Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 21 december 2005 / 227/2005 Onderwerp Meerjaren subsidie Oranjestichting en Comité 4&5 mei Programma / Programmanummer Externe betrekkingen / 2320 Portefeuillehouder G. ter Horst Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 september 2005 Samenvatting In dit voorstel wordt een besluit gevraagd over een meerjaren subsidie aan de Oranjestichting en Comité 4 en 5 mei, en over de overheveling van de over verschillende programma s versnipperde budgetten naar productgroep Coördinatie evenementen. Voorstel om te besluiten 1a Een meerjaren subsidie vast te stellen ten behoeve van de Oranjestichting voor een periode van 4 jaar, 2006 t/m 2009 1b Een meerjaren subsidie vast te stellen ten behoeve van het comité 4&5 mei voor een periode van 4 jaar, 2006 t/m 2009 2a Jaarlijks te indexeren subsidiebedrag voor 2006 voor de Oranjestichting vast te stellen op 13.060,- (niveau 2005) te dekken uit programma Externe betrekkingen, productgroep Coördinatie evenementen, product Koninginnedagbeleid nr. 60068, en 2b voor het Comité 4&5 mei op 26.513,- (niveau 2005), te dekken uit programma Externe betrekkingen, productgroep Coördinatie evenementen, product 4 en 5 mei nr. 60067 2c Facilitaire ondersteuning voor de Oranjestichting voortzetten 3. Comité 4&5 mei en Oranjestichting van dit besluit op de hoogte te stellen door bijgaande conceptbeschikkingen 4. Op grond van artikel 18, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Nijmegen 2002 vaststellen dat de reserves van Oranjestichting en 4&5 mei comité vrijgelaten worden voor de aangegeven doeleinden. 5. Bijgaande begrotingswijziging in verband met de overheveling van deze budgetten naar programma Externe betrekkingen, coördinatie evenementen vast te stellen. Opgesteld door, telefoonnummer Lia Heling, 2471 RaadsvrstsubsOranjestg_4&5mei
Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1. Inleiding In de evenementennota 2004-2008, Evenementen op niveau, door u vastgesteld op 21 april 2004, worden Koninginnedag, de 4 mei herdenking en de 5 mei viering ingedeeld bij volksculturele evenementen. Deze evenementen wortelen in tradities of historische gebeurtenissen en worden op een vast tijdstip in het jaar gehouden. In de nota wordt voorgesteld de volksculturele elementen te versterken, vooral ten aanzien van de evenementen die nauwelijks of geen commerciële mogelijkheden hebben, door de subsidie op het hetzelfde niveau te handhaven en door het geven van goede facilitaire ondersteuning. Tenslotte wordt gemeld dat er een meerjaren subsidieovereenkomst wordt afgesloten met de Oranjestichting en het 4&5 mei Comité, de organisatoren van activiteiten op die dagen. Dit voorstel is ter uitvoering van dit voornemen. Uitgangspunt bij het gemeentelijke evenementenbeleid is dat de rol van de gemeente beperkt is. De gemeente is ondersteunend, en stelt de randvoorwaarden vast waaronder een evenement kan plaatsvinden. Uitzonderingen hierop zijn op 30 april de organisatie van de Vrijmarkt op de Goffert, en op 4 mei de Dodenherdenking. Tot 2004 was de organisatie van de Vrijmarkt in handen van de Oranjestichting. De gemeente heeft de organisatie van de Vrijmarkt overgenomen toen deze te grootschalig voor de Oranjestichting werd, en coördineert daarbij alle activiteiten op die dag. De Oranjestichting organiseert op een deel van de Goffertweide kinderactiviteiten, en coördineert, financiert en ondersteunt de wijkactiviteiten. Op 4 mei is de herdenkingsdienst, de Dodenherdenking en de kranslegging een gemeentelijke taak. Er vindt wel overleg plaats met het Comité 4&5 mei over de programmering. Het Comité 4&5 mei organiseert aansluitend op de Dodenherdenking een herdenkingsconcert. Op 4 mei wordt een filmmiddag voor jongeren georganiseerd in Lux rondom het thema oorlog. Eenmaal per twee jaar wordt een symposium georganiseerd. Op 5 mei is er in de Lindenberg een kinderbevrijdingsfestival. Daarnaast heeft het Comité 4&5 mei een lesbriefproject. De meerjarenbegrotingen van de Oranjestichting en het Comité 4&5 mei liggen ter inzage. 