Monitor Burgeronderzoek Sittard-Geleen 2009

Vergelijkbare documenten
Monitor Burgeronderzoek Sittard-Geleen 2007

Burgeronderzoek Parkstad Limburg 2011

Gemeentemonitor Simpelveld

Gemeentemonitor Kerkrade

Gemeentemonitor Simpelveld

SENIORENMONITOR HEERLEN 2003

Burgeronderzoek Parkstad Limburg

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Stadsonderzoek gemeentebestuur en dienstverlening in Parkstad Limburg 2015

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Stadsonderzoek gemeentebestuur en dienstverlening in Parkstad Limburg 2013

Leefbaarheids onderzoek Sittard-Geleen 2013

Hoe veilig is Leiden?

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

AARVELD/BEKKERVELD 2015

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Rapportage Burgeronderzoek: Stads- en Buurtmonitor Kerkrade 2015

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Projectevaluatie Passart. Onderzoek en Statistiek April 2014 Gemeente Heerlen

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Onderzoek gemeentebestuur en dienstverlening in de Parkstadgemeenten 2011

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheidsonderzoek: Nibbixwoud en Hauwert. Gemeente Medemblik Januari 2011

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Drie jaar Taskforce Overlast

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Leefbaarheid Inhoud. Gekozen gebied: Provincie: Gelderland Gekozen vergelijkingsgebied: Nederland

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse

Leefbaarheid en Veiligheid 2016

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Projectevaluatie MSP - nulmeting

Werkbelevingsonderzoek 2013

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Onderzoek gemeentebestuur en dienstverlening in de Parkstadgemeenten en Nuth

Leefbaarheidsmonitor Hoogvliet 2009

Wijkenmonitor. Westerkoog

Dienstverlening Beheer en Programmering Openbare Ruimte

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Burgermonitor Sittard-Geleen

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

Gemeente Stichtse Vecht

Leefbaarheidsmonitor 2011

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Burgeronderzoek gemeente Velsen November 2017

Waarom doen we dit? Deze aanpassing in onze dienstverlening sluit aan bij de ontwikkeling naar een brede wijkgerichte aanpak voor zorg, welzijn, werk

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

Grafiek 20.1a Belangrijkste aspecten die Leidenaren prettig vinden aan de eigen buurt, * (meer antwoorden mogelijk) 16% 15% 10% 10%

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Waar staat je gemeente. Gemeente Enschede

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Waar staan de Drechtsteden?

Burgeronderzoek gemeente Heemskerk December 2017

Leefbaarheid en veiligheid

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Wijk- en buurtmonitor 2016 Opzet

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Leefbaarheidsonderzoek: Wognum. Gemeente Medemblik Januari 2011

Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Monitor Operatie Hartslag Heerlen Follow-up meting 2004

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Kernrapport veiligheidsmonitor, benchmark (2017) Gemeente Leiden vergeleken met Nederland en Grotestedenbeleid G32. Leefbaarheid in de buurt

Veiligheidsmonitor 2011

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Transcriptie:

Monitor Burgeronderzoek Sittard-Geleen 2009

COLOFON Uitgave: Gemeente Sittard-Geleen Hub Dassenplein 1 Postbus 18, 6130 AA Sittard T: (046) 4777777 E: kso@sittard-geleen.nl Project: Burgeronderzoek 2009 Rapportnummer: 2009/1 Versie: 9 februari 2010 Auteurs: Ed Ritzerfeld Harry Schaepkens Linette Vosdellen Bestellingen: Exemplaren zijn verkrijgbaar via e- mailadres kso@sittard-geleen.nl. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

1 Inleiding... 1 1.1 Aanleiding voor het onderzoek... 1 1.2 Leeswijzer... 2 1.2.1 Algemeen... 2 1.2.2 Opbouw rapport... 2 1.2.3 Weergave onderzoeksuitkomsten... 3 1.2.4 Percentages... 3 1.2.5 Schaalscores... 3 1.2.6 Rapportcijfers... 4 2 Leefbaarheid... 5 2.1 Algemene kwaliteit woonomgeving... 5 2.1.1 Resultaten Algemene Kwaliteit Woonomgeving 2007-2009... 8 2.2 Fysieke kwaliteit woonomgeving... 11 2.2.1 Resultaten verloedering 2007-2009... 13 2.3 Sociale kwaliteit woonomgeving... 15 2.3.1 Resultaten sociale cohesie 2007-2009... 15 2.4 Tevredenheid met voorzieningen in de buurt... 23 2.5 Perceptie ontwikkeling van de buurt... 30 2.6 Betrokkenheid bij de buurt... 33 3 Wonen... 41 3.1 Woonsituatie... 41 3.2 Woningwaardering... 47 4 Openbare orde en veiligheid... 55 4.1 Perceptie openbare orde- en veiligheidsproblemen... 59 4.2 Slachtofferschap... 67 4.3 Waardering voor politie... 71 5 Beheer en onderhoud... 75 5.1 Tevredenheid beheer en onderhoud... 75 6 Milieu... 89 6.1 Milieu-overlast... 89 6.2 Waardering gemeentelijke milieumaatregelen... 101 6.3 Tevredenheid afvalscheiding... 105 7 Verkeer... 107 7.1 Waardering verkeerssituatie in buurt... 107 7.2 Tevredenheid verkeersvoorzieningen... 111

8 Gemeente... 117 8.1 Waardering gemeente... 117 8.2 Perceptie gemeentelijke ontwikkeling... 118 8.3 Betrokkenheid gemeente... 118 8.4 Probleembeleving gemeente... 118 9 Gemeentelijke dienstverlening... 121 9.1 Waardering gemeentelijke dienstverlening... 121 9.2 Contacten met de gemeente... 123 9.3 Gemeentelijke informatievoorziening... 126 9.4 Inspraak en inspraakinstrumenten... 129 10 Gemeentebestuur en lokale politiek... 131 10.1 Tevredenheid over gemeentebestuur... 131 10.2 Politieke interesse... 132 11 Winkelen... 133 11.1 Waardering centrumgebied... 133 11.2 Bezoek grote centrumgebieden... 133 12 Vrijetijdsbesteding... 135 12.1 Sport... 135 12.1.1 Sportbeoefening... 135 12.2 Uitgaan... 138 12.2.1 Uitgaansgedrag... 138 12.2.2 Uitgaansgelegenheden... 138 12.3 Vrijwilligerswerk... 141 12.4 Hobby s... 142 12.5 Sociale contacten... 144 13 Bewonersprofiel... 145 13.1 Bevolkingssamenstelling... 145 13.2 Huishoudensituatie... 147 13.3 Opleiding... 149 13.4 Inkomen... 153 13.5 Werkzame beroepsbevolking... 155 Bijlagen... 158 Onderzoeksverantwoording... 159 1.1. Onderzoeksmethode... 159 1.2. Steekproeftrekking... 159

1.3. Responsverantwoording... 160 1.4. Representativiteit... 162 1.5. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid... 163

1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het onderzoek De gemeente Sittard-Geleen heeft voor de komende jaren een breed opgezet beleid geformuleerd, zowel op economisch, fysiek als sociaal gebied. Bij het verder ontwikkelen van dit beleid is het belangrijk om een vinger aan de pols te kunnen houden. Beleidsmakers moeten gevoed worden met informatie uit de samenleving. Deze informatie is niet alleen vooraf, maar ook tijdens en na de uitvoering van beleid nodig: welke verbeterpunten onderkennen we in de samenleving? Waarop wordt het beleid gebaseerd? Moet het beleid worden bijgesteld? Hoe worden beleidsmaatregelen gewaardeerd? Wat zijn de maatschappelijke effecten van beleid? De beantwoording van dit soort vragen is zo belangrijk dat niet volstaan kan worden met subjectieve indrukken. Er is een instrument nodig waarmee maatschappelijke ontwikkelingen in Sittard-Geleen op een systematische en objectieve manier in beeld worden gebracht. Deze rapportage voorziet hierin: ze fungeert als het ware als ogen en oren van de beleidsmakers richting de samenleving van Sittard-Geleen. Deze rapportage is gebaseerd op twee Burgeronderzoeken. Het eerste onderzoek is gehouden in 2007. Einde juni begin juli 2009 heeft. in de vorm van een schriftelijke enquête afgenomen onder 9.900 mensen voor het buurtniveau en 1000 mensen voor het gemeenteniveau het tweede onderzoek plaatsgevonden. Voor het niveau buurt hebben ruim 3.900 mensen de moeite genomen de uitgebreide vragenlijst in te vullen en te retourneren en voor het niveau gemeente 400 mensen: voor beide een tevredenstellende respons van 40 procent! In de vragenlijst zijn de volgende thema s aan de mensen voorgelegd: leefbaarheid, wonen, veiligheid, beheer en onderhoud, milieu, verkeer, gemeente, gemeentelijke dienstverlening, gemeentebestuur en lokale politiek, winkelen en vrijetijdsbesteding. Over deze onderwerpen wordt in deze verslag gerapporteerd. Het onderwerp gezondheid is in dit onderzoek opgenomen omdat de GGD- Zuidlimburg in de zelfde periode een gezondheidsonderzoek heeft gehouden, waarin ook de gezondheid-vragen uit eerdere edities van dit onderzoek zijn opgenomen. In dit onderzoek zijn voor de provincie Limburg vragen opgenomen over mobiliteit. De rapportage over die vragen wordt bij de provincie gemaakt. De onderzoeksresultaten worden weergegeven voor de gemeente Sittard-Geleen als geheel en afgezet tegen de resultaten van 2007. Gelet op de grootte van de steekproef is het ook mogelijk de uitkomsten nog verder uit te splitsen tot op het lagere niveau van de stadsdelen en de buurten. Voor vragen of meer informatie over deze stads- en buurtmonitor kunt u contact opnemen met Ed Ritzerfeld of Harrie Schaepkens, Afdeling Interne Services, Team I&A, onderdeel Statistiek van de gemeente Sittard-Geleen, 046-4777442 of 046 4778349 of kso@sittard-geleen.nl. 1

1.2 Leeswijzer Hieronder worden enkele punten toegelicht die van belang zijn bij het lezen en interpreteren van de in dit rapport gepresenteerde onderzoeksuitkomsten. Voor onderzoekstechnische (achtergrond-)informatie wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording die als bijlage 1 in dit rapport is opgenomen. 1.2.1 Algemeen De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op enquête, waarin inwoners van Sittard-Geleen over allerlei onderwerpen zijn bevraagd. Dit betekent dat niet persé de feitelijke situatie, maar de beleving/perceptie ervan door de burger in beeld is gebracht. Het gaat dus om opvattingen, meningen en gerapporteerd gedrag, of anders gezegd: de werkelijkheid gezien door de ogen van de burger. 1.2.2 Opbouw rapport Aan dit rapport ligt de volgende structuur ten grondslag: - de hoofdstukken 2 tot en met 7 (leefbaarheid, wonen, openbare orde en veiligheid, beheer en onderhoud, milieu, verkeer). Deze hoofdstukken hebben vrijwel uitsluitend betrekking op de beleving van de directe woonomgeving door de bewoners. Het referentiekader is de buurt; - Hoofdstukken 8 tot en met 10: (gemeente, gemeentelijke dienstverlening, gemeentebestuur en lokale politiek) deze hoofdstukken hebben vooral betrekking op de waardering van de gemeente en de gemeentelijke dienstverlening. - Hoofdstuk 11 (winkelen): in dit hoofdstuk wordt met name ingegaan op de winkeloriëntatie, waardering van en bezoek aan de twee grote winkelcentra in Sittard-Geleen. - Hoofdstuk 12 (vrijetijdsbesteding): hierin worden verschillende vormen van vrijetijdsbesteding, zoals sport, uitgaan, vrijwilligerswerk, hobby s en sociale contacten behandeld. - Hoofdstuk 13 (bewonersprofiel). In dit algemene hoofdstuk wordt aan de hand van een aantal kenmerken een profiel van de bevolking van Sittard- Geleen geschetst. Dit bewonersprofiel kan gebruikt worden als achtergrond bij de in de voorgaande hoofdstukken gepresenteerde inhoudelijke informatie; - als bijlagen treft u de onderzoeksverantwoording (bijlage 1), een plattegrond van Sittard-Geleen (bijlage 2) aan. 2

1.2.3 Weergave onderzoeksuitkomsten De onderzoeksuitkomsten worden gepresenteerd in de vorm van grafieken, kaarten, tabellen en aanvullende commentaren. Daarbij worden de gegevens op de volgende drie manieren weergegeven: - percentages; - schaalscores; - rapportcijfers. Voor een goede interpretatie van de onderzoeksuitkomsten moeten over het gebruik van deze percentages, schaalscores en rapportcijfers vooraf de volgende technische opmerkingen worden gemaakt. 1.2.4 Percentages De berekening van percentages is gebaseerd op alle respondenten (onderzoeksdeelnemers) die een antwoord op de vraag gegeven hebben, inclusief weet niet/geen mening. Voor zover het tevredenheidspercentages betreft is ervoor gekozen alleen het percentage tevredenen weer te geven. Dit betekent echter niet dat het ontbrekende restpercentage alleen betrekking heeft op personen die ontevreden zijn; aangezien bij de antwoordmogelijkheden ook de neutrale antwoordcategorie niet tevreden/niet ontevreden is opgenomen, bestaat de genoemde restcategorie zowel uit ontevreden respondenten als uit respondenten die tevreden noch ontevreden zijn. In een aantal gevallen is in de vragenlijst gewerkt met een zogenaamde vijfpuntenschaal. Dit betekent dat de respondenten bij het invullen van de vragenlijst behalve voor een neutraal antwoord (bijvoorbeeld niet tevreden/niet ontevreden ) ook hebben kunnen kiezen voor de genuanceerde antwoordmogelijkheden tevreden en zeer tevreden, of ontevreden en zeer ontevreden. Bij het weergeven van de antwoordpercentages in dit rapport zijn in die gevallen de twee categorieën tevreden en zeer tevreden samengevoegd tot één categorie, namelijk (zeer) tevreden. Op dezelfde manier zijn ook de andere in het onderzoek voorkomende antwoordmogelijkheden eens en helemaal eens samengevoegd tot (helemaal) eens, prettig en zeer prettig tot (zeer) prettig, en gehecht en zeer gehecht tot (zeer) gehecht. 1.2.5 Schaalscores Bij de berekening van schaalscores zijn de in de vragenlijst gegeven valide antwoorden omgerekend naar een schaal van 0 tot en met 10, waarbij deze schaal een indicatie geeft van bijvoorbeeld de mate van tevredenheid over een onderwerp of de frequentie waarin een verschijnsel voorkomt. De schaalscore voor tevredenheid komt bijvoorbeeld als volgt tot stand: alle respondenten die tevreden zijn over een bepaald onderwerp krijgen 10 punten, de respondenten die tevreden noch ontevreden zijn 5 punten, en de respondenten die ontevreden zijn 0 punten. Door op die manier de punten van alle respondenten te middelen wordt één schaalscore voor tevredenheid berekend die ligt tussen 0 (= zeer ontevreden) en 10 (= zeer tevreden). Deze schaalscore voor tevredenheid is daarmee vergelijkbaar met de van school bekende rapportcijfers. 3

1.2.6 Rapportcijfers Incidenteel is in deze rapportage ook gebruik gemaakt van rapportcijfers. In die gevallen is de respondent gevraagd een waardeoordeel over een onderwerp te geven in de vorm van een cijfer dat loopt van 1 (= zeer slecht) tot en met 10 (= zeer goed). Door de toegekende rapportcijfers van alle respondenten te middelen komt er een gemiddeld rapportcijfer tot stand dat een indicatie geeft van de waardering die de burger heeft voor een bepaald onderwerp. 4

2 Leefbaarheid Dit eerste inhoudelijke hoofdstuk gaat over de wijze waarop de bewoners hun buurt als woon- en leefomgeving ervaren. De leefbaarheid van de buurt staat centraal. In de eerste drie paragrafen komen de algemene, fysieke en sociale kwaliteit van de buurt aan de orde. Vervolgens wordt ingegaan op de tevredenheid over de buurtvoorzieningen, de perceptie van de ontwikkeling van de buurt en de betrokkenheid bij de buurt. 2.1 Algemene kwaliteit woonomgeving Hoe waarderen de mensen het woon- en leefklimaat in hun buurt? Wonen ze er graag of niet? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is in het burgeronderzoek een aantal stellingen over de leefbaarheid van de buurt voorgelegd met het verzoek om aan te geven of men het ermee eens is of niet. Het gaat om de volgende stellingen: - de mensen in deze buurt blijven hier graag wonen; - het is vervelend om in deze buurt te wonen; - als het maar enigszins mogelijk is ga ik uit deze buurt verhuizen; - als je in deze buurt woont heb je het goed getroffen; - het is prettig wonen in deze buurt. Vervolgens zijn de reacties op deze stellingen omgerekend naar een schaalscore voor de algemene kwaliteit van de woonomgeving die loopt van 0 (=zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). 5

6

Figuur 1 toont hoe de buurten in 2007 en 2009 op de algemene kwaliteit van de woonomgeving scoren. Figuur 1. Algemene kwaliteit woonomgeving 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 7,5 7,4 7,9 8,1 7,6 7,7 7,2 7,4 7,5 7,4 7,6 7,6 7,5 7,6 7,4 7,6 7,8 8,2 7,6 7,7 7,0 6,8 6,9 7,1 6,7 7,0 6,9 7,0 7,8 7,9 6,8 7,2 7,3 7,7 7,4 7,8 7,4 7,7 6,5 7,0 7,7 7,0 6,3 6,4 7,3 7,7 8,3 8,3 7,4 7,4 7,4 7,3 7,4 7,3 5,7 6,0 6,8 6,8 6,4 6,2 7,4 7,5 6,9 7,1 7,2 7,4 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 7

2.1.1 Resultaten Algemene Kwaliteit Woonomgeving 2007-2009 De gemiddelde score Algemene Kwaliteit Woonomgeving voor de gemeente Sittard-Geleen in 2009 is 7,4. Dit wil zeggen dat de inwoners van de gemeente in het algemeen tevreden zijn over de kwaliteit van de woonomgeving. Uit een vergelijking van deze score naar leeftijdscategorie, blijkt dat mensen van 75 jaar en ouder zijn het meest tevreden over de algemene kwaliteit van hun woonomgeving (7,5). De leeftijdscategorie van 18 t/m 34 jaar scoort het minst op de algemene kwaliteit van de woonomgeving (7,3). In 2007 was de gemiddelde score een 7,2; op stadsniveau werd een klein, maar significant verschil gedetecteerd tussen de score van 2007 en 2009. De tevredenheid over de algemene kwaliteit van de woonomgeving voor Sittard-Geleen is hiermee licht verbeterd. De scores voor de algemene kwaliteit woonomgeving op stadsdeelniveau zijn voor Westelijk-Sittard gelijk gebleven. De andere stadsdelen laten een stijging van de score zien. Bij de buurten zijn de grootste verschillen tussen 2007 en 2009 te zien bij Limbrichterveld (+0,5) en Sittard-centrum (-0,7) 8

Tabel 1. Algemene kwaliteit woonomgeving, in procenten Mensen blijven hier graag wonen Goed getroffen in buurt Prettig wonen in buurt Het is vervelend wonen in buurt Wil zo snel mogelijk verhuizen 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 78 68 67 61 94 88 5 6 4 4 Limbricht 75 80 73 81 95 97 3 2 2 1 Einighausen 70 78 70 68 94 95 1 3 2 4 Holtum 61 58 56 52 92 91 3 5 7 9 Buchten 68 62 66 65 95 89 1 5 6 9 Born 74 73 61 71 88 94 5 4 9 4 Hondsbroek 54 62 68 67 93 93 3 5 5 8 Obbicht 66 57 58 63 95 90 7 4 4 10 Grevenbicht/Papenhoven 79 85 76 80 90 94 3 2 8 1 Voormalig Born en kleine kernen 69 71 65 70 93 93 3 4 5 5 Geleen-Centrum 57 58 49 52 85 84 5 8 14 15 Geleen-Noord 52 51 51 60 83 87 5 6 7 13 Lindenheuvel 53 47 50 46 79 86 15 4 18 9 Westelijk-Geleen 54 51 51 51 84 85 7 6 10 12 Munstergeleen/Windraak 78 75 69 71 94 94 1 3 2 5 Geleen-Zuid 52 59 61 55 83 79 10 5 18 10 Kluis 63 65 63 62 90 91 10 2 10 7 Oud-Geleen/Hasselderveld 71 73 72 70 93 92 3 3 9 9 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 67 68 67 65 91 89 5 3 9 8 Limbrichterveld 47 55 48 58 78 84 12 6 16 13 Sittard-Centrum 70 58 74 63 92 85 4 10 7 13 Sanderbout 59 61 33 35 70 69 24 16 25 26 Ophoven 67 65 62 66 89 90 8 3 10 3 Kollenberg-Park Leyenbroek 85 77 84 89 96 99 6 3 3 4 Westelijk-Sittard 67 62 62 64 86 87 10 7 12 11 Overhoven/Schwienswei 63 64 67 58 91 82 7 6 9 12 Baandert 51 60 58 58 91 89 3 5 5 8 Stadbroek 43 46 37 31 60 64 27 20 34 22 Vrangendael 52 53 41 51 88 81 5 4 16 16 Broeksittard 53 61 39 43 77 70 14 19 20 25 Kemperkoul 59 67 68 65 92 95 4 2 6 3 Oostelijk-Sittard 54 60 52 55 84 84 9 7 15 12 Gemeente Sittard-Geleen 62 63 61 61 88 88 7 5 10 9 De tabel laat een duidelijk patroon zien: de drie positief geformuleerde stellingen over de kwaliteit van de woonomgeving worden door een ruime tot zeer ruime meerderheid van de inwoners onderschreven; met de negatieve stellingen is slechts een fractie van de inwoners het eens. We kunnen ook per stelling kijken naar de ontwikkeling van 2007 2009. Voor graag blijven wonen Als stad blijft de score nagenoeg gelijk. Dit geld ook voor de stadsdelen, behalve de daling in Westelijk-Sittard en de stijging in Oostelijk- Sittard. Op buurtniveau springt Baandert er in positieve zin uit en Sittard-Centrum in negatieve. Voor goed getroffen in de buurt scoren Born, Limbrichterveld en 9

Vrangendael opvallend meer en Sittard-Centrum veel minder dan de vorige keer. Bij prettig wonen in de buurt valt de terugval voor Overhoven op. Bij de negatieve stelling vervelend wonen daalt het percentage in Lindenheuvel sterk en stijgt dit cijfer in Sittard Centrum. In Stadbroek is het percentage bij de stelling zo snel mogelijk verhuizen gedaald. De beleving van de algemene kwaliteit van de woonomgeving is in het burgeronderzoek niet alleen door middel van stellingen onderzocht. De inwoners is ook gevraagd hun buurt als woon- en leefomgeving een rapportcijfer van 1 t/m 10 te geven. Tabel 2 geeft die rapportcijfers voor de afzonderlijke buurten van Sittard-Geleen, de stadsdelen en voor heel Sittard-Geleen. Tabel 2. Rapportcijfer buurt als woon- en leefomgeving 2007 2009 Guttecoven 7,4 7,3 Limbricht 7,5 7,7 Einighausen 7,3 7,4 Holtum 7,1 7,4 Buchten 7,4 7,4 Born 7,2 7,6 Hondsbroek 7,3 7,6 Obbicht 7,1 7,4 Grevenbicht/Papenhoven 7,7 7,8 voormalig Born en kleine kernen 7,3 7,5 Geleen-Centrum 7 7,0 Geleen-Noord 7,1 7,1 Lindenheuvel 6,8 6,9 Westelijk-Geleen 7 7,0 Munstergeleen/Windraak 7,6 7,7 Geleen-Zuid 6,9 7,1 Kluis 7,1 7,5 Oud-Geleen/Hasselderveld 7,4 7,5 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 7,3 7,4 Limbrichterveld 6,8 7,0 Sittard-Centrum 7,4 7,0 Sanderbout 6,1 6,6 Ophoven 7,1 7,4 Kollenberg-Park Leyenbroek 8 8,0 Westelijk-Sittard 7,1 7,2 Overhoven/Schwienswei 7,4 7,1 Baandert 7,1 7,2 Stadbroek 6 6,2 Vrangendael 7 6,9 Broeksittard 6,9 6,3 Kemperkoul 7,6 7,5 Oostelijk-Sittard 7 7,0 Totaal 7,2 7,3 10

2.2 Fysieke kwaliteit woonomgeving De algemene kwaliteit van de woonomgeving wordt voor een deel bepaald door de fysieke kwaliteit. Hiermee wordt het aanzien van de bebouwde omgeving bedoeld. Ziet alles er verzorgd uit of is er sprake van verloedering? Om een indicatie te krijgen van de fysieke kwaliteit van de woonomgeving is gevraagd in welke mate de volgende aspecten van verloedering in de eigen buurt voorkomen: - bekladding van muren en/of gebouwen; - vernieling van telefooncellen of bushokjes; - rommel op straat; - hondenpoep op straat. De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor verloedering die loopt van 0 (=komt niet voor) tot en met 10 (=komt heel vaak voor). Figuur 2 geeft de schaalscores voor verloedering in de afzonderlijke buurten van Sittard-Geleen, in de stadsdelen en voor heel Sittard-Geleen. 11

Figuur 2. Verloedering buurt 0 1 2 3 4 5 6 7 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 4,1 4,5 3,5 3,2 2,7 2,5 2,2 2,5 3,4 2,9 3,3 3,3 2,8 4,5 3,3 3,3 2,8 2,9 3,1 3,3 4,9 4,7 4,1 3,8 5,4 4,9 4,5 4,6 2,9 3,3 4,5 4,2 4,1 4,2 3,8 3,6 3,7 3,8 4,3 5,0 4,5 5,0 5,2 4 3,6 2,8 2,6 4,4 4,2 3,3 4,2 4,2 3,5 4,7 5,5 4,9 4,9 4,9 4,5 4,6 4,5 4,6 4,0 4,0 6,1 6,7 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 12

