Onderwerp Verdeling middelen ten behoeve van het verbeteren van de brandveiligheid van schoolgebouwen (gewijzigd raadsvoorstel)

Transcriptie

1 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 25 oktober 2006/ 184/2006 (gewijzigd) Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp Verdeling middelen ten behoeve van het verbeteren van de brandveiligheid van schoolgebouwen (gewijzigd raadsvoorstel) Programma / Programmanummer Onderwijs / 9520 Portefeuillehouder P. Depla Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 oktober 2006 Samenvatting Schoolbesturen en gemeente zijn al een aantal jaren in overleg over de kosten voor aanpassen van schoolgebouwen aan brandveiligheidseisen. In dit kader heeft de gemeenteraad met het IHP 2006 besloten om (raadsbesluit van 21/22 december 2005 nr. 234/2005): - Ten behoeve van de brandveiligheid van scholen een bedrag te reserveren van 1,5 miljoen ten laste van de investeringsruimte IHP 2006; - Het restant van het investeringskrediet van 2006 (ad ,=) te bestemmen voor de brandveiligheid van scholen en het bedrag toe te voegen aan het bovenstaande budget, onder voorwaarde, dat de noodzaak wordt aangetoond. Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan het raadsbesluit van 21/22 december 2005 (234/2005) en worden de bovengenoemde middelen verdeeld over de schoolbesturen. Met de verdeling is rekening gehouden met de door de schoolbesturen gemaakte werkelijke kosten. De financiële dekking is voorzien in de onderwijsbegroting. Voorstel om te besluiten Ten behoeve van het verbeteren van de brandveiligheid van schoolgebouwen: 1. op grond van de spoedprocedure (ex artikel 19 van de Verordening Huisvestingsvoorzieningen Onderwijs) een krediet beschikbaar te stellen van ,= aan de besturen van de Nijmeegse scholen voor primair-, (voortgezet) speciaal-, en voortgezet onderwijs conform bijgevoegd verdelingsvoorstel (bijlage A). Opgesteld door, telefoonnummer Niels Delemarre, 2481

2 Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding De Gemeente Nijmegen is sinds 1 januari 2001 (doordecentralisatie) strikt formeeljuridisch niet meer verantwoordelijk voor aanpassingen voortvloeiend uit de bestaande wet- en regelgeving. Hieronder valt tevens de verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid. Deze verantwoordelijkheid is overgedragen aan de schoolbesturen. De situatie na de start van de doordecentralisatie op 1 januari 2001 is echter veranderd. De rampen in Volendam en Enschede en een strikter controle- en handhavingsbeleid van de Brandweer hebben ertoe geleid dat de brandveiligheid onder een grotere aandacht is geplaatst. Nu blijkt dat de schoolbesturen middels het doordecentralisatie-contract naar verhouding te weinig middelen ontvangen om hun verantwoordelijkheid in deze op een goede manier te nemen. Gezien het feit dat de Brandweer de schoolbesturen verplicht binnen een bepaalde termijn de noodzakelijke aanpassingen te plegen, blijft er veel minder geld over voor het noodzakelijk onderhoud. Daarom heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van het IHP 2006 besloten om een bedrag te reserveren voor de brandveiligheid. Met deze bijdrage worden de schoolbesturen beter gefaciliteerd en in staat gesteld hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en zorg te dragen voor een brandveilig gebouw. Zij zijn echter wel genoodzaakt, zeker ook gezien hun eigen verantwoordelijkheid, om uit eigen middelen bij te dragen aan de financiering van de noodzakelijke aanpassingen. Het betreft hier de helft van de van de in 2004 geraamde totale kosten. 1.1 Wettelijk- of beleidskader De formele verantwoordelijkheid is met het doordecentralisatie-contract voor onderhoud overgedragen aan de schoolbesturen. Bij het afsluiten van dit contract (2001) kon niet worden voorzien dat schoolbesturen voor aanpassingen t.b.v. de brandveiligheid voor dergelijke hoge investeringen zouden komen te staan. De raad heeft daarom besloten eenmalig een bedrag te reserveren voor het verbeteren van de brandveiligheid. 1.2 Relatie met programma De beschikbaar gestelde middelen zijn onderdeel van de IHP-middelen zoals die in het Programma Onderwijs (productgroep Onderwijshuisvesting) zijn opgenomen. 2 Doelstelling Met dit voorstel krijgen de schoolbesturen een belangrijke bijdrage (45%) in de kosten die zij hebben gemaakt voor het verkrijgen van een gebruiksvergunning. Met deze bijdrage worden de schoolbesturen beter gefaciliteerd en in staat gesteld hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en zorg te dragen voor brandveilige gebouwen. 3 Argumenten Investeringen brandveiligheid voor schoolbesturen werden niet voorzien bij doordecentralisatie onderhoud naar schoolbesturen in gewijz.).doc

3 Vervolgvel 2 In 2003 en 2004 heeft de Brandweer de VO en PO scholen in Nijmegen op brandveiligheid gecontroleerd. Er is destijds een grote achterstand geconstateerd van de brandveiligheid van schoolgebouwen. Dit betekende dat er een inhaalslag moest worden gerealiseerd. Medio 2005 had een groot aantal schoolbesturen de aanpassingen uitgevoerd en kwamen derhalve in het bezit van de benodigde gebruiksvergunning. Vanaf medio 2005 houdt de Brandweer periodieke controles op de scholen. Hieruit bleek dat in een groot aantal gevallen de scholen op last van de brandweer opnieuw aanpassingen moesten uitvoeren. De schoolbesturen hebben deze eisen en aanbevelingen van de Brandweer goeddeels opgevolgd en kwamen voor aanvullende investeringen te staan. Daarom is bij de behandeling van het IHP 2006 besloten het restant van het investeringskrediet van 2006 van te bestemmen voor de brandveiligheid van scholen. Eenmalige gemeentelijke bijdrage met peildatum 8 november 2005 Om tot een definitieve afronding van het project brandveiligheid te komen is in de regiegroep (27 oktober 2005) besloten, dat schoolbesturen nog tot 8 november 2005 de gevraagde informatie kunnen aanleveren. Vervolgens zal de stand van zaken per 8 november 2005 worden opgemaakt. Deze stand van zaken vormt de basis voor de definitieve verdeling van de middelen van het project brandveiligheid. (Tijdens de regiegroep vergadering van juni 2006 is besloten, de inspectie van Het Lindenholt college door de brandweer af te wachten) Alleen kosten die door ons zijn beoordeeld als technisch noodzakelijk en kostenefficiënt worden vergoed. Alle schoolbesturen hebben inzicht verschaft in de kosten voor de noodzakelijke aanpassingen voor het verkrijgen van een gebruiksvergunning. De bouwkundige van de gemeente heeft deze kosten beoordeeld. Bij het doorrekenen van de gespecificeerde kosten is vooral gekeken naar de uitgangspunten, de technische noodzaak, de hoogte van de kosten en de controle van de hoeveelheden. Maar ook of kostenposten al dan niet ten laste van projecten of jaarlijks onderhoud konden worden gerekend. Resultaten van het onderzoek. Het grootste gedeelte van de opgevoerde kosten zijn reëel en aanvaardbaar. Er zijn enkele scholen die kosten voor brandveiligheid opvoeren welke in de projectkosten van een onlangs uitgevoerde/uit te voeren verbouwing behoren. Tevens zijn er PO-scholen waar de opgevoerde kosten geen betrekking hadden op brandveiligheidsvoorzieningen. De betreffende schoolbesturen zijn hiervan op de hoogte gebracht en de kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Gedeelde kosten voor schoolbesturen en gemeente: gemeente vergoed 45%. De totale kosten voor de noodzakelijke aanpassingen voor het verkrijgen van een gebruiksvergunning bedroegen ,- het beschikbare budget bedraagt ,- De maximale bijdrage voor de schoolbesturen komt hiermee op 44,7% van de aanvaardbare werkelijke kosten. Gezien de doordecentralisatie van onderhoud is het redelijk dat schoolbesturen zelf een substantieel deel van de kosten voor hun rekening nemen.

4 Vervolgvel 3 Met de voorgestelde verdeling van de middelen conform bijlage A worden schoolbesturen beter in staat gesteld de verantwoordelijkheid te nemen. Schoolbesturen hebben de investeringen veelal voorgefinancierd met middelen die bestemd waren voor regulier onderhoud. Om te voorkomen dat schoolbesturen in financiële problemen geraken en om een onbelemmerde voortgang van het onderwijs te kunnen garanderen is een snelle afhandeling en uitbetaling van de middelen noodzakelijk. Dat kan via de spoedprocedure. 4 Risico s Brandveiligheid blijft een veel besproken onderwerp. Op lange termijn kunnen de middelen van de schoolbesturen opnieuw ontoereikend zijn. De laatste jaren is er natuurlijk wel een belangrijke inhaalslag gemaakt. 5 Financiën Met het raadsbesluit IHP 2006 heeft de gemeenteraad besloten: Ten behoeve van de brandveiligheid van scholen een bedrag te reserveren van 1,5 miljoen ten laste van de investeringsruimte IHP 2006, conform raadsbesluit IHP Het restant van het investeringskrediet van 2006 van te bestemmen voor de brandveiligheid van scholen en het bedrag toe te voegen aan het bovenstaande budget, onder voorwaarde, dat de noodzaak wordt aangetoond. Ingevolge van de gewijzigde BBV voorschriften bleek de restant kredietruimte van ,- te zijn. (Dat verschil wordt veroorzaakt door een correctie in de begroting als gevolg van nieuwe begrotingsvoorschriften. Daardoor mogen enkele bestaande huurvergoedingen niet meer geactiveerd worden waardoor de kredietruimte iets afneemt). Na onderzoek is vast te komen te staan dat noodzakelijke aanpassingen van de schoolbesturen ,= bedragen. De schoolbesturen hebben daarmee recht op een vergoeding van 44,7% van de gemaakte kosten. In de bijlage is een overzicht per schoolbestuur opgenomen. 6 Communicatie De schoolbesturen hebben een concept van dit voorstel ontvangen en stemmen in met de voorgestelde verdeling. Een tweetal schoolbesturen is niet eens met de beslissing dat de opgevoerde kosten een onderdeel van het uitbreidingsbudget hadden moeten zijn. 7 Uitvoering en evaluatie Na besluitvorming in de Raad worden de middelen beschikbaar gesteld conform de gebruikelijke procedure. Dat betekent dat schoolbesturen door indiening van de facturen de kosten kunnen declareren bij de Directie Inwoners. Door gebruik te maken van de spoedprocedure kan tegemoet worden gekomen aan het Bijlage(n): Bijlage A: kostenverdeling

5 Vervolgvel 4 verzoek van de schoolbesturen die de kosten hebben voorgefinancierd om tot een spoedige afhandeling te komen. De (beide) schoolbesturen die het met de kostenverdeling niet eens zijn behouden het recht om tegen dit besluit bezwaar te maken. Voor de overige scholen kan dan tot een vlotte afwikkeling worden overgegaan. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst P. Eringa Bijlage(n): Verdelingsvoorstel (bijlage A)

6 BIJLAGE A Schoolbesturen Geaccordeerde kosten Vergoeding Alliantie VO , ,94 Karel de Grote 7.500, ,08 montessori coll , ,73 Pallas , ,09 praktijkonderw. Regio Nijm , ,95 Rijk van Nijmegen , ,65 RK onderwijs te Lent , ,21 Rosascholen , ,59 SBO , ,18 St OOC , ,50 St. Josephscholen , ,77 Stichting Meander , ,62 STOPOZOG , ,51 Viataal , ,10 BS Hidaya BS Klokkenberg , ,52 SO Tarcisiusschool - - TOTAAL , ,45