2. Doelstelling - het verlenen van een meerjaren subsidie aan de Oranjestichting en het 4-5mei comité conform de evenementennota - budgetten voor Oranjestichting en Comité 4 en 5 mei inzichtelijk te maken 3. Argumenten ad 1a en 1b Het verlenen van een meerjaren subsidie aan de Oranjestichting en 4&5 mei is opgenomen in de Evenementennota 2004-2008. In de evenementennota wordt als doel gesteld het consolideren en versterken van het beleid, waarbij vooral de positie van de volksculturele evenementen moet worden verbeterd. Zowel de Oranjestichting als het Comité 4 en 5 mei zijn organisaties waar enthousiaste vrijwilligers veel tijd investeren in de organisatie van de evenementen. Een meerjaren subsidie geeft de organisaties de zekerheid dat zij hun werk kunnen voorzetten. Hiermee wordt tegelijk een RaadsvrstsubsOranjestg_4&5mei
Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 blijk van waardering gegeven aan de veelal jarenlange inzet van de vrijwilligers bij beide organisaties. 1c Facilitaire ondersteuning van de Oranjestichting voortzetten In de Evenementennota 2004-2006 wordt onderscheid gemaakt tussen de subsidieverstrekking en de facilitaire ondersteuning aan de organisatoren van evenementen. Uitgangspunt in de nota is dat de gemeente voor facilitaire voorzieningen zoals hekwerk voor afzettingen de kosten in rekening brengt bij de organisator. Het comité 4 en 5 mei houdt al zijn manifestaties binnen en heeft nooit facilitaire ondersteuning ontvangen. Wanneer er een buitenactiviteit wordt georganiseerd, zoals in 2005 het popfestival op 5 mei, worden de facilitaire kosten ingecalculeerd en normaal verrekend. De Oranjestichting ontvangt al facilitaire ondersteuning sinds de jaren dat zij de Vrijmarkt op de Goffert organiseerde. Wij willen wel de kosten in beeld brengen (circa 2000) maar deze ondersteuning, die historisch is gegroeid, niet apart verrekenen. ad 2 De subsidiebedragen zijn gebaseerd op de bedragen van 2005 en geïndexeerd voor 2006. Hiermee wordt het bestaande beleid geconsolideerd. De kosten voor m.n. de Oranjestichting zijn de laatste jaren sterk gestegen door aanzienlijke brandweerleges en verhoging van de kosten van vergunningen. De komende 4 jaar kan hierin worden voorzien door het bestaande vermogen vrij te laten (beslispunt 5). In de volgende periode is dit opnieuw een aandachtspunt bij de vaststelling van het subsidiebedrag. In de nabije toekomst zijn aanvragen voor budget voor het organiseren van een Koninginnedagfeest bij de Oranjestichting vanuit de nieuwe wijken in de Waalsprong te verwachten. De stedelijke budgetten voor het evenementenbeleid zijn niet doorgetrokken naar de Waalsprong. Wel is voor een aantal jaren een budget voor een grootschalige activiteit geraamd. In de uitwerking van het programma Waalsprong wordt hierop teruggekomen. ad 3 vloeit voort uit beslispunten 1 en 2 ad 4 De reserves van beide organisaties zijn gevolg van sponsoring en schenking. Tot op heden ontvingen zij een ondersteuningssubsidie waarbij de reserves zijn gebruikt om extra activiteiten te organiseren dan wel tekorten te dekken. De Oranjestichting ontving in 2000 een schenking uit een nalatenschap, het mevr. A Hellewaardfonds. Op 31 december 2004 was het bedrag in dit fonds nog 55.714,-- Hieruit wordt jaarlijks een deel van de activiteiten betaald. Dit geeft de stichting de armslag om de jaarlijkse kosten die het subsidiebedrag overschrijden te dekken. Er is een vaste kern van wijken die jaarlijks een aanvraag doet voor financiële ondersteuning van hun activiteiten. Alle Nijmeegse wijken kunnen echter een aanvraag indienen. De reserve geeft ook de ruimte wanneer er een jaar een onvoorziene toename is van aanvragen vanuit de wijken. Jaarlijks wordt uit het fonds hiervoor een bedrag van 5.000 onttrokken. Het verzoek van de Oranjestichting is deze reserve vrij te laten voor deze bestemming. Het comité 4 en 5 mei heeft door sponsering en fondsenwerving een bedrag bijeen gebracht. Door afnemende bestuurscapaciteit en een slechter wordende economie moest de laatste jaren hiervan af worden gezien. Terwijl eerst de jaarlijkse organisatie van popconcerten het doel was is nu na overleg afgezien van het organiseren van popconcerten op jaarlijkse basis en is besloten het opgebouwde vermogen in circa 4 jaar te besteden aan extra activiteiten RaadsvrstsubsOranjestg_4&5mei
Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 ( Arts of Freedom ) ten behoeve van de doelgroep die een steeds grotere plaats inneemt bij het Comité 4 en 5 mei, namelijk kinderen en jeugd. Op 31 december 2004 was de hoogte van het bedrag 51.984. Het verzoek van het Comité 4 en 5 mei is deze reserve vrij te laten voor deze bestemming. In de Algemene Subsidieverordening gemeente Nijmegen 2002 staat in artikel 6 dat subsidie kan worden geweigerd, onder andere omdat de aanvrager zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken. In artikel 18 staat dat sprake is van aanwezige reserves, als ze meer dan 10% van het totaal van de lasten van de jaarlijkse begroting vormen. In beide gevraagde situaties is dit het geval. Blijkens de toelichting bij artikel 18 kan de subsidieaanvrager bij het overleg over het subsidiebedrag verzoeken om een groter bedrag dan de 10% buiten beschouwing te laten, bijvoorbeeld omdat hij een bijzondere bestemming op het oog heeft, of om bepaalde uitgestelde activiteiten alsnog te organiseren. De raad kan besluiten hiermee rekening te houden, op basis van een concreet bestedingsvoorstel. Op grond van het voorgaande en op grond van de voorgestelde bestemmingen, die in beide gevallen rechtsteeks onder de bedoeling van deze subsidies vallen, is het voorstel in beide gevallen de gevraagde vrijstelling vast te stellen. ad 5 Door overheveling budgetten worden de uitgaven voor Koninginnedag en 4-5 mei transparant Subsidiëring van de Oranjestichting gebeurt nu vanuit drie verschillende budgetten, programma Externe betrekkingen, product Koninginnedag (60068); programma Kunst en cultuur, product Culturele Evenementen (60586) en programma Sport, product overige Sportieve Evenementen (60357). Bij het 4&5 mei comité zijn dit er twee, programma Bestuur, product representatie en programma Externe betrekkingen, product 4 en 5 mei. Hierdoor is niet helder welke subsidiebedragen beide organisaties ontvangen. Met dit voorstel wordt dit veranderd. 4. Financiën Oranjestichting Kunst en Cultuur, Product Culturele evenementen (60586): 6000,- Externe betrekkingen,product Koninginnedagbeleid (60068): 4.060,- Sport, product Overige sportieve evenementen (60357): 3.000,- Totaal: 13.060,- Geïndexeerd voor 2006: 13.230,- Comité 4 en 5 mei Burger en Bestuur, product Representatie (60010) 25.634,- Externe betrekkingen, product 4& 5 mei (60067) 879,- Totaal 26.513,- Geïndexeerd voor 2006 26.857,- De begrotingswijziging is bijgevoegd RaadsvrstsubsOranjestg_4&5mei
Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 5.Juridische aspecten De Oranjestichting had bezwaar aangetekend tegen de hoogte van de subsidie in 2005. Inmiddels is mondeling tot overeenstemming gekomen. Deze afspraken zijn schriftelijk bevestigd. De Oranjestichting heeft het bezwaarschrift ingetrokken. 6.Communicatie Door bijgaande conceptbeschikkingen worden de Oranjestichting en Comité 4 en 5 mei op de hoogte gesteld van uw besluit 7. Uitvoering DIW: Beleid en Realisatie subsidieverstrekking en coördinatie evenementenbeleid Het voornemen is in een later stadium de overige budgetten ten behoeve van de facilitaire ondersteuning Koninginnedag en de facilitaire- en representatiekosten van de Dodenherdenking via een begrotingswijziging onder te brengen bij programma Externe betrekkingen. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst ir. H.K.W. Bekkers RaadsvrstsubsOranjestg_4&5mei