De gemiddelde score voor verloedering in Sittard-Geleen in 2009 is 4,0. Als we deze score vergelijken met de gemiddelde score 2007 van 4,0 dan blijft deze score nagenoeg gelijk. Dit geldt ook voor de stadsdelen. Op buurt niveau valt de vermindering van de verloedering op bij Broeksittard, Sanderbout en Lindenheuvel. 2.2.1 Resultaten verloedering 2007-2009 Tabel 3. Verloedering in buurt, in procenten Bekladding muren / gebouwen Vernieling telefooncellen Rommel op straat Hondenpoep op straat 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 8 5 4 13 22 19 44 46 Limbricht 3 5 3 2 17 12 51 36 Einighausen 2 0 1 0 18 18 35 31 Holtum 2 4 1 2 13 15 23 24 Buchten 0 0 8 5 15 14 36 30 Born 3 3 3 11 16 12 35 35 Hondsbroek 2 9 2 21 18 21 49 54 Obbicht 0 0 5 6 21 14 43 37 Grevenbicht/Papenhoven 1 2 4 4 11 18 36 38 voormalig Born en kleine kernen 2 3 3 7 17 16 39 38 Geleen-Centrum 15 15 13 7 31 39 53 51 Geleen-Noord 10 11 3 4 29 31 52 40 Lindenheuvel 13 13 8 12 40 38 54 48 Westelijk-Geleen 12 13 7 9 31 37 52 46 Munstergeleen/Windraak 1 1 2 3 12 14 51 42 Geleen-Zuid 18 10 10 7 30 30 46 52 Kluis 9 7 2 4 29 33 51 53 Oud-Geleen/Hasselderveld 7 15 8 3 24 20 52 46 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 8 9 5 5 23 24 50 48 Limbrichterveld 8 20 6 8 33 35 42 45 Sittard-Centrum 37 39 2 8 34 36 34 34 Sanderbout 39 20 26 9 44 46 57 56 Ophoven 17 9 4 5 36 25 51 41 Kollenberg-Park Leyenbroek 8 7 3 2 13 19 23 28 Westelijk-Sittard 21 18 8 6 31 31 41 40 Overhoven/Schwienswei 6 14 5 9 23 27 44 45 Baandert 7 5 8 6 31 26 48 34 Stadbroek 19 15 14 13 51 51 42 57 Vrangendael 11 9 11 37 31 26 36 42 Broeksittard 18 12 22 13 51 43 68 50 Kemperkoul 14 4 17 26 27 24 41 40 Oostelijk-Sittard 12 9 12 18 35 30 46 43 Gemeente Sittard-Geleen 10 10 7 9 27 27 46 43 Verloedering kent ook in de aspecten waaruit het is opgebouwd nauwelijks verschillen tussen 2007 en 2009 op stads- en stadsdeelniveau. Op buurtniveau noemen we de meest positieve en negatieve constatering. 13

Bekladden Sanderbout positief en Limbrichterveld negatief. Vernielen telefooncellen Sanderbout positief en Vrangendael negatief. Rommel op straat Ophoven positief en Geleen-Centrum negatief. Hondepoep Broeksittard positief en Stadbroek negatief. 14

2.3 Sociale kwaliteit woonomgeving De kwaliteit van de woonomgeving heeft behalve een fysieke component ook een sociale component. Hoe gaan de mensen in de buurt met elkaar om? Leeft men op een prettige manier samen of heeft men (over-)last van elkaar? Om deze vragen over de sociale kwaliteit te beantwoorden, is in het burgeronderzoek enerzijds de sociale cohesie en anderzijds de overlast in de buurt onderzocht. De sociale cohesie is gemeten door de inwoners te vragen in hoeverre ze het met de volgende stellingen eens of oneens zijn: - de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om; - ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is; - ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen; - de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks. De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor sociale cohesie die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). Figuur 3 toont de uitkomsten van alle buurten en het gemiddelde van Sittard-Geleen totaal. 2.3.1 Resultaten sociale cohesie 2007-2009 De gemiddelde score voor sociale cohesie in 2009 is 5,9. In het burgeronderzoek van 2007 was de score 5,87; de bevindingen blijken bijna ongewijzigd. 15

Figuur 3. Sociale cohesie in buurt 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 6,8 6,7 6,6 6,7 6,7 6,7 6,2 6,4 6,7 6,4 6,3 6,5 5,9 6,2 6,3 6,1 6,9 7,0 6,5 6,5 5,4 5,5 5,5 5,6 5,5 5,5 5,5 5,5 6,2 6,4 5,3 5,7 5,8 6,0 6,1 6,4 5,9 6,1 5,5 5,5 6,2 5,8 5,2 5,6 5,6 5,9 6,4 6,3 5,8 5,8 6,1 5,5 5,7 5,8 5,0 5,0 5,5 5,4 5,7 5,9 5,8 5,7 5,6 5,6 5,9 5,9 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 16

In tabel 4 zijn de antwoorden op de vier afzonderlijke stellingen met betrekking tot sociale cohesie weergegeven. Tabel 4. Sociale cohesie in buurt, in procenten mensen in de buurt hebben prettige omgang vindt buurt gezellig met veel saamhorigheid voelt zich thuis bij mensen in de buurt mensen kennen elkaar nauwelijks in de buurt 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 71 75 56 59 69 66 8 12 Limbricht 72 82 47 52 67 69 19 17 Einighausen 77 79 57 52 69 66 16 10 Holtum 66 71 41 48 58 65 16 16 Buchten 76 68 48 45 63 66 11 21 Born 66 68 38 50 60 62 22 21 Hondsbroek 72 72 33 42 53 61 28 26 Obbicht 62 65 38 37 56 52 13 17 Grevenbicht/Papenhoven 79 84 58 61 69 69 14 11 voormalig Born en kleine kernen 71 74 46 50 63 64 16 17 Geleen-Centrum 54 60 18 29 41 49 42 42 Geleen-Noord 54 62 26 32 47 54 39 47 Lindenheuvel 53 49 35 35 43 46 38 32 Westelijk-Geleen 54 55 25 33 44 49 39 38 Munstergeleen/Windraak 65 69 41 45 61 63 24 21 Geleen-Zuid 57 63 22 35 40 55 42 33 Kluis 65 63 34 39 50 56 30 26 Oud-Geleen/Hasselderveld 67 71 40 45 62 62 26 24 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 64 66 35 41 55 59 30 26 Limbrichterveld 55 59 22 25 46 45 41 40 Sittard-Centrum 65 62 39 35 60 56 31 39 Sanderbout 43 50 28 34 35 45 30 25 Ophoven 58 73 30 33 46 56 31 35 Kollenberg-Park Leyenbroek 70 71 41 46 67 73 27 30 Westelijk-Sittard 59 64 33 33 52 54 31 35 Overhoven/Schwienswei 67 57 38 25 55 44 31 32 Baandert 64 67 29 29 53 52 36 38 Stadbroek 45 50 29 25 38 40 38 36 Vrangendael 55 54 27 23 46 46 37 36 Broeksittard 61 61 32 45 46 48 33 28 Kemperkoul 65 60 31 31 51 53 40 41 Oostelijk-Sittard 60 59 31 29 49 48 36 36 Gemeente Sittard-Geleen 62 64 35 37 53 55 31 30 17

Gemiddeld vindt 64 procent van de inwoners dat de mensen in de buurt op een prettige manier met elkaar omgaan. Ook is ruim een derde van de inwoners (37 procent) het eens met de stelling dat ze in een buurt wonen met veel saamhorigheid. Ruim de helft van de inwoners (55 procent) voelt zich thuis bij de mensen in de buurt. Verder zegt 30 procent van de inwoners dat de mensen elkaar in de buurt nauwelijks kennen. Als de stadsdelen vergeleken worden dan is de sociale cohesie in Westelijk- Geleen over het algemeen minder groot en is in voormalig Born en kleine kernen sprake van de grootste sociale cohesie. Als verder ingezoomd wordt op de buurten dan zien we dat bewoners van Sanderbout (50 procent), Stadbroek (50 procent) en Lindenheuvel (49 procent) het minst vaak eens zijn met de stelling dat de mensen in de buurt een prettige omgang hebben. De beste ontwikkeling zit in Ophoven en de minste in Overhoven/Schwienswei. Van alle buurten wordt in Grevenbicht/Papenhoven de stelling dat men de buurt gezellig vindt met veel saamhorigheid het meest onderschreven (61 procent). Het minst vaak in Vrangendael (23 procent). De beste ontwikkeling zit in Geleen-zuid en Broeksittard de minste in Overhoven/Schwienswei. In Kollenberg-Park Leyenbroek wordt het hoogste score (73 procent) dat zich thuis voelt bij de mensen in de buurt aangetroffen. In Stadbroek het laagste (40 procent). De beste ontwikkeling zit in Geleen-zuid de minste in Overhoven/ Schwienswei. Tot slot, in Einighausen zegt men het minst (10 procent) van alle buurten dat de mensen elkaar nauwelijks kennen in de buurt. Het vaakst wordt wordt dat in Geleen-noord beweerd (47 procent). ). De beste ontwikkeling zit in Geleen-zuid de minste in Buchten. Een tweede aspect van de sociale kwaliteit van de woonomgeving betreft de overlast die men in de eigen buurt ervaart. Deze overlast is gemeten door de inwoners te vragen in welke mate de volgende twee vormen van overlast naar eigen idee in de buurt voorkomen: - overlast van groepen jongeren; - overlast door omwonenden. De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor overlast die loopt van 0 (= komt niet voor) tot en met 10 (=komt heel vaak voor). Figuur 4 toont de overlastscores voor de afzonderlijke buurten van Sittard-Geleen en de gemiddelde score voor Sittard-Geleen totaal. 18

Figuur 4. Overlast in buurt 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 2,1 3,0 1,3 2,0 1,6 1,4 1,2 1,8 2,1 2,4 2,3 2,4 2,5 3,7 2,4 2,5 2,5 2,4 1,9 2,5 3,4 3,6 2,3 2,9 3,6 3,6 2,9 3,4 1,7 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 2,4 2,2 2,4 2,6 3,1 3,3 3,0 3,9 2,8 2,6 1,7 1,5 3,0 3,1 2,1 3,0 2,4 2,1 3,4 4,0 2,6 3,3 3,6 3,8 2,5 3,0 2,7 3,1 2,6 2,9 4,5 4,9 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 19

In 2009 bedraagt de gemiddelde score overlast in Sittard-Geleen 2,9. Dit was in 2007 2,6. Dit is een significant verschil. Als we naar de spreiding tussen de stadsdelen kijken, zien we dat Westelijk- Geleen boven het gemiddelde scoort (3,4) en in voormalig Born en kleine kernen (2,5) onder het gemiddelde. De andere drie stadsdelen scoren rond het gemiddelde van Sittard-Geleen. Een blik op de buurten laat forse verschillen zien. In Westelijk-Sittard valt Sanderbout op, ondanks dat hier de verbetering met een afname van 0,4 het grootst was is de score toch nog 4,5. In Westelijk- Geleen heeft na Lindenheuvel (3,6) nu ook Geleen-centrum die score. Opvallend is ook in voormalig Born en de kleine kernen de stijging in Hondsbroek naar 3,7. Hier is de score voor overlast het meest toegenomen. Van 2,5 in 2007 naar 3,7 nu. De score voor overlast is hoger bij 18- tot en met 34-jarigen, 35- tot en met 54-jarigen, mensen met een lagere en gemiddelde opleiding dan bij 55-plussers en hoger opgeleiden. In tabel 5 wordt de overlast uitgesplitst naar enerzijds overlast van groepen jongeren en anderzijds overlast door omwonenden. 20

Tabel 5. Overlast in de buurt verbijzonderd, in procenten Door groepen jongeren Door omwonenden 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 11 10 8 8 Limbricht 3 7 0 3 Einighausen 3 1 4 7 Holtum 1 6 3 7 Buchten 11 11 3 6 Born 9 16 3 2 Hondsbroek 13 28 6 11 Obbicht 7 4 6 6 Grevenbicht/Papenhoven 9 10 6 8 voormalig Born en kleine kernen 6 11 4 7 Geleen-Centrum 20 22 18 9 Geleen-Noord 9 14 7 9 Lindenheuvel 15 20 15 16 Westelijk-Geleen 14 19 12 12 Munstergeleen/Windraak 5 10 3 2 Geleen-Zuid 17 13 14 11 Kluis 14 15 10 8 Oud-Geleen/Hasselderveld 12 7 5 4 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 11 11 8 6 Limbrichterveld 15 19 8 13 Sittard-Centrum 21 30 7 11 Sanderbout 31 20 12 17 Ophoven 10 13 10 4 Kollenberg-Park Leyenbroek 7 6 1 3 Westelijk-Sittard 16 17 8 9 Overhoven/Schwienswei 4 12 7 10 Baandert 6 8 10 5 Stadbroek 15 18 13 20 Vrangendael 11 16 6 13 Broeksittard 22 21 11 18 Kemperkoul 10 14 5 9 Oostelijk-Sittard 11 14 9 11 Gemeente Sittard-Geleen 12 14 8 9 Van de twee vormen van overlast is de overlast door groepen jongeren in Sittard- Geleen (14 procent) het grootst, terwijl door 9 procent van de inwoners overlast door omwonenden wordt ervaren. In Sittard-centrum (30 procent) ondervindt men de meeste overlast van jongeren. Opvallend is de 28 procent van hondsbroek voor overlast door jongeren. In Sanderbout is de score voor overlast door jongeren 20 procent maar in deze buurt was wel de meeste vooruitgang 11 procent. Overlast door omwonenden wordt in stadsdeel Westelijk-Geleen het vaakst genoemd (12 procent). Bij de buurten is dit Stadbroek met 20 procent. De overlast in Westelijk-Geleen door omwonenden doet zich vooral voor in Lindenheuvel (16 procent). 21

22

2.4 Tevredenheid met voorzieningen in de buurt De kwaliteit van de leefbaarheid van de buurt hangt voor een belangrijk deel samen met de waardering die de inwoners hebben voor de voorzieningen in hun directe woon- en leefomgeving. Om deze waardering in beeld te brengen is de respondenten in het burgeronderzoek gevraagd in hoeverre ze tevreden of ontevreden zijn over de volgende voorzieningen in de buurt. Het gaat om de volgende voorzieningen: - winkels voor de dagelijkse boodschappen; - speelmogelijkheden voor kinderen; - straatverlichting; - groenvoorzieningen; - openbaar vervoer; - parkeergelegenheid; - basisonderwijs; - voorzieningen voor jongeren; - sportgelegenheden; - buurthuizen/gemeenschapshuizen. De antwoordpercentages voor bovengenoemde buurtvoorzieningen zijn omgerekend naar één percentage tevredenheid voor buurtvoorzieningen. Figuur 5 heeft de score voor tevredenheid van de afzonderlijke buurten, de stadsdelen en van Sittard-Geleen gemiddeld weer. 23

Figuur 5. Tevredenheid met voorzieningen in de buurt 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Guttecoven 51 63 Limbricht 59 55 Einighausen 49 55 Holtum 52 52 Buchten 56 62 Born 59 65 Hondsbroek 53 58 Obbicht 46 52 Grevenbicht/Papenhoven 63 61 voormalig Born en kleine kernen 57 57 Geleen-Centrum 54 51 Geleen-Noord 51 47 Lindenheuvel 59 59 Westelijk-Geleen 53 54 Munstergeleen/Windraak 61 57 Geleen-Zuid 60 63 Kluis 64 62 Oud-Geleen/Haesselderveld 62 60 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 61 61 Limbrichterveld/Hoogveld 47 54 Sittard-Centrum 47 54 Sanderbout 42 39 Ophoven 52 56 Kollenberg-Park/Leijenbroek 57 64 Westelijk-Sittard 53 50 Overhoven/Schwienswei 56 52 Baandert 54 54 Stadbroek 44 40 Vrangendael 58 61 Broeksittard 50 47 Kemperkoul 69 64 Oostelijk-Sittard 47 56 Gemeente Sittard-Geleen 57 55 2007 2009 uitgedrukt in percentage inwoners dat (zeer) tevreden is over voorzieningen in de eigen woonomgeving 24

In 2009 is gemiddeld 55 procent van de inwoners van Sittard-Geleen tevreden over de voorzieningen in de buurt. Als we naar de stadsdelen kijken dan zien we geen grote verschillen. Enkel Oostelijk Geleen, Munstergeleen en Windraak scoort duidelijk hoger dan gemiddeld (61 procen). Westelijk Sittard minder dan gemiddeld 50 procent. De andere stadsdelen zitten rond het stadgemiddelde. Op buurtniveau zijn wordt de hoogste score gehaald door Born 65 procent en de laagste door Sanderbout 39 procent. De grootste afname is in Guttecoven -12 en de grootste toenames hebben Born en Obbicht +6. De waardering voor de afzonderlijke buurtvoorzieningen staat in tabel 6. Hier staat het percentage inwoners dat (zeer) tevreden is over de buurtvoorzieningen. 25

Tabel 6. Tevredenheid buurtvoorzieningen verbijzonderd, in procenten winkels speelmogelijkheden straatverlichting groenvoorzieningen openbaar vervoer 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 70 35 51 22 86 82 58 56 66 45 Limbricht 33 25 52 41 89 89 65 63 66 44 Einighausen 20 11 65 41 87 85 61 52 63 42 Holtum 23 26 51 35 93 88 62 68 64 48 Buchten 75 49 45 22 84 93 49 61 60 48 Born 94 96 43 35 90 93 62 62 64 64 Hondsbroek 89 95 48 38 77 86 46 53 44 37 Obbicht 13 33 32 52 84 83 68 71 46 38 Grevenbicht/Papenhoven 77 81 41 20 82 88 69 64 70 57 voormalig Born en kleine kernen 50 58 49 34 87 88 60 61 61 48 Geleen-Centrum 81 91 21 21 83 79 49 58 58 50 Geleen-Noord 61 79 36 16 75 82 54 59 58 48 Lindenheuvel 75 80 41 45 88 87 63 67 57 45 Westelijk-Geleen 69 83 33 31 79 84 54 63 58 47 Munstergeleen/Windraak 85 84 25 25 81 84 66 58 56 47 Geleen-Zuid 88 90 31 32 83 86 76 78 41 55 Kluis 89 89 34 27 87 80 64 73 66 63 Oud-Geleen/Haesselderveld 84 84 49 34 90 87 59 70 51 51 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen, Windraak 86 87 34 30 85 84 65 70 54 54 Limbrichterveld/Hoogveld 80 74 51 32 79 83 62 48 41 32 Sittard-Centrum 97 94 9 9 73 75 41 54 80 70 Sanderbout 55 39 29 18 77 81 41 51 25 26 Ophoven 50 45 57 43 83 86 62 78 42 35 Kollenberg-Park/Leijenbroek 66 54 56 25 78 83 88 86 59 50 Westelijk-Sittard 68 63 43 28 78 82 61 63 49 42 Overhoven/Schwienswei 37 36 42 31 86 87 57 55 57 52 Baandert 47 38 42 45 88 92 49 62 50 48 Stadbroek 34 33 22 23 75 74 41 44 52 48 Vrangendael 38 43 42 44 90 86 71 85 68 78 Broeksittard 32 26 53 29 81 81 53 58 15 28 Kemperkoul 89 81 74 45 84 88 77 70 76 67 Oostelijk-Sittard 44 50 45 38 85 86 59 63 54 57 Gemeente Sittard-Geleen 69 68 43 32 83 85 61 64 56 50 26

Tabel 6 (vervolg). Tevredenheid buurtvoorzieningen verbijzonderd, in procenten parkeer- gelegenheid basisonderwijs jongerenvoorzieningen sportgelegenheid buurthuizen 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 50 47 54 51 55 20 62 59 82 73 Limbricht 58 67 85 53 12 24 70 61 60 55 Einighausen 51 41 59 64 13 26 63 59 65 51 Holtum 64 57 17 31 9 21 63 52 75 70 Buchten 54 68 75 55 11 13 84 83 78 76 Born 53 60 92 62 6 22 61 61 28 81 Hondsbroek 49 60 95 72 8 23 55 61 20 59 Obbicht 52 52 75 46 8 32 54 52 29 17 Grevenbicht/Papenhoven 54 56 88 67 13 19 62 57 69 74 voormalig Born en kleine kernen 54 58 67 58 16 22 64 61 59 63 Geleen-Centrum 30 40 76 49 11 13 67 49 66 42 Geleen-Noord 36 48 75 36 25 12 53 36 32 18 Lindenheuvel 54 48 73 60 20 28 65 50 50 42 Westelijk-Geleen 37 46 75 51 19 20 60 46 46 36 Munstergeleen/Windraak 52 58 81 48 13 14 86 74 61 60 Geleen-Zuid 59 65 89 48 9 21 64 64 56 49 Kluis 55 62 92 59 14 19 81 69 56 46 Oud-Geleen/Haesselderveld 43 53 88 58 19 22 67 52 71 47 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 52 59 87 53 14 19 76 64 61 51 Limbrichterveld/Hoogveld 35 36 86 50 14 20 44 34 45 38 Sittard-Centrum 33 46 90 31 18 11 61 33 42 19 Sanderbout 38 33 81 47 5 12 46 37 25 32 Ophoven 40 41 81 63 17 31 60 63 27 39 Kollenberg-Park/Leijenbroek 57 58 90 58 29 22 60 34 54 29 Westelijk-Sittard 42 43 85 51 16 20 54 41 37 33 Overhoven/Schwienswei 43 51 79 57 17 19 67 58 71 57 Baandert 31 48 79 44 27 29 65 59 63 46 Stadbroek 35 36 83 39 11 15 53 44 32 30 Vrangendael 58 49 87 44 17 29 50 45 62 53 Broeksittard 61 40 68 54 8 21 65 53 68 62 Kemperkoul 64 58 86 70 30 32 62 62 46 39 Oostelijk-Sittard 49 50 81 55 18 26 60 56 60 46 Gemeente Sittard-Geleen 48 51 81 54 16 21 63 54 53 46 27

Tabel 6 (vervolg). Jeugdvoorzieningen speel voorzieningen voor jongeren van 5-12 jaar (b.v. speeltuin, voetbalveldje, skatebaan of jongerencentrum) voorzieningen voor jongeren van 13-19 jaar ontmoetingsplek 2009 2009 Guttecoven 22 18 Limbricht 41 8 Einighausen 41 10 Holtum 35 6 Buchten 22 4 Born 35 9 Hondsbroek 38 8 Obbicht 52 12 Grevenbicht/Papenhoven 20 17 voormalig Born en kleine kernen 34 10 Geleen-Centrum 21 6 Geleen-Noord 16 7 Lindenheuvel 45 12 Westelijk-Geleen 31 9 Munstergeleen/Windraak 25 3 Geleen-Zuid 32 11 Kluis 27 10 Oud-Geleen/Haesselderveld 34 10 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 30 9 Limbrichterveld/Hoogveld 32 8 Sittard-Centrum 9 13 Sanderbout 18 6 Ophoven 43 18 Kollenberg-Park/Leijenbroek 25 19 Westelijk-Sittard 28 12 Overhoven/Schwienswei 31 7 Baandert 45 13 Stadbroek 23 7 Vrangendael 44 13 Broeksittard 29 13 Kemperkoul 45 19 Oostelijk-Sittard 38 13 Gemeente Sittard-Geleen 32 11 28

Een meerderheid van de inwoners is over de meeste voorzieningen in de buurt over het algemeen tevreden. Over de voorzieningen voor jongeren van 13 19 jaar (ontmoetingsplek) met 11 procent, jongerenvoorzieningen (21 procent), speelmogelijkheden (32 procent), buurthuizen (46 procent) en openbaar vervoer (50 procent) is men het minst vaak tevreden. De verschillen tussen de stadsdelen zijn soms groot. De tevredenheid met: - winkels varieert van 50 procent in Oostelijk-Sittard tot 87 procent in Oostelijk- Geleen, Munstergeleen en Windraak; - speelmogelijkheden varieert van 28 procent in Westelijk-Sittard tot 38 procent in Oostelijk-Sittard. - openbaar vervoer varieert van 42 procent in Westelijk-Sittard tot 57 procent in Oostelijk-Sittard. - parkeergelegenheid varieert van 43 procent in Westelijk-Sittard tot 59 procent in Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak; - jongerenvoorzieningen varieert van 19 procent in Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak tot 26 procent in Oostelijk-Sittard; - sportgelegenheden varieert van 41 procent in Westelijk-Sittard tot 64 procent in Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak. - buurthuizen varieert van 33 procent in Westelijk-Sittard tot 63 procent in voormalig Born en kleine kernen. - Speelvoorzieningen voor jongeren van 5 12 jaar (b.v. speeltuin, voetbalveldje, skatebaan of jongeren centrum) varieert van 28 procent in Westelijk-Sittard tot 38 procent in Oostelijk-Sittard. - Voorzieningen voor jongeren van 13 19 jaar b.v. ontmoetingsplek varieert van 9 procent in Westelijk-Geleen en Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak tot 13 procent in Oostelijk-Sittard. Net als bij de stadsdelen zijn de verschillen tussen de buurten en de verschillende buurtvoorzieningen soms ook groot. 29

2.5 Perceptie ontwikkeling van de buurt De paragrafen 2.1 tot en met 2.4 geven vooral een beeld van de manier waarop de mensen hun buurt op dit moment ofwel op de peildatum van het onderzoek beleven. Het is echter ook van belang om te weten hoe de inwoners terugkijkend de ontwikkeling van hun woon- en leefomgeving ervaren. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is in het burgeronderzoek gevraagd of men vindt dat de eigen buurt in het afgelopen jaar vooruit is gegaan, achteruit is gegaan, of gelijk is gebleven. Tabel 7 geeft weer hoe de inwoners in 2009 op deze vraag geantwoord hebben. 30

Figuur 6. Perceptie buurtontwikkeling 2009-60,0-50,0-40,0-30,0-20,0-10,0 0,0 10,0 20,0 30,0 Guttecoven -24,9 2,8 Limbricht -11,3 6,3 Einighausen -19,1 4,2 Holtum -27,8 2,7 Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen -17,1-15,8-18,6-19,6-17,8-18,1 7,0 11,2 11,4 9,7 5,7 7,4 Geleen-Centrum -30,2 21,3 Geleen-Noord -22,2 14,5 Lindenheuvel Westelijk-Geleen -32,8-29,4 15,1 16,6 Munstergeleen/Windraak -14,6 2,7 Geleen-Zuid -28,2 4,0 Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen, Windraak -20-22 -21,3 4,9 6,6 4,6 Limbrichterveld/Hoogveld -26 14,6 Sittard-Centrum Sanderbout -46,3-43,7 4,1 8,0 Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard -29,3-24,1-17,1 5,9 8,6 9,0 Overhoven/Schwienswei -38,1 5,0 Baandert -25,4 10,8 Stadbroek -45,4 3,6 Vrangendael -35,7 6,3 Broeksittard -50,3 13,5 Kemperkoul -21,9 3,4 Oostelijk-Sittard -32,6 6,2 Gemeente Sittard-Geleen -25,9 8,5 vooruit achteruit 31

