PSYCHO PEDAGOGISCH MEDEWERKER BIJ MODULE PERSPECTIEF ZOEKENDE PLEEGZORG

Vergelijkbare documenten
HOOFDSTUK 2: BASISVEREISTEN EN VOORWAARDEN. 3. Personeelsbeleid 3.2. Functieprofielen/ pleegzorgwerker PLEEGZORGWERKER

WERVINGSMEDEWERKER. 1. Plaats in de organisatie De wervingsmedewerker rapporteert rechtsreeks aan de organisatiedirecteur.

ADMINISTRATIEF MEDEWERKER PLEEGZORG GERELATEERD

FUNCTIEPROFIEL TEAMVERANTWOORDELIJKE INHOUDELIJK - PEDAGOGISCH

TEAMVERANTWOORDELIJKE ADMINISTRATIE

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Jeugdwerker (vakantieaanbod) - tijdelijk

Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk

Kwaliteitsvolle uitvoering van de financiële verrichtingen van de gemeente en het OCMW.

Grafisch mediavormgever. Functiebenaming/graad en functionele loopbaan

Functieprofiel leidinggevende lid van het MAT

Competentieprofiel. Verpleegkundige

Functieprofiel leidinggevende

Functiekaart Begeleider

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Functieprofiel casemanager

Ploegbaas groen wegen

Uitvoeren van beheersmatige werkzaamheden met betrekking tot locatie(s), systemen, gegevens en bedrijfsvoering.

Deskundige ICT - systeembeheerder

Gebiedsgerichte werker

Kwaliteitsvolle uitvoering van de financiën van de gemeente en het OCMW.

Administratief medewerker aanleg werfreserve (C1-C3)

Stafmedewerker Planning (Gezinszorg)

Diensthoofd patrimonium

Functiebeschrijving Directeur Monumentenwacht Limburg

Uitvoeren van beheersmatige werkzaamheden met betrekking tot locatie(s), systemen, gegevens en bedrijfsvoering.

U maakt deel uit van de strategische cel en rapporteert bijgevolg aan de strategisch coördinator.

Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang

Salarischaal: D1 LAGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD LAGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD

Milieuambtenaar. Zorgen voor het geheel van het gemeentelijk milieubeleid. Directe leidinggevende afdelingshoofd grondgebiedzaken.

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

Medewerker Grond- en pandenbeleid Woondienst regio Roeselare

Als directeur rapporteert u rechtstreeks aan de algemeen directeur. U geeft rechtstreeks leiding aan de departementshoofden uit uw directie.

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Functie en competentieprofiel HULPKOK

Strategisch coördinator

Maatschappelijk werker

Functiebeschrijving Medewerker klantenadviserend. Graad: medewerker C1-C3

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE

Bijlage bij Vlaams Actieplan Armoedebestrijding Functieprofiel aandachtsambtenaar armoedebestrijding

NAAM FUNCTIE: MAATSCHAPPELIJK WERKER SOCIALE DIENST

Taken en verantwoordelijkheden op het vlak van dienstverlening t.a.v. cliënten:

Individueel. competentieprofiel. Naam: Werkvloerbegeleider. Terug naar overzicht

Functie- en competentieprofiel

Secretaresse Mei 2009

Projectmedewerker/ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting

B1 - DESKUNDIGE LEIDINGGEVENDE

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3

Functie- en competentieprofiel

Competenties verbonden aan het ComPas

Competentieprofielen Docentfuncties

Verzorgende in de gezinszorg C en D

Functiebeschrijving: Hoofdtechnicus C2 Verkeersoperator

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

Functiebeschrijving technisch administrateur (junior)

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN

Beoordelingsformulier

Functie- en competentieprofiel

F U N C T I E P R O F I E L

Het ideale competentieprofiel van een mentor volgens Praktijk Know How

Functiebeschrijving administratief medewerker lokaal dienstencentrum

De medewerker kwaliteitszorg rapporteert aan de teamverantwoordelijke kwaliteitszorg van de afdeling Kennisbeheer.

Functiekaart: deskundige Human Resources

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied

Bevoegd Begeleidend Personeel (Gezinszorg)

Functie: ASS/0119 assistent Periode van - tot: 02/12/ /09/2015. Salarischaal: D1 LAGER SEC.OND. OF GELIJKGESTELD LAGER SEC.OND.

Brugfiguur kinderkansen

Administratief medewerker afdeling vrije tijd

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief

NAAM FUNCTIE: CULTUUR - CULTUURCENTRUM DIEST (CCD) - TECHNISCH ASSISTENT - ZAALWACHTER

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Coördinator buitenschoolse kinderopvang

Competentiemanagement bij de federale overheid

Projectcoördinator Woondienst regio Roeselare

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

De Deskundige Gezin werkt nauw samen met de Teamverantwoordelijke Gezin en de Jeugdconsulent. Voor deze functie?

Begeleiden van de cliënt van waar hij is naar waar hij wil zijn, een dynamische interactie

FUNCTIEBESCHRIJVING BESTUURSSECRETARIS PROJECTCOÖRDINATOR ICT

Functie: MED/0329 medewerker theatertechieken Periode van - tot: 26/02/2015 -

Functiebeschrijving ADMINISTRATIEF MEDEWERKER C1-C3

Competentiemanagement bij de federale overheid

COMPETENTIEPROFIEL Coördinator VORMING EN BEGELEIDING PLOT-Brandweerschool

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht

FUNCTIEOMSCHRIJVING : Inhoudelijk Medewerker Internationaal Milieubeleid

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator

Je ontwikkelt een gedeelde HR-visie en vertaalt deze in strategische doelstellingen, die passen binnen het strategisch meerjarenplan van KORTRIJK.

FUNCTIEKAART. Functietitel: Deskundige Human Resources. 1. Jobidentificatie: 2. Doel van de functie: 3. Kernresultaatsgebieden:

Het adviseren over, ontwikkelen, uitvoeren of handhaven van beleidsterreinen en beleidsprocessen.

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentieprofiel medewerker BAAL

DESKUNDIGE VERZEKERINGEN

Analyseren, toetsen en interpreteren van dossiergegevens teneinde een gefundeerd voorstel van beslissing te kunnen formuleren.

Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3)

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Competentiemanagement bij de federale overheid

Hoofdtechnieker cultuurcentrum en Bilzen Mysteries

Functiebeschrijving LOGISTIEK MEDEWERKER DIENSTENCENTRA E1-E3

Transcriptie:

PSYCHO PEDAGOGISCH MEDEWERKER BIJ MODULE PERSPECTIEF ZOEKENDE PLEEGZORG DEEL 1: CONTEXT, DOEL EN OPDRACHTEN 1. Plaats in de organisatie De psycho pedagogisch medewerker rapporteert rechtsreeks aan de teamverantwoordelijke en maakt deel uit van de psycho-pedagogisch team en perspectief zoekend team. 2. Functiedoel De psycho pedagogisch medewerker zal het functioneren en de ontwikkeling van het kind binnen de module perspectief zoekende pleegzorg in kaart brengen en vertalen naar de opvoedingsvraag van het kind (kindprofiel opmaken), alsook mede een inschatting maken met betrekking tot het perspectief van het kind. 3. Opdrachten en verantwoordelijkheden 3.1. Beleidsmatige taken Bijdragen aan de visieontwikkeling en het beleid van de organisatie in functie van psycho-pedagogische medewerker binnen een module perspectief zoekende pleegzorg; Meewerken aan de sensibilisering van pleegzorg en de werving van pleegzorgers; Signaleren van hiaten en structureel gebruikersoverstijgende noden. 3.2. Voorbereiding van hulpverlening Vraagverheldering bij aanmelder. 3.3. Hulpverlening Opstarten van de perspectief zoekende pleegzorgmodule (terugkeer naar huis of netwerkobservatie); Zicht krijgen op de ontwikkeling, hechting en het functioneren van het kind Observeren van de interacties tussen het kind en zijn ouders (bij module perspectief zoekende pleegzorg terug naar huis) of de interactie tussen het kind en zijn pleegzorgers (bij netwerkobservatie) Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 1 van 7

Kindprofiel opmaken volgens het afgesproken stramien; Genogram van het pleeggezin opmaken; Afnemen van Lagko; Ouders (bij perspectief zoekende module) of pleegzorgers (bij netwerkobservatie) ondersteunen in hun emotionele en pedagogische aanbod naar het kind; Op het einde van de perspectief zoekende module: evaluatie op een ad hoc overleg: mede inschatting maken of het kind terug kan naar zijn ouders en onder welke randvoorwaarden (bij perspectief zoekende module terug naar huis) of mede inschatting maken of het aanbod van het netwerkpleeggezin gepast is voor het kind (bij netwerkobservatie) Terugkoppeling/overdracht informatie naar alle betrokkenen (verwijzer/kind/ouders/pleegzorgers). Bij een negatief advies (kind kan niet terug naar zijn ouders of het kind kan niet blijven in het netwerkgezin): advies rond perspectief en vervolghulp 3.4. Intern en extern overleg Overleg met de betrokken pleegzorgwerker; Evaluatiebespreking op perspectief zoekend team; Overleg met de consulent/toegangspoort; Ronde tafel als start en afronding van de module perspectief zoekende pleegzorg; Participatie in psycho-pedagogische team en het perspectief zoekend team; Participeren aan ad hoc overlegmomenten en werkgroepen. 3.5. Administratie Kindprofiel; Deelverslag van het eindverslag; Dossiervorming. 3.6. Kwaliteitszorg Volgen van systemen, procedures, stramienen vanuit het kwaliteitshandboek; Kwaliteitstoets toepassen bij de pleeggezinnen, ouders en verwijzers; Meewerken aan tevredenheid van gebruikers en pleegzorgers; Meewerken aan interne audits en inspectie. Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 2 van 7

DEEL 2: COMPETENTIEPROFIEL Gedragscompetenties Kerncompetenties Kwaliteitsgerichtheid Met de beschikbare middelen de best mogelijke kwaliteit bereiken en in stand houden door haalbare eisen te stellen aan het resultaat van opdrachten, diensten, van zichzelf en van anderen. Niveau 2: Bewaakt de kwaliteit van eigen werk - Streeft de beste kwaliteit na, legt de lat hoog. - Controleert of het eigen werk beantwoordt aan de gestelde kwaliteitsnormen. - Verbetert fouten in de eigen werkaanpak zodat een kwalitatieve dienstverlening wordt geleverd. - Ziet er op toe dat het eigen werk een constante kwaliteit heeft en stuurt bij waar nodig. Cliëntgerichtheid Het onderzoeken van, het anticiperen op en het handelen naar noden van de interne en externe cliënt, met een hoge prioriteit voor dienstverlening en cliënttevredenheid. Niveau 2: Ontwikkelt en onderhoudt cliëntenrelaties - Verdiept zich in de concrete situatie van de cliënt, richt zich op verbetering, ontwikkelt een relatie met de cliënt en neemt effectieve acties om de tevredenheid van de cliënt te vergroten. - Onderneemt acties om voor de cliënt een geschikte oplossing te bieden voor specifieke, minder voor de hand liggende vragen en problemen. - Speelt flexibel in op noden van de cliënt en toetst zijn/haar tevredenheid op regelmatige basis af. - Signaleert en herkent uitgesproken cliëntennoden uit de directe omgeving en vertaalt deze correct naar activiteiten binnen de organisatie. Samenwerken Het bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer er geen rechtstreeks eigen belang is, en zich coöperatief opstellen en inzetten om gezamenlijke doelstellingen te bereiken. Niveau 2: Helpt anderen en pleegt overleg - Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk resultaat te komen. Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 3 van 7

- Streeft gezamenlijke doelen na en stemt de eigen inbreng/prioriteiten af op de noden van de groep. - Houdt rekening met de gevoeligheden en verscheidenheid van mensen. - Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen opdracht. - Bevraagt spontaan en proactief de mening van anderen. Mondelinge en Schriftelijke Communicatie Het in een begrijpelijke taal overbrengen, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, van ideeën en meningen aan anderen. Het aanpassen van taal en terminologie aan het doelpubliek, de specifieke vraagstelling en de situatie. Niveau 3: Zorgt voor een heldere communicatie in twee richtingen - Communiceert op een authentieke en eenduidige wijze. - Richt zich tot zijn gesprekspartner en gaat regelmatig na of de boodschap door de andere correct begrepen is. - Biedt de gesprekspartner de mogelijkheid om vragen te stellen. - Geeft de gesprekspartner ruimte om zich te uiten en laat hem uitspreken. - Past de communicatiewijze aan de mogelijkheden van de gesprekspartner aan. - Stelt eenduidig leesbare documenten op, beknopt, gestructureerd en to-the-point; gebruikt een attractieve schrijfstijl. Verantwoordelijkheidszin Zich op een plichtsbewuste manier engageren om zijn takenpakket te realiseren en de gemaakte afspraken na te komen. Hierin handelen op een integere, zorgvuldige, objectieve en transparante wijze, uitgaande van de basisregels van de sociale en ethische normen. Niveau 2: Lost verwachtingen in, rekening houdend met de vooropgestelde doelstellingen en de sociale en ethische normen - Neemt verantwoordelijkheid op voor zijn eigen handelen. - Doet zijn best om het vooropgestelde doel te bereiken. - Leeft de deontologie na en handelt consequent. - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken en spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen. - Is geïnteresseerd in de uiteindelijke output van het werk. Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 4 van 7

Specifieke competenties Autonomie Een bepaald doel bereiken zonder sturing van anderen, door zelfstandigheid in het denken en handelen te tonen. Niveau 3: Werkt autonoom en neemt verantwoordelijkheid - Gedraagt zich onafhankelijk en neemt passende acties/beslissingen zonder onnodige inmenging van anderen. - Geeft aan wanneer de eigen bevoegdheden ontoereikend zijn; weet waar de grenzen van zijn/haar verantwoordelijkheid zich situeren. - Neemt daar waar nodig zelf beslissingen, ook wanneer het zaken betreft die niet tot het directe takenpakket behoren. Emotionele Draagkracht Efficiënt gedrag vertonen in situaties met verhoogde complexiteit, tijds- of werkdruk of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek. Niveau 2: Blijft kalm en rustig in situaties van langdurig verhoogde druk of in crisissituaties die eigen zijn aan de opdracht. - Blijft rustig praten en geeft een ontspannen indruk, ook al biedt de gesprekspartner de nodige weerstand. - Behoudt bij confrontaties een correcte en tactvolle houding; vermijdt woordenwisselingen, reageert constructief, professioneel en respectvol. - Blijft zich in crisismomenten open stellen voor feedback, opmerkingen van anderen, en blijft bereid de eigen aanpak bij te stellen. - Kan voor zichzelf problemen, spanningen of tegenslagen verwerken en relativeren en/of neemt in dergelijke situaties initiatief om indien nodig ondersteuning te vragen. - Blijft doorzetten in geval van tegenslag en teleurstelling. - Kan een standpunt innemen en in samenspraak knopten doorhakken Flexibiliteit Indien zich problemen of kansen voordoen de eigen gedragsstijl aanpassen teneinde het gestelde doel alsnog te kunnen bereiken. Niveau 3: Past zich vlot aan bij plotselinge en elementaire veranderingen - Blijft doelmatig handelen in situaties waar de eigen kennis en ervaring ontoereikend zijn. Verandert bij weerstand op het juiste moment van gedrag. - Blijft rustig en doelmatig handelen in situaties waar meerdere elementen plots veranderen. Verliest doelstellingen niet uit het oog. Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 5 van 7

- Anticipeert: schat de mogelijke hindernissen vooraf in. - Ontwikkelt meerdere strategieën: bekijkt voorafgaand meerdere opties om het doel te bereiken en heeft alternatieven voorhanden. - Weet de impact van de wijziging van één aspect op de andere elementen snel en correct in te schatten. Inlevingsvermogen Het aanvoelen en het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen en zich daarin kunnen inleven. Doorvragen daar waar nodig en hierop adequaat reageren, zowel ten aanzien van medewerkers, collega s, cliënten, Niveau 4: Past eigen gedrag proactief aan de gevoelens van anderen aan - Komt los van de eigen beleving om zich objectief en geheel in te kunnen leven in de situatie van de ander. - Reageert op gepaste en professionele wijze op bijzondere omstandigheden waarin de ander zich bevindt. - Houdt bij beslissingen, communicatie, preventief rekening met de impact ervan op anderen en handelt daarnaar. - Blijft effectief functioneren in een omgeving met onuitgesproken weerstand, een context met een sterkere emotionele geladenheid. - Gaat op gepaste wijze om met impliciete en onuitgesproken gevoelens van anderen. Positioneren In verschillende situaties een geloofwaardige, professionele eerste indruk maken en handhaven. Zich positioneren in de rol van deskundige en dit waarmaken in het contact met anderen. Niveau 3: Laat in situaties van grotere visibiliteit een geloofwaardige indruk na door zijn eigen positionering - Gebruikt in uiteenlopende contexten en situaties waar visibiliteit een belangrijke factor is de juiste stijl en omgangsvorm. - Houdt bij het aangaan van open discussies en dialogen aandacht voor de gevoeligheden en omstandigheden, die eigen zijn aan de ruimere context waarin men zich samen met de andere bevindt (bv. discretie, respect, ). - Geeft ook in moeilijke situaties zowel verbaal als non-verbaal blijk van een rustig en zelfverzekerd optreden. - Heeft aandacht voor de subtiele boodschappen van anderen en speelt daar op een sociaal schrandere en correcte wijze op in. Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 6 van 7

Zelfontwikkeling Zoekt en benut kansen voor de eigen ontwikkeling, besteedt zichtbaar tijd en energie aan de eigen ontwikkeling en beïnvloedt de werking van de dienst hierdoor in positieve zin. Niveau 3: Leert over andere methodes en technieken en werkt actief mee aan het verbeteren van de werking van de dienst - Heeft belangstelling voor aanverwante onderwerpen om zijn kennis te verruimen. - Benut informatie die afkomstig is uit andere vakgebieden om de eigen aanpak en werking te optimaliseren. - Onderkent de impact van nieuwe technieken en methodes op de eigen werking. - Stuurt de eigen werking proactief bij naargelang de wijzigingen op het niveau van de organisatie. - Zoekt naar mogelijke verbeteringen die de eigen functie en het eigen takenpakket overstijgen. Vaktechnische competenties Diploma Master in de sociale wetenschappen Ervaring Bij voorkeur minimaal 5 jaar relevante ervaring Functie-specifieke kennis Grondige kennis rond ontwikkeling en functioneren van het kind, hechting, observatie en diagnostiek Werkomstandigheden Nodig/nuttig: Spellokaal en gespreksruimte Materiaal om mee te werken Testmateriaal Noodzakelijk: Verplicht werken op woensdag en geregeld avondwerk Hoofdstuk 2: Basisvereisten en voorwaarden Versie 1 Pagina 7 van 7