Subsidieformulier Dossiernummer: 2006.0068 Cliëntcode: orado01 Bijlage budgetsubsidiebeschikking 2006 tot en met 2009 Raadsbesluit van 21 december 2005 1. Betrokken partijen De raad van de gemeente Nijmegen, verder te noemen de gemeente en het bestuur van Oranjestichting. 2. Doel, status en duur van de budgetsubsidiebeschikking De subsidie heeft ten doel het de middelen te verstrekken ter uitvoering van activiteiten van de Oranjestichting op Koninginnedag. De subsidievaststelling vindt haar grondslag in het Evenementenbeleid 2004-2008, alsmede in het financieel beleid van de gemeente, de Algemene subsidieverordening 2002 en de Contourennota subsidieverdeling en - instrumentarium. De budgetsubsidieafspraken gelden voor de periode 2006 tot en met 2009. 3. Producten en prestaties De Oranjestichting Nijmegen heeft als doelstelling het bevorderen van de Oranjegedachte en trachten dat doel te bereiken onder meer door het organiseren van feestelijkheden voor de bevolking van Nijmegen bij gelegenheid van nationale dagen en van verjaardagen en bijzondere gebeurtenissen in het Koninklijk Huis Het productenaanbod bestaat uit: het organiseren van jaarlijks terugkerende activiteiten op Koninginnedag. De te leveren prestaties bestaan uit: 1. (financiële) ondersteuning van initiatieven vanuit minimaal 10 (delen van) wijken, uitgezonderd het stadscentrum 2. organiseren van kinderactiviteiten op de Goffertweide, 3. In 2006 zal het aantal kinderen dat de deelneemt aan, cq als toeschouwer aanwezig is bij de activiteiten op de Goffertweide enerzijds en deelnemers aan de kinderactiviteiten in de wijken anderzijds vastgesteld worden. Deze worden in de volgende beschikking als streefaantallen meegenomen. 4. Hoogte en opbouw budgetsubsidie De budgetsubsidie voor het jaar 2006 is bepaald op 13.230. Op basis van de exploitatieopzet wordt het budgetsubsidiebedrag geheel aangemerkt als materiële component. 1
Subsidieformulier Naast de budgetsubsidie ontvangt de Oranjestichting facilitaire ondersteuning in de vorm van enerzijds de schoonmaakkosten (m.n. de kosten van de DAR a.g.v. de kindervrijmarkt in Wedesteinbroek) en anderzijds het afzettingsmateriaal, vlaggen en masten, en de aansluiting electriciteit op de Goffert, ten behoeve van de kinderactiviteiten op het Goffert terrein en in de wijken. De EHBO, en de toiletwagens vallen onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid, en zijn mede ten behoeve van de bezoekers van het terrein van de kinderactiviteiten. Op basis van een globale berekening van de kosten in 2004 bedraagt de facilitaire ondersteuning exclusief de schoonmaakkosten 2000,-- In 2006 zullen de kosten worden gespecificeerd en kan de waarde van de facilitaire ondersteuning beter kunnen worden bepaald. Wanneer er zich omstandigheden voordoen waarop de Oranjestichting geen invloed heeft waardoor de activiteiten op Koninginnedag geen doorgang kunnen vinden zal de subsidie niet worden teruggevorderd. 5. Uitbetaling van de subsidie De subsidie wordt uitbetaald in de maand januari van het subsidiejaar. 6. Indexering Voor de bepaling van de hoogte van de budgetsubsidie na 2006 wordt de indexeringsmethodiek toegepast zoals die via de Contourennota Subsidieinstrumentarium is vastgesteld. Voor de Oranjestichting betekent dit dat voor de materiële component, het CBS-prijsindexcijfer gezinsconsumptie wordt gehanteerd. Als aangegeven in punt 4 wordt voor de indexering het budgetsubsidiebedrag geheel aangemerkt als materiële component. De hoogte van de indexering wordt jaarlijks via de gemeentelijke begrotingsbrief en de subsidiebeschikking bekend gemaakt. 7. Marges/(tussentijdse) verantwoording De gemeente en de Oranjestichting treden in overleg bij een afwijking van meer dan 20 % van de in deze bijlage genoemde prestaties. In ieder geval wordt er door u jaarlijks uiterlijk op 1 september van het lopend jaar gerapporteerd over de voortgang van de activiteiten c.q. de realisatie van de prestaties en producten in de eerste zes maanden van het jaar. Verder wordt er een prognose afgegeven voor de tweede zes maanden. Bij normaal verloop van de activiteiten kan de rapportage summier zijn. Indien u de planning niet haalt, dient u aan te geven op welke manier u het activiteitenplan alsnog gaat realiseren. Tevens dient u vóór 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar jaarlijks een financieel verslag, een activiteitenverslag en een verantwoording van de overige subsidieverplichtingen over het betreffende jaar aan te leveren. Het niet tijdig aanleveren hiervan kan leiden tot intrekken of lager vaststellen van de subsidie. 2
Subsidieformulier Het financieel verslag dient te bevatten: een rekening van baten en lasten; een balans per 31 december van het verslagjaar; een financiële toelichting. Het activiteitenverslag dient de volgende gegevens te bevatten: een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend; een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen; een toelichting op de verschillen. Indien er personeel in dienst is, dient in het activiteitenverslag tevens aandacht te worden besteed aan de mate waarin er een doelgroepgericht personeelsbeleid wordt gevoerd. 8. Overschotten, tekorten en reservevorming Exploitatieoverschotten en tekorten komen voor rekening van uw instelling. Ten aanzien van deze overschotten en tekorten wordt er van uitgegaan dat die worden toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene (egalisatie)reserve. Deze reserve mag oplopen tot 10% van de lasten van de jaarlijkse begroting. Indien de reserve een grotere omvang heeft, dan wordt deze omvang bij de bepaling van de hoogte van de eventuele subsidie voor een volgende periode mee in overweging genomen. In de periode 2006-2009 wordt van deze regel afgeweken. Het uit een legaat afkomstige mw. A. Hellegaardfonds wordt niet meegenomen in de vaststelling van de hoogte van het subsidiebedrag. Jaarlijks wordt volgens afspraak een deel van dit fonds gebruikt voor extra onkosten. In de volgende subsidieperiode zal de restantsom in het fonds meegenomen worden in de bepaling van het subsidiebedrag. 9. Bijzonderheden De Algemene subsidieverordening gemeente Nijmegen 2002 is van toepassing voor zover in deze budgetsubsidiebeschikking geen afwijkende bepalingen zijn opgenomen. 10. Ontbindingsclausule Wanneer de afgesproken prestaties en doelen genoemd onder punt 2 en 3 niet worden gehaald, heeft de gemeente het recht bij aanzienlijke afwijkingen tussentijds (dus voor het verstrijken van de totale budgetperiode) de onderliggende budgetsubsidiebeschikking in te trekken, of te wijzigen. 3
Subsidieformulier Dossiernummer: 2006-0089 Cliëntcode: - steg01 Bijlage budgetsubsidiebeschikking 2006 tot en met 2009 Raadsbesluit van 21 december 2005 1. Betrokken partijen De raad van de gemeente Nijmegen, verder te noemen de gemeente en het bestuur van het 4 en 5 mei comité. 2. Doel, status en duur van de budgetsubsidiebeschikking De subsidie heeft ten doel het het in stand houden en ontwikkelen van het bewustzijn van de waarden die vrede en veiligheid, mensenrechten, democratie en tolerantie betekenen voor nu en de toekomst. De subsidievaststelling vindt haar grondslag in het Evenementenbeleid 2004-2008, alsmede in het financieel beleid van de gemeente, de Algemene subsidieverordening 2002 en de Contourennota subsidieverdeling en - instrumentarium. De budgetsubsidieafspraken gelden voor de periode 2006 tot en met 2009. 3. Producten en prestaties Het productenaanbod bestaat uit: het organiseren van activiteiten gericht op ontplooing van het bewustzijn van en de bezinning op vrede en vrijheid, mensenrechten, democratie en tolerantie De te leveren prestaties bestaan uit: Activiteit Aantallen bezoekers 4 mei: Herdenkingsconcert 4 mei 1000 Filmmiddag Lux 100 Symposium (2 jaarlijks) 100 5 mei: Kinderbevrijdingsfestivalprogramma 750 Arts of Freedom 1000 Lesbriefproject (2 jaarlijks) 15-20 scholen Het programma kan in overleg met de gemeente op onderdelen een andere invulling krijgen 1
Subsidieformulier 2006-4. Hoogte en opbouw budgetsubsidie De budgetsubsidie voor het jaar 2006 is bepaald op 26.857,--. Op basis van de exploitatieopzet wordt het budgetsubsidiebedrag geheel aangemerkt als materiële component. 5. Uitbetaling van de subsidie De subsidie wordt uitbetaald in de maand januari van het subsidiejaar. 6. Indexering Voor de bepaling van de hoogte van de budgetsubsidie na 2006 wordt de indexeringsmethodiek toegepast zoals die via de Contourennota Subsidieinstrumentarium is vastgesteld. Voor het Comité 4 &5 mei betekent dit dat voor de materiële component, het CBS-prijsindexcijfer gezinsconsumptie wordt gehanteerd. Als aangegeven in punt 4 wordt voor de indexering het budgetsubsidiebedrag geheel aangemerkt als materiële component. De hoogte van de indexering wordt jaarlijks via de gemeentelijke begrotingsbrief en de subsidiebeschikking bekend gemaakt. 7. Marges/(tussentijdse) verantwoording De gemeente en het Comité 4&5 mei treden in overleg bij afwijkingen van meer dan 20 % van de in deze bijlage genoemde prestaties. In ieder geval wordt er door u jaarlijks uiterlijk op 1 september van het lopend jaar gerapporteerd over de voortgang van de activiteiten c.q. de realisatie van de prestaties en producten in de eerste zes maanden van het jaar. Verder wordt er een prognose afgegeven voor de tweede zes maanden. Bij normaal verloop van de activiteiten kan de rapportage summier zijn. Indien u de planning niet haalt, dient u aan te geven op welke manier u het activiteitenplan alsnog gaat realiseren. Uiterlijk vóór 1 maart van het jaar volgend op het subsidiejaar dient u jaarlijks een korte opgaaf van de in het betreffende jaar geleverde prestaties of activiteiten aan te leveren. Tevens dient u vóór 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar jaarlijks een financieel verslag, een activiteitenverslag en een verantwoording van de overige subsidieverplichtingen over het betreffende jaar aan te leveren. Het niet tijdig aanleveren hiervan kan leiden tot intrekken of lager vaststellen van de subsidie. Het financieel verslag dient te bevatten: een rekening van baten en lasten; een balans per 31 december van het verslagjaar; een financiële toelichting. 2
Subsidieformulier 2006- Het activiteitenverslag dient de volgende gegevens te bevatten: een beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend; een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen; een toelichting op de verschillen. Indien er personeel in dienst is, dient in het activiteitenverslag tevens aandacht te worden besteed aan de mate waarin er een doelgroepgericht personeelsbeleid wordt gevoerd. 8. Overschotten, tekorten en reservevorming Exploitatieoverschotten en tekorten komen voor rekening van uw instelling. Ten aanzien van deze overschotten en tekorten wordt er van uitgegaan dat die worden toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene (egalisatie)reserve. Deze reserve mag oplopen tot 10% van de lasten van de jaarlijkse begroting. De door middel van sponsorgeld opgebouwde reserve wordt in 4 jaar afgebouwd. De subsidie wordt ingezet ten behoeve van de activiteit Arts of Freedom. Wanneer aan het eind van deze subsidie subsidieperiode de reserve een grotere omvang heeft dan 10% van de lasten van de jaarlijkse begroting, dan wordt deze omvang bij de bepaling van de hoogte van de eventuele subsidie voor een volgende periode mee in overweging genomen. 9. Bijzonderheden De Algemene subsidieverordening gemeente Nijmegen 2002 is van toepassing voor zover in deze budgetsubsidiebeschikking geen afwijkende bepalingen zijn opgenomen. 10. Ontbindingsclausule Wanneer de afgesproken prestaties en doelen genoemd onder punt 2 en 3 niet worden gehaald, heeft de gemeente het recht bij aanzienlijke afwijkingen tussentijds (dus voor het verstrijken van de totale budgetperiode) de onderliggende budgetsubsidiebeschikking in te trekken, of te wijzigen. 3