Normatieve professionaliteit Versie sept. 2016 Praktijkleren 4 e jaar Onderdeel van verpleegkundige beroepsethiek Cok den Hertog
De opdracht in het kort (zie verder de cursushandleiding) Een bepaald handelen, een gedane interventie (door jou zelf) vormt het uitgangspunt. Deze interventie moet hebben: een meso-kant (gerelateerd aan beleid of cultuur van bijv. afdeling), een morele kant. In aansluiting hierop reflecteer je over het hoe en waarom van deze interventie. Je formuleert mede tegen deze achtergrond je visie op goede zorg (incl. professionaliteit in dat verband).
Oefening (i.v.m. de opdracht) Wat houdt professioneel volgens jou in? Keerzijde: Wat is niet-professioneel?
Aspecten van professionaliteit (in de zorg) het streven naar kwaliteit op basis van kennis en vaardigheid je bij je vakgebied en deskundigheid houden privé en werk kunnen scheiden kunnen omgaan met afstand en nabijheid patiënt- en zorggerichtheid streven naar en vermogen tot correcte bejegening je eigen emotionele grenzen en je beperkingen in bekwaamheid kennen en daarmee rekening houden verantwoordelijkheid nemen voor je eigen handelen
Twee hoofdaspecten van professionaliteit Vakkundigheid (kennis, kwaliteit). Morele competentie (houding, kwaliteiten).
Een oefening (2) Katheteriseren, wat vraagt zo n handeling van jou? In het kort: het vraag allerlei technische en morele aspecten.
Het intens-morele karakter van de verpleegkundige praktijk Als verpleegkundige heb je steeds weer te maken met intimiteit: - fysieke intimiteit, - emotionele en psychologische intimiteit. Dat vraagt morele kwaliteiten als inlevingsvermogen, respect en tact.
Ook technische/vakkundige kwaliteiten hebben een morele kant Denk bij deze kwaliteiten aan bijv. kennis van zaken, handigheid, gespreksvaardigheden. Het morele aspect blijkt uit het volgende: je moet zorgen dat je deze kwaliteiten bezit; als je ze nog niet (of niet meer) bezit, moet je dat aan de orde kunnen stellen en betreffende taken aan anderen overlaten; Het is belangrijk hoe je ze toepast, of je erbij bijv. rekening houdt met de gevoeligheden van de zorgvrager.
Omgang met multimorbiditeit Multimorbiditeit (een voorbeeld op mesoniveau): besteed je enkel aandacht aan wat binnen de opname-indicatie valt of ook aan andere aspecten?
De macht van een professional Definitiemacht van een professional: jij bepaalt wat het probleem is, herdefinieert het (bijv. op grond van protocollen). Zie M. Jansen e.a., De expertverpleegkundige, 2007, m.n. p. 45 Broodroostermodel (Kunneman): je behandelt enkel wat je binnen je kader valt.
Wat betekent normatief precies? (Smalle betekenis) een norm stellend. (Brede betekenis) gerelateerd aan het morele voor zover dat gedrag stuurt: niet alleen morele normen maar ook morele waarden en houdingen. Bij de term normatieve professionaliteit gaat het om deze betekenis! De tegenpool van deze betekenis is het negeren hiervan: enkel gericht zijn op het feitelijke en het technische.
Normatieve professionaliteit en de Beroepscode (bij normatief ) Normatieve professionaliteit is niet simpel het volgen van de normen van de beroepscode*. De beroepscode bevat overigens eerder algemene richtlijnen dan precieze normen. Hoe je deze richtlijnen in een bepaalde situatie toepast vereist reflectie. De beroepscode kan uiteraard helpen bij de reflectie en de discussie over de beroepspraktijk. * Met name de (Nederlandse) Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, V&VN en andere organisaties, 2015.
Plaats van het begrip normatieve professionaliteit (Van Houten en Kunneman, 1993) Het begrip verzet zich tegen een eenzijdige, strikttechnische opvatting van professionaliteit (prof. enkel als zaak van medische kennis, technische vaardigheden, methodisch werken, kennis van protocollen en richtlijnen; nu m.n. evidence-based). Professionaliteit heeft óók een morele en persoonlijke kant (waarden, normen, houding). Norm.prof. is het zich bewust bezighouden met de morele aspecten van de beroepspraktijk. Om misverstanden te voorkomen: norm. prof. sluit technische professionaliteit ìn: je moet zorgen dat je bepaalde methoden en vaardigheden beheerst.