De eerste twee kolommen tonen de percentages inwoners die zeggen dat de buurt in het afgelopen jaar vooruit is gegaan respectievelijk achteruit is gegaan. De mensen die geen verandering constateren zijn in de tabel buiten beschouwing gebleven; de weergegeven percentages (vooruit/achteruit) bedragen daarom tezamen geen 100 procent. De derde kolom geeft het saldo weer van het percentage bewoners dat vooruitgang respectievelijk achteruitgang constateert. Tabel 7. Perceptie buurtontwikkeling verbijzonderd, in procenten Vooruit gegaan Achteruit gegaan vooruit Saldo gegaan achteruit gegaan Saldo 2007 2007 2007 2009 2009 2009 Guttecoven 5 16-11 3 25-22 Limbricht 9 10-1 6 11-5 Einighausen 5 14-9 4 19-15 Holtum 3 24-21 3 28-25 Buchten 5 12-7 7 17-10 Born 7 22-14 11 16-5 Hondsbroek 25 13 12 11 19-7 Obbicht 3 24-21 10 20-10 Grevenbicht/Papenhoven 4 19-15 6 18-12 voormalig Born en kleine kernen 7 17-10 7 18-11 Geleen-Centrum 12 31-19 21 30-9 Geleen-Noord 14 31-18 15 22-8 Lindenheuvel 15 39-24 15 33-18 Westelijk-Geleen 13 32-19 17 29-13 Munstergeleen/Windraak 4 13-10 3 15-12 Geleen-Zuid 7 34-26 4 28-24 Kluis 8 28-20 5 20-15 Oud-Geleen/Hasselderveld 3 21-18 7 22-15 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 5 23-18 5 21-17 Limbrichterveld 27 21 6 15 26-11 Sittard-Centrum 9 23-14 4 46-42 Sanderbout 12 50-38 8 44-36 Ophoven 4 29-25 6 24-18 Kollenberg-Park Leyenbroek 8 14-6 9 17-9 Westelijk-Sittard 11 27-17 9 29-20 Overhoven/Schwienswei 7 26-19 5 38-33 Baandert 11 23-12 11 25-15 Stadbroek 8 50-41 4 45-42 Vrangendael 7 36-29 6 36-29 Broeksittard 15 35-21 13 50-37 Kemperkoul 4 25-20 3 22-18 Oostelijk-Sittard 8 32-24 6 33-26 Gemeente Sittard-Geleen 9 26-17 8 26-17 In 2009 geldt per saldo voor alle stadsdelen dat de inwoners de ontwikkeling van de eigen buurt terugkijkend negatief beleven. Het negatieve saldo is het grootst in Oostelijk-Sittard (-26 procent) en het kleinst in voormalig Born en kleine kernen (-11 procent). Deze negatieve perceptie is in alle buurten te zien. Het saldo is het grootst in Sittard-centrum en Stadbroek (-42 procent) en het kleinst in Limbricht en Born (-5 procent). 32

2.6 Betrokkenheid bij de buurt In het kader van buurtgericht werken proberen de gemeente en maatschappelijke organisaties samen met de inwoners problemen in de buurten op te lossen. Een voorwaarde hiervoor is dat de mensen zich betrokken voelen bij hun directe woon- en leefomgeving. Om deze betrokkenheid te meten, is in het burgeronderzoek onder meer de vraag gesteld in welke mate de inwoners zich gehecht voelen aan hun buurt. Figuur 7 laat zien dat 60 procent van de inwoners zich gehecht voelt aan de eigen buurt. De verschillen tussen de stadsdelen zijn gering en bewegen zich rond het gemiddelde. De percentages lopen uiteen van 54 procent in Oostelijk- Sittard tot 68 procent in voormalig Born en kleine kernen. Tussen de buurten is de spreiding wel groot. In Geleen-noord, Limbrichterveld/Hoogveld en Stadbroek is de score (44 procent). In Limbricht is de score het hoogst met 78 procent. De gehechtheid aan de eigen buurt neemt toe als mensen ouder worden en neemt af als het opleidingsniveau toeneemt. Als naar het inkomen gekeken wordt dan zien we dat mensen met een laag inkomen minder vaak gehecht zijn dan mensen met een gemiddeld en hoog inkomen. 33

Figuur 7. Gehechtheid aan buurt, in procenten. 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 90,0 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 72 69 69 78 61 69 57 58 70 64 65 66 47 61 56 60 71 75 63 68 51 58 42 44 59 63 48 57 68 61 62 63 57 55 65 70 64 63 48 44 63 62 60 53 58 54 73 73 62 56 56 55 52 51 47 44 54 52 61 63 59 58 55 54 59 60 2007 2009 34

Voorwaarde voor een (actieve) betrokkenheid bij bijvoorbeeld buurtgericht werken is ook dat de mensen zich medeverantwoordelijk voelen voor wat er speelt in de buurt. Figuur 8 laat zien hoeveel procent van de inwoners zich in 2009 medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid in de eigen buurt. Een ruime meerderheid van de inwoners voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt (84 procent). De verschillen tussen de stadsdelen zijn gering en liggen in alle stadsdelen rond het gemiddelde. Het percentage is het hoogst in Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak (87 procent) en het laagst in Westelijk-Geleen (81 procent). Ook op buurtniveau zijn de verschillen, met uitzondering in de stadsdelen Westelijk-Sittard en Oostelijk-Sittard, niet bijzonder groot. De medeverantwoordelijkheid is het grootst in Kollenberg-Park /Leijenbroek (95 procent) en het kleinst in Sanderbout (69 procent) en Stadbroek (73 procent). Mensen met betaald werk en autochtonen hebben een groter medeverantwoordelijkheidsgevoel dan mensen zonder betaald werk en allochtonen. Hoe ouder men wordt, hoe hoger het inkomen en het opleidingsniveau is des te groter wordt het verantwoordelijkheidsgevoel voor de leefbaarheid in de buurt. 35

Figuur 8. Medeverantwoordelijkheidsgevoel voor leefbaarheid buurt, in procenten 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Guttecoven Limbricht 90 87 90 91 88 Einighausen 84 86 Holtum 83 Buchten 78 86 Born 82 89 Hondsbroek 87 85 86 Obbicht 78 91 Grevenbicht/Papenhoven 90 voormalig Born en kleine kernen 87 86 Geleen-Centrum Geleen-Noord 78 81 84 81 80 Lindenheuvel 81 82 Westelijk-Geleen 81 Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld 89 88 84 86 90 87 83 85 87 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 87 80 Limbrichterveld 86 Sittard-Centrum 83 80 Sanderbout 73 69 Ophoven 85 85 93 Kollenberg-Park Leyenbroek 95 84 Westelijk-Sittard 84 Overhoven/Schwienswei 83 88 Baandert 82 86 Stadbroek 70 73 88 Vrangendael 78 80 Broeksittard 76 Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 90 86 84 82 84 84 2007 2009 36

Om een beeld te krijgen van het draagvlak voor buurtgerichte activiteiten is de inwoners gevraagd of zij zelf actief zijn om de leefbaarheid in hun buurt te verbeteren. Figuur 9 geeft weer hoeveel procent van de inwoners aangeeft zelf actief te zijn om de leefbaarheid in hun buurt te verbeteren. In 2009 is 30 procent van de inwoners actief om de leefbaarheid in de buurt te verbeteren. De spreiding tussen de stadsdelen is op dit punt gering en de percentages liggen bij alle vijf stadsdelen rond het stedelijk gemiddelde. Het percentage inwoners dat actief is, is het hoogst in het stadsdeel voormalig Born en kleine kernen (32 procent) het laagst in Oostelijk-Sittard (28 procent). Op buurtniveau zijn twee duidelijke uitschieters naar boven en naar beneden te zien, namelijk in het stadsdeel Oostelijk-Sittard waar de bewoners van Broeksittard het meest actief (45 procent) en de bewoners van Baandert en Kemperkoel het minst actief zijn met respectievelijk 20 en 21 procent. Het percentage van de inwoners die aangeven zelf actief te zijn om de leefbaarheid in hun buurt te verbeteren is nu op stads- en op stadsdeelniveau nagenoeg gelijk aan dat van 2007. Op buurtniveau daalt dat in Lindenheuvel, Geleen-zuid en Sanderbout met 11 procent ten opzichte van 2007. In Einighausen en Geleen-centrum is dit juist een stijging met 10 procent. 37

Figuur 9. Actief verbeteren leefbaarheid buurt, in procenten 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 38 43 30 36 29 39 27 27 28 25 30 30 19 28 35 29 41 31 31 32 22 32 32 33 39 28 30 31 31 34 36 25 27 30 32 36 32 31 32 32 36 28 35 24 30 31 42 34 35 31 29 33 23 20 33 32 29 30 36 45 27 21 29 28 31 30 2007 2009 38

In dit burgeronderzoek is ook gevraagd of er in de woonomgeving een buurtbewonersorganisatie actief is die met de gemeente overlegt en afspraken maakt, en zo ja, of men zich voldoende vertegenwoordigd voelt door deze buurtbewonersorganisatie. Figuur 10 geeft weer hoeveel procent van de inwoners (van buurten waar een buurtorganisatie actief is) aangeeft zich voldoende vertegenwoordigd te voelen door de buurtbewonersorganisatie in hun woonomgeving. Het percentage inwoners (van buurten waar een buurtorganisatie actief is) dat aangeeft zich voldoende vertegenwoordigd te voelen door de bewonersorganisatie in hun woonomgeving is op stadsniveau met 3 procent t.o.v. 2007 gestegen tot 44 procent. Op stadsdeelniveau komt Westelijk-Geleen met een teruggang van 7 procent op 35 procent. Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak is de grootste stijger met 10 procent tot 44 procent. De hoogste score halen de stadsdelen voormalig Born en kleine kernen en Westelijk-Sittard met 49 procent. Bij de buurten is dit respectievelijk Geleen-centrum en Kemperkoul met min 9 procent tot 33 en 31 procent. Kluis met plus 22 procent stijgt tot 54 procent. Ruim vier op de tien inwoners van Sittard-Geleen voelt zich voldoende vertegenwoordigd door de buurtbewonersorganisatie in de woonomgeving. De verschillen tussen de stadsdelen lopen uiteen van 35 procent in stadsdeel Westelijk-Geleen, en 49 procent in de stadsdelen Voormalig Born en Kleine Kernen en Westelijk- Sittard. 39

Figuur 10. Vertegenwoordiging door buurtorganisatie, in procenten 0 10 20 30 40 50 60 70 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 21 24 40 39 50 60 45 56 45 41 49 43 35 42 39 53 41 48 54 48 44 49 42 33 42 38 41 35 42 35 29 36 36 40 32 54 39 47 34 44 37 50 51 57 27 37 43 38 36 35 37 38 40 42 44 42 40 31 36 38 41 44 50 49 48 64 2007 2009 40

3 Wonen Dit hoofdstuk behandelt het thema wonen. De eerste paragraaf gaat in op de huidige woonsituatie van de inwoners. Hier komen de vragen In welk type woning woont men? en Hoe is de verdeling tussen huur- en koopwoningen aan de orde. In de laatste paragraaf wordt de waardering van de woning beschreven. Hierin wordt geschetst hoe tevreden de inwoners zijn over hun woning. 3.1 Woonsituatie Om een beeld te krijgen van de woonsituatie is de inwoners in het burgeronderzoek gevraagd om aan te geven in welk soort woning men woont. De lijst met woningtypen die is voorgelegd omvat de volgende vier hoofdcategorieën: - eengezinswoningen (vrijstaande woning, twee-onder-een-kap, woning in een rij); - flat of etagewoning (flat, etagewoning, bovenwoning, maisonnette, benedenwoning); - seniorenwoning (bejaardenwoning, aanleunwoning); - ander woningtype (door inwoners zelf in te vullen woningtypen, zoals hoek- /tussenwoning, kamers/appartementen, studentenwoning, woonwagen, boerderij et cetera). Tabel 8 geeft de woonsituatie van de inwoners van Sittard-Geleen weer naar woningtype. Ruim driekwart van de inwoners (77 procent) woont in een eengezinswoning, terwijl 16 procent in een flat of etagewoning woont. Verder woont gemiddeld 6 procent in een ander woningtype en 2 procent woont in een seniorenwoning. Als we kijken naar de verschillen tussen de stadsdelen dan heeft voormalig Born en kleine kernen het hoogste percentage inwoners dat in een eengezinswoning woont (90 procent) en Westelijk-Geleen het laagste (71 procent). In Westelijk- Geleen (21 procent) zien we juist het hoogste percentage dat in een flat of etagewoning woont, terwijl dit percentage in voormalig Born en kleine kernen (3 procent) het laagste is van de stadsdelen. Op buurtniveau zien we grote verschillen in woningtypes. De percentages eengezinswoning en flat of etagewoning zijn min of meer aan elkaar gespiegeld. In buurten met een hoog percentage eengezinswoningen wordt een laag percentage flat of etagewoningen aangetroffen. Het percentage eengezinswoningen is het grootst in Hondsbroek en Limbricht (93 procent) en Holtum, Buchten en Sanderbout (allen 92 procent), terwijl het percentage bewoners dat in een flat of etagewoning woont in deze buurten gering is. In Sittard-Centrum (52 procent) en Vrangendael (51 procent) woont men het vaakst in een flat of etagewoning. Kijken we naar de buurtverschillen dan zien we in Obbicht, Kollenberg-Park/Leyenbroek, Vrangendael en Broeksittard het hoogste percentage inwoners in seniorenwoningen (5 procent) en in Grevenbicht/Papenhoven, Geleen-Zuid, Kluis en Stadbroek geen inwoners in een seniorenwoning. 41

Tabel 8. Woonsituatie naar woningtype, in procenten eengezinswoning flat of etagewoning seniorenwoning anders 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 91 86 2 2 2 2 4 10 Limbricht 93 93 5 2 0 2 2 4 Einighausen 95 91 5 2 0 1 0 7 Holtum 94 92 3 3 2 2 2 2 Buchten 90 92 6 6 1 1 3 2 Born 80 84 14 6 2 4 4 6 Hondsbroek 95 93 2 3 2 1 1 3 Obbicht 91 90 2 2 2 5 5 3 Grevenbicht/Papenhoven 93 90 1 4 1 0 7 6 voormalig Born en kleine kernen 92 90 4 3 1 2 3 4 Geleen-Centrum 64 56 35 37 0 2 1 5 Geleen-Noord 60 62 33 30 5 4 2 4 Lindenheuvel 80 83 12 8 2 1 5 8 Westelijk-Geleen 65 71 30 21 3 2 3 6 Munstergeleen/Windraak 93 89 2 2 2 3 4 6 Geleen-Zuid 66 69 29 25 1 0 4 6 Kluis 79 76 17 19 1 0 3 4 Oud-Geleen/Haesselderveld 77 74 12 16 0 2 10 8 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 80 77 14 16 1 1 6 6 Limbrichterveld/Hoogveld 70 74 25 17 1 2 4 8 Sittard-Centrum 40 38 46 52 4 1 10 8 Sanderbout 91 92 3 0 4 4 2 4 Ophoven 78 82 14 11 1 1 7 6 Kollenberg-Park/Leijenbroek 85 80 11 12 2 5 1 3 Westelijk-Sittard 75 73 18 19 3 2 5 6 Overhoven/Schwienswei 77 83 15 11 1 2 7 5 Baandert 77 71 20 23 1 1 3 6 Stadbroek 63 60 30 37 0 0 7 3 Vrangendael 54 43 41 51 4 5 1 1 Broeksittard 76 66 16 17 0 5 8 11 Kemperkoul 86 85 7 7 1 1 5 7 Oostelijk-Sittard 71 72 23 20 1 2 5 6 Gemeente Sittard-Geleen 78 77 16 16 2 2 4 6 Op stadsniveau kunnen we zeggen dat in de periode 2007 2009 geen noemenswaardige verschuivingen zijn in het soort woningen waar mensen in zijn gaan wonen. In het stadsdeel Westelijk-Geleen en binnen de buurt Overhoven/Schwienswei is het percentage dat zegt in een eengezinswoning te wonen het meest toegenoemen. De tegenstelde beweging is het grootst in het stadsdeel Oostelijk-Geleen en in de buurten Vrangendael en Broeksittard. 42

Een andere indicator voor de woonsituatie is de verhouding tussen het aantal mensen dat in een koopwoning respectievelijk huurwoning woont. Daarom is de inwoners in het burgeronderzoek gevraagd of ze in een eigen woning dan wel gehuurd wonen. Figuur 11 geeft de woonsituatie naar koop- en huurwoning in Sittard-Geleen weer. 43

Figuur 11. Woonsituatie naar koop/huurverhouding 2009 in procenten 0% 20% 40% 60% 80% 100% Guttecoven 82 16 Limbricht Einighausen Holtum Buchten 91 88 91 86 7 11 8 14 Born 74 25 Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen 87 78 88 85 13 21 11 14 Geleen-Centrum 61 39 Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen 71 71 76 29 29 24 M unstergeleen/windraak 86 12 Geleen-Zuid 75 25 Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, M unstergeleen en Windraak 84 78 81 16 20 18 Limbrichterveld 70 30 Sittard-Centrum 60 39 Sanderbout 37 63 Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek 82 81 18 17 Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert 70 71 77 30 29 22 Stadbroek Vrangendael Broeksittard 45 51 46 55 49 52 Kemperkoul 81 19 Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 67 75 32 24 Koop 2009 Huur 2009 44

Tabel 9. Woonsituatie naar koop- en huurwoning, in procenten Koop 2007 Huur 2007 Koop 2009 Huur 2009 Guttecoven 79 18 82 16 Limbricht 95 5 91 7 Einighausen 79 19 88 11 Holtum 88 10 91 8 Buchten 82 17 86 14 Born 73 26 74 25 Hondsbroek 82 17 87 13 Obbicht 76 21 78 21 Grevenbicht/Papenhoven 85 13 88 11 voormalig Born en kleine kernen 82 16 85 14 Geleen-Centrum 51 48 61 39 Geleen-Noord 67 32 71 29 Lindenheuvel 59 42 76 24 Westelijk-Geleen 61 39 71 29 Munstergeleen/Windraak 89 10 86 12 Geleen-Zuid 71 29 75 25 Kluis 80 20 84 16 Oud-Geleen/Hasselderveld 83 17 78 20 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 82 18 81 18 Limbrichterveld 59 41 70 30 Sittard-Centrum 48 48 60 39 Sanderbout 27 73 37 63 Ophoven 75 25 82 18 Kollenberg-Park Leyenbroek 82 16 81 17 Westelijk-Sittard 59 40 70 30 Overhoven/Schwienswei 79 21 71 29 Baandert 78 21 77 22 Stadbroek 44 56 45 55 Vrangendael 54 46 51 49 Broeksittard 55 40 46 52 Kemperkoul 76 24 81 19 Oostelijk-Sittard 65 35 67 32 Gemeente Sittard-Geleen 71 28 75 24 In 2009 woont 75 procent van de inwoners in een koopwoning en 24 procent in een huurwoning. De stadsdelen voormalig Born en kleine kernen en Westelijk- Sittard wijken af van dit beeld. Bewoners van het voormalig Born en kleine kernen wonen het vaakst in een koopwoning (85 procent); de bewoners van Oostelijk-Sittard (32 procent) wonen het vaakst in een huurwoning. Op buurtniveau zijn grote verschillen te zien. In Limbricht en Holtum woont men het vaakst in een koopwoning (91 procent). In Sanderbout, Stadbroek en Broeksittard woont men het vaakst gehuurd (respectievelijk 63 procent, 55 procent en 52 procent). De ontwikkeling naar meer koopwoningen is het grootst in de stadsdelen Westelijk-Sittard en Westelijk-Geleen. 45

46

3.2 Woningwaardering Om een antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de mensen de kwaliteit van hun woning waarderen, is gevraagd in hoeverre men het eens is met de volgende vier stellingen: - de indeling van de woning waarin ik woon is geschikt; - de woning waarin ik woon is te klein; - de woning waarin ik woon is slecht onderhouden; - de woning waarin ik woon ademt een goede sfeer uit. Vervolgens zijn de reacties op deze stellingen omgerekend naar een schaalscore voor woningwaardering die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). Figuur 12 toont de scores voor alle buurten en stadsdelen en de gemiddelde score van de gemeente Sittard-Geleen. Op stad en op stadsdeelniveau verschillen de uitkomsten voor de woningwaardering van 2007 en 2009 niet noemenswaardig van elkaar. Op buurtniveau springt Einighausen er uit in de zin van dat er een significante achteruitgang in de waardering wordt gemeten. 47

48

Figuur 12. Waardering voor de woning 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Guttecoven 7,5 7,9 Limbricht 8,1 8,1 Einighausen 7,7 7,9 Holtum 8,0 8,0 Buchten 7,7 8,0 Born 7,7 7,8 Hondsbroek 8,0 8,1 Obbicht 7,7 7,7 Grevenbicht/Papenhoven 7,7 8,0 voormalig Born en kleine kernen 7,8 8,0 Geleen-Centrum 7,2 7,5 Geleen-Noord 7,6 7,9 Lindenheuvel 7,2 7,7 Westelijk-Geleen 7,4 7,7 Munstergeleen/Windraak 7,8 7,9 Geleen-Zuid 7,4 7,5 Kluis 7,6 7,7 Oud-Geleen/Haesselderveld 7,6 7,8 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 7,6 7,7 Limbrichterveld/Hoogveld 7,5 7,8 Sittard-Centrum 7,2 7,5 Sanderbout 6,4 6,6 Ophoven 7,6 7,7 Kollenberg-Park/Leijenbroek 8,0 8,2 Westelijk-Sittard 7,4 7,7 Overhoven/Schwienswei 7,6 7,2 Baandert 7,8 7,6 Stadbroek 7,0 7,0 Vrangendael 7,2 7,4 Broeksittard 7,2 6,9 Kemperkoul 7,6 7,8 Oostelijk-Sittard 7,4 7,4 Gemeente Sittard-Geleen 7,6 7,7 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 49

De waardering voor de woning scoort in Sittard-Geleen gemiddeld 7,7. De waardering varieert tussen de stadsdelen van 7,4 in de stadsdelen Westelijk- Sittard tot 8,0 in voormalig Born en kleine kernen. De scores tussen de buurten lopen met name in Westelijk-Sittard fors uiteen. Dat komt omdat hier de buurt met de hoogste score Kollenberg-Park/Leyenbroek (8,2), als de buurt met de laagste score Sanderbout (6,6) ligt. De ontwikkeling op stadsniveau is klein maar positief. Voor de stadsdelen geldt geen enkel stadsdeel gaat achteruit. Op buurtniveau zien we de grootste vooruitgang bij Lindenheuvel 0,5. Slechts drie buurten scoren lager dan in 2007. Dit zijn Overhoven/ Schwienswei, Broeksittard en Baandert met respectievelijk -0,4, -0,3 en 0,2 minder. Jongeren en autochtonen waarderen de eigen woning beter dan 35-plussers en allochtonen. Daarnaast is te zien dat de waardering toeneemt bij toename van het opleidingsniveau en toename van het inkomen. Uit een achtergrondanalyse van het onderzoeksmateriaal blijkt dat de woningwaardering sterk verschilt tussen kopers en huurders. In tabel 10 worden de schaalscores voor woningwaardering van beide groepen weergegeven. Tabel 10: Woningwaardering naar kopers en huurders. koop 2007 koop 2009 huur 2007 huur 2009 Guttecoven 7,8 8,1 6,3 6,5 Limbricht 8,1 8,2 6,5 6,8 Einighausen 7,9 8,1 6,5 6,7 Holtum 8,1 8,0 6,9 7,6 Buchten 7,9 8,1 6,9 7,1 Born 7,9 7,9 7,0 7,4 Hondsbroek 8,2 8,3 7,0 6,7 Obbicht 7,8 7,8 7,1 6,9 Grevenbicht - Papenhoven 7,9 8,1 6,1 6,6 Voormalig Born en kleine kernen 8,0 8,1 6,7 7,0 Geleen - Centrum 7,7 8,0 6,6 6,8 Geleen - Noord 7,8 8,2 7,3 7,1 Geleen - Lindenheuvel 7,9 7,8 6,2 7,1 Westelijk Geleen 7,8 8,0 6,8 7,0 Munstergeleen - Windraak 7,9 8,1 6,6 6,6 Geleen Zuid 8,0 7,9 5,9 6,3 Geleen - Kluis 8,0 8,0 5,9 5,7 Geleen Oud Geleen/Haesselderveld 7,8 8,0 6,2 6,7 Oostelijk Geleen, Munstergeleen en Windraak 7,9 8,0 6,1 6,3 Limbrichterveld 8,1 8,1 6,6 7,0 Sittard-Centrum 8,3 8,1 6,3 6,6 Sanderbout 7,5 7,5 6,1 6,1 Ophoven 8,1 8,0 5,8 6,4 Kollenberg/Park/Leyenbroek 8,3 8,4 6,7 7,0 Westelijk Sittard 8,1 8,1 6,2 6,6 Omgeving Schwienswei - Overhoven 7,8 7,9 6,8 5,4 Baandert 8,0 7,9 6,6 6,6 Stadbroek 7,5 7,8 6,7 6,3 Vrangendael 7,9 7,9 6,1 6,8 Broeksittard 7,8 7,9 5,9 5,7 Kemperkoul 8,0 8,1 6,4 6,6 Oostelijk-Sittard 7,9 8,0 6,4 6,2 Gemeente Sittard-Geleen 8,0 8,0 6,8 6,6 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 50

De bewoners van koopwoningen waarderen hun woning gemiddeld genomen met een 8,0 hoger dan de bewoners van huurwoningen (6,6). Ook in de stadsdelen zijn vergelijkbare waarderingsverschillen tussen koop- en huurwoningen te zien. Van de stadsdelen is het waarderingsverschil het grootst in Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak (8,0 tegen 6,3). Op het niveau van de buurten zijn grote verschillen in waardering te zien in Overhoven/Schwienswei (7,9 tegen 5,4). Tabel 11 laat meer in detail zien hoe de inwoners van Sittard-Geleen gereageerd hebben op de vier afzonderlijke stellingen over de kwaliteit van de woning. Tabel 11. Woningwaardering, in procenten Indeling woning geschikt woning ademt goede sfeer Woning is te klein Woning slecht onderhouden 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 87 90 86 92 7 9 9 3 Limbricht 91 92 95 95 5 4 3 3 Einighausen 85 91 85 88 7 6 7 7 Holtum 92 96 97 90 2 3 2 7 Buchten 93 92 87 90 5 3 4 4 Born 87 90 86 86 11 5 12 9 Hondsbroek 92 92 91 93 4 8 5 7 Obbicht 84 84 85 85 7 11 4 7 Grevenbicht/Papenhoven 88 90 88 88 6 4 3 7 voormalig Born en kleine kernen 89 91 89 90 6 5 5 6 Geleen-Centrum 82 88 77 86 14 12 12 10 Geleen-Noord 85 91 83 86 5 6 5 7 Lindenheuvel 88 88 75 89 13 3 13 6 Westelijk-Geleen 84 89 79 88 9 6 8 7 Munstergeleen/Windraak 88 93 91 88 5 5 7 5 Geleen-Zuid 87 89 80 81 13 7 9 8 Kluis 81 84 86 88 8 9 5 7 Oud-Geleen/Hasselderveld 87 89 83 86 11 9 7 7 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 86 89 86 86 10 8 7 7 Limbrichterveld 85 86 79 83 12 4 4 5 Sittard-Centrum 81 87 80 87 15 15 9 10 Sanderbout 69 74 64 70 20 16 23 21 Ophoven 79 86 87 83 11 10 9 5 Kollenberg-Park Leyenbroek 91 92 91 92 8 5 5 5 Westelijk-Sittard 81 86 81 84 13 9 11 8 Overhoven/Schwienswei 84 80 87 77 10 13 5 15 Baandert 90 88 90 88 13 9 4 8 Stadbroek 85 81 67 72 10 18 21 17 Vrangendael 81 84 74 82 16 10 13 12 Broeksittard 83 76 83 70 13 16 17 21 Kemperkoul 87 91 88 90 13 9 8 4 Oostelijk-Sittard 84 85 81 82 13 12 11 11 Gemeente Sittard-Geleen 85 88 83 86 10 8 8 8 51

Uit de tabel komt duidelijk naar voren dat een meerderheid van de inwoners de twee positief geformuleerde stellingen onderschrijft (bijna 90 procent) en dat een minderheid (circa 8 procent) het eens is met de negatieve stellingen. De verschillen op stadsdeelniveau zijn met name te zien bij de stelling woning ademt goede sfeer : in voormalig Born en kleine kernen is 90 procent van de bewoners het er mee eens en in Oostelijk-Sittard 82 procent. In Oostelijk-Sittard vindt men van de stadsdelen het vaakst dat de woning te klein is (12 procent). Dit hoge percentage in Oostelijk-Sittard komt vooral door het hoge percentage in Stadbroek (18 procent). De stelling dat de woning slecht is onderhouden wordt ook in Oostelijk-Sittard het vaakst onderschreven (11 procent); hier is het percentage in Broeksittard (21 procent) het hoogst. Sanderbout heeft ditzelfde percentage en scoort ook slecht bij de resterende twee stellingen: indeling woning is geschikt (74 procent) en woning ademt goede sfeer (70 procent). 52

De woningwaardering is behalve door middel van stellingen ook nog op een andere manier onderzocht, namelijk door de inwoners te vragen om hun woning met een rapportcijfer van 1 tot en met 10 te beoordelen. Tabel 12 geeft de rapportcijfers voor de woning weer. Tabel 12. Rapportcijfer woning 2007 2009 Guttecoven 7,8 8,0 Limbricht 7,9 8,0 Einighausen 7,8 7,9 Holtum 7,9 8,0 Buchten 7,8 8,0 Born 7,9 7,9 Hondsbroek 8,1 8,2 Obbicht 7,8 7,8 Grevenbicht/Papenhoven 8,0 8,1 voormalig Born en kleine kernen 7,9 8,0 Geleen-Centrum 7,3 7,9 Geleen-Noord 7,8 7,9 Lindenheuvel 7,3 8,0 Westelijk-Geleen 7,6 7,9 Munstergeleen/Windraak 7,9 8,0 Geleen-Zuid 7,5 7,7 Kluis 7,6 7,7 Oud-Geleen/Hasselderveld 7,8 7,9 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 7,7 7,8 Limbrichterveld 7,5 7,9 Sittard-Centrum 7,4 7,6 Sanderbout 7,0 7,0 Ophoven 7,6 7,8 Kollenberg-Park Leyenbroek 8,0 8,0 Westelijk-Sittard 7,5 7,8 Overhoven/Schwienswei 7,7 7,5 Baandert 7,7 7,7 Stadbroek 7,1 7,3 Vrangendael 7,4 7,4 Broeksittard 7,4 7,2 Kemperkoul 7,9 8,0 Oostelijk-Sittard 7,5 7,6 Gemeente Sittard-Geleen 7,7 7,8 53

Het gemiddelde rapportcijfer in 2009 voor de woningwaardering bedraagt in Sittard-Geleen 7,8. Dit cijfer komt ongeveer overeen met de berekende schaalscore voor woningwaardering uit figuur 12. Op stadsdeelniveau heeft voormalig Born en kleine kernen het hoogste rapportcijfer (8,0). Het cijfer voor de woning in Oostelijk-Sittard liggen net onder het gemiddelde (7,6) en het cijfer voor de woning in de overige vier stadsdelen komt nagenoeg overeen met het stedelijk gemiddelde. De woning krijgt het hoogste rapportcijfer van bewoners van de buurt Hondsbroek (8,2) en het laagste cijfer in Sanderbout (7,0). Op stad- en op stadsdeelniveau verschillen de uitkomsten voor het rapportcijfer woning van 2007 en 2009 niet noemenswaardig van elkaar. Op buurtniveau is dit ook zo op de buurten Lindenheuvel (+0,7) en Geleen-Centrum (+0,6) na. 54

4 Openbare orde en veiligheid Dit hoofdstuk gaat in op de openbare orde en veiligheid in Sittard-Geleen en met name op de beleving hiervan door de inwoners. In de eerste paragraaf staan de gevoelens van onveiligheid en vermijdingsgedrag in de buurt centraal. In de tweede paragraaf wordt weergegeven in welke mate de inwoners openbare ordeen veiligheidsproblemen in hun buurt ervaren. De derde paragraaf laat zien in hoeverre de inwoners slachtoffer zijn geweest van misdrijven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een paragraaf over de waardering die men heeft voor het optreden van de politie. 55

56

Figuur 13 laat per buurt, op het niveau van de stadsdelen en voor heel Sittard- Geleen het percentage inwoners zien dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. Figuur 13. Onveiligheidsgevoelens in buurt, 2009 0 10 20 30 40 50 60 70 Guttecoven 21 23 20 Limbricht 12 21 Einighausen 21 Holtum 10 16 Buchten 15 20 Born 22 21 Hondsbroek 20 28 Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen 24 22 17 17 19 20 Geleen-Centrum Geleen-Noord 34 35 45 42 44 Lindenheuvel 47 37 Westelijk-Geleen 45 Munstergeleen/Windraak 22 20 Geleen-Zuid 36 43 Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld 36 33 30 27 32 29 38 39 Sittard-Centrum 47 49 Sanderbout 34 48 Ophoven 32 42 28 Kollenberg-Park/Leijenbroek 26 40 Westelijk-Sittard 36 Overhoven/Schwienswei 31 32 Baandert 25 32 Stadbroek 50 60 Vrangendael 45 42 Broeksittard 52 58 Kemperkoul 32 35 Oostelijk-Sittard 39 40 Gemeente Sittard-Geleen 33 34 uitgedrukt in percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt 2007 2009 57

34 procent van de inwoners voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. De percentages in de stadsdelen lopen uiteen van 20 procent in voormalig Born en kleine kernen tot 45 procent in Westelijk-Geleen. In Westelijk-Geleen scoren alle drie de buurten, te weten Geleen-Centrum, Geleen-Noord, Lindenheuvel boven het gemiddelde van Sittard-Geleen. Ook de onveiligheidsgevoelens van de inwoners van de stadsdelen Westelijk- en Oostelijk-Sittard liggen boven het stedelijk gemiddelde. Tussen de buurten zijn grote verschillen te zien. Het onveiligheidsgevoel is het grootst in Stadbroek (60 procent) en Broeksittard (58 procent). De grootste toename is in Geleen-Centrum van 34 procent in 2007 naar 45 procent nu. De grootste afname per buurt is te zien bij Sanderbout van 48 procent in 2007 naar 34 procent nu. In Limbricht (12 procent), Holtum (16 procent) en Buchten Grevenbicht/ Papenhoven voelt men zich met respectievelijk 12, 16 en 17 procent voelt men zich het minst vaak onveilig. In het verlengde van onveiligheidsgevoelens is het ook van belang om inzicht te krijgen in het vermijdingsgedrag: Mijdt men plekken uit veiligheidsoverwegingen? Daarom is aan de mensen gevraagd of er bepaalde plekken in hun buurt zijn waar zij uit veiligheidsoverwegingen liever niet komen. Tabel 13. Vermijdingsgedrag in de buurt, in procenten 2007 2009 Guttecoven 13 21 Limbricht 20 21 Einighausen 15 21 Holtum 12 19 Buchten 20 13 Born 25 20 Hondsbroek 18 30 Obbicht 15 14 Grevenbicht/Papenhoven 19 16 voormalig Born en kleine kernen 17 20 Geleen-Centrum 36 37 Geleen-Noord 26 32 Lindenheuvel 41 37 Westelijk-Geleen 32 36 Munstergeleen/Windraak 18 14 Geleen-Zuid 39 40 Kluis 40 33 Oud-Geleen/Hasselderveld 24 22 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 29 27 Limbrichterveld 39 36 Sittard-Centrum 39 47 Sanderbout 41 33 Ophoven 38 32 Kollenberg-Park Leyenbroek 27 40 Westelijk-Sittard 36 37 Overhoven/Schwienswei 29 29 Baandert 21 18 Stadbroek 39 44 Vrangendael 39 30 Broeksittard 42 55 Kemperkoul 35 44 Oostelijk-Sittard 34 36 Gemeente Sittard-Geleen 31 31 58

Iets minder dan een derde deel van de inwoners van Sittard-Geleen mijdt onveilige plekken in de buurt. Tussen de stadsdelen zijn behoorlijke verschillen te zien. Zo is het vermijdingsgedrag het grootst in Oostelijk-Sittard (37 procent) en het kleinst in voormalig Born en kleine kernen (20 procent). De vermijdingspercentages verschillen ook fors per buurt en lopen uiteen van 13 procent in Buchten tot 55 procent in Broeksittard. Het hoge percentage in Westelijk-Sittard wordt veroorzaakt door het hoge percentage in Sittard-Centrum (47 procent). Het vermijdingspercentage is in Stadbroek en Kemperkoel met 44 procent ook hoog te noemen. Op stadsniveau zegt 31 procent van de inwoners in 2009 wel eens plekken te mijden. Dit was in 2007 ook 31 procent. Op stadsdeelniveau daalt het percentage in Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak van 29 procent naar 27 procent. Bij alle andere stadsdelen is een stijging waar te nemen, maar de verschillen zijn klein. Op buurtniveau valt de stijging van 13 procent bij Kollenberg-Park/Leyenbroek en Broeksittard op. Ook een toename van 12 procent in Hondsbroek valt op. De grootste daling tussen 2007 en 2009 is in de buurt Vrangendael geweest (min 9 procent) 4.1 Perceptie openbare orde- en veiligheidsproblemen In de vorige paragraaf ging het om de algemene veiligheidsbeleving in de buurt. In deze paragraaf komt de manier aan de orde waarop inwoners de omvang van concrete openbare orde- en veiligheidsproblemen in hun buurt inschatten. Daarvoor is de inwoners een aantal vervelende voorvallen en misdrijven voorgelegd met het verzoek om aan te geven of deze naar eigen idee vaak, soms of (bijna) nooit voorkomen in de buurt. De voorvallen en misdrijven die aan de inwoners zijn voorgelegd kunnen worden teruggebracht tot enkele hoofdcategorieën. Eén van die categorieën is vermogensdelicten. Deze heeft betrekking op de volgende vervelende voorvallen en misdrijven: - fietsendiefstal; - diefstal uit auto s; - beschadiging of vernieling aan auto s en diefstal vanaf auto s, bijvoorbeeld wieldoppen; - inbraak in woningen. Figuur 14 geeft weer in welke mate de inwoners inschatten dat vermogensdelicten voorkomen in de eigen buurt, afgezet tegen het gemiddelde van Sittard-Geleen. 59

Figuur 14. Vermogensdelicten in buurt 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 3,1 3,0 2,7 2,7 2,2 2,7 2,2 2,4 3,4 2,5 3,1 2,3 2,9 2,8 2,5 2,0 2,3 2,1 2,6 2,5 4,1 4,3 4,5 4,7 4,5 3,8 4,3 4,1 2,7 3,3 4,0 3,9 3,6 4,3 3,3 3,1 3,3 3,6 4,1 4,1 4,7 5,3 4,7 4,3 3,9 3,7 3,2 2,7 4,0 4,0 4,2 4,1 4,6 3,9 5,0 5,2 4,9 5,0 4,5 5,3 3,8 3,8 4,5 4,3 3,7 3,6 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 60

De gemiddelde score voor vermogensdelicten in de buurt bedraagt 3,6. Als we kijken naar de scores van de stadsdelen, dan scoren de drie stadsdelen Westelijk-Geleen, Westelijk-Sittard en Oostelijk-Sittard boven dit gemiddelde, Oostelijk-Geleen,Munstergeleen en Windraak scoren gelijk aan dit gemiddelde en Voormalig Born en kleine kernen scoort onder het gemiddelde, wat in dit geval positief is. De spreiding tussen de buurten is behoorlijk fors te noemen. De laagste scores heeft Obbicht met 2,0 gevolgd door Grevenbicht/Papenhoven (2,1) en Born (2,3). De hoogste scores hebben Sittard-Centrum en in Broeksittard beide (5,3). Hier vinden naar inschatting van de bewoners veel vermogensdelicten plaats. In tabel 14 is te zien hoe het zit met de afzonderlijke categorieën van vermogensdelicten. Ze geeft voor de vier onderscheiden vormen van vermogensdelicten weer hoeveel procent van de inwoners zegt dat deze vaak in de eigen buurt voorkomen. Voor de stad is de schaalscore voor vermogensdelicten teruggelopen van 3,7 in 2007 naar 3,6 in 2009. In de stadsdelen Voormalig Born en kleine kernen, Westelijk-Geleen en Oostelijk-Sittard daalt de score ligt. In Westelijk-Sittard Blijft de score gelijk. Alleen in het stadsdeel Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak gaat de situatie achteruit door een toename in de buurten Kluis en Munstergeleen/Windraak. Op buurtniveau is de grootste verbetering te zien in Born (2007 3,1 en 2009 2,3). Het tegenovergestelde gebeurt in Broeksittard (2007 4,5 en 2009 5,3) 61

Tabel 14. Vermogensdelicten in de buurt, naar delict, in procenten Fietsendiefstal Diefstal uit auto's Beschadiging of diefstal aan/vanaf auto's Woninginbraak 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 0 1 2 1 9 8 4 6 Limbricht 2 2 0 2 4 5 3 6 Einighausen 0 3 1 2 4 4 9 2 Holtum 0 3 3 4 2 4 4 5 Buchten 3 1 8 0 8 4 10 8 Born 5 2 3 0 4 5 3 3 Hondsbroek 1 3 5 5 8 9 15 13 Obbicht 0 1 3 0 4 2 5 0 Grevenbicht/Papenhoven 1 0 0 1 3 3 5 2 voormalig Born en kleine kernen 1 2 3 2 5 5 6 5 Geleen-Centrum 15 13 10 8 17 14 10 13 Geleen-Noord 7 10 7 9 9 23 11 17 Lindenheuvel 13 9 10 6 20 10 10 6 Westelijk-Geleen 10 10 8 8 13 14 11 11 Munstergeleen/Windraak 1 2 0 1 4 5 9 12 Geleen-Zuid 12 9 9 9 9 13 7 8 Kluis 8 8 5 7 13 14 8 9 Oud-Geleen/Hasselderveld 5 3 2 3 10 9 6 4 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 6 5 4 5 9 10 7 8 Limbrichterveld 12 16 13 10 13 9 5 7 Sittard-Centrum 27 33 13 20 16 34 2 5 Sanderbout 12 11 8 2 20 12 12 7 Ophoven 7 7 6 7 12 12 8 5 Kollenberg-Park Leyenbroek 3 4 5 6 8 7 6 5 Westelijk-Sittard 11 14 9 9 13 14 7 6 Overhoven/Schwienswei 8 6 15 6 13 12 11 15 Baandert 16 10 14 7 16 18 9 6 Stadbroek 19 32 17 13 23 18 14 11 Vrangendael 10 15 16 11 17 19 10 13 Broeksittard 14 21 14 15 16 20 11 27 Kemperkoul 10 12 12 3 12 6 11 16 Oostelijk-Sittard 12 14 15 7 16 13 11 14 Gemeente Sittard-Geleen 8 9 8 6 12 11 8 9 Van de vier vormen van vermogensdelicten komt volgens de bewoners beschadiging of diefstal aan/vanaf auto s het meest voor (11 procent). Daarna Fietsendiefstal met 9 procenten. Vervolgens diefstal uit auto s met 6 procent. Tenslotte woninginbraak met 9 procent. 62

De stadsdelen Westelijk-Geleen en Oostelijk-Sittard scoren hoog op alle vier de categorieën vermogensdelicten. De hoge percentages in Oostelijk-Sittard en Westelijk-Geleen worden veroorzaakt door de hoge scores in de buurten Sittard- Centrum en Geleen-centrum. Bij de buurten valt verder Stadbroek op met veel fietsendiefstal. Broeksittard met veel diefstal uit auto s. Geleen-Noord en Broeksittard met beschadiging of diefstal aan/vanaf auto s. De score voor woninginbraak scoort het hoogst in Broeksittard. Behalve naar vermogensdelicten is in het burgeronderzoek ook gekeken naar het voorkomen van dreiging in de buurt. Het gaat dan om de volgende vervelende voorvallen en misdrijven: - bedreiging; - dronken mensen op straat; - vrouwen en mannen die op straat worden lastig gevallen; - geweldsdelicten; - drugsoverlast; - tasjesroof. Figuur 15 geeft weer in welke mate de inwoners van Sittard-Geleen inschatten dat dreiging voorkomt in de eigen buurt, afgezet tegen het gemiddelde van Sittard-Geleen. 63

Figuur 15. Dreiging in buurt 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 0,5 0,8 0,2 0,2 0,5 0,5 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,4 0,3 0,4 0,4 0,5 0,4 0,4 0,4 0,4 2,1 2,3 1,1 0,8 1,7 1,5 1,4 1,5 0,3 0,4 1,1 1,0 1,4 1,4 0,6 0,6 0,8 0,8 0,9 0,8 2,0 1,6 1,0 1,0 0,5 0,6 1,2 1,3 0,7 1,0 1,1 0,8 2,4 1,4 1,9 1,8 0,7 0,7 1,2 1,3 0,9 1,0 2,7 2,7 2,8 3,3 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 64

De gemiddelde score voor dreiging in de buurt bedraagt 1,0. Van 2007 naar 2009 stijgt op het niveau stad de uitkomst voor perceptie dreiging uitgedrukt in een schaalscore 0,9 naar 1,0. De dreiging is het kleinst in voormalig Born en kleine kernen (0,4) en het grootst in Westelijk-Geleen (1,3). In Westelijk-Geleen is de score met name hoog door de grotere dreiging die in Geleen-Centrum. In Westelijk-Sittard scoort Sittard-Centrum (3,3) het hoogst van alle buurten. Op buurtniveau scoort Stadbroek eveneens hoog, nl 2,8. In Limbricht (0,2) Holtum (0,3), Buchten (0,3) is de dreiging het minst groot. Tabel 15 laat meer in detail zien in welke mate de inwoners buurtdreiging ervaren. Voor de zes verschillende vormen van dreiging wordt weergegeven hoeveel procent van de inwoners zegt dat deze vaak voorkomen in de buurt. Tabel 15: Perceptie dreiging in de buurt, per categorie, in procenten. Bedreiging Dronken mensen op straat Lastig gevallen op straat Geweldsmisdrijven Drugsoverlast Tasjes roof 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 0 5 4 2 0 1 0 3 2 3 0 0 Limbricht 0 0 1 3 0 0 0 0 0 1 0 0 Einighausen 1 1 2 7 1 0 0 0 0 1 0 0 Holtum 0 1 0 1 0 0 0 1 0 3 0 0 Buchten 0 0 1 0 0 0 0 0 4 1 0 0 Born 0 1 2 2 0 0 1 0 0 2 0 0 Hondsbroek 0 3 0 1 1 3 0 1 3 3 1 0 Obbicht 1 1 2 1 0 1 1 2 0 1 0 0 Grevenbicht/Papenhoven 0 0 2 1 0 0 0 0 3 0 0 0 voormalig Born en kleine kernen 0 1 1 2 0 1 1 1 1 2 0 0 Geleen-Centrum 6 4 12 10 4 6 4 3 14 10 6 2 Geleen-Noord 1 3 2 4 2 1 3 2 3 6 1 1 Lindenheuvel 3 3 8 3 0 2 0 1 15 8 0 1 Westelijk-Geleen 3 3 6 5 3 3 0 2 8 8 2 1 Munstergeleen/Windraak 0 0 2 3 0 0 0 0 2 2 0 0 Geleen-Zuid 3 2 7 6 1 1 3 1 11 6 0 0 Kluis 3 2 4 7 3 3 3 1 15 11 1 1 Oud-Geleen/Hasselderveld 1 2 3 2 0 1 0 1 4 5 0 1 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 2 1 4 4 1 1 3 1 7 6 0 0 Limbrichterveld 2 2 7 6 1 0 2 0 7 7 0 0 Sittard-Centrum 5 7 20 42 6 9 5 10 10 18 6 4 Sanderbout 7 6 3 10 0 1 2 4 12 11 0 0 Ophoven 3 0 3 6 1 0 2 0 4 3 0 0 Kollenberg-Park Leyenbroek 2 1 3 6 1 1 0 1 1 4 0 0 Westelijk-Sittard 4 3 7 12 2 2 1 2 7 8 1 1 Overhoven/Schwienswei 1 3 1 3 1 1 1 2 2 8 1 1 Baandert 1 2 6 6 2 1 2 0 5 1 1 0 Stadbroek 4 4 14 20 3 5 2 4 16 25 1 5 Vrangendael 2 3 4 7 2 1 0 1 9 9 0 0 Broeksittard 1 8 16 11 2 5 5 7 25 31 1 1 Kemperkoul 2 2 3 3 1 0 2 0 2 4 0 0 Oostelijk-Sittard 2 3 7 7 2 2 2 1 10 10 1 1 Gemeente Sittard-Geleen 2 2 5 6 1 2 2 1 7 6 1 1 65

De meeste vormen van dreiging in de buurt komen in de ogen van de inwoners incidenteel voor, waarbij men overigens wel dient te beseffen dat het om vrij ernstige vormen van (be)dreiging gaat. Alleen drugsoverlast (6 procent) en dronken mensen op straat (6 procent) worden door een groter deel van de bevolking voorkomende vorm van dreiging genoemd. In de stadsdelen wordt dreiging door drugsoverlast in Oostelijk-, Westelijk-Sittard en Westelijk-Geleen het meest genoemd als een reëele dreiging. Drugsoverlast scoort het hoogst in de buurten Broeksittard (31 procent), Stadbroek (25 procent), Sittard-Centrum (18 procent), Sanderbout (11 procent) en Geleen-Centrum (10 procent). Nagenoeg het zelfde beeld als voor drugsoverlast is te zien voor de dreiging die uitgaat van dronken mensen op straat. In Westelijk- en Oostelijk-Sittard scoort de overlast en dreiging van openbare dronkenschap het hoogst, respectievelijk 12, 7 en 5 procent. De buurten Sittard-Centrum heeft de hoogste score 42 procent daarna volgt Stadbroek met 20 procent. Ook Broeksittard (11 procent), Sanderbout (10 procent) en Geleen-Centrum (10 procent) scoren hoog. De scores op alle zes aspecten van dreiging scoren in voormalig Born en kleine kernen het laagst 66

4.2 Slachtofferschap Het is een bekend gegeven dat een deel van de criminaliteit zich onttrekt aan de waarneming en registratie van de politie. Onderzoeken hebben aangetoond dat mensen die slachtoffer zijn geweest van een misdrijf hiervan niet altijd aangifte doen bij de politie. Om deze verborgen criminaliteit in beeld te brengen is in het burgeronderzoek aan de inwoners gevraagd of ze in de afgelopen 12 maanden slachtoffer zijn geweest van een misdrijf. De lijst van misdrijven die aan de inwoners is voorgelegd omvat de volgende vier hoofdcategorieën: - woninginbraak (diefstal uit woning of poging tot inbraak); - autodelicten (diefstal uit de auto, diefstal vanaf de buitenkant van de auto, vernieling aan de auto); - fietsendelicten (fietsendiefstal); - geweldsmisdrijven (beroving met geweld, mishandeling, bedreiging met lichamelijk geweld). Figuur 16 toont hoeveel procent van de inwoners in de eigen buurt slachtoffer is geweest van één of meer van deze misdrijven. Hierbij wordt door middel van een verticale lijn de gemiddelde score van Sittard-Geleen weergegeven. In 2009 zegt gemiddeld 31 procent van de inwoners van Sittard-Geleen de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van één of meer misdrijven in de eigen buurt. De inwoners van voormalig Born en kleine kernen zijn in vergelijking met de andere stadsdelen het minst vaak slachtoffer geweest (22 procent) en het slachtofferschap is het grootst in Westelijk-Geleen (39 procent). Het hoge slachtofferschap in Westelijk-Geleen wordt veroorzaakt door de hoge percentages in de buurten Geleen-Centrum (44 procent) en Geleen-Noord (42 procent). Van alle buurten is het slachtofferschap het laagst in Limbricht (15 procent). Jongeren zijn vaker slachtoffer in de eigen buurt dan ouderen. Het slachtofferschap neemt bij het ouder worden geleidelijk af. Van 2007 naar 2009 is op het niveau stad de uitkomst voor slachtofferschap nagenoeg ongewijzigd. Bij de stadsdelen is een daling te zien bij Westelijk- Geleen 2007 42 procent 2009 39 procent en in Oostelijk-Sittard 2007 37 procent en 2009 35 procent. In de ontwikkeling van de buurt is het slachtofferschap het meest afgenomen in de buurt Baandert (van 42 naar 30 procent). De grootste toename hebben Einighausen (van 12 naar 27 procent) en Hondsbroek (van 21 naar 36 procent). 67

Figuur 16. Slachtofferschap in buurt 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 25 24 18 15 12 27 16 19 25 16 28 22 21 36 25 19 25 22 21 22 39 42 38 44 46 36 42 39 20 30 28 24 30 36 34 28 28 29 33 30 30 38 32 28 37 37 20 25 30 32 38 39 42 30 44 36 35 43 32 37 31 32 37 35 31 31 2007 2009 uitgedrukt in percentage inwoners dat in de afgelopen 12 maanden slachtoffer is geweest van een misdrijf in de buurt 68

In tabel 16 is te zien hoe het slachtofferschap in detail uitziet. Hierin worden de percentages slachtoffers per afzonderlijke misdrijfcategorie weergegeven. Tabel 16. Slachtofferschap verbijzonderd, in procenten Auto-delicten Fiets-delicten Vernieling Woninginbraak Geweldsmisdrijven 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 3 8 20 15 4 7 10 15 4 8 Limbricht 1 2 11 10 9 8 3 6 2 2 Einighausen 2 4 10 19 6 8 8 8 1 5 Holtum 4 4 9 15 5 4 11 12 3 2 Buchten 5 3 18 15 4 4 8 4 1 1 Born 8 5 16 18 8 3 8 11 5 5 Hondsbroek 4 6 16 22 3 7 8 11 0 7 Obbicht 5 6 20 16 8 5 10 11 6 3 Grevenbicht/Papenhoven 2 3 21 15 6 4 14 7 3 4 voormalig Born en kleine kernen 4 4 15 16 6 5 8 9 3 4 Geleen-Centrum 5 8 30 25 17 15 20 20 5 7 Geleen-Noord 10 13 26 33 15 13 8 13 3 4 Lindenheuvel 10 5 35 25 14 17 20 16 12 5 Westelijk-Geleen 9 8 29 27 16 16 14 16 7 5 Munstergeleen/Windraak 5 10 20 19 8 10 6 16 3 1 Geleen-Zuid 3 2 17 28 12 8 13 11 5 3 Kluis 2 4 26 31 12 10 21 15 6 3 Oud-Geleen/Hasselderveld 5 3 27 20 16 10 10 13 2 6 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 4 5 22 24 12 10 12 14 4 3 Limbrichterveld 2 5 26 20 7 13 11 10 1 5 Sittard-Centrum 5 11 32 31 15 11 20 28 11 8 Sanderbout 10 8 25 24 11 8 20 12 8 7 Ophoven 11 8 22 24 10 15 16 18 4 0 Kollenberg-Park Leyenbroek 6 5 13 15 8 14 15 11 4 1 Westelijk-Sittard 7 7 22 22 10 13 17 15 5 4 Overhoven/Schwienswei 3 4 27 29 12 18 13 15 5 5 Baandert 5 4 28 23 18 10 15 15 8 3 Stadbroek 9 7 37 24 7 23 20 23 11 7 Vrangendael 9 11 23 35 12 14 13 16 5 10 Broeksittard 9 14 17 29 12 12 21 22 4 13 Kemperkoul 7 6 21 19 11 14 15 13 2 5 Oostelijk-Sittard 7 7 25 25 12 15 16 16 6 6 Gemeente Sittard-Geleen 6 6 23 23 11 12 12 14 4 4 69

De misdrijfcategorie geweldsdelicten scoort het laagst, 4 procent. Hierbij wordt uitdrukkelijk vermeld rekening te houden met de aard en ernst van deze misdrijfcategorie. Woninginbraak 6 procent en vooral geweldsdelicten zijn door de inbreuk op de persoonlijke integriteit veel ernstiger vormen van criminaliteit dan autodelicten (23 procent), fietsdelicten (12 procent) en vernieling (14 procent) en komen normaliter ook veel minder voor. Al deze delicten komen in Westelijk-Geleen, in de drie buurten van dit stadsdeel, Geleen-Centrum, Geleen-Noord en Lindenheuvel vaker voor dan het gemiddelde. Hoewel dit niet de buurten zijn waar alle delicten samen het hoogst scoren. Dit zijn de buurten Broeksittard en Sittard-Centrum. In het stadsdeel voormalig Born en kleine kernen scoren alle delicten samen het laagst. De percentages in de overige stadsdelen liggen rond het gemiddelde van Sittard- Geleen. Per delict op buurtniveau signaleren we ook verschillen. Woninginbraak zien we meer dan gemiddeld in Broeksittard en Geleen-Noord, respectievelijk 14 en 13 procent. Het slachtofferschap van autodelicten is het hoogst in Vrangendael 35 procent en Geleen-Noord 33 procent. Fietsdelecten komen het vaakst voor in Stadbroek 23 procent. Vernieling hebben het hoogste percentage in Sittard-Centrum 28 procent. Broeksittard en Vrangendael hebben het hoogste percentage geweldsmisdrijven respectievelijk 13 en 10 procent. 70

4.3 Waardering voor politie De aanwezigheid en het optreden van de politie heeft invloed op zowel de feitelijke veiligheid in de buurt als de beleving ervan door de burger. Daarom is de mensen in het burgeronderzoek een aantal stellingen over het functioneren van de politie in de buurt voorgelegd met het verzoek om aan te geven of men het al dan niet met deze stellingen eens is. Het gaat om de volgende geformuleerde stellingen, die overigens ook in de landelijke Politiemonitor worden gebruikt: - je ziet de politie te weinig in de buurt; - de politie komt hier te weinig uit de auto; - de politie pakt de problemen in de buurt op; - de politie biedt de burgers in deze buurt bescherming; - je mist een buurtagent hier in de buurt. Vervolgens zijn de reacties op deze stellingen omgerekend naar een schaalscore voor politiewaardering die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (=zeer hoog). Figuur 17 geeft de tevredenheid over de politie in de buurt aan de hand van deze schaalscores weer. De gemiddelde waardering voor de politie in Sittard-Geleen bedraagt op de schaalscore 3,4. In de stadsdelen voormalig Born en kleine kernen, Oostelijk- Geleen, Munstergeleen en Windraak en in Westelijk-Sittard ligt de tevredenheid net boven dit gemiddelde met een score van 3,5. Westelijk-Geleen en Oostelijk- Sittard scoren onder het gemiddelde met 3,2. In Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak is de tevredenheid tussen (2007 3,8 en 2009 3,5) het meest gedaald In Limbricht is de tevredenheid over de politie op buurtniveau het grootst met een 4,2. Het laagst is dit in Guttecoven met een 2,7. Qua ontwikkeling op buurtniveau is Ophoven met een vooruitgang van 0,9 het meest vooruitgegaan (2007 3,0 2009 3,9) en Limbrichterveld Hoogveld het meest achteruit gegaan 0,8 (2007 4,0 2009 3,2). 71

Figuur 17: Tevredenheid over politie in buurt. 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 Guttecoven 2,7 3,4 Limbricht 4,2 4,2 Einighausen Holtum Buchten 3,9 3,7 3,5 3,4 3,8 3,6 Born 2,8 3,3 Hondsbroek 3,6 3,4 Obbicht 2,8 3,6 Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen 4,0 3,9 3,6 3,5 3,2 3,1 3,4 3,1 3,6 3,4 3,4 3,2 Munstergeleen/Windraak 4,0 4,6 Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 3,3 3,2 3,6 3,3 3,5 3,4 3,8 3,5 Limbrichterveld/Hoogveld 3,2 4,0 Sittard-Centrum 3,9 3,8 Sanderbout 2,6 3,4 Ophoven 3,0 3,9 Kollenberg-Park/Leijenbroek 3,6 4,3 Westelijk-Sittard 3,5 3,5 Overhoven/Schwienswei 3,1 3,5 Baandert 3,1 3,0 Stadbroek 3,1 3,5 Vrangendael 3,1 3,4 Broeksittard 2,9 3,4 Kemperkoul 3,3 3,7 Oostelijk-Sittard 3,3 3,2 Gemeente Sittard-Geleen 3,5 3,4 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 72

Tabel 17 geeft de reacties op de afzonderlijke stellingen over het functioneren van de politie in de buurt weer. De twee positief geformuleerde stellingen worden door een duidelijke minderheid (10 en 11 procent) van de inwoners onderschreven. Met de drie negatief geformuleerde stellingen is gemiddeld ruim de helft van de inwoners het eens: 53 procent vindt dat je de politie te weinig in de buurt ziet; 48 procent dat de politie te weinig uit de auto komt en tot slot is 45 procent het er mee eens dat je de buurtagent in de buurt mist. De verschillen tussen de stadsdelen op deze onderdelen zijn gering en schommelen rond het stedelijk gemiddelde. Dit zelfde geldt voor de buurten per onderdeel. 73

Tabel 17. Tevredenheid over politie in buurt, per stelling, in procenten Politie pakt Politie biedt Je ziet politie te problemen in burger hier weinig in de de buurt op bescherming buurt Politie komt hier te weinig uit de auto Je mist een wijkagent hier in de buurt 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 11 8 11 5 57 62 50 51 39 44 Limbricht 8 7 9 10 49 52 40 34 39 36 Einighausen 12 11 13 11 53 59 43 48 39 42 Holtum 5 3 4 5 53 57 39 41 34 37 Buchten 10 5 11 6 54 59 39 45 39 49 Born 7 8 5 10 55 46 44 40 51 55 Hondsbroek 8 10 10 12 46 54 41 47 39 43 Obbicht 9 7 9 6 55 48 44 39 45 43 Grevenbicht/Papenhoven 13 6 7 10 47 51 36 43 36 39 voormalig Born en kleine kernen 9 7 9 9 51 53 41 42 40 43 Geleen-Centrum 14 13 12 14 49 56 49 51 46 56 Geleen-Noord 9 14 14 14 47 54 44 54 47 52 Lindenheuvel 20 11 15 13 43 48 50 50 45 49 Westelijk-Geleen 13 12 14 13 46 51 49 52 46 52 Munstergeleen/Windraak 12 12 9 12 50 51 38 48 29 34 Geleen-Zuid 12 5 10 10 54 50 51 45 37 48 Kluis 12 9 12 9 49 55 40 49 40 46 Oud-Geleen/Hasselderveld 8 10 11 16 58 56 47 48 42 44 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 11 9 10 12 53 53 44 47 37 43 Limbrichterveld 17 8 9 11 51 61 49 57 42 39 Sittard-Centrum 18 15 19 15 39 53 32 46 37 46 Sanderbout 11 13 14 13 51 52 61 49 46 43 Ophoven 6 15 5 8 50 54 49 49 36 37 Kollenberg-Park Leyenbroek 8 8 12 17 46 48 34 40 35 39 Westelijk-Sittard 11 11 12 12 48 54 45 49 39 40 Overhoven/Schwienswei 10 8 13 10 62 63 51 43 39 52 Baandert 8 9 7 9 53 59 48 49 50 47 Stadbroek 14 13 16 12 53 55 49 50 52 51 Vrangendael 11 9 12 3 59 55 48 45 51 38 Broeksittard 14 20 14 16 52 55 56 67 52 51 Kemperkoul 9 13 9 10 56 47 48 43 37 46 Oostelijk-Sittard 11 11 12 10 56 55 49 47 47 47 Gemeente Sittard-Geleen 11 10 11 11 51 53 46 48 41 45 74

5 Beheer en onderhoud Dit hoofdstuk gaat in op het gemeentelijk beheer en onderhoud in de buurt. Het gaat dan met name om de vraag in hoeverre de bewoners tevreden zijn over de kwaliteit van het beheer en onderhoud in hun woonomgeving. 5.1 Tevredenheid beheer en onderhoud In het burgeronderzoek is de inwoners een aantal aspecten van beheer en onderhoud voorgelegd met de vraag om aan te geven of men hierover in de eigen buurt tevreden is. Deze aspecten hebben betrekking op de volgende vier beheer- en onderhoudcategorieën: - openbare weg; - openbaar groen; - openbare speelvoorzieningen; - openbare straatverlichting. De antwoordcategorieën zijn omgerekend naar één waarderingsscore voor beheer en onderhoud die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). Figuur 18 toont de tevredenheid over het beheer en onderhoud in de buurt aan de hand van deze score, waarbij ter vergelijking de gemiddelde waarderingsscore voor Sittard-Geleen is opgenomen. 75

76

Figuur 18. Tevredenheid over beheer en onderhoud in buurt 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 4,0 2007 2009 6,4 5,3 6,4 6,2 6,2 5,9 6,5 6,5 6,4 6,8 6,1 6,4 7,1 6,7 5,4 6,3 5,7 5,7 6,3 6,3 5,1 5,4 5,5 5,6 6,5 5,2 5,6 5,3 5,6 5,7 6,0 6,4 6,2 6,7 6,4 6,5 6,0 6,3 6,5 5,8 5,5 5,8 5,1 5,7 5,9 6,9 7,1 6,5 6,1 6,2 6,9 6,0 6,1 6,9 5,7 6,4 6,7 6,3 5,6 6,8 7,0 6,4 6,3 6,2 6,1 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 77

De gemiddelde waardering voor beheer en onderhoud in de buurt bedraagt in 2009 6,1. Een stadsdeel wijkt van dit gemiddelde af; de score in Westelijk- Geleen is 5,3. In het stadsdeel Oostelijk-Sittard loopt de score op buurtniveau sterk uiteen van 4,0 in Stadbroek tot 7,0 in Kemperkoul. Hier is de waardering voor het beheer en onderhoud uitgedrukt in een schaalscore. In het vervolg van deze rapportage wordt gekeken naar de afzonderlijke beheer en onderhoudcategorieën (openbare weg, openbaar groen, openbare speelvoorzieningen en openbare straatverlichting). De waardering in de afzonderlijke categorieën wordt uitgedrukt in het percentage inwoners dat zegt hierover tevreden te zijn. 78

Tabel 18 geeft weer in welke mate de inwoners tevreden zijn over het beheer en onderhoud van de openbare weg ten aanzien van de volgende aspecten: - onderhoud wegen, straten en pleinen; - schoonhouden wegen, straten en pleinen; - onderhoud trottoirs; - onderhoud fietspaden. - Aantal prullebakken - Aantal zitbanken - Onderhoud zitbanken 79

Tabel 18 Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBARE WEG in buurt, in procenten Onderhou d wegen straten en pleinen Schoonhouden Onderhou wegen, d trottoirs straten en pleinen Onderhou d fietspaden Aantal prullebakken Aantal zitbanken Onderhou d zitbanken 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 46 48 48 43 30 25 37 23 25 18 30 26 26 22 Limbricht 51 51 47 55 30 33 48 41 19 21 26 20 13 19 Einighausen 36 38 45 41 30 29 32 33 17 19 22 21 21 20 Holtum 41 33 57 46 35 23 28 34 28 26 24 25 22 28 Buchten 40 48 59 61 34 46 28 39 28 31 21 26 17 24 Born 54 50 55 58 39 34 51 37 29 33 27 30 26 27 Hondsbroek 68 66 62 60 58 49 59 51 47 36 46 45 43 43 Obbicht 43 49 49 50 26 35 20 34 17 26 18 26 14 28 Grevenbicht/Papenhoven 41 43 53 49 29 34 29 30 35 27 23 28 22 19 voormalig Born en kleine kernen 46 49 52 53 34 36 36 37 28 27 26 28 24 26 Geleen-Centrum 48 52 43 46 31 36 38 41 30 27 30 25 24 24 Geleen-Noord 42 51 44 44 31 34 42 41 16 24 22 24 17 23 Lindenheuvel 48 43 41 30 34 27 43 38 21 23 27 14 22 15 Westelijk-Geleen 45 48 43 38 32 31 41 40 23 24 27 20 22 19 Munstergeleen/Windraak 39 42 44 46 25 25 33 32 16 18 13 16 12 11 Geleen-Zuid 47 51 44 52 27 30 37 36 24 23 26 31 15 15 Kluis 46 48 46 48 32 30 37 37 16 26 22 31 21 25 Oud-Geleen/Hasselderveld 43 53 44 44 27 29 40 44 23 23 22 34 21 25 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 43 49 45 47 27 29 37 37 20 22 21 28 17 19 Limbrichterveld 41 47 42 48 44 41 47 45 26 26 26 21 20 22 Sittard-Centrum 53 45 55 56 43 43 42 44 30 31 27 19 22 18 Sanderbout 35 34 33 40 27 33 33 31 24 19 20 16 15 15 Ophoven 47 55 44 48 39 40 39 43 27 33 31 29 28 22 Kollenberg-Park Leyenbroek 54 54 60 54 47 38 40 39 20 27 29 32 19 23 Westelijk-Sittard 46 49 48 50 40 40 40 42 25 28 27 24 22 21 Overhoven/Schwienswei 56 54 48 54 37 35 43 43 26 21 31 17 14 13 Baandert 45 52 41 52 32 42 36 43 20 30 17 25 15 28 Stadbroek 50 26 46 37 30 19 38 30 20 14 9 13 10 10 Vrangendael 52 51 54 54 41 39 45 39 28 34 18 27 21 21 Broeksittard 47 50 43 47 34 34 41 29 15 14 17 22 14 20 Kemperkoul 70 64 58 56 59 45 50 48 24 36 29 33 21 30 Oostelijk-Sittard 53 53 49 51 39 38 42 41 23 27 21 24 17 22 Gemeente Sittard-Geleen 48 49 50 48 35 35 38 39 24 26 24 25 20 21 In 2009 is gemiddeld 49 procent van de inwoners tevreden over het onderhoud van wegen, straten en pleinen en het schoonhouden er van (48 procent). Over het onderhoud van trottoirs en fietspaden is de waardering lager, namelijk 35 procent respectievelijk 39 procent. Het schoonhouden en het onderhoud van wegen, straten en pleinen scoort in Lindenheuvel respectievelijk Stadbroek van alle buurten het laagst. Bewoners van Hondsbroek zijn het vaakst tevreden (66 procent) over het onderhoud van wegen, straten en pleinen. In Hondsbroek en Kemperkoul zijn de bewoners het vaakst tevreden over het onderhoud van de fietspaden (51 procent respectievelijk 48 procent). 80

81

De tevredenheid over het beheer en onderhoud van het openbaar groen in de buurt is bekeken voor de twee aspecten: - onderhoud groen; - inrichting groen. De tevredenheid over onderhoud groen is op stadsniveau gelijk aan de score in 2007 (41 procent) waarbij op buurtniveau de buurt Kluis de grootste stijging scoort van 37 naar 53 (+16) procent en de score in de buurt Limbrichterveld het laagste is van 46 naar 34 procent (-12). Het onderhoud van het groen loopt op buurtniveau uiteen van 26 procent in Stadbroek tot 56 procent in Geleen-Zuid. De score tevredenheid over inrichting groen is op stadsniveau in 2009 gestegen naar 42 procent. Deze stijging is het grootste in het stadsdeel Westelijke-Geleen waarin de score in de buurt Geleen-Noord stijgt van 35 naar 50 procent. De spreiding over de inrichting van het groen loopt uiteen van 26 procent in Stadbroek tot 62 procent in Kollenberg-Park/Leijenbroek. Tabel 19. Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBAAR GROEN, in procenten Onderhoud groen Inrichting groen 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 42 33 37 35 Limbricht 39 43 32 46 Einighausen 38 31 33 33 Holtum 46 46 40 43 Buchten 37 37 38 44 Born 36 41 40 38 Hondsbroek 40 40 32 38 Obbicht 31 38 34 39 Grevenbicht/Papenhoven 42 37 40 40 voormalig Born en kleine kernen 39 39 36 40 Geleen-Centrum 45 42 30 38 Geleen-Noord 36 43 35 50 Lindenheuvel 38 34 39 39 Westelijk-Geleen 39 39 34 41 Munstergeleen/Windraak 36 31 33 35 Geleen-Zuid 43 56 48 54 Kluis 37 53 41 54 Oud-Geleen/Hasselderveld 42 31 36 35 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 39 43 39 44 Limbrichterveld 46 34 40 31 Sittard-Centrum 38 41 26 33 Sanderbout 33 37 26 32 Ophoven 45 51 39 52 Kollenberg-Park Leyenbroek 62 54 62 62 Westelijk-Sittard 46 43 41 42 Overhoven/Schwienswei 41 39 37 34 Baandert 38 51 33 48 Stadbroek 31 26 21 26 Vrangendael 54 55 46 57 Broeksittard 36 37 34 34 Kemperkoul 44 41 49 52 Oostelijk-Sittard 42 42 37 44 Gemeente Sittard-Geleen 41 41 38 42 82

Een derde beheer- en onderhoudscategorie waarvan de tevredenheid onderzocht is, zijn de openbare speelvoorzieningen in de buurt. Het gaat hier om de volgende aspecten: - onderhoud speelveldjes/speelplaatsen; - veiligheid speelveldjes/speelplaatsen - onderhoud speeltoestellen - veiligheid speeltoestellen. De tevredenheid over het onderhoud en de veiligheid van speelveldjes/ speelplaatsen is op stadsniveau gelijkmatig gestegen. Op stadsdeelniveau zijn er met uitzondering van voormalig Born en kleine kernen procentuele stijgingen te zien. Bij de buurten valt de daling van veiligheid speelveldjes/speelplaatsen in Buchten op (-10 procent) en de procentuele stijging voor onderhoud speelveldjes/ speelplaatsen in Obbicht (+22) ten opzichte van 2007. In 2009 is ook de tevredenheid over onderhoud en veiligheid van speeltoestellen gemeten. Op stadsdeelniveau is de score tevredenheid over onderhoud speeltoestellen in Westelijk-Geleen het laagste met 17 procent en op buurtniveau in Holtum het hoogste met 40 procent. De tevredenheid over de veiligheid speeltoestellen scoort in stadsdeel Oostelijk-Sittard het hoogste met 27 procent en op buurtniveau eveneens in Holtum het hoogste met 37 procent. Bijna een vierde van de inwoners is tevreden over het beheer en onderhoud van de openbare speelvoorzieningen. Op stadsdeelniveau zien we dat bewoners van Oostelijk-Sittard het vaakst tevreden zijn over het onderhoud (28 procent) en bewoners van Westelijk-Geleen (19 procent) het minst vaak tevreden zijn Over de veiligheid van de speelplekken zien we geringe verschillen tussen de score per stadsdeel en het gemiddelde. De percentages liggen aanzienlijk lager dan de waardering voor het beheer en onderhoud van de openbare weg en het openbare groen waarover circa de helft van de inwoners tevreden is. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de lage percentages voor de speelvoorzieningen gedeeltelijk toegeschreven kunnen worden aan het feit dat circa 44 procent van de inwoners geen mening heeft over de speelvoorzieningen. Elk stadsdeel laat een buurt zien met lage percentages tevredenheid. 83

Tabel 20. Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBARE SPEELVOORZIENINGEN in buurt, in procenten Onderhoud speelveldjes/ speelplaatsen Veiligheid speelveldjes/ speelplaatsen Onderhoud speeltoestellen Veiligheid speeltoestellen 2007 2009 2007 2009 2009 2009 Guttecoven 26 18 27 25 23 24 Limbricht 21 32 19 32 26 24 Einighausen 35 31 35 28 21 21 Holtum 35 44 30 41 40 37 Buchten 24 21 25 15 16 17 Born 17 19 17 17 17 18 Hondsbroek 30 29 27 24 28 31 Obbicht 19 41 19 38 41 41 Grevenbicht/Papenhoven 14 14 16 15 15 17 voormalig Born en kleine kernen 26 26 25 25 24 25 Geleen-Centrum 8 21 6 18 19 18 Geleen-Noord 17 15 15 14 9 10 Lindenheuvel 24 20 23 25 21 24 Westelijk-Geleen 16 19 13 20 17 19 Munstergeleen/Windraak 13 20 11 17 16 16 Geleen-Zuid 20 24 16 20 17 16 Kluis 11 14 8 13 12 11 Oud-Geleen/Hasselderveld 21 29 20 28 25 26 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 16 22 14 20 18 17 Limbrichterveld 27 22 27 25 24 26 Sittard-Centrum 9 7 8 6 3 3 Sanderbout 11 13 11 11 11 11 Ophoven 23 35 26 35 33 31 Kollenberg-Park Leyenbroek 21 17 19 18 16 18 Westelijk-Sittard 18 21 18 21 20 20 Overhoven/Schwienswei 22 20 19 18 17 22 Baandert 16 35 19 34 33 32 Stadbroek 13 8 11 9 19 12 Vrangendael 23 26 23 26 25 26 Broeksittard 27 26 23 19 20 22 Kemperkoul 32 37 34 37 31 35 Oostelijk-Sittard 22 28 22 27 24 27 Gemeente Sittard-Geleen 20 23 20 23 21 22 84

Tenslotte is ook de tevredenheid over het beheer en onderhoud van de openbare straatverlichting in de buurt onderzocht. Het gaat hierbij om de aspecten: - onderhoud straatverlichting; - branduren straatverlichting. Hiervoor is op stads- en stadsdeelniveau geen tot geringe verandering te zien ten opzichte van 2007. In tabel 21 wordt weergegeven hoeveel procent van de inwoners hierover tevreden is. Gemiddeld gezien is een ruime meerderheid van de inwoners tevreden over de straatverlichting. Dit geldt zowel voor het onderhoud van de straatverlichting (70 procent) als voor wat betreft het aantal branduren (73 procent). Op stadsdeelniveau zijn kleine verschillen te zien. De tevredenheid over het onderhoud en het aantal branduren is het grootst in stadsdeel voormalig Born en kleine kernen (73 respectievelijk 75 procent). Tevredenheid over het onderhoud van de straatverlichting scoort in stadsdeel Westelijk-Geleen met 67 procent het laagst. Op buurtniveau is ten opzichte van 2007 bij het onderhoud een uitschieter naar boven zichtbaar in Sanderbout (+16) naar 74 procent, terwijl de tevredenheid over het onderhoud in Broeksittard is gedaald (-16) tot 58 procent. De tevredenheid over de branduren straatverlichting is in Kemperkoul het hoogste met 80 procent en het laagste in Stadbroek met 57 procent. 85

Tabel 21: Tevredenheid beheer en onderhoud OPENBAAR STRAATVERLICHTING in buurt, in procenten Onderhoud straatverlichting Branduren straatverlichting 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 78 69 75 76 Limbricht 75 70 71 73 Einighausen 77 69 77 73 Holtum 77 79 77 78 Buchten 76 73 76 77 Born 71 79 75 75 Hondsbroek 78 73 79 79 Obbicht 75 70 72 62 Grevenbicht/Papenhoven 71 72 70 74 voormalig Born en kleine kernen 76 73 75 74 Geleen-Centrum 68 69 72 70 Geleen-Noord 66 74 64 73 Lindenheuvel 65 63 63 69 Westelijk-Geleen 67 67 66 70 Munstergeleen/Windraak 69 66 69 71 Geleen-Zuid 68 71 74 72 Kluis 72 70 74 74 Oud-Geleen/Hasselderveld 71 72 72 77 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 70 70 72 74 Limbrichterveld 65 72 67 76 Sittard-Centrum 64 64 68 65 Sanderbout 58 74 62 72 Ophoven 70 68 69 69 Kollenberg-Park Leyenbroek 68 74 72 77 Westelijk-Sittard 65 70 68 72 Overhoven/Schwienswei 72 72 74 75 Baandert 77 74 72 73 Stadbroek 64 56 67 57 Vrangendael 72 74 74 73 Broeksittard 74 58 72 63 Kemperkoul 71 77 69 80 Oostelijk-Sittard 72 71 72 73 Gemeente Sittard-Geleen 70 70 71 73 86

Tabel 22. Tevredenheid over klachtenafhandeling beheer en onderhoud, in procenten Klachten afhandeling 2007 2009 Guttecoven 47 39 Limbricht 21 41 Einighausen 43 63 Holtum 19 43 Buchten 41 41 Born 37 13 Hondsbroek 25 36 Obbicht 39 21 Grevenbicht/Papenhoven 36 30 voormalig Born en kleine kernen 35 35 Geleen-Centrum 33 23 Geleen-Noord 32 21 Lindenheuvel 25 35 Westelijk-Geleen 31 29 Munstergeleen/Windraak 29 33 Geleen-Zuid 36 44 Kluis 38 29 Oud-Geleen/Hasselderveld 26 27 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 31 33 Limbrichterveld 17 17 Sittard-Centrum 33 24 Sanderbout 36 42 Ophoven 29 39 Kollenberg-Park Leyenbroek 41 34 Westelijk-Sittard 32 29 Overhoven/Schwienswei 29 30 Baandert 25 30 Stadbroek 19 26 Vrangendael 22 25 Broeksittard 53 43 Kemperkoul 50 27 Oostelijk-Sittard 33 29 Gemeente Sittard-Geleen 32 31 De tevredenheid over klachtenafhandeling beheer en onderhoud is in stadsdeel Oostelijk-Sittard met 4 procent gedaald, met name door een daling in de buurt Kemperkoul tot 27 procent. De laagste score tevredenheid is in Born met 13 procent en het hoogste in Einighausen met 63 procent waarbij in Holtum een stijging van 24 procent zichtbaar is. De score in stadsdeel voormalig Born en kleine kernen is echter gelijk gebleven op 35 procent ten opzichte van 2007. 87

88

6 Milieu Het woon- en leefplezier kan beïnvloed worden door het al dan niet voorkomen van milieuoverlast in de eigen buurt. In dit hoofdstuk kunt u lezen in hoeverre de inwoners van Sittard-Geleen geluidsoverlast, stankoverlast of andere vormen van milieuoverlast in hun buurt ervaren. 6.1 Milieu-overlast In het burgeronderzoek is de inwoners gevraagd om aan te geven wat de belangrijkste vormen van milieuoverlast in de eigen buurt zijn. Daarbij kon men een of meerdere hinderbronnen aankruisen binnen de volgende drie hoofdcategorieën: - geluidsoverlast; - stankoverlast; - andere milieu-overlast (o.a. zwerfvuil, hondenpoep, onkruid, bodem- en waterverontreiniging). De antwoordpercentages zijn omgerekend naar een schaalscore voor milieuoverlast die loopt van 0 (= komt niet voor) tot en met 10 (= komt heel vaak voor). 89

90

Figuur 19. Milieu-overlast in buurt 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 Guttecoven Einighausen Buchten Hondsbroek Grevenbicht/Papenhoven Geleen-Centrum Lindenheuvel Munstergeleen/Windraak Kluis Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Sittard-Centrum Ophoven Westelijk-Sittard Baandert Vrangendael Kemperkoul Gemeente Sittard- Geleen 4,2 4,2 3,9 3,4 4,2 4,0 4,4 4,1 3,8 3,8 3,9 3,7 3,8 4,1 3,8 3,5 4,0 3,8 4,0 3,8 5,8 4,9 4,6 4,2 5,4 4,2 5,1 4,4 3,9 4,2 4,5 4,8 4,3 4,0 4,0 3,9 4,1 4,2 4,3 4,7 4,4 4,9 4,7 4,6 4,5 4,1 3,4 3,6 4,2 4,4 4,3 4,5 4,4 4,0 4,6 4,7 4,1 4,2 4,5 4,5 3,6 3,8 4,2 4,2 4,3 4,2 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 2007 2009 91

Figuur 19 geeft de milieuoverlast in de buurt aan de hand van deze schaalscore weer. In 2009 is de gemiddelde score voor milieuoverlast in de buurt is in Sittard- Geleen 4,2. Een stadsdeel wijkt af van dit gemiddelde. In voormalig Born en kleine kernen is milieuoverlast het kleinst (3,8). Tot dit stadsdeel hoort ook de buurt met de laagste score voor milieuoverlast in 2009 Limbricht met 3,4. Er zijn verschillen tussen de buurten wat betreft deze score en loopt uiteen van 3,4 in Limbricht tot 4,9 in Sittard-Centrum. Op het niveau van de stad zijn de uitkomsten voor de schaalscore Milieuoverlast in de buurt van 2007 en 2009 nagenoeg gelijk gebleven (4,3 en 4,2). Op stadsdeelniveau is er alleen een noemenswaardig verschil in Westelijk-Geleen (5,1 naar 4,4). Daar ligt ook de buurt Lindenheuvel met de grootste vooruitgang tussen 2007 en 2009 (5,4 naar 4,2). De grootste achteruitgang op buurt niveau zien we in Sittard-Centrum (2007 4,4 en 2009 4,9) 92

Om een en ander nader te kunnen verklaren is het nodig de algemene milieuoverlast uiteen te rafelen in de drie categorieën: geluidsoverlast, stankoverlast en andere milieuoverlast en de daarbinnen onderscheiden potentiële hinderbronnen. Tabel 23 geeft op de volgende pagina s weer hoeveel procent van de inwoners zegt in de eigen buurt geluidsoverlast te hebben van de volgende hinderbronnen: - auto s/vrachtwagens/bussen; - trein; - vliegtuigen; - bromfietsen; - jongeren op straat; - muziekinstallaties in/op motorvoertuigen; - openbare muziekinstallaties; - buren (muziek, woongeluiden, huisdieren en dergelijke); - industriële bedrijven; - horeca (café, bar, disco terras). 93

Tabel 23. Geluidsoverlast in buurt, in procenten Auto, vrachtwagen, bus trein vliegtuigen Bromfietsen jongeren op straat 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 23 18 0 0 4 7 13 11 14 7 Limbricht 25 22 6 4 4 2 17 19 7 9 Einighausen 32 28 1 0 3 1 18 13 3 4 Holtum 53 47 2 5 5 2 12 8 4 2 Buchten 26 26 3 5 5 4 16 17 16 18 Born 31 31 3 2 4 2 15 28 11 19 Hondsbroek 31 20 3 10 3 1 16 34 19 28 Obbicht 17 21 0 0 10 8 13 23 13 13 Grevenbicht/Papenhoven 24 17 0 1 25 17 18 24 11 19 voormalig Born en kleine kernen 30 24 2 3 6 6 15 22 10 15 Geleen-Centrum 36 44 16 8 34 24 29 44 16 29 Geleen-Noord 36 30 14 11 28 19 27 24 11 20 Lindenheuvel 31 23 5 7 2 6 26 31 24 26 Westelijk-Geleen 35 30 13 8 26 14 28 32 15 25 Munstergeleen/Windraak 21 25 2 1 18 13 13 24 7 17 Geleen-Zuid 26 27 1 3 25 36 19 27 19 21 Kluis 28 22 2 0 29 26 23 28 16 20 Oud-Geleen/Hasselderveld 28 19 7 4 15 21 26 21 18 15 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 25 23 3 2 21 24 20 25 14 18 Limbrichterveld 24 26 17 21 8 9 20 25 20 27 Sittard-Centrum 43 45 8 10 7 5 22 45 25 35 Sanderbout 34 19 16 11 20 19 29 30 34 31 Ophoven 31 24 14 10 23 15 26 34 19 18 Kollenberg-Park Leyenbroek 26 28 0 0 8 3 23 19 15 14 Westelijk-Sittard 32 28 10 12 14 10 24 30 23 24 Overhoven/Schwienswei 31 36 9 6 15 16 19 30 11 15 Baandert 34 32 0 2 12 7 23 25 10 17 Stadbroek 34 34 0 1 6 5 32 41 22 26 Vrangendael 28 32 0 0 2 2 23 28 15 19 Broeksittard 16 28 0 0 3 0 29 26 20 27 Kemperkoul 15 21 0 0 7 10 20 22 13 24 Oostelijk-Sittard 27 29 2 2 8 8 24 28 15 21 Gemeente Sittard-Geleen 28 27 5 5 13 12 22 27 16 21 94

Tabel 23 (vervolg). Geluidsoverlast in buurt, in procenten Muziek in/op voertuigen Openbare muziek Buren Industriële bedrijven Horeca 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 6 8 0 1 14 19 7 6 6 6 Limbricht 10 9 1 1 8 7 3 1 2 3 Einighausen 16 15 1 1 12 14 8 5 5 9 Holtum 15 12 0 1 14 12 17 13 2 2 Buchten 17 12 1 0 9 17 5 6 3 1 Born 11 16 1 2 8 7 1 0 2 3 Hondsbroek 9 15 0 0 17 17 0 0 1 0 Obbicht 7 10 0 1 17 11 2 1 3 0 Grevenbicht/Papenhoven 21 17 2 2 11 17 7 3 6 6 voormalig Born en kleine kernen 12 13 1 1 12 13 6 3 3 3 Geleen-Centrum 21 23 5 7 28 13 30 13 12 6 Geleen-Noord 13 19 7 3 14 15 5 4 2 1 Lindenheuvel 19 19 0 0 31 26 17 13 7 1 Westelijk-Geleen 17 20 5 3 21 20 14 11 6 2 Munstergeleen/Windraak 15 19 0 2 10 17 0 1 1 2 Geleen-Zuid 17 19 1 1 25 18 12 4 5 3 Kluis 15 19 0 1 19 20 13 6 3 1 Oud-Geleen/Hasselderveld 21 14 1 1 17 12 2 2 1 4 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 17 18 0 1 17 16 6 3 2 2 Limbrichterveld 18 18 1 1 28 26 1 9 1 6 Sittard-Centrum 27 33 5 10 8 14 1 2 10 16 Sanderbout 31 26 2 2 18 35 0 1 6 2 Ophoven 21 19 2 1 18 16 2 0 2 5 Kollenberg-Park Leyenbroek 9 12 1 4 6 12 1 1 1 5 Westelijk-Sittard 21 21 2 3 15 20 1 4 4 7 Overhoven/Schwienswei 9 28 1 2 18 26 7 8 1 2 Baandert 16 14 3 4 24 15 3 1 4 7 Stadbroek 20 27 2 4 22 25 0 1 15 16 Vrangendael 11 24 1 3 16 21 0 0 1 5 Broeksittard 19 21 0 3 25 25 2 0 5 9 Kemperkoul 11 10 0 1 18 26 0 0 1 1 Oostelijk-Sittard 14 19 1 2 20 23 2 2 4 5 Gemeente Sittard-Geleen 16 18 1 2 18 18 6 4 4 4 In Sittard-Geleen wordt geluidsoverlast door auto s/vrachtwagens/bussen en bromfietsen met (27 procent) het sterkst ervaren, gevolgd door jongeren op straat met (21 procent). Dan komen buren en muziek in/op voertuigen beide ( 18 procent). Westelijk-Geleen ervaart over alle hinderbronnen bekeken meer geluidsoverlast dan de andere stadsdelen. 95

Het ervaart op zes bronnen zelfs meer overlast dan de andere stadsdelen. Dit zijn Openbare muziek (3 procent), Buren (20 procent), Industriële bedrijven (11 procent), auto s/vrachtwagens/bussen (30 procent), Bromfietsen (32 procent) en Jongeren op straat (25 procent). De hoge percentage geluidsoverlast in Westelijk-Geleen komen vooral door de hoge percentages in Geleen-Centrum. De overlastpercentages verschillen soms fors per buurt. De overlast van auto s/vrachtwagens/bussen is bijvoorbeeld in Guttecoven (18 procent) veel minder dan in Holtum (47 procent). Geluidsoverlast door vliegtuigen komt het minst vaak voor in Broeksittard (0 procent) en het meest in Geleen-Zuid (36 procent). Overlast door bromfietsen komt het minst vaak voor in Holtum (8 procent) en het meest vaak in Sittard-Centrum en Geleen-Centrum (45 en 44 procent). Verder wordt in Sittard-Centrum een hoog percentage overlast door muziek in/op voertuigen aangetroffen (33 procent). 96

Tabel 24. Stankoverlast in buurt, in procenten Verkeer Bedrijven Huishoudens 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 8 8 12 10 21 18 Limbricht 14 9 8 6 8 6 Einighausen 20 12 16 12 16 13 Holtum 30 28 15 10 13 9 Buchten 11 6 8 5 12 8 Born 11 11 9 6 8 5 Hondsbroek 7 7 2 0 9 13 Obbicht 7 6 7 4 16 11 Grevenbicht/Papenhoven 12 4 3 2 12 10 voormalig Born en kleine kernen 15 9 10 5 13 10 Geleen-Centrum 25 22 39 16 8 6 Geleen-Noord 21 15 14 6 9 8 Lindenheuvel 12 10 31 12 14 9 Westelijk-Geleen 21 14 24 12 9 8 Munstergeleen/Windraak 8 11 5 6 15 7 Geleen-Zuid 9 9 18 7 9 7 Kluis 11 10 13 3 4 6 Oud-Geleen/Hasselderveld 15 13 2 2 8 11 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 11 11 9 4 10 8 Limbrichterveld 8 8 5 10 6 8 Sittard-Centrum 26 33 5 6 5 3 Sanderbout 10 13 3 3 10 9 Ophoven 13 12 7 3 8 9 Kollenberg-Park Leyenbroek 20 17 2 2 3 7 Westelijk-Sittard 16 15 4 5 6 7 Overhoven/Schwienswei 19 15 11 9 9 14 Baandert 24 14 3 2 6 8 Stadbroek 19 19 2 3 13 14 Vrangendael 20 16 2 2 5 7 Broeksittard 12 10 3 1 16 13 Kemperkoul 6 6 2 2 7 12 Oostelijk-Sittard 17 12 4 3 9 11 Gemeente Sittard-Geleen 14 12 10 6 9 9 97

Tabel 24 laat zien hoe het zit met de stankoverlast in de buurt. Ze geeft weer hoeveel procent van de inwoners van Sittard-Geleen stankoverlast als een belangrijke vorm van milieuoverlast in de buurt ervaart. Het gaat dan om stankoverlast door: - verkeer; - bedrijven; - huishoudens (allesbranders, open haarden). In 2009 wordt stankoverlast door verkeer met gemiddeld 12 procent het meest in Sittard-Geleen ervaren, gevolgd door stankoverlast door huishoudens (9 procent) en het minst van bedrijven (6 procent). Van de stadsdelen komt stankoverlast door verkeer in Westelijk-Sittard het vaakst voor (15 procent) en het minst vaak in voormalig Born en kleine kernen (9 procent). Stankoverlast door bedrijven komt in Westelijk-Geleen het meest voor (12 procent) en in het stadsdeel Oostelijk- Sittard het minst (3 procent). De spreiding tussen stankoverlast door huishoudens is niet groot. Deze loopt bij de stadsdelen uiteen van 7 procent in Westelijk-Sittard tot 11 procent in Oostelijk-Sittard. Ook zijn de verschillen per buurt soms groot. Zo komt stankoverlast door verkeer het vaakst voor in Sittard-Centrum (33 procent) en het minst vaak in Grevenbicht/Papenhoven (4 procent). Verder wordt stankoverlast door bedrijven in Geleen-Centrum met 16 procent het vaakst ervaren. Stankoverlast door huishoudens in de buurten komt het meest voor in Guttecoven (18 procent) en het minst in Sittard-Centrum (3 procent). 98

Tabel 25. Andere milieuoverlast in buurt, in procenten Afval op Zwerfvuil in straat groenvoorziening Hondenpoep (zwerfvuil) Onkruid Bodemverontreiniging Waterverontreiniging 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 35 28 49 43 58 64 28 39 0 0 0 0 Limbricht 30 23 43 30 62 58 22 36 1 0 1 0 Einighausen 37 23 42 32 54 50 26 37 2 0 1 0 Holtum 33 24 38 25 43 42 22 43 0 1 0 0 Buchten 28 15 38 24 55 51 24 37 1 1 0 0 Born 32 19 36 27 55 51 25 34 0 0 1 0 Hondsbroek 27 23 29 29 67 63 19 26 0 3 0 3 Obbicht 34 18 41 28 54 41 21 27 1 0 0 0 Grevenbicht/Papenhoven 26 23 31 24 50 47 16 33 3 1 2 0 voormalig Born en kleine kernen 32 21 40 28 55 52 23 34 1 1 1 0 Geleen-Centrum 40 36 32 33 68 64 32 30 3 1 1 0 Geleen-Noord 38 32 35 45 61 57 17 38 0 0 1 0 Lindenheuvel 41 44 44 42 64 52 24 47 2 1 2 1 Westelijk-Geleen 39 39 36 40 64 56 22 40 1 1 1 0 Munstergeleen/Windraak 24 22 36 33 63 59 26 46 0 0 0 0 Geleen-Zuid 39 38 36 37 52 60 23 41 2 0 1 0 Kluis 37 39 34 28 65 58 18 28 0 1 1 1 Oud-Geleen/Hasselderveld 31 32 36 32 61 58 10 38 0 1 1 1 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 32 33 36 33 61 59 19 39 0 0 1 1 Limbrichterveld 43 36 43 39 55 60 21 48 1 3 2 2 Sittard-Centrum 37 37 34 24 49 44 18 26 3 2 0 1 Sanderbout 55 44 54 44 71 71 32 40 1 3 0 1 Ophoven 39 35 47 37 56 58 18 28 4 4 2 0 Kollenberg-Park Leyenbroek 20 19 28 27 44 44 19 31 1 1 1 3 Westelijk-Sittard 37 34 40 34 55 55 22 35 2 3 1 2 Overhoven/Schwienswei 34 28 41 34 53 60 24 35 1 0 0 0 Baandert 45 33 45 40 57 49 28 31 1 1 1 2 Stadbroek 54 50 51 50 53 57 31 50 6 1 4 3 Vrangendael 48 30 44 33 55 48 19 25 0 0 1 1 Broeksittard 52 50 56 48 69 60 33 28 3 2 2 2 Kemperkoul 36 26 46 47 56 56 14 23 1 0 0 0 Oostelijk-Sittard 45 33 47 42 57 55 24 31 2 0 1 1 Gemeente Sittard-Geleen 36 32 40 35 58 55 21 36 1 1 1 1 In tabel 25 is te lezen in welke mate de inwoners andere milieuoverlast in hun buurt ervaren. Het gaat hierbij om: - afval op straat (zwerfvuil); - zwerfvuil in groenvoorzieningen; - hondenpoep; - onkruid op straat/trottoir; - bodemverontreiniging; - waterverontreiniging. 99

In 2009 wordt van de andere vormen van milieu-overlast hondenpoep in de buurt door het merendeel van de inwoners genoemd (55 procent). Op afstand gevolgd door onkruid en zwerfvuil in groenvoorziening (met respectievelijk 36 en 35 procent) en afval op straat (32 procent). Bodemverontreiniging en waterverontreiniging komen praktisch niet voor. De verschillen tussen de stadsdelen zijn gering voormalig Born en kleine kernen kent de minste milieuoverlast uit de genoemde overige categoriën. Dit komt bijvoorbeeld door afval op straat, waar dit stadsdeel lager scoort op die overlast dan de anderen. Afval op straat komt het meest voor in Westelijk-Geleen (39 procent) (en dan met name in Lindenheuvel (44 procent) en het minst in Buchten (15 procent). De hoogste scores komen voor in Stadbroek en Broeksittard (50 procent). 100

6.2 Waardering gemeentelijke milieumaatregelen Behalve de milieu-overlast is ook onderzocht wat de inwoners vinden van de milieumaatregelen die de gemeente neemt om deze overlast aan te pakken. Daarvoor is de mensen een lijstje met milieumaatregelen voorgelegd met het verzoek om aan te geven of de gemeente voldoende of onvoldoende aandacht besteedt aan deze maatregelen. Over de volgende vijf maatregelen is een oordeel gevraagd: - Vermindering van de hoeveelheid afval - Reinigen van straten - Tegengaan van geluidsoverlast - Tegengaan van stankoverlast - Opruimen van hondenpoep. Vervolgens zijn de reacties omgerekend naar een waarderingsscore voor milieumaatregelen die loopt van 0(= zeer laag) t/m 10 (= zeer hoog). Grafiek 20 geeft het oordeel over de gemeentelijke milieumaatregelen aan de hand van deze score weer. 101

Figuur 20. Waardering gemeentelijke milieumaatregelen 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 Guttecoven Limbricht Einighausen 5,6 5,6 5,5 7,0 6,9 6,5 Holtum 5,7 6,0 Buchten Born Hondsbroek Obbicht 5,9 5,9 6,3 6,1 7,7 7,8 7,4 7,1 Grevenbicht/Papenhoven 6,2 6,7 voormalig Born en kleine kernen 5,8 7,1 Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen 4,9 4,8 4,8 4,9 5,8 6,2 5,8 5,9 Munstergeleen/Windraak 6,8 6,9 Geleen-Zuid 4,0 7,1 Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 5,4 5,8 5,6 7,3 7,5 7,2 Limbrichterveld/Hoogveld 6,1 6,7 Sittard-Centrum 4,9 5,6 Sanderbout 5,4 5,6 Ophoven 5,5 7,2 Kollenberg-Park/Leijenbroek 5,9 7,7 Westelijk-Sittard 5,5 6,7 Overhoven/Schwienswei 6,1 6,5 Baandert 5,0 6,3 Stadbroek 4,5 4,5 Vrangendael 5,5 6,5 Broeksittard 5,2 5,8 Kemperkoul 6,2 6,9 Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 5,4 5,6 6,3 6,6 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = komt niet voor; 10 = komt heel vaak voor 102

In 2009 bedraagt de gemiddelde schaalscore voor de waardering van gemeentelijke milieumaatregelen een 5,6 waarbij de scores in de stadsdelen weinig van elkaar verschillen variëren ze in de buurten van 4,5 in Stadbroek tot 7,8 in Munstergeleen/Windraak. Hoe het oordeel over de afzonderlijke milieumaatregelen er uitziet toont tabel 26. Weergegeven is hoeveel procent van de inwoners van Sittard-Geleen vindt dat de gemeente voldoende aandacht besteedt aan de vijf onderscheiden milieumaatregelen. Tabel 26. Waardering gemeentelijke milieumaatregelen verbijzonderd, in procenten Vermindering hoeveelheid afval Reinigen van straten Tegengaan geluidsoverlast Tegengaan stankoverlast Opruimen hondenpoep 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 35 40 56 64 32 37 28 33 13 10 Limbricht 27 38 65 66 30 30 31 28 12 14 Einighausen 32 39 60 51 34 29 30 32 17 19 Holtum 43 40 66 61 27 23 30 27 22 17 Buchten 39 56 78 80 35 29 31 33 14 25 Born 39 55 66 76 27 31 31 32 10 21 Hondsbroek 45 50 71 74 31 32 40 40 12 10 Obbicht 35 36 61 61 40 26 35 31 13 12 Grevenbicht/Papenhoven 47 37 69 66 25 24 32 31 18 20 voormalig Born en kleine kernen 37 44 65 68 32 29 32 32 15 17 Geleen-Centrum 46 44 51 59 21 24 27 29 12 15 Geleen-Noord 33 36 58 51 24 23 24 28 16 18 Lindenheuvel 31 45 43 48 26 26 26 28 10 13 Westelijk-Geleen 37 42 53 52 23 24 25 28 14 15 Munstergeleen/Windraak 34 36 63 59 24 24 30 30 11 12 Geleen-Zuid 29 36 51 56 15 23 19 32 13 12 Kluis 42 41 58 66 26 24 35 30 16 13 Oud-Geleen/Hasselderveld 33 37 59 56 26 31 29 37 13 17 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 35 38 58 59 23 26 28 33 13 14 Limbrichterveld 33 34 58 50 28 29 30 31 13 16 Sittard-Centrum 35 45 62 68 28 18 26 26 17 18 Sanderbout 31 30 46 53 26 23 22 27 7 9 Ophoven 34 53 59 58 26 27 29 31 13 13 Kollenberg-Park Leyenbroek 40 58 70 64 20 25 24 34 13 19 Westelijk-Sittard 35 44 59 58 25 25 26 30 12 15 Overhoven/Schwienswei 36 36 65 60 24 27 24 26 17 18 Baandert 29 31 53 62 24 27 23 30 7 14 Stadbroek 24 29 55 50 20 22 28 19 14 7 Vrangendael 35 39 63 58 22 23 30 26 10 13 Broeksittard 39 36 46 53 34 30 25 33 12 20 Kemperkoul 37 39 65 60 33 24 35 27 15 16 Oostelijk-Sittard 34 36 59 58 26 25 27 27 12 15 Gemeente Sittard-Geleen 35 41 59 59 28 26 29 30 13 15 103

Uit de tabel blijkt dat de verschillende milieumaatregelen in 2009 sterk uiteenlopend beoordeeld worden. De vermindering van de hoeveelheid afval wordt met 41 procent door vier op de tien inwoners van Sittard-Geleen als voldoende beoordeeld. Het reinigen van straten scoort nagenoeg hetzelfde als in 2007 nl. 59 procent van de inwoners beoordeelt dit aspect als voldoende. Iets meer dan een vierde deel geeft aan tevreden te zijn over het tegengaan van geluidsoverlast (26 procent) en stankoverlast (30 procent). Het minst te spreken is de burger over het opruimen van hondenpoep; met 15 procent vindt bijna een zevende deel van de inwoners dat de gemeente hieraan voldoende aandacht besteedt. Deze uitkomsten sluiten goed aan bij de in paragraaf 6.1 geconstateerde sterke overbelasting van hondenpoep in buurt (zie tabel 26). Kijken we naar de ontwikkeling in de afgelopen jaren dan zien we dat tussen 2007 en 2009 nauwelijks verschillen zijn ontstaan. De waardering van de milieumaatregelen is over het algemeen gelijk gebleven. Alleen vermindering van de hoeveelheid afval scoort iets beter en de maatregelen voor het tegen gaan van geluidsoverlast wordt iets minder gewaardeerd. 104

6.3 Tevredenheid afvalscheiding In het burgeronderzoek is de burgers tenslotte ook gevraagd om aan te geven in hoeverre zij tevreden zijn over afvalscheiding en daaraan gerelateerde zaken. Het gaat dan om de volgende drie categorieën: - Afvalscheiding (GFT-containers/zakken, restafval-containers/zakken - Centrale bakken voor glas,blik, textiel e.d. (afstand tot bakken, leegmaken bakken) - Milieupark (afstand tot dichtstbijzijnde milieupark, openingstijden milieupark). Tabel 27 laat zien hoeveel procent van de inwoners tevreden is over de hierboven benoemde aspecten van afvalscheiding. In 2009 is het percentage inwoners dat tevreden is met de mogelijkheden voor het gescheiden ophalen van huisvuil (GFT/restafval) 60 procent. Over de afstand tot de glasbakken zijn 3 van de 4 inwoners tevreden, over het leegmaken ervan 1 op de 2 inwoners. Ook ongeveer de helft van de inwoners (57 procent) is tevreden over de afstand tot de milieuparken en 46 procent van de inwoners is content met de openingstijden van de milieuparken. De tevredenheid ten opzichte van 2007 is iets toegenomen. 105

Tabel 27. Tevredenheid over afvalscheiding en voorzieningen op dit gebied, in procenten tevreden mogelijkheden afval scheiden afvalscheiding ondergrondse containers afvalscheiding oud papier afstand tot leegmaken glasbakken glasbakken afstand tot milieupark Openingstijden milieupark 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 50 56 8 15 93 93 85 81 56 60 49 51 39 49 Limbricht 54 57 8 8 90 93 70 78 44 51 54 64 40 52 Einighausen 44 53 9 20 92 96 85 83 61 61 38 57 36 47 Holtum 60 66 18 23 89 96 89 82 73 61 61 69 41 50 Buchten 65 67 17 28 93 96 83 83 59 61 74 77 44 54 Born 66 77 17 27 92 96 80 83 55 65 83 87 50 70 Hondsbroek 64 68 20 21 84 91 78 72 56 50 82 85 44 52 Obbicht 51 54 15 30 80 91 77 79 57 61 44 57 34 44 Grevenbicht/Papenhoven 54 59 23 35 91 97 77 89 55 62 50 61 33 48 voorm. Born en kleine kernen 55 63 14 24 89 94 81 81 58 59 57 69 40 52 Geleen-Centrum 67 50 20 29 72 81 78 74 60 59 41 45 26 32 Geleen-Noord 61 62 33 31 71 84 57 50 46 36 61 62 40 47 Lindenheuvel 63 76 21 23 78 84 73 72 43 43 71 70 43 49 Westelijk-Geleen 63 65 27 27 73 83 66 67 50 46 57 61 36 44 Munstergeleen/Windraak 51 51 11 14 81 87 80 81 54 49 36 40 45 44 Geleen-Zuid 57 70 26 26 73 86 76 79 50 56 23 34 25 36 Kluis 67 60 18 23 84 86 77 68 55 54 34 47 30 39 Oud-Geleen/Hasselderveld 61 56 13 24 73 83 76 80 48 54 40 50 32 38 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 59 59 16 22 78 85 77 77 52 53 34 43 34 39 Limbrichterveld 50 55 29 26 73 85 47 52 41 42 60 71 43 52 Sittard-Centrum 45 51 33 42 69 79 73 62 51 55 45 48 39 36 Sanderbout 60 63 19 34 86 91 79 79 52 57 35 35 37 39 Ophoven 42 75 16 29 86 89 66 67 38 54 34 45 27 48 Kollenberg-Park Leyenbroek 54 75 15 19 84 94 56 57 36 47 41 49 40 52 Westelijk-Sittard 51 64 21 29 81 87 65 61 43 50 42 53 37 47 Overhoven/Schwienswei 55 55 12 17 84 91 57 67 37 51 81 84 55 60 Baandert 56 54 16 25 74 83 64 62 45 48 60 70 44 46 Stadbroek 54 51 21 28 79 73 58 55 40 36 58 46 40 42 Vrangendael 57 56 31 55 85 90 63 61 46 48 47 41 43 46 Broeksittard 57 45 25 22 91 86 71 70 55 46 52 54 46 51 Kemperkoul 44 44 13 13 85 93 69 79 54 66 46 54 42 41 Oostelijk-Sittard 54 50 20 24 83 87 63 68 46 53 58 60 46 47 Gemeente Sittard-Geleen 56 60 19 25 81 88 71 71 49 52 51 57 39 46 106

7 Verkeer Het verkeer staat in dit hoofdstuk centraal. Hierbij gaat het met name om het verkeer in de directe woonomgeving. In paragraaf 7.1 wordt beschreven hoe de inwoners van Sittard-Geleen de verkeerssituatie in de eigen buurt in algemene zin waarderen. Daarna laat paragraaf 7.2 zien in welke mate de inwoners tevreden zijn over een aantal specifiekere verkeerssituaties en -voorzieningen in hun woonomgeving. 7.1 Waardering verkeerssituatie in buurt Om de algemene tevredenheid over het verkeer in de directe woonomgeving te meten is de inwoners in het burgeronderzoek gevraagd de verkeerssituatie in de buurt door middel van een rapportcijfer van 1 tot en met 10 te beoordelen. 107

108

Tabel 28a geeft de algemene waardering voor het verkeer in de buurt aan de hand van deze rapportcijfers weer. Tabel 28a. Rapportcijfer verkeerssituatie in buurt Rapportcijfer verkeerssituatie 2007 2009 Guttecoven 6,6 6,6 Limbricht 6,3 6,7 Einighausen 5,9 6,0 Holtum 6,5 6,3 Buchten 6,6 6,8 Born 6,5 6,5 Hondsbroek 6,5 6,7 Obbicht 6,1 6,2 Grevenbicht/Papenhoven 6,3 6,4 voormalig Born en kleine kernen 6,3 6,5 Geleen-Centrum 6,0 6,1 Geleen-Noord 6,0 6,0 Lindenheuvel 5,9 6,2 Westelijk-Geleen 6,0 6,1 Munstergeleen/Windraak 6,5 6,6 Geleen-Zuid 6,4 6,8 Kluis 6,3 6,4 Oud-Geleen/Hasselderveld 6,2 6,7 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 6,3 6,6 Limbrichterveld 6,1 6,1 Sittard-Centrum 5,8 6,1 Sanderbout 6,0 6,2 Ophoven 6,0 6,1 Kollenberg-Park Leyenbroek 6,5 6,6 Westelijk-Sittard 6,1 6,2 Overhoven/Schwienswei 6,3 6,0 Baandert 6,0 6,1 Stadbroek 6,0 5,9 Vrangendael 6,3 6,2 Broeksittard 6,0 5,8 Kemperkoul 6,7 6,8 Oostelijk-Sittard 6,2 6,3 Gemeente Sittard-Geleen 6,2 6,4 De inwoners waarderen de verkeerssituatie in hun buurt met een gemiddeld rapportcijfer van 6,4; een voldoende. De waardering voor de verkeerssituatie wijkt in geen van de vijf stadsdelen veel af van het gemiddelde. Op buurtniveau zijn er wel verschillen. In Buchten, Geleen-Zuid en Kemperkoul wordt gemiddeld het hoogste cijfer (6,8) voor de verkeerssituatie gegeven en in Broeksittard het laagste (5,8). 109

Op stad en op stadsdeelniveau verschillen de uitkomsten voor het rapportcijfer verkeersituatie in de buurt van 2007 en 2009 niet noemenswaardig van elkaar. De grootste verschillen op buurtniveau zijn zichtbaar door een stijging in Oud- Geleen van 6,2 naar 6,7 en een daling in Overhoven/Schwienswei van 6,3 naar 6,0. 110

7.2 Tevredenheid verkeersvoorzieningen De tevredenheid over het verkeer in de buurt is ook meer in detail onderzocht. Dit is gebeurd door de inwoners te vragen of ze tevreden of ontevreden zijn over de volgende aspecten van verkeer in de eigen buurt: - verkeersdrukte op wegen en straten; - verkeerssnelheid op wegen en straten; - parkeergelegenheid; - trottoirs en voetpaden; - oversteekplaatsen voetgangers; - veiligheid schoolroutes; - fietsvoorzieningen; - busverbindingen; - voorrangsregelingen; - Omnibuzz/Regiotaxi. De antwoordpercentages zijn omgerekend naar één waarderingsscore voor verkeersvoorzieningen die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (=zeer hoog). Figuur 21 geeft de tevredenheid over het verkeer in de buurt aan de hand van deze score weer, waarbij vergelijking mogelijk is met de gemiddelde score van Sittard-Geleen (6,3 in 2009). Op stadsniveau is de schaalscore tevredenheid over verkeersvoorzieningen in 2009 (6,3) gestegen ten opzichte van 2007 (5,9). Op stadsdeelniveau is in Westelijk-Geleen en Westelijk-Sittard de grootste vooruitgang naar boven waargenomen van 5,3 naar 6,1 respectievelijk van 5,0 naar 5,8. Op buurtniveau zijn de grootste twee positieve ontwikkelingen voor dit onderwerp gevonden bij Geleen-Centrum met een score van 4,6 naar 5,8 en Ophoven met een score van 4,5 naar 5,7. In Overhoven/Schwienswei daalde de tevredenheid het meeste met een score van 6,6 naar 5,9. De gemiddelde schaalscore voor de tevredenheid over de verkeersvoorzieningen in de buurt bedraagt een 6,3. Als we naar de waardering in de verschillende stadsdelen kijken dan scoort alleen het stadsdeel Westelijk-Sittard met 5,8 duidelijk onder het gemiddelde. Op het niveau van de buurten zijn forse verschillen waarneembaar. In de buurten Sanderbout en Stadbroek is de laagste score waarneembaar (5,4) en in de buurten Hondsbroek (7,2) en Buchten (7,0) zijn de hoogste scores vastgesteld. 111

Figuur 21. Tevredenheid over verkeersvoorzieningen in buurt 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Haesselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld/Hoogveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park/Leijenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 6,4 6,2 6,0 6,9 5,3 5,5 5,8 6,5 6,8 7,0 6,4 6,7 6,8 7,2 5,4 5,8 6,2 6,6 6,0 6,6 4,6 5,8 5,4 5,9 5,7 6,3 5,3 6,1 5,7 5,8 6,0 6,9 6,7 6,4 6,5 6,5 6,2 6,4 5,2 5,7 5,3 6,1 4,5 5,4 4,5 5,7 5,8 6,4 5,0 5,8 6,6 5,9 5,2 6,3 6,0 5,4 6,3 6,3 5,2 5,6 7,4 6,8 6,2 6,3 5,9 6,3 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 112

Tabel 28. Tevredenheid verkeersvoorzieningen in de buurt, in procenten Verkeers-drukte Troittoirs en voetpaden Verkeerssnelheid Parkeergelegenheid Oversteekplaatsen voetgangers 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 47 46 41 37 40 39 52 46 47 41 Limbricht 32 44 29 40 47 57 46 60 47 63 Einighausen 22 33 27 26 36 32 45 44 30 31 Holtum 22 27 29 32 46 58 58 51 37 50 Buchten 54 47 34 31 48 59 56 67 53 55 Born 36 35 33 40 47 58 52 53 45 51 Hondsbroek 42 49 44 34 41 52 63 67 65 64 Obbicht 38 42 25 22 37 47 36 44 43 40 Grevenbicht/Papenhoven 33 47 17 25 50 50 48 52 51 46 voormalig Born en kleine kernen 35 42 31 32 43 51 50 55 45 51 Geleen-Centrum 23 32 27 30 26 34 51 53 50 60 Geleen-Noord 22 38 25 36 28 38 47 47 45 45 Lindenheuvel 31 35 21 27 46 46 54 49 51 49 Westelijk-Geleen 25 35 25 30 31 41 49 50 48 51 Munstergeleen/Windraak 34 40 21 24 47 50 47 49 49 39 Geleen-Zuid 37 43 30 36 52 63 60 59 55 58 Kluis 33 39 29 32 45 54 59 51 58 59 Oud-Geleen/Hasselderveld 30 38 30 35 37 42 50 54 53 64 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 34 40 27 32 45 52 53 53 53 56 Limbrichterveld 28 30 31 21 26 30 59 62 33 50 Sittard-Centrum 13 26 28 33 33 35 61 62 49 52 Sanderbout 24 36 20 30 28 29 49 49 45 50 Ophoven 24 30 26 28 35 37 53 59 49 52 Kollenberg-Park Leyenbroek 34 37 31 31 45 47 71 59 48 53 Westelijk-Sittard 25 31 27 27 34 35 59 60 46 51 Overhoven/Schwienswei 35 32 32 24 44 41 62 56 53 47 Baandert 22 36 22 25 28 43 56 58 36 48 Stadbroek 24 29 31 23 27 34 53 45 50 46 Vrangendael 24 35 27 25 42 54 65 67 57 47 Broeksittard 33 31 31 26 46 35 60 48 33 30 Kemperkoul 36 42 37 49 47 56 76 73 56 66 Oostelijk-Sittard 29 36 30 32 40 46 62 61 48 51 Gemeente Sittard-Geleen 31 37 28 31 40 46 56 56 49 52 Tabel 28 laat zien hoe de afzonderlijke aspecten van het verkeer in de buurt gewaardeerd worden. Ze geeft weer hoeveel procent van de inwoners tevreden is over deze aspecten. 113

Tabel 28 (vervolg). Tevredenheid verkeersvoorzieningen in de buurt, in procenten Veiligheid schoolroutes Fietsvoorzieningen Busverbindingen Voorrangsregelingen 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 21 32 46 43 50 34 62 45 Limbricht 20 33 52 48 36 41 54 51 Einighausen 14 25 24 39 46 39 44 43 Holtum 6 26 47 55 47 45 46 60 Buchten 30 33 52 56 43 46 57 63 Born 32 29 47 48 43 55 57 51 Hondsbroek 34 42 55 66 24 32 56 64 Obbicht 27 32 27 37 37 31 43 45 Grevenbicht/Papenhoven 32 29 37 40 50 54 41 47 voormalig Born en kleine kernen 21 32 43 48 36 43 48 53 Geleen-Centrum 12 29 42 44 29 43 47 50 Geleen-Noord 18 18 42 44 28 24 43 49 Lindenheuvel 21 19 40 42 25 24 45 47 Westelijk-Geleen 17 21 42 43 28 29 45 48 Munstergeleen/Windraak 25 17 36 39 29 40 41 41 Geleen-Zuid 23 19 45 46 27 45 53 59 Kluis 27 27 48 43 35 51 43 45 Oud-Geleen/Hasselderveld 28 33 45 49 21 34 43 45 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 26 25 43 45 28 42 44 47 Limbrichterveld 17 23 44 56 21 18 46 51 Sittard-Centrum 9 16 38 42 39 55 40 46 Sanderbout 27 26 29 37 18 20 33 33 Ophoven 11 20 41 42 18 25 36 36 Kollenberg-Park Leyenbroek 20 23 49 45 30 43 49 46 Westelijk-Sittard 17 21 40 46 25 30 41 44 Overhoven/Schwienswei 28 22 46 40 35 35 46 38 Baandert 14 20 35 39 19 35 44 48 Stadbroek 21 12 46 33 34 32 54 35 Vrangendael 19 19 48 41 51 66 43 49 Broeksittard 18 19 40 30 9 18 40 37 Kemperkoul 28 31 63 58 49 59 64 58 Oostelijk-Sittard 22 23 46 44 34 45 48 47 Gemeente Sittard-Geleen 22 25 44 45 31 38 47 48 Over het aspect trottoirs en voetpaden is een meerderheid (56 procent) van de inwoners tevreden gebleven. Verder is ongeveer de helft van de inwoners tevreden over oversteekplaatsen voor voetgangers (52 procent) en over voorrangsregelingen (48 procent). De fietsvoorzieningen (45 procent) en parkeergelegenheid (46 procent) scoren eveneens vrij hoog. De inwoners zijn het minst tevreden over de veiligheid van de schoolroutes (25 procent) en de verkeerssnelheid (31 procent). De bewoners van stadsdeel voormalig Born en kleine kernen bereiken een hogere score voor de veiligheid van de schoolroutes (32 procent) dan gemiddeld. 114

Dit geldt ook, weliswaar in mindere mate voor de busverbindingen, parkeergelegenheid, verkeersdrukte en voorrangsregelingen. Tussen de buurten zijn soms grote verschillen. Met name bij de tevredenheid over de veiligheid van schoolroutes is het percentage in Stadbroek (12 procent) en Sittard-Centrum (16 procent) laag. In Kemperkoul (73 procent) en in Buchten, Hondsbroek en Vrangendael (ieder 67 procent) zijn de inwoners zeer tevreden over de trottoirs en voetpaden. In Broeksittard en Limbrichterveld zijn de inwoners het minst tevreden over de busverbindingen (18 procent). 115

116

8 Gemeente In dit hoofdstuk staat de gemeente Sittard-Geleen als geheel centraal. Eerst wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de waardering in algemene zin van de gemeente door de inwoners (paragraaf 8.1). Vervolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: de perceptie van de gemeentelijke ontwikkeling (paragraaf 8.2), de betrokkenheid bij de gemeente (paragraaf 8.3) en tot slot in paragraaf 8.4 de probleembeleving in de gemeente. 8.1 Waardering gemeente De eerste vraag die over de gemeente in zijn totaliteit is voorgelegd luidt: Als u uw gemeente als woonplaats een rapportcijfer van 1 tot en met 10 zou moeten geven, welk cijfer geeft u dan? De inwoners geven de gemeente als woonplaats een gemiddeld rapportcijfer van 6,8 in 2009 dit was in 2007 ook 6,8. In het burgeronderzoek is aan de inwoners een aantal uitspraken voorgelegd over de gemeente. Deze in positieve en negatieve zin geformuleerde uitspraken zijn: De gemeente waarin ik woon: - is een prettige woonplaats; - Sittard-Geleen heeft een aantrekkelijk centrum; - heeft veel groenvoorzieningen; - heeft weinig mogelijkheden voor sport en recreatie; - biedt aantrekkelijke uitgaansmogelijkheden; - heeft op cultureel gebied weinig te bieden. In de figuur 22 is het percentage inwoners opgenomen dat het eens is met de uitspraken. Om de uitspraken onderling goed te kunnen vergelijken zijn de twee negatief geformuleerde uitspraken positief weergegeven: - heeft veel mogelijkheden voor sport en recreatie; - heeft op cultureel gebied veel te bieden. 44 procent van de inwoners is van mening dat er in de gemeente veel mogelijkheden zijn voor sport en recreatie. Dat was in 2007 nog 46 procent een kleine daling van 2 procent. Verder zegt 23 procent dat de gemeente op cultureel gebied veel te bieden heeft een percentage dat in 2007 nog 26 was. Voor 78 procent van de inwoners is de gemeente een prettige woonplaats dat was in 2007 nog 70 procent. In het onderzoek van 2009 is het eerst gevraagd naar de aantrekkelijkheid van het centrum van de stad. 53 procent is het een met de stelling dat de stad een aantrekkelijk centrum heeft eens. Eerder werdt gevraagd naar het centrum Sittard en het centrum van Geleen apart. In 2007 vonden 77 procent van de respondenten het centrum van Sittard aantrekkelijk, terwijl 7 procent het centrum van Geleen aantrekkelijk vondt. 117

Figuur 22. Waardering gemeente, verbijzonderd, in procenten is een prettige w oonplaats heeft veel groenvoorzieningen heeft een aantrekkelijk centrum 45 53 59 70 78 heeft veel mogelijkheden voor sport en recreatie 44 46 heeft op cultureel gebied veel te bieden 23 26 biedt aantrekkelijke uitgaansmogelijkheden kent een gematigd lokaal lasten beleid 10 20 25 Voert een goed financieel beleid 8 0 25 50 75 100 % 2007 2009 8.2 Perceptie gemeentelijke ontwikkeling Om een beeld te kunnen krijgen van de gemeentelijke ontwikkeling zoals de inwoners die ervaren, is in het burgeronderzoek gevraagd of de gemeente het afgelopen jaar er op vooruit of achteruit is gegaan. Het percentage inwoners dat van mening is dat de gemeente er het afgelopen jaar op achteruit is gegaan (28 procent) is kleiner dan het percentage dat een vooruitgang ervaart (29 procent). Dit komt uit op een positief saldo van 1 procent. In 2007 vond 30 procent van de inwoners dat de gemeente achteruit was gegaan en 16 procent vooruit. Dat was een negatief saldo van 14 procent. 8.3 Betrokkenheid gemeente Om de betrokkenheid van de inwoners te meten, is in het burgeronderzoek onder meer de vraag gesteld in welke mate de inwoners zich gehecht voelen aan de gemeente. Tweederde van de inwoners (67 procent) voelt zich gehecht aan de eigen gemeente. Dat is een lichte stijging ten opzichte van het percentage van 2007 (62 procent) 8.4 Probleembeleving gemeente Er is aan de inwoners gevraagd wat men op dit moment de belangrijkste problemen van de gemeente vindt. 10 procent van de inwoners zegt dat er geen belangrijke problemen in haar/zijn gemeente zijn, tegen 11 procent in 2007. In de figuur is het percentage inwoners te zien dat wel belangrijke problemen heeft genoemd. 118

Figuur 23. De belangrijkste problemen van de gemeente, verbijzonderd, in procenten parkeerproblematiek verloedering van de omgeving doorstroming van het verkeer criminaliteit drugsgebruik verkeersonveiligheid milieuverontreiniging werkloosheid slecht openbaar vervoer gebrek aan groenvoorzieningen aantal daklozen w oningnood gokverslaving straatprositutie 6 5 5 6 2 0 1 21 21 22 13 21 23 19 16 18 12 12 12 12 12 32 43 42 42 41 60 0 25 50 75 100 % 2007 2009 Parkeerproblematiek wordt met 43 procent het meest genoemd. Het is 1 procent meer dan in 2007. Op de tweede plaats komt de verloedering van de omgeving met nu 42 procent wat in 2007 21 procent was, een verdubbeling. De sterkste daler is de doorstroming van het verkeer met 19 procent van 60 procent in 2007 naar 41 procent nu. Het noemen van criminaliteit, drugsgebruik en werkloosheid als belangrijk probleem voor de gemeente nemen toe. 119

120

9 Gemeentelijke dienstverlening In dit hoofdstuk wordt de gemeentelijke dienstverlening besproken. Hierin wordt ingegaan op de waardering voor de gemeentelijke dienstverlening (paragraaf 9.1), de contacten met de gemeente (paragraaf 9.2). Tot slot wordt in paragraaf 9.3 de gemeentelijke informatievoorziening behandeld. 9.1 Waardering gemeentelijke dienstverlening Het is voor de gemeente van belang te weten hoe de inwoners de gemeentelijke dienstverlening waarderen. Daarom is aan de inwoners gevraagd een rapportcijfer (1 = zeer slecht; 10= zeer goed) te geven voor de dienstverlening door de gemeente. Gemiddeld geven de inwoners een 6,5 voor de gemeentelijke dienstverlening. In 2007 was dit 6,4. Dit rapportcijfer geeft een algemeen beeld van de waardering voor de dienstverlening. De score voor de gemeentelijke dienstverlening is in de periode 2007 2009 in geringe mate verbeterd. De waardering voor specifieke aspecten van de gemeentelijke dienstverlening is ook onderzocht. Hiervoor zijn enkele uitspraken aan de inwoners voorgelegd met de vraag aan te geven in hoeverre zij het hiermee eens zijn. Het betreft de volgende uitspraken: - de gemeente werkt snel; - de gemeente komt afspraken na; - de gemeente handelt klachten goed af; - de gemeente heeft goed bereikbare kantoren; - de gemeente heeft goede openingstijden; - heeft een goede telefonische bereikbaarheid. De volgende figuur laat zien in hoeverre men het eens is met de uitspraken. Respectievelijk 68 procent en 54 procent van de inwoners vindt dat de gemeente goed bereikbare kantoren en goede openingstijden heeft. 50 procent vindt dat de gemeente een goede telefonische bereikbaarheid heeft. Met de overige drie aspecten is men het beduidend minder vaak mee eens. Zo is 23 procent het eens met de uitspraak komt afspraken na, 15 procent vindt dat de gemeente klachten goed afhandelt en 13 procent onderstreept de uitspraak dat de gemeente snel werkt. Op de onderdelen van de gemeentelijke dienstverlening, waarover uitspraken zijn voorgelegd, is het oordeel van 2009 ten opzichte van 2007 dat meer inwoners hierover een positieve mening hebben. 121

Figuur 24. Tevredenheid gemeentelijke dienstverlening, in procenten heeft goed bereikbare kantoren 50 68 heeft goede openingstijden 41 54 heeft goede telefonische bereikbaarheid 36 50 komt afspraken na 15 23 handelt klachten goed af 15 12 werkt snel 13 8 0 25 50 75 100 % 2007 2009 Vanwege de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het beheren en onderhouden van voorzieningen is een vraag gesteld over de afhandeling van ingediende klachten over beheer en onderhoud. De afgelopen 12 maanden heeft 17 procent van de inwoners een klacht ingediend over een of enkele aspecten van beheer en onderhoud in de buurt, zoals onderhoud van de openbare weg, het openbaar groen, de speelvoorzieningen en de straatverlichting. In de volgende figuur is af te lezen hoeveel mensen tevreden, dan wel ontevreden is over de afhandeling van de klacht in 2007 en 2009 Figuur 25. Waardering afhandeling klachten beheer en onderhoud, in procenten 2007 2009 ontevreden 42% tevreden 31% ontevreden 46% tevreden 31% niet tevreden/ niet ontevreden 27% niet tevreden/ niet ontevreden 23% 122

9.2 Contacten met de gemeente De bevolking komt op verschillende manieren en om diverse redenen in contact met de gemeente. Om deze reden zijn naast vragen over de gemeentelijke dienstverlening in algemene zin ook vragen opgenomen die concreet ingaan op contacten die inwoners hebben met de gemeente. Ruim de helft van de bevolking (61 procent) heeft de afgelopen 12 maanden mondeling, telefonisch, schriftelijk of via e-mail/internet contact gehad met de gemeente. In figuur 26 is te lezen met wie men het laatste contact heeft gehad. Veruit de meeste contacten met de gemeente lopen via de gemeenteambtenaren: bijna driekwart van de contacten in de afgelopen 12 maanden was met één of meerdere ambtenaren. Verder verliep een relatief groot deel van de contacten (21 procent) met het centrale telefoonnummer. In het verloop van 2007 naar 2009 is een kleine verschuiving te zien van contacten met ambtenaren naar het centrale telefoonnummer. Contacten van burgers met de gemeente, vinden nauwelijks plaats met het gemeentebestuur, zoals wethouders, raadsleden en de burgemeester. Figuur 26. Contact met de gemeente, in procenten met een ambtenaar of ambtenaren met centraal telefoonnummer met een wethouder of wethouders met een raadslid of raadsleden met de burgemeester 5 4 3 2 1 22 21 69 73 0 25 50 75 100 % 2007 2009 123

Er zijn tal van redenen waarvoor inwoners contact hebben met de gemeente. In totaal zijn 17 redenen aan de inwoners voorgelegd met het verzoek aan te geven waarover het laatste contact met de gemeente ging. De meeste contacten met de gemeente hadden betrekking op paspoort/rijbewijs. In het verloop van 2007 naar 2009 valt de procentuele afname van het aandeel paspoorten en rijbewijzen op. Het gevolg hiervan is een kleine procentuele toename van de meeste andere contact mogelijkheden. Figuur 27: Reden contact met de gemeente, in procenten. paspoort/rijbewijs uittreksel uit het bevolkings- of geboorteregister onderhoud wegen, openbare verlichting, straatreiniging een gemeentelijke belasting huishoudelijk afval bouwvergunning groenvoorzieningen adreswijziging aangifte geboorte, huwelijk, sterfte uitkering gemeentelijke sociale dienst aanvraag parkeervergunning invalidenparkeerkaart/-parkeerplaats inzage van een bestemmingsplan aankoop of verkoop van grond milieuvergunning0 huursubsidie0 ondersteuning bij het zoeken naar werk0 tegemoetkoming leerlingenvervoer anders 6 8 7 6 7 5 7 5 4 6 4 3 4 4 3 1 2 3 2 3 2 1 2 1 0 1 13 13 33 40 0 25 50 75 100 % 2007 2009 124

Inwoners hebben vooral mondeling contact met de gemeente (59 procent). Ook telefonische contacten komen relatief vaak voor (27 procent). Schriftelijke contacten en contacten via e-mail en internet komen het minst vaak voor (respectievelijk 4 procent en 9 procent). Er is een toename van de contacten via e-mail en internet te zien en een afname van de andere contact mogelijkheden. Figuur 28. De wijze van contactlegging met de gemeente schriftelijk 6% via e-mail/ internet 5% schriftelijk 4% via e-mail/ internet 9% telefonisch 29% mondeling 60% telefonisch 27% mondeling 59% 2007 2009 Aan de inwoners die in de afgelopen 12 maanden contact met de gemeente hebben gehad, is vervolgens ook gevraagd of zij over het laatste contact met de gemeente tevreden of ontevreden zijn. De antwoorden zijn omgerekend naar een tevredenheidscore die loopt van 0 (zeer ontevreden) tot en met 10 (zeer tevreden). De gemiddelde tevredenheidscore voor het contact met de gemeente totaal bedraagt 7,0 in 2009 dit is hetzelfde als in 2007. In figuur 29. is de waardering voor het contact met de gemeente uitgesplitst naar de wijze waarop men contact met de gemeente heeft gehad. De inwoners die mondeling contact hebben gehad met de gemeente zijn het meest tevreden over dit contact. De gemiddelde score voor het mondelinge contact is 8,3. Het telefonische contact wordt met een 5,3 gewaardeerd, terwijl het contact via email of internet en het schriftelijke contact worden gewaardeerd met respectievelijk een 4,3 en een 4,2. 125

Figuur 29. Waardering contact met de gemeente, naar contactwijze mondeling 8,3 7,8 telefonisch 5,3 6,1 e-mail/internet 4,3 4,9 schriftelijk 4,2 4,4 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2007 2009 9.3 Gemeentelijke informatievoorziening Het burgeronderzoek bevat een aantal vragen die betrekking hebben op de gemeentelijke informatievoorziening. Het betreft met name de volgende onderwerpen: - gebruik informatiekanalen; - waardering (kwaliteit) gemeentelijke informatievoorziening. Het is voor de gemeentelijke informatievoorziening van belang te weten hoe de inwoners zich op de hoogte stellen van besluiten van het gemeentebestuur. Daarom is aan de inwoners een aantal informatiekanalen voorgelegd met de vraag om aan te geven of ze hiervan gebruik maken. In de tabel is voor elk informatiekanaal te zien hoeveel procent van de inwoners er gebruik van maken. Van de informatiekanalen informatie in huis-aan-huisbladen (57 procent), gemeentelijke info-pagina in de Trompetter (29 procent) en de regionale krant (45 procent) wordt het meest gebruikt gemaakt. Ook de speciale brochures/folders van de gemeente' (36 procent) en de regionale omroep (L1)' (37 procent) zijn voor de inwoners belangrijke informatiekanalen. Voor 12 procent van de bevolking geldt dat zij zich niet op de hoogte houden van besluiten van de gemeente. De grootste verschuiving is bij de gemeentelijke website op internet van 13 procent in 2007 naar 22 procent in 2009. 126

Figuur 30. Gebruik informatiekanalen, in procenten informatie in huis-aan-huisbladen 57 60 plaatselijk weekblad informatie in de regionale krant 29 46 45 45 speciale brochures en folders van de gemeente regionale omroep (L1, TvL) stadskrant lokale omroep (start) 24 24 22 36 37 37 35 31 gemeentelijke website op internet informatie in uitgave van wijk/ buurt platforms (bewoners)brief voorlichtings- of inspraakbijeenkomsten van de gemeente contacten met raadsleden/ wethouders contacten met gemeente-ambtenaren anders ik hou me niet op de hoogte van besluiten van het gemeentebestuur 13 16 11 11 7 8 4 7 4 4 3 3 12 15 22 0 25 50 75 100 2007 2009 Behalve het gebruik van de informatiekanalen is het natuurlijk ook van belang te weten hoe de inwoners de kwaliteit van de gemeentelijke informatiekanalen waarderen. De volgende zes uitspraken zijn voorgelegd met het verzoek om aan te geven in welke mate men het hiermee eens of oneens is. Het betreft de volgende uitspraken: informatie van de gemeente is duidelijk verwoord; informatie van de gemeente is het lezen waard; informatie van de gemeente is betrouwbaar; informatie van de gemeente ziet er aantrekkelijk uit; het is duidelijk waar je binnen de gemeente informatie kunt krijgen; de gemeente moet burgers vaker huis-aan-huis informeren. De antwoorden op deze uitspraken zijn omgerekend naar een waarderingsscore voor gemeentelijke informatievoorziening die loopt van 0 (= zeer laag) tot en met 10 (= zeer hoog). De gemiddelde waardering voor de gemeentelijke informatievoorziening komt in 2009 uit op 6,5. Dit was in 2007 ook 6,5. In de figuur is te zien in hoeverre men het eens is met de afzonderlijke uitspraken. Bijna de helft van de inwoners (55 procent) vindt dat de gemeente de inwoners vaker huis-aan-huis moet informeren (was 49 procent). Verder vindt 48 procent dat de informatie van de gemeente het lezen waard is (was 39 procent) en 41 procent vindt de informatie van de gemeente duidelijk 127

verwoord (was 36 procent). Voor 43 procent is duidelijk waar je binnen de gemeente informatie kunt krijgen (was 34 procent). Ten opzichte van 2007 zijn alle aspecten beter gewaardeerd. Figuur 31. Waardering gemeentelijke informatievoorziening, in procenten de gemeente moet burgers vaker huis-aan-huis informeren informatie van de gemeente is het lezen waard informatie van de gemeente is duidelijk verwoord 39 41 36 55 49 48 het is duidelijk waar je binnen de gemeente informatie kunt krijgen 34 43 informatie van de gemeente ziet er aantrekkelijk uit informatie van de gemeente is betrouwbaar de gemeente informeert de burgers goed over zaken die belangrijk zijn voor de buurt 29 27 24 26 37 0 25 50 75 100 2007 2009 128

9.4 Inspraak en inspraakinstrumenten De bevolking heeft inspraak in de besluitvorming door de gemeente. Het is voor de gemeente dan ook van belang te weten in hoeverre de inwoners van mening zijn dat de gemeente bij het nemen van beslissingen voldoende rekening houdt met de wensen van de bevolking. Het percentage inwoners dat voldoende heeft geantwoord is met 12 procent gering te noemen. Bij dit percentage past de nuancering dat een hoog percentage (35 procent) geen antwoord weet of geen mening heeft op deze vraag. De resultaten van 2009 geven aan dat de burgers iets minder dan in 2007 vinden dat de gemeente rekening houdt met hun wensen. Figuur 32. Rekening houden met wensen van de bevolking, in procenten weet niet/geen mening 42% voldoende 11% weet niet/geen mening 35% voldoende 12% onvoldoende 47% onvoldoende 53% 2007 2009 Om een beeld te krijgen van de maatschappelijke effectiviteit van het huidige inspraakinstrumentarium is de burgers een aantal inspraakinstrumenten voorgelegd. Er is gevraagd om aan te geven of men deze inspraakinstrumenten zinvol vinden om invloed uit te oefenen op het beleid en het doen en laten van de gemeente. In de figuur is per instrument te zien welk aandeel van de inwoners het een zinvol instrument vindt. Maar liefst 65 procent geeft aan enquêtes zinvol te vinden als instrument, kort gevolgd door buurtorganisaties/dorpsraad (67 procent). Ook Inspraakmogelijkheden (62 procent), en burgerinitiatief (55 procent) worden volgens de inwoners als zinvolle inspraakinstrumenten genoemd. Het spreekuur met politieke partijen wordt het minst vaak zinvol gevonden (25 procent). 129

Figuur 33. Oordeel over inspraakinstrumenten, in procenten internetpanel burgerinitiatief een enquête zoals deze `wijk / buurtplatforms inspraakmogelijkheden referendum hoorzittingen gesprek of afspraak met de wethouder inspraak raadscommissies gesprek of afspraak met gemeenteraadsleden gesprek of afspraak met de burgemeester gesprek of afspraak met politieke partijen 39 55 49 65 64 67 63 62 56 43 44 40 40 35 38 38 36 38 34 30 30 25 23 0 25 50 75 100 % 2007 2009 In de ontwikkeling van 2007 naar 2009 zijn geen opvallende cijfers te zien. Wel is er een toename te zien bij inspraak door wijk en buurt platforms en bij burgerinitiatief. 130

10 Gemeentebestuur en lokale politiek In discussies over bestuurlijke vernieuwing, verkiezingen etcetera staat telkens de relatie tussen overheden en burgers centraal. Aan de inwoners van Sittard- Geleen zijn daarom enkele vragen voorgelegd over de waardering voor het gemeentebestuur (paragraaf 10.1) en de interesse van de inwoners voor de lokale politiek (paragraaf 10.2). 10.1 Tevredenheid over gemeentebestuur De eerste vraag die is voorgelegd luidt: Bent u over het gemeentebestuur in uw woonplaats tevreden of ontevreden?. Om een schaalscore te kunnen vaststellen zijn de antwoordpercentages omgerekend naar een tevredenheidscore voor het gemeentebestuur die loopt van 0 (=zeer ontevreden) tot en met 10 (= zeer tevreden). De aldus berekende tevredenheidscore voor het gemeentebestuur komt uit op 4,7. Dit cijfer was in 2007 ook zo. Ter aanvulling op de algemene waardering van het gemeentebestuur is de inwoners ook een aantal specifieke uitspraken over het functioneren van het gemeentebestuur voorgelegd. We hebben gevraagd in hoeverre men het met deze uitspraken eens is. Het gaat om de volgende uitspraken: - het gemeentebestuur moet zich op wijkbijeenkomsten presenteren om in direct contact met de burger te komen; - het gemeentebestuur is er tot nu toe behoorlijk in geslaagd enkele belangrijke problemen in de gemeente op te lossen; - het gemeentebestuur doet veel om de mensen bij het bestuur van de gemeente te betrekken; - leden van de gemeenteraad bekommeren zich om de mening van mensen zoals ik; - gemeenteraadsleden weten over het algemeen goed wat er speelt onder de mensen; - het belastinggeld wordt in mijn gemeente over het algemeen goed besteed; - wanneer ik alles op een rijtje zet vind ik dat de gemeente waar ik woon goed bestuurd wordt. De figuur laat zien welk percentage van de inwoners het eens is met de uitspraken over het gemeentebestuur van Sittard-Geleen. De uitspraak Het gemeentebestuur moet zich op wijkbijeenkomsten presenteren om in direct contact met de burger te komen springt er met 82 procent het meest uit. De uitspraak Het belastinggeld wordt in mijn gemeente over het algemeen goed besteed scoort van alle uitspraken met 9 procent het slechtst. Als we kijken naar de verschuivingen in de mening tussen 2007 en 2009 dan zien we dat 50 procent meer respondenten dan in 2007 vinden dat de gemeente goed bestuurd wordt. De helft meer vindt dat het huidige bestuur beter slaagt in het oplossen van problemen. 40 procent meer respondenten zeggen dat de gemeenteraad zich bekommert om de mening van mensen en mensen meer bij het bestuur betrek. Tenslotte vinden 50 procent meer respondenten dat het belastinggeld goed besteed wordt. 131

Figuur 34. Tevredenheid over gemeentebestuur, in procenten op wijkbijeenkomsten presenteren 72 82 vindt dat gemeente goed bestuurd wordt (samenvattend) 13 21 geslaagd in oplossen problemen 13 21 gemeenteraadsleden weten wat er speelt 15 12 gemeenteraad bekommert zich om mening van mensen 14 10 betrekt mensen bij bestuur 10 8 belastinggeld wordt goed besteed 9 6 0 25 50 75 100 % 2007 2009 10.2 Politieke interesse De belangstelling voor de politiek is gepeild door in het burgeronderzoek te vragen in welke mate men geïnteresseerd is in lokale politiek. Eén op de zeven inwoners is (zeer) geïnteresseerd in de lokale politiek en ruim de helft (56 procent) een beetje. Een kwart van de inwoners geeft aan niet geïnteresseerd te zijn in de plaatselijke politiek. De uitkomsten zijn nagenoeg gelijk aan de uitkomsten van 2007. Figuur 35. Interesse burger in lokale politiek, in procenten niet geïnteresseerd 26% weet niet/geen mening 6% (zeer) geïnteresseerd 15% weet niet/geen mening niet 5% geïnteresseerd 24% (zeer) geïnteresseerd 15% 2007 een beetje geïnteresseerd 53% 2009 een beetje geïnteresseerd 56% 132

11 Winkelen Dit hoofdstuk gaat in op het winkelen in centra/winkelgebieden binnen of buiten Sittard-Geleen. In paragraaf 11.1 wordt de waardering voor de winkelcentra besproken. De bezoekfrequentie en -reden van de grote centrumgebieden wordt in paragraaf 11.2 van dit hoofdstuk belicht. 11.1 Waardering centrumgebied In 2007 is gevraagd naar de waardering in de vorm van een rapportcijfer van de twee grote centrumgebieden, namelijk Sittard-Centrum en Geleen-Centrum. Sittard-Centrum werd van de twee centrumgebieden het meest positief gewaardeerd en kreeg een gemiddeld rapportcijfer van 7,4. Geleen-Centrum werd met een gemiddeld cijfer van 5,5 lager gewaardeerd. In 2009 is gevraagd naar de waardering van het centrum van Sittard-Geleen als één gebied. De gemiddelde waardering kwam uit op 7,2. Het gemiddelde van de respondenten uit Oostelijk Geleen, munstergeleen en Windraak en Westelijk-Geleen was een 7,4 en van de respondenten uit Oostelijk- en Westelijk-Sittard op 7,1 11.2 Bezoek grote centrumgebieden Om een beeld te krijgen van de bezoekfrequentie aan de twee grote centrumgebieden in Sittard-Geleen is hierover een vraag gesteld. In tabel 29 is de bezoekfrequentie van het laatst bezochte centrumgebied te lezen. Tabel 29. Bezoekfrequentie Sittard-Centrum en Geleen-Centrum, in procenten nooit minder dan een keer per maand één of twee keer per maand één of twee keer per week drie of vier keer per week vijf of meer keer per week Sittard-Centrum2007 1 13 36 39 8 3 Sittard-Centrum 2009 0 13 35 38 9 5 Geleen-Centrum 2007 2 12 22 46 12 5 Geleen-Centrum 2009 1 10 25 45 13 6 Heerlen-Centrum 2009 2 38 30 17 9 4 Stein-Centrum 2009 1 7 22 50 16 4 133

Om inzicht te krijgen in eventuele verschillende functies van de centrumgebieden is gevraagd waarvoor men meestal in dit centrum komt. Sittard-Centrum heeft een duidelijk andere functie dan Geleen-Centrum. Sittard-Centrum wordt vaker dan Geleen-Centrum bezocht om te winkelen (90 procent Sittard-Centrum versus 88 procent Geleen-Centrum) en om uit te gaan (21 procent Sittard-Centrum versus 11 procent Geleen-Centrum). Geleen-Centrum wordt even vaker bezocht vanwege voorzieningen als postkantoor, banken et cetera (30 procent Geleen- Centrum en 27 procent Sittard-Centrum). Ook geven bezoekers van Geleen- Centrum (9 procent) vaker dan bezoekers van Sittard-Centrum (7 procent) aan dat men er woont. Tabel 30. Bezoekreden, naar centrumgebied, in procenten werk onderwijs Winkelen postkantoor/ bank etc uitgaan woon er anders Sittard-Centrum 2007 8 1 93 30 18 6 5 Sittard-Centrum 2009 9 1 90 27 21 7 5 Geleen-Centrum 2007 8 1 79 41 8 14 8 Geleen-Centrum 2009 8 0 88 30 11 9 5 Heerlen-Centrum 2009 22 3 80 6 11 3 5 Stein-Centrum 2009 4 0 90 40 3 7 4 134

12 Vrijetijdsbesteding In dit hoofdstuk komt het thema vrijetijdsbesteding aan de orde. Hierin is te lezen op welke wijze de inwoners van Sittard-Geleen actief zijn buiten werk, school of huishouden. Eerst wordt in paragraaf 12.1 ingegaan op de sportdeelname en sportvoorzieningen in de gemeente Sittard-Geleen. Het uitgaansgedrag en het bezoek aan en de tevredenheid over uitgaansgelegenheden wordt in paragraaf 12.2 besproken. In paragraaf 12.3 wordt vrijwilligerswerk behandeld en paragraaf 12.4 gaat in op het beoefenen van hobby s. Tot slot worden in paragraaf 12.5 de sociale contacten behandeld. behandeld. 12.1 Sport In deze paragraaf wordt eerst een beeld geschetst van de sportbeoefening in Sittard-Geleen en vervolgens wordt het thema sportvoorzieningen behandeld. 12.1.1 Sportbeoefening Om een algemeen beeld te krijgen van de mate van sportbeoefening in Sittard- Geleen is eerst gevraagd hoe vaak de inwoners sporten. Omdat in 2007 enkele specifieke vragen zijn gesteld ten behoeve van het huis van de sport zijn de gegevens van 2007 niet goed te vergelijken met die van 2009. Daarom wordt hier de vergelijking gemaakt met 2005. Er is alleen een kleine verschuiving te zien 2 procent, van mensen die één keer per week sporten, naar mensen die meerdere malen per maand sporten. Figuur 36. Sportfrequentie sportende inwoners, in procenten meerdere malen per maand 6% eenmaal per maand 1% minder dan eenmaal per maand 2% meerdere malen per maand 8% eenmaal per maandminder dan 1% eenmaal per maand 2% eenmaal per week 39% enkele malen per week 52% eenmaal per week 37% enkele malen per week 52% 2005 2009 135

We hebben aan de sporters eveneens gevraagd of men meestal samen met anderen of alleen sport. De helft van de inwoners (49 procent) sport meestal samen met anderen en 36 procent alléén. Deze uitkomsten laten een duidelijk verschil zien (meer individueel) met het percentage gemeten in 2005. Figuur 37. Sportbeoefening individueel of met anderen, in procenten beide ongeveer even veel 11% beide ongeveer even veel 15% meestal alleen 27% meestal samen met anderen 62% meestal alleen 36% meestal samen met anderen 49% 2005 2009 Tweederde van de sporters maakt gebruik van een sportaccommodatie. Hiervan gebruikt 55 procent een sportaccommodatie binnen de gemeente en 12 procent buiten de eigen gemeente. Een duidelijk groter aandeel sporters maakt gebruik van een accommodatie zowel binnen als buiten de gemeente. Figuur 38. Gebruik sportaccommodaties, in procenten ja, buiten eigen gemeente 11% nee 27% ja, buiten eigen gemeente 12% nee 33% ja, binnen eigen gemeente 62% ja, binnen eigen gemeente 55% 2005 2009 136

Aan de gebruikers van sportaccommodaties is de vraag voorgelegd in hoeverre men tevreden is over de sportaccommodatie die men gebruikt. Van de gebruikers is 78 procent tevreden over de sportaccommodatie. Een gering percentage (5 procent) is hierover niet tevreden. In 2005 waren deze percentages 74 procent respectievelijk 5 procent. Figuur 39. Tevredenheid met de sportaccommodatie, in procenten ontevreden 5% niet tevreden/ niet ontevreden 19% weet niet/geen mening 2% tevreden 74% niet tevreden/ niet ontevreden 19% ontevreden 5% weet niet/geen mening 3% tevreden 78% 2007 2009 Het is van belang een goed inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de gebruikers van sportaccommodaties met betrekking tot het aanbod van accommodaties. Daarom is gevraagd aan te geven aan welke sportaccommodaties de gemeente meer aandacht zou moeten besteden. Men kon een keuze maken uit één of meer van de onderstaande categorieën binnenen buitenaccommodaties. Binnenaccommodaties: - sporthallen, sportzalen, gymnastiekzalen; - squashcentrum, tennishallen; - sportschool, fitnesscentrum, ballet- of dansschool; - biljart-, snooker-, of bowlingcentrum, kegelbaan; - jeu de bouleshal; - binnen-zwembad. Buitenaccommodaties: - sportvelden; - tennisbanen; - atletiekbaan, trimbaan; - buiten-zwembad. 137

Sporters die gebruik maken van sportaccommodaties willen dat meer aandacht wordt besteed aan wandel-/fietsroutes (27 procent) sporthallen, sportzalen en gymnastiekzalen (24 procent), trapvelden en speelvoorzieningen (23 procent) en aan een binnen- (22 procent) en buitenzwembad (20 procent). Figuur 40. Behoefte aan sportaccommodaties, in procenten overdekt sporthallen, sportzalen, gymnastiekzalen binnen-zwembad sportschool, fitnesscentrum, ballet- of dansschool biljart-, snooker-, of bowlingcentrum, kegelbaan squashcentrum, tennishallen jeu de bouleshal 7 6 4 8 3 18 24 18 22 15 openlucht wandel / fietsroute trapvelden / speelvoorzieningen buiten-zwembad sportvelden tennisbanen jeu de boulesbaan atletiekbaan, trimbaan anders 4 6 3 3 4 5 11 12 19 20 27 23 0 25 50 75 100 2007 2009 12.2 Uitgaan Uitgaan is het tweede aspect van vrijetijdsbesteding dat in dit burgeronderzoek onderzocht is. Dit aspect is opgesplitst in twee onderdelen, namelijk uitgaansgedrag en uitgaansgelegenheden. 12.2.1 Uitgaansgedrag De eerste vraag die gesteld is luidt: Gaat u wel eens uit? Bijvoorbeeld naar een café, discotheek, bioscoop, theater, museum, sportwedstrijd, buurthuis of ontmoetingscentrum? Van de inwoners van Sittard-Geleen geeft 76 procent (2007 77 procent) aan wel eens uit te gaan. 12.2.2 Uitgaansgelegenheden Wat betreft de uitgaansgelegenheden is op de eerste plaats het bezoek onderzocht. Hiervoor is aan de inwoners die wel eens uitgaan een lijst met negen uitgaansgelegenheden voorgelegd met de vraag om aan te geven welke men bezoekt. 138

Men kon kiezen uit een of meer van de volgende antwoordmogelijkheden: - café; - discotheek; - restaurant; - bioscoop; - theater; - museum; - concert; - sportwedstrijd; - buurthuis/ontmoetingscentrum. In de figuur is te zien welk aandeel van de inwoners die wel eens uitgaan deze uitgaansgelegenheden bezoekt. Er konden meerdere antwoorden worden gegeven, waardoor het totaal boven 100 procent uit komt. Horecagelegenheden, zoals restaurants en cafés worden het meest bezocht door de inwoners (respectievelijk 53 en 40 procent). Verder scoort de bioscoop (43 procent) hoog als uitgaansgelegenheid. Figuur 41. Bezoek uitgaansgelegenheden, in procenten anders bioscoop 53 50 40 44 43 41 24 23 15 16 18 15 9 11 7 6 10 9 3 0 25 50 75 100 2007 2009 % Om een beeld te kunnen krijgen van de waardering van de uitgaansgelegenheden is de inwoners die uitgaan gevraagd of ze tevreden of ontevreden zijn over de uitgaansgelegenheden in hun omgeving. Figuur 42 toont aan dat 48 procent van de inwoners tevreden is over de uitgaansgelegenheden. 12 procent van de inwoners is in het algemeen ontevreden over de uitgaansgelegenheden. In vergelijking met de resultaten in 2007 is de (on)tevredenheid (bijna) niet veranderd. 139

Figuur 42. Tevredenheid uitgaansgelegenheden in de omgeving 2007 2009 ontevreden 12% weet niet/geen mening 7% ontevreden 12% weet niet/geen mening 8% niet tevreden/ niet ontevreden 31% tevreden 50% niet tevreden/ niet ontevreden 32% tevreden 48% Om een beter inzicht te krijgen in de wensen en behoeften met betrekking tot uitgaansgelegenheden is aan de inwoners die wel eens uitgaan een lijst met uitgaansgelegenheden voorgelegd met het verzoek om aan te geven of er in de eigen omgeving meer of minder van zouden moeten komen. Het betreft: - café s; - terrassen; - discotheken; - restaurants; - bioscopen; - theaters; - musea; - buurthuizen/ontmoetingscentra. Per uitgaansgelegenheid is het aandeel mensen dat vindt dat de voorziening moet worden uitgebreid, gesaldeerd met het aandeel mensen dat vindt dat het aantal van de genoemde voorziening juist omlaag moet worden gebracht. Een positief percentage duidt dus op een behoefte aan meer voorzieningen, een negatief percentage duidt op een behoefte aan minder voorzieningen. Zoals in de tabel te lezen is, is aan alle uitgaansgelegenheden minder behoefte. Het geringst is de behoefte aan meer cafés, theaters en bioscopen. 140

Tabel 31. Behoefte aan uitgaansgelegenheden in de omgeving, in procenten meer minder saldo 2007 2009 2007 2009 2007 2009 terrassen 33 30 2 2 31 28 restaurants 32 29 1 2 31 27 discotheken 26 20 7 7 19 13 musea 17 14 3 4 14 10 buurthuizen/ontmoetingscentra 20 15 3 3 17 12 theaters 12 11 2 3 10 8 cafes 13 13 5 5 8 8 bioscopen 8 6 2 2 6 4 12.3 Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is de derde vorm van vrijetijdsbesteding die onderzocht is. Om de mate waarin de inwoners van Sittard-Geleen aan vrijwilligerswerk doen te meten, is de volgende vraag gesteld: Bent u op de een of andere manier actief als vrijwilliger? Geeft u bijvoorbeeld regelmatig hulp aan buren, zieken of ouderen, of hebt u een functie in een club, vereniging, kerk, moskee, buurthuis of politieke partij, of doet u misschien iets voor school?. Meer dan een derde deel van de inwoners (32 procent in 2007 34 procent) is actief als vrijwilliger. Als we kijken naar de frequentie dan zijn bijna alle vrijwilligers (93 procent) maandelijks actief en 63 procent van de vrijwilligers besteedt wekelijks tijd aan vrijwilligerswerk, deze percentages zijn iets hoger dan die van 2007. Figuur 43. Frequentie vrijwilligerswerk, in procenten minder dan eenmaal per maand 8% eenmaal per maand 10% meerdere malen per maand 22% