herkennen die er op hoofdlijnen als volgt uitziet: 1a stand van zaken - bestaand beleid 1b visie, doelen komende 4 jaar / per jaar 1c ondersteuningsplan en meerjarenbegroting 1d jaarplan met activiteiten en jaarbegroting 2a evaluatie jaarplan - nieuwe stand van zaken 2b doelen volgend jaar en evt. nuanceren visie etc... 6 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Uitwerkingen van het ondersteuningsplan en in het samenwerkingsverband geldende afspraken kunnen in deelplannen worden verwoord. 1.5 Tijdpad Voor het eerste ondersteuningsplan is wettelijk een strak tijdpad vastgelegd waar elk samenwerkingsverband en elk schoolbestuur zich aan moet houden. In onderstaand overzicht is dit tijdpad beschreven. 1 februari 2014 (uiterlijk) eerste ondersteuningsplan ter instemming bij de ondersteuningsplanraad 1 maart 2014 binnen 4 weken verleent de ondersteuningsplanraad al dan niet instemming 15 maart 2014 bij niet-instemming legt bevoegd gezag samenwerkingsverband geschil voor aan Landelijke Commissie Geschillen (LCG-Wms) 15 april 2014 LCG-Wms doet uitspraak 1 mei 2014 ondersteuningsplan naar onderwijsinspectie Advies: ga eerder dan 1 februari met elkaar om de tafel! Het tijdpad erg krap. Het is aan te bevelen om als bestuur van het samenwerkingsverband met de (voorlopige) ondersteuningsplanraad zo snel mogelijk, eerder dan 1 februari 2014, inhoudelijk in gesprek te gaan over het beleid in het ondersteuningsplan. 1.6 Formele borging instemming ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan wordt voor vier jaar vastgesteld. Voor het eerste ondersteuningsplan kan, als groeimodel, een kortere termijn (bijvoorbeeld een jaar) worden gehanteerd. Indien de ondersteuningsplanraad komt tot een instemming kan dat als volgt formeel worden aangegeven: Instemming op het gehele ondersteuningsplan De ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband heeft het ondersteuningsplan in de vergadering van (datum) behandeld en heeft op die vergadering ingestemd met het ondersteuningsplan. Het kan zijn dat de ondersteuningsplanraad op bepaalde onderdelen een andere mening heeft dan het bestuur. Dat zou kunnen leiden tot het niet instemmen met het ondersteuningsplan. Het is wenselijk dat in dat geval (nee, tenzij) de ondersteuningsplanraad duidelijk aangeeft waarom men een ander beleid voorstaat dan in het ondersteuningsplan is voorgesteld en hoe de instemming door het bestuur wel kan worden verkregen. Onthouden van instemming De ondersteuningsplanraad heeft het ondersteuningsplan in de vergadering van (datum) behandeld en heeft op die vergadering zijn instemming op het ondersteuningsplan onthouden. Redenen hiervoor zijn:... Uitgangspunt is altijd dat de ondersteuningsplanraad en bestuur van het samenwerkingsverband het eens worden over het ondersteuningsplan en dat een geschil zoveel mogelijk wordt voorkomen. 7 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Indien nodig behoort mediation voor de behandeling van een geschil tot de mogelijkheden. Partijen die met elkaar een conflict hebben, kunnen met behulp van een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, op zoek naar een oplossing. Meer informatie hierover is te vinden op www.onderwijsgeschillen.nl. Bij een klacht of sgeschil kan met partijen afzonderlijk worden bekeken of de zaak zich leent voor mediation of voor de formele behandeling door de betreffende commissie. 1.7 Aandachtspunten werkwijze ondersteuningsplanraad Het ondersteuningsplan is geen statisch document. Samenwerken vanuit heldere rollen en verantwoordelijkheden tussen het bestuur van het samenwerkingsverband, de schoolbesturen én ouders, leerlingen en personeel is de hoofdopdracht. Doel is om samen op een goede manier tot keuzes en oplossingen te komen. Het ondersteuningsplan is formeel een vierjarig document, maar het verdient aanbeveling om het jaarlijks te evalueren en desgewenst aan te passen. Op die manier ontstaat een voortschrijdend meerjarenbeleidsplan. Om de samenwerking goed tot stand te brengen zijn de volgende punten van belang: informeer elkaar goed; communiceer open; weet wat er leeft in de scholen; houdt contact met de achterban van (G)MR-en, ouders, personeel en leerlingen. Om te kunnen komen tot een beoordeling van het ondersteuningsplan en het geven van instemming daarop heeft de ondersteuningsplanraad een aantal zaken nodig: informatie over het wettelijk kader en de Wms; informatie van het bestuur over het samenwerkingsverband waaronder minimaal het ondersteuningsplan, de meerjaren begroting, statuten en organogram; voldoende ondersteuning en deskundige begeleiding. Het eerste ondersteuningsplan moet al snel worden gemaakt. Het Steunpunt adviseert besturen van samenwerkingsverbanden om aan de hand van de handreiking vorming eerste OPR snel en zorgvuldig met de leden van de MR-en een ondersteuningsplanraad op te richten en deze zo vroeg mogelijk bij de meningsvorming te betrekken. Het is kort dag. Een goede tijdsplanning, voldoende overlegmomenten en heldere afspraken over het instemmingsproces zijn dan ook essentieel. De ondersteuningsplanraad zal zich realiseren dat in de korte tijd die beschikbaar is om dit complexe ondersteuningsplan te beoordelen lang niet alle onderwerpen aanbod kunnen komen. Het advies is om prioriteiten/aandachtspunten te stellen. In een later stadium kan dieper en verder op het ondersteuningsplan of andere onderdelen worden ingegaan. 0 Werkwijze ondersteuningsplanraad Aandachts punt voor 0.1 Is de OPR goed geïnformeerd over het wettelijk kader ( en Wms)? 0.2 Is de OPR tijdig en volledig geïnformeerd door bestuur (minimaal ondersteuningsplan, meerjarenbegroting, statuten en organogram samenwerkingsverband)? 0.3 Beschikt de OPR over voldoende ondersteuning en deskundige begeleiding? 0.4 Is de achterban geïnformeerd en geraadpleegd? 0.5 Is er een tijdsplanning en zijn er heldere afspraken over het instemmingsproces? 0.6 Heeft de OPR prioriteiten/aandachtspunten gesteld? 0.7 Welke afspraken over de communicatie en afstemming zijn er tussen de OPR en de MR-Personeel (van het samenwerkingsverband)? 8 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

2. Ondersteuningsplan: aandachtspunten per onderdeel Dit hoofdstuk licht de onderdelen van het ondersteuningsplan toe en geeft aan welke aandachtspunten er voor een ondersteuningsplanraad zijn. Het hoofdstuk is ingedeeld volgens de onderdelen: 1. Visie en doelen 2. Organisatie en personeel 3. Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring 4. Arrangeren en dekkend aanbod 5. Financiën, verdelen en verevenen 6. Samenwerken en communicatie 7. Informeren van ouders, begeleiding en bemiddeling Het betreft algemene aandachtspunten. Iedere paragraaf geeft een beschrijving van het onderdeel, het wettelijk kader, de keuzemogelijkheden en de consequenties daarvan. Daarnaast zijn vaak specifieke aandachtspunten voor ouders (leerlingen) en personeel opgenomen. De ondersteuningsplanraad geeft zelf aan welke aandachtpunten van belang worden geacht en welke keuzes en standpunten hierbij gemaakt worden. De besproken punten en keuzes zijn vertaald naar vragen waarmee iedere paragraaf afsluit. Als checklist zijn deze vragen in bijlage 1 opgenomen. Deze checklist is ook apart met een korte toelichting per onderdeel beschikbaar. 2.1 Visie en doelen De wet schrijft voor dat de schoolbesturen in de regio een bestuur van het samenwerkingsverband vormen. Het samenwerkingsverband is een rechtspersoon (stichting, vereniging, coöperatie). De vorming van het bestuur kan op verschillende manieren. De meest voorkomende zijn: De schoolbesturen vormen een bestuur van het samenwerkingsverband met, afhankelijk van het aantal schoolbesturen, eventueel een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur. Ze belasten een directeur met de dagelijkse leiding van het samenwerkingsverband. Hier wordt een mandaatregeling voor gemaakt. De schoolbesturen kiezen voor het model van een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. In dat laatste geval schijft de wet voor dat de ondersteuningsplanraad een bindende voordracht mag doen voor een lid van de Raad van Toezicht. Ook mag de ondersteuningsplanraad advies uitbrengen over het competentieprofiel van de leden van de Raad van Toezicht. Visie Als het bestuur is gevormd, zal het een visie en doelen voor het ondersteuningsplan bepalen. De belangrijkste opties daarin zijn: centraal (taken naar samenwerkingsverband) of juist decentraal naar het schoolniveau (versterken onderwijs en deskundigheid in de school); nadruk op expertise naar de school brengen of versterken van het personele bezetting en de formatie in de school; nadruk op thuisnabij onderwijs (dat kan met relatief kleinere scholen voor speciaal onderwijs) of versterking van de zorg en ondersteuning in reguliere scholen met een specifieke setting. Doelen De wet schrijft voor dat het samenwerkingsverband aangeeft welke doelen en resultaten het samenwerkingsverband (met de leerlingen) wil behalen. Deze doelen vormen de basis van het ondersteuningsplan, de inzet van personeel en de besteding van gelden. Steeds zal aangegeven worden in welk jaar welke doelen bereikt zijn. Deels hangen de doelen samen met de intenties van de wet (zoals bijvoorbeeld afname van aantal thuiszitters en afname van bureaucratische processen) 9 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

en deels met de speerpunten van het eigen beleid (bijvoorbeeld de middelen die beschikbaar zijn voor primaire processen in de basisondersteuning of de afname van verwijzingen). Denk hierbij aan: inzet op groei, stabilisatie of daling van het aantal en percentage leerlingen dat verwezen wordt naar het (voortgezet) speciaal onderwijs; het aantal en percentage kinderen in het speciaal basisonderwijs of (vanaf 1-8-2015) praktijkonderwijs en leerwegondersteuning; het aantal en percentage kinderen met een rugzak in het regulier onderwijs; het voorkomen en/of verminderen van wachtlijsten of het aantal thuiszitters; Een aandachtspunt is de visie op de aansturing binnen het samenwerkingsverband. Als men veel taken op het niveau van het samenwerkingsverband legt (centrale visie en/of een groot samenwerkingsverband) kan het een overweging zijn om personeel bij het samenwerkingsverband in dienst te nemen. Als het samenwerkingsverband zelf personeel in dienst neemt, wordt het zelf ook werkgever en zal het hier een organisatie voor in het leven roepen. Een ander constructie is het inhuren van (voornamelijk) (gespecialiseerd) personeel bij externe instanties en/of via detachering vanuit de schoolbesturen. Argumenten als risico, continuïteit, solidariteit, en kwaliteit kunnen bij deze keus een rol spelen. De visie en doelen worden verder uitgewerkt in het meerjarenbeleidsplan/ondersteuningsplan en de begroting. In de kwaliteitszorg werkt het samenwerkingsverband uit welke resultaten gezien worden als succesfactoren en wat de gewenste resultaten of prestatie-indicatoren zijn. Aandachtspunten voor de ondersteuningsplanraad Voor ouders (leerlingen) is van belang wat de visie en doelen betekenen voor: thuisnabij onderwijs en eventuele vervoerskosten; regulier of (voortgezet) speciaal onderwijs en gespecialiseerde personeelsleden en voorzieningen in de school; keuzevrijheid. Voor personeel is van belang: regulier onderwijs en gespecialiseerde voorzieningen in de school voor de leerling; scholing en begeleiding voor personeel (vaak bij schoolbestuur); positie personeel in dienst of ingehuurd bij het samenwerkingsverband en kansen voor personeel in dienst van de schoolbesturen om in dienst van of gedetacheerd bij het samenwerkingsverband werkzaamheden te verrichten. Dit laatste als het samenwerkingsverband zelf centraal functies vervult. 1 Visie en doelen Aandachts punt voor 1.1 Wat is de visie op (de organisatie van)? 1.2 Sluit de visie aan op de organisatie van het samenwerkingsverband? 1.3 Zijn de gestelde doelen helder en realistisch? 1.4 Komen visie en doelen verder tot uitdrukking in het meerjarenbeleidsplan en de begroting? 1.5 Wat betekent de visie voor de keuzevrijheid van ouders en de mogelijkheid tot thuisnabij onderwijs? Ouders 1.6 Wat betekent de visie voor thuiszitters en het ondersteuningsaanbod? Ouders 1.7 Wat betekent de visie voor de ondersteuning van leerkrachten in de klas? Personeel 1.8 Wat betekent de visie voor de formatie en functie-/taakomschrijving van leerkrachten (zowel voor de klas als ondersteunend)? Personeel 10 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

2.2 Organisatie en personeel Het samenwerkingsverband dient voor wat betreft de organisatie in elk geval het volgende geregeld te hebben: statuten bij de notaris (uiterlijk 1-11-2013); deelnemende schoolbesturen en scholen. Dit kunnen ook schoolbesturen voor (voortgezet speciaal) onderwijs zijn die geen school in de regio hebben. Zij hebben het recht om zelf te bepalen (bijvoorbeeld als er veel leerlingen die wonen in de regio bij hen op school zitten) deelnemer te worden van het bestuur van het samenwerkingsverband (opting-in-constructie); ondersteuningsplanraad (geen wettelijke datum genoemd, maar uiterlijk 1-2-2014); beheer en administratie van gelden en de leerlingenadministratie (vanaf formeel oprichtingsdatum rechtspersoon); organisatie van het indiceren en toelaatbaarheidsverklaringen; informeren van ouders, bezwaarschriftencommissie over afgegeven van een toelaatbaarheidsverklaring; Het samenwerkingsverband kan ook besluiten in het kader van zorg en onderwijs bepaalde schoolbestuurlijke taken te bundelen en onder te brengen bij het samenwerkingsverband. Het kan hier gaan om ambulante begeleiding, scholing en opleiding en school-bestuurlijke specifieke ondersteuning (logopedie, psychologen, orthopedagogen). Dit heeft ook impact op het beleid van ieder schoolbestuur en hun organisatie. Een organogram van het samenwerkingsverband geeft aan welke organen er binnen het samenwerkingsverband zijn. Van belang is dat personeel dat nu werkt bij de samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School of Voortgezet Voortgezet Speciaal Onderwijs na de invoering van kans op werk krijgt. Hiervoor is tussen de minister, vakbonden en werkgeversorganisaties het tripartiete akkoord gesloten. De positie van ambulante begeleiders is daarin een belangrijk element (zie paragraaf 1.2). Voor een goede sturing en verantwoording achteraf is een goede kwaliteitszorg van groot belang. Deze bestaat over het algemeen uit drie onderdelen: Monitoring voor zowel management- of stuurinformatie (voor de korte termijn) als de beleidsevaluatie (voor de langere termijn). Denk hierbij om sturingselementen als financiën, personeel, toewijzen extra ondersteuning, dekkend aanbod van voorzieningen, aantal thuiszitters en onderwijskundige resultaten. Een veelvoorkomend instrument hiervoor is een dashboard. Planning en controlcyclus beschrijft op welke wijze taken en verantwoordelijkheden zijn belegd tussen management (directie), bestuur en toezicht. Dit onderdeel hangt nauw samen met de bestuursstructuur en de visie van het samenwerkingsverband. Zo zal bij sterke decentralisatie (veel uitvoering en middelen bij de besturen/scholen) andere interne rapportage en verantwoording vragen dan een sterk gecentraliseerd samenwerkingsverband (met veel centrale voorzieningen). Verantwoording van beleid, resultaten en middelen van het samenwerkingsverband in jaarverslag en jaarrekening. Daarnaast zal het samenwerkingsverband ook verantwoording vragen van de schoolbesturen naar de inzet van de ondersteuningsmiddelen en de bereikte resultaten van de ondersteuning. Aandachtspunten voor de ondersteuningsplanraad Voor ouders (leerlingen) zijn de volgende overwegingen van belang: de borging van de wettelijke informatietaak en ondersteuning voor ouders; duidelijkheid over wanneer de ouder terecht kan bij het eigen schoolbestuur en wanneer bij het samenwerkingsverband. 11 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Voor personeel is van belang: de begeleiding en scholing van personeel op de scholen, in ondersteunende functies en/of in dienst van het samenwerkingsverband; als het samenwerkingsverband zelf personeel in dienst heeft, de uitwerking van het functiegebouw en de MR-Personeel van het samenwerkingsverband; de uitwerking van het tripartiete akkoord; aansluiting tussen formatiebeleid samenwerkingsverband en dat van de schoolbesturen; contact van de ondersteuningsplanraad met de vakbonden; de wijze waarop medisch handelen is geregeld dan wel vastgelegd. De specifieke belangen van personeel in dienst of langdurig gedetacheerd bij het samenwerkingsverband worden door de sraad (personeel) van het samenwerkingsverband behartigd. Het gaat dan om alle werkgeverszaken die in de cao s geregeld zijn. 2 Organisatie en personeel Aandachts punt voor 2.1 Wat is er bepaald in de statuten over de deelnemende schoolbesturen, de rechtspersoon en het bestuur/toezicht van het samenwerkingsverband? 2.2 Waar ligt de scheiding tussen de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband en die van het schoolbestuur? 2.3 Is de organisatie van de wettelijke taak, beheer en administratie en duidelijk? 2.4 Is er een organogram en is deze duidelijk? 2.5 Is de kwaliteitszorg geborgd middels een monitoring voor goede sturing en verantwoording van beleid, resultaat en middelen (ook door schoolbesturen)? Zijn taken en verantwoordelijkheden tussen management (directie), bestuur en toezicht beschreven (in planning- en controlcyclus) en duidelijk? 2.6 In hoeverre voorziet het samenwerkingsverband in de begeleiding en scholing van personeel op de scholen, in ondersteunende functies en/of in dienst van het Personeel samenwerkingsverband? 2.7 Als het samenwerkingsverband zelf personeel in dienst heeft of personeel langdurig werkzaam is, is er een uitgewerkt functiegebouw en ook een MR-Personeel in het Personeel samenwerkingsverband? 2.8 Hoe ziet de uitwerking van het tripartiete akkoord eruit (extra aandacht voor ambulante begeleiding) en hoe sluiten het formatiebeleid van het samenwerkingsverband en de schoolbesturen op elkaar aan (toeleiden van werk naar Personeel werk)? Is dit afgestemd met de regionale vakbonden? 2.9 Is geregeld wanneer personeel medische handelingen kan verrichten, wie hiervoor gekwalificeerd zijn en hoeveel tijd en formatie hiermee is gemoeid? Personeel 2.10 Is de informatieverstrekking en begeleiding van ouders voldoende georganiseerd? Ouders 2.11 Is duidelijk waarvoor een ouder terecht kan bij het samenwerkingsverband en waarvoor bij het eigen schoolbestuur? Ouders 2.3 Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de toelaatbaarheid tot extra ondersteuning op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs cluster 3 en 4, speciaal basisonderwijs en vanaf 1-8- 2015 praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs. (Hierna te noemen (V)SO, SBO en LWOO/PRO.) Het samenwerkingsverband regelt daartoe in elk geval het volgende: deskundigenadvies voordat een toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven. Dit vindt plaats door een indicatiecommissie/commissie van onderzoek op het niveau van het samenwerkingsverband. 12 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Er is geen eenduidige terminologie voor deze (centrale) indicatiecommissie. In de commissie zit in elk geval een orthopedagoog. Verplicht is een tweede deskundige. Aanvullend is informatie en onderzoek van de school, externe deskundige(n) én de ouders relevant. In het ondersteuningsplan wordt aangegeven welke deskundigheden in het samenwerkingsverband nodig zijn om goede toelaatbaarheidsverklaringen te kunnen afgeven. De toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door het samenwerkingsverband en is landelijk geldig. Daarnaast kunnen eventueel ook andere indicatietrajecten plaatsvinden op decentraal niveau binnen een samenwerkingsverband. Vooral grotere samenwerkingsverbanden die werken met kamers of samenwerkingsverbanden die veel taken bij schoolbesturen neerleggen, kiezen hiervoor. Uitgangspunt hierbij is dat er overleg gericht op overeenstemming plaatsvindt tussen ouders, ontvangende school en de school waar de leerling vertrekt. Deze decentrale indicatieprocessen bij schoolbesturen en/of kamers binnen een samenwerkingsverband kunnen betrekking hebben op alle arrangementen die met extra ondersteuning te maken hebben. Echter voor een verwijzing naar scholen voor (V)SO, SBO en LWOO/PRO is ook altijd het besluit en deskundigenadvies van het samenwerkingsverband nodig. De toelaatbaarheidsverklaring bepaalt toelating tot extra ondersteuning. De gelden voor extra ondersteuning gaan dan naar de schoolbesturen. Een toelaatbaarheidsverklaring kan voor één of meerdere jaren worden afgegeven. Dat betekent dat er mogelijk op grond van evaluaties en/of herindicatie nieuwe toelaatbaarheidsverklaringen moeten worden afgegeven. In de toelaatbaarheidsverklaring wordt beoordeeld of een kind een ondersteuningsbehoefte heeft. Het gaat om een persoonsgebonden beschikking gericht op onderwijs en extra ondersteuning. Het is juridisch geen sterke optie om financiële richtlijnen mee te geven aan de centrale indicatiecommissie. Voordat kan worden bepaald wat extra ondersteuning is, moet door het samenwerkingsverband in het ondersteuningsplan bepalen wat elke school aan ondersteuning biedt; de basisondersteuning. Basisondersteuning Dit is de door het samenwerkingsverband afgesproken onderwijszorg die elke school aan leerlingen moet kunnen bieden. De basisondersteuning wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. De basisondersteuning is niet landelijk vastgesteld; samenwerkingsverbanden bepalen zelf het niveau van basisondersteuning die de scholen binnen het samenwerkingsverband bieden. De basisondersteuning kan dus verschillen per regio. De kwaliteit van de basisondersteuning moet voldoen aan door de onderwijsinspectie vastgestelde normen. De minimale basisondersteuning is de basiskwaliteit zoals vastgesteld in het inspectiekader van de onderwijsinspectie. Het samenwerkingsverband kan dit niveau afhankelijk van de eigen visie en mogelijkheden van de scholen hoger stellen. Vervolgens geeft iedere school in het schoolondersteuningsprofiel van de school aan hoe deze basisondersteuning vorm en inhoud krijgt. Vier aspecten van de basisondersteuning komen in elk schoolondersteuningsprofiel terug: preventieve en licht curatieve interventies (signaleren en werken aan oplossen van leer- en opvoedproblemen); ondersteuningsstructuur (organisatie in de school, aanwezige expertise en samenwerking met externen); planmatig werken (indicatoren zorg en begeleiding van de onderwijsinspectie); de kwaliteit van de basisondersteuning (criterium is het toezichtkader van de onderwijsinspectie). 13 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Alles wat meer nodig is dan de basisondersteuning voor het onderwijs aan bepaalde leerlingen noemen we extra ondersteuning. Er is binnen de extra ondersteuning een onderscheid te maken in lichte ondersteuning en zware ondersteuning. Extra ondersteuning (lichte en zware ondersteuning) Samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor de lichte ondersteuning en de zware ondersteuning. Lichte ondersteuning is bijvoorbeeld het onderwijs aan scholen voor speciaal basisonderwijs of op de reboundvoorzieningen in het voortgezet onderwijs. Zware ondersteuning is onderwijs op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of de faciliteiten die nu in een zogenaamde rugzakje (leerlinggebonden financiering) voor scholen beschikbaar zijn. Het hieronder weergegeven samenvattend overzicht geeft de schaal van basisondersteuning en de extra ondersteuning in een samenwerkingsverband aan, al dan niet gecombineerd met arrangementen en jeugdzorg (therapie en behandeling). Het gaat hierbij om communicerende vaten. Hoe smaller de basisondersteuning is gedefinieerd, hoe eerder een kind in aanmerking komt voor extra ondersteuning en andersom. Steeds is ook van belang in hoeverre scholen binnen het regulier onderwijs met extra ondersteuning kinderen (meer thuisnabij) goede ondersteuning kunnen geven, dan wel dat het samenwerkingsverband kiest voor bundeling van ondersteuningsgelden voor gespecialiseerde speciale scholen. Voor alle kinderen die voor extra ondersteuning in aanmerking komen, stelt de school een ontwikkelingsperspectief vaststellen. 14 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Kinderen die nu met een rugzakje cluster 1 2 of cluster 2 3 regulier onderwijs volgen, vormen een specifieke groep. Vooral leerlingen met ernstige spraak en taalmoeilijkheid hebben een ondersteuning nodig die ook kan vallen onder de criteria voor kinderen met een indicatie voor cluster 3 of 4. En omgekeerd kan er overlap zijn van kinderen met een cluster 3 of 4 indicatie met criteria voor kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (ESM). Een kind kan dan mogelijk extra ondersteuning krijgen uit het samenwerkingsverband óf uit de gelden van cluster 2 instellingen die een eigen apart budget hebben gekregen. Met name ondersteuning bij dyslexie en andere taalondersteuning is bij deze kinderen van belang. De samenwerking met vooral cluster 2 is van belang om voor deze kinderen een goede plek op school te vinden. Aandachtspunten voor de ondersteuningsplanraad Voor ouders (leerlingen) zijn de volgende overwegingen van belang: helderheid over de procedure en stappen voor toelaatbaarheid en indiceren; zorgvuldig overleg met ouders; mogelijkheid voor ouders om initiatief te nemen voor extra ondersteuning of terugplaatsing naar het regulier onderwijs; Van belang is nog te weten wat er gebeurt als ouders verhuizen. Als in bijvoorbeeld Groningen een toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven en de ouders verhuizen naar Limburg, dan blijft de toelaatbaarheidsverklaring van Groningen geldig. De toelaatbaarheidsverklaring heeft een landelijke geldingswaarde. Mocht er een herindicatie nodig zijn (nieuwe toelaatbaarheidsverklaring) dan heeft de wetgever het zo geregeld dat het samenwerkingsverband in Groningen voor de naar Limburg verhuisde leerling opnieuw de toelaatbaarheidsverklaring moet afgeven. Voor personeel is van belang: hanteerbaarheid van de basisondersteuning voor elke leraar/team; verwachtingen van school/leraar bij ieder arrangement of toelating; procedure als de school zich handelingsverlegen voelt met een kind en eventuele extra ondersteuning voor het team. 3 Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring Aandachts punt voor 3.1 Is duidelijk wat er onder de basisondersteuning valt, wat in elk schoolondersteuningsprofiel komt te staan en kunnen de scholen deze Hele Raad basisondersteuning ook verzorgen (zie ook 4.1)? 3.2 Wanneer is een indicatie/toelatingsverklaring nodig en in hoeverre is dit gekoppeld aan een arrangement (met bijbehorende middelen)? 3.3 Is helder en eenduidig hoe de indicatieprocedure gaat? Zijn de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen (school, ouders, commissie, samenwerkingsverband) duidelijk? Is duidelijk wat centraal en wat decentraal belegd is? 3.4 Zijn de criteria (indicatie en/of toelaatbaarheid) helder en objectief? Gaan deze uit van de ondersteuningsbehoefte van het kind en niet van de financiële mogelijkheden? 3.5 Sluiten de criteria en de arrangementen aan op de (on)mogelijkheden van scholen? Is duidelijk wat de procedure is bij handelingsverlegenheid van een schoolteam? Personeel 3.6 Is helder wat er van een school/personeel bij ieder arrangement of toelating verwacht wordt? Zijn deze verwachtingen realistisch? Personeel 3.7 Zijn ouders voldoende betrokken bij de indicatieprocedure en/of toelaatbaarheidsverklaring en is duidelijk wat hun rol is? Kunnen ouders zelf een Ouders indicatie of herindicatie aanvragen? 2 Cluster 1: onderwijs voor kinderen die blind of slechtziend zijn. 3 Cluster 2: onderwijs voor kinderen die doof, slechthorend zijn of ernstige spraak- en taalmoeilijkheden hebben. 15 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

2.4 Arrangeren en dekkend aanbod De indicering en de criteria voor de toelaatbaarheidsverklaringen zijn direct verbonden met de arrangementen van het samenwerkingsverband voor kinderen die een extra ondersteuningsvraag hebben. Indiceren en arrangeren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het overzicht uit paragraaf 2.3 geldt ook voor de arrangementen. Het samenwerkingsverband bepaalt zelf de mogelijke arrangementen en de invulling daarvan. Het samenwerkingsverband zal in elk geval voor alle kinderen die op een school voor (V)SO, SBO of LWOO/PRO onderwijs volgen een onderwijstraject arrangeren. Er mag geen kind tussen wal en schip vallen. Een samenhangend geheel van onderwijsvoorzieningen door de schoolbesturen in het samenwerkingsverband is gegarandeerd. Voor kinderen waarvoor geen aanbod/arrangement in het eigen samenwerkingsverband is, moet helder zijn waar ze op een school buiten het samenwerkingsverband een passend traject kunnen volgen. Specifiek aandacht daarbij is nodig voor kinderen die thuiszitten en het voorkomen / oplossen van wachtlijsten. Aangegeven wordt in het ondersteuningsplan welke scholen welke arrangementen extra ondersteuning verzorgen. De besluitvorming over de opzet van deze en eventueel andere arrangementen voor extra ondersteuning bepalen ook de verdeling van de gelden (zie paragraaf 2.5). De meest voorkomende arrangementen staan hieronder beschreven. Het gaat om een indicatieve lijst. Elk samenwerkingsverband kiest zijn eigen arrangementen. Veel voorkomende arrangementen zijn: Primair onderwijs extra ondersteuning in het (speciaal) basisonderwijs voor kinderen met een verstandelijke beperking (cluster 3); extra ondersteuning in het (speciaal) basisonderwijs voor kinderen met een gedragsmatige stoornis (cluster 4); speciaal basisonderwijs in aparte scholen; speciaal onderwijs cluster 3: verstandelijke beperking/meervoudige beperking; speciaal onderwijs cluster 4: psychiatrische of gedragsmatige stoornis; tijdelijke trajecten met combinaties regulier en speciaal onderwijs (symbiose-onderwijs). Voortgezet onderwijs extra ondersteuning in het voortgezet onderwijs voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking (cluster 3); extra ondersteuning in het voortgezet onderwijs voor kinderen met een gedragsmatige of psychische stoornis (cluster 4); praktijkonderwijs; leerwegondersteunend onderwijs; OPDC (Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum); symbiose-onderwijs; voortgezet speciaal onderwijs cluster 3: verstandelijke beperking/meervoudige beperking; voortgezet speciaal onderwijs cluster 4: psychiatrische of gedragsmatige stoornis. Leerlingen die nu extra ondersteuning krijgen (met rugzak op regulier onderwijs, naar (V)SO, SBO of LWOO/PRO), hebben te maken met een overgangsperiode 2014-2016 (voor LWOO/PRO geldt de invoering van per 1 augustus 2015). Voor deze leerlingen zal duidelijk moeten zijn hoe de ondersteuning er voor hen de komende jaren uit gaat zien. Daarover geeft het samenwerkingsverband dan wel het schoolbestuur duidelijkheid. 16 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

Aandachtspunten voor de ondersteuningsplanraad Voor ouders (leerlingen) zijn de volgende overwegingen van belang: duidelijkheid over wat onder de basisondersteuning valt, wanneer een kind extra ondersteuning krijgt en hoe dat op de school wordt gerealiseerd; het aanbod aan arrangementen en op welke scholen; indicatie en toelatingstrajecten voor thuiszitters; verminderen of voorkomen van wachtlijsten. Voor personeel is van belang: duidelijkheid over wanneer extra hulp, expertise en/of extra handen in de klas binnen ieder arrangement mogelijk is; zicht op de verwachte inzet, expertise en ondersteuning van het team op school en de voorwaarden voor realisatie daarvan op iedere school; de ontwikkeling en professionalisering van de onderwijsteams. 4 Arrangeren en dekkend aanbod Aandachts punt voor 4.1 Is duidelijk wat er onder de basisondersteuning valt, wat in elk schoolondersteuningsprofiel komt te staan en kunnen de scholen deze basisondersteuning ook verzorgen (zie ook 3.1)? 4.2 Is duidelijk welke arrangementen er zijn, wanneer inzetbaar en welke ondersteuning daaronder valt? Zijn er tijdelijke arrangementen en symbiose mogelijkheden? Wordt de samenwerking gezocht met jeugdzorg, dagbehandeling, revalidatie en andere therapie of ondersteuningsmogelijkheden? 4.3 Is het aanbod dekkend voor alle leerlingen? Is duidelijk waar eventuele gaten zitten en hoe die opgelost gaan worden? Zijn er wachtlijsten of zitten er kinderen thuis? Wat wordt ondernomen om die problemen op te lossen? 4.4 Is er duidelijkheid over de overgangsperiode (2014-2016) van de ondersteuning aan leerlingen die nu een rugzak hebben, naar het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs/lwoo-pro gaan? 4.5 Is voor ouders duidelijk wat onder de basisondersteuning valt, wanneer hun kind extra ondersteuning kan krijgen en hoe dat op hun school wordt gerealiseerd? Ouders 4.6 Is voor personeel duidelijk wanneer extra hulp, expertise en/of extra handen in de klas mogelijk zijn? Welke rol en inzet is er voor de ambulante begeleiders (in ieder geval in Personeel de overgangsperiode)? 4.7 Is er zicht op de verwachte inzet, expertise en ondersteuning van het team op school per arrangement? Zijn de voorwaarden voor realisatie daarvan voldoende op alle scholen aanwezig? Is in de ontwikkeling en professionalisering van de onderwijsteams Personeel hiervoor aandacht? 2.5 Financiën, verevenen en verdelen Passend onderwijs is naast de beoogde inhoudelijke ook een financiële operatie. Het financiële kader is ingewikkeld en kent vele verschillende elementen die daarop van invloed zijn. Het is voor de ondersteuningsplanraad niet nodig om alle berekeningen in detail te checken. De hoofdlijnen en inzicht in de gemaakte keuzen en de consequenties daarvan zijn echter wel van belang. Deze paragraaf beschrijft de hoofdlijnen van het nieuwe financiële systeem en de belangrijkste veranderingen. De wet schrijft voor dat in het ondersteuningsplan moet worden geregeld: verdeling van de gelden naar de schoolbesturen; betalen door schoolbesturen in het geval er extra ondersteuning nodig is; tussentijdse groei in een schooljaar. 17 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

2.5.1 Meerjarenbegroting als onderdeel ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan is een meerjarig beleidsplan voor (maximaal) 4 jaren. Het ondersteuningsplan is daarmee de basis voor de meerjarenbegroting. Veelal is de meerjarenbegroting als onderdeel/bijlage bij het ondersteuningsplan gevoegd. In het schema staat een overzicht van de inkomsten en uitgaven die in een meerjarenbegroting aan de orde (kunnen) komen. Hoofdlijnen begroting ondersteuningsplan samenwerkingsverband 2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 Inkomsten 1 Rijk 1.1 Rijk lumpsum Lumpsum naar schoolbesturen voor basisondersteuning (bij te veel ondersteuning korting op lumpsum) 1.2 Rijk Extra ondersteuning: normbedragen Rijk 2 Schoolbesturen 2.1 Schoolmodel-verwijzer betaalt 2.2 Eigen beleid zware ondersteuning +/- 3 Anderen 3.1 Ander Saldo grensverkeer +/- samenwerkingsverband 3.2 Gemeenten OOGO afspraken 3.3 Anders Uitgaven (kosten personeel, diensten, materieel) 1 Rijk 1.1 Rijk lumpsum Lumpsum naar schoolbesturen (bij te veel ondersteuning korting op lumpsum) 2 Samenwerkingsverband 2.1 Administratie 2.2 Indicatietoelaatbaarheidsverklaring 2.3 Informatie-ondersteunen ouders 2.4 Bezwaarschriften 2.5 Faciliteiten ondersteuningsplanraad 2.6 Ambulante begeleiding 2.7 Reserve opbouw 2.8 OPDC eigen voorziening 2.9 Innovatiebudget 2.10 Directie, coördinatie en bestuurskosten Bekostiging leerlingen (V)SO rechtstreeks naar schoolbestuur (V)SO uit budget zware ondersteuning 3 Schoolbesturen 3.1 Voor toebedeelde arrangementen bij scholen 3.2 Tussentijdse groei in schooljaar 3.3.. 4 Anderen 4.1 Ander Saldo grensverkeer samenwerkingsverband 4.2 Vet = verplichte wettelijke taak; Cursief vet = indien van toepassing verplicht; Cursief = eventueel keuze samenwerkingsverband 18 Handreiking Instemming ondersteuningsplan

In het schema zijn de keuze-onderwerpen (niet wettelijk verplicht) gearceerd aangegeven. Ook is een aantal onderwerpen vet gearceerd aangegeven. Dit zijn onderwerpen die wettelijk geregeld zijn maar waar het samenwerkingsverband een beleidskeuze in kan maken in het ondersteuningsplan om het al dan niet te doen en/of eventueel niet van toepassing is in een samenwerkingsverband (bijvoorbeeld geen uitgaand grensverkeer). Inkomsten Het samenwerkingsverband krijgt van de volgende organen inkomsten voor extra ondersteuning: 1. Rijk: op de site van www.passendonderwijs.nl staan de kengetallen voor de rijksinkomsten per samenwerkingsverband volledig vermeld. Ook is aangegeven of er sprake is van een positieve of negatieve verevening in de komende jaren. Budgetten die wel beleidsmatig onder van het samenwerkingsverband vallen, maar door het Rijk rechtstreeks naar de schoolbesturen gaan zijn: De lumpsum voor de schoolbesturen. Hieruit moeten de schoolbesturen in principe de basisondersteuning bekostigen. In het geval er meer leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs zitten dan er middelen zijn voor zware ondersteuning, zal het Rijk de lumpsum aan schoolbesturen korten. De zware ondersteuningsgelden die rechtstreeks naar de schoolbesturen voor (voortgezet) speciaal onderwijs worden uitgekeerd. 2. Eventueel van de eigen schoolbesturen: afhankelijk van het beleid van het samenwerkingsverband. Het gaat hier om bijvoorbeeld een beleidslijn de verwijzer betaalt of over arrangementen (voortgezet) speciaal onderwijs. De schoolbesturen gezamenlijk bepalen welke prioriteit en activiteiten centraal op het niveau van het samenwerkingsverband plaatsvinden en wie dit betaalt. Als besloten wordt dat alle schoolbesturen hieraan meebetalen, heeft dat ook gevolgen voor de inkomsten van het samenwerkingsverband. De gelden voor de zware ondersteuning op het (V)SO gaan rechtstreeks naar de schoolbesturen met (V)SO scholen. Ook de scholen voor (V)SO hebben baat bij de activiteiten aangaande bijvoorbeeld toelaatbaarheidsverklaringen en het oplossen van bezwaren van ouders. Als de beleidslijn van een samenwerkingsverband is dat ook de (V)SO schoolbesturen meebetalen aan de wettelijke taken, zullen er aan de inkomstenkant gelden door de schoolbesturen (V)SO naar het samenwerkingsverband overgemaakt worden. 3. Eventueel van anderen: te weten andere samenwerkingsverbanden vooral bij grensverkeer. Uitgaven Afhankelijk van de visie en het beleid van het samenwerkingsverband worden meer dan wel minder middelen op centraal niveau aangewend aan de uitgavenkant. Een samenwerkingsverband dat de verantwoordelijkheid voor arrangementen bij schoolbesturen neerlegt, zal naar verhouding meer geld naar de schoolbesturen uitgeven dan een samenwerkingsverband dat zelf veel activiteiten op samenwerkingsverbandniveau wil uitvoeren. De visie op centraal-decentraal, thuisnabij onderwijs, expertise van buiten of juist in de school kan per samenwerkingsverband verschillen. Elk samenwerkingsverband moet verplicht een aantal wettelijke taken uitvoeren. Het gaat hier om de volgende verplichte taken: administratie van gelden en leerlingen; indicering en het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen; informatieverstrekking aan ouders en desgewenst begeleiding van ouders; afhandelen van eventuele bezwaarschriften; faciliteiten van de ondersteuningsplanraad. Dat deze taken vervuld moeten worden, staat niet ter discussie. Hoeveel geld van het samenwerkingsverband men hier aan wil besteden, is afhankelijk van de intensiteit van werkzaamheden en prioriteiten. 19 Handreiking Instemming ondersteuningsplan