Normatieve professionalisering versus normatieve professionaliteit Vaak wordt tegenwoordig het begrip normatieve professionalisering i.p.v. normatieve professionaliteit gebruikt, om aan te geven dat het om een leerproces gaat. Normatieve professionaliteit is dan het resultaat van dit leerproces. Normatieve professionaliteit kan echter ook opgevat worden als een (nooit geheel bereikt) ideaal opgevat worden, datgene waarnaar gestreefd wordt. Het gaat dan niet om een beschrijvend maar een regulatief, normatief begrip.
Casus algemeen ziekenhuis Een vrouw is ernstig ziek, interventies konden niet verhelpen dat zij ging overlijden. Zij was angstig en verward en belde veelvuldig. Eerst is de reactie van de verpleegkundigen het opschudden van kussens, later met klem verzocht niet zoveel te bellen en ten slotte kreeg mevr. medicatie om rustiger te worden. (Stud. C.S.).
Kenmerken van verpleegkundige professionaliteit (Zie Michel Jansen, o.a. in dissertatie 2005) Prestatie: verrichten van doelmatige en doeltreffende handelingen. Presentie: er-zijn voor mensen (aandacht, tijd nemen, trouw). (Laatste aspect is ontleend aan Andries Baart, Een theorie van de presentie, 2001)
Voorbeelden van morele interventies Door een bepaald handelen een patstelling in een zorgsituatie doorbreken (voorbeeldgedrag). Een collega apart nemen en aanspreken op haar gedrag. Een gesprek met een leidinggevende of een arts over een probleem met een morele kant. Tijdens een overleg: een bepaalde gang van zaken ter discussie stellen; voorstellen doen ter verbetering. Een moreel beraad organiseren (gesprek van zorgverleners over een moreel probleem in de praktijk). (Voor instructie hiervoor zie bijv. Ethische reflectie, 6.8, op deze website.)
Casus thuiszorg (Mathilde Bos) Ik viel 3 weken in voor een collega. Ik kwam bij een Turkse diabetes-pat. Ik moest haar spuiten maar vermoedde dat ze ontregeld was. Belde de HA, hij wilde haar laten opnemen, maar dat leek me niks. Ze zou na ontslag direct weer ontregeld zijn. De vrouw sprak geen woord Ned., dus het tolkencentrum gebeld; mevr. bleek zich slecht te voelen. HA gevraagd s middags langs te komen, een tolk geregeld en Turkse info over diabetes verzameld. Met mevr. en familie (met 2 slimme kleindochters) spijkers met koppen geslagen: hoe ga je om met hoge en lage bloedsuikers, eet- en activiteitenpatroon, voetverzorging, wie gaat spuiten leren? Een paar keer met telefonische tolk gecheckt. Binnen 3 weken was mevr. uit de zorg.
Belemmeringen voor een morele interventie / professionaliteit gelijkheidscultuur gezelligheidscultuur klaagcultuur
Welke soort vragen stel je jezelf bij je werk? Eerste-ordevragen: gaan over feitelijke en praktische zaken. Vooral hoe-vragen. Tweede-ordevragen: hebben betrekking op de aard van iemands ideeën, idealen en waarden (zijn/haar mental map ). Vooral vragen in de zin van Wat is..? en Wat betekent..?, dus begripsvragen. Derde-ordevragen: stellen iemands ideeën, idealen en waarden (zijn/haar mental map dus) ter discussie. Vooral waarom-vragen. Deze vragen gaan het gewone denkkader te buiten. Normatieve professionaliteit komt met name in het stellen van tweede- en derde-ordevragen tot uiting!
Voorbereiding van de workshop Lees de opdracht in de cursushandleiding. Kies een bepaalde gedane interventie die je wilt gaan bespreken. Bedenk hoe je deze casus wilt gaan behandelen (maak een plan van aanpak).
Conclusie De verpleegkundige praktijk is doordrenkt van het morele. Normatieve professionaliteit is het bewust bezig zijn met de morele kanten van de beroepspraktijk. Het betekent onder meer: o verantwoording nemen in dit kader passen morele interventies; o zich verantwoorden in dit kader past het ontwikkelen van een visie op zorg en professionaliteit en deze bespreken met collega s.
Literatuur Tenwolde, H., & Houtlosser, M. (2009), Verpleegethiek, Baarn: HB Uitgevers. Hoofdstuk 6 Professionaliteit. Commissie Ethiek, De morele lading van individuele professionaliteit, Utrecht: V&VN, 2011 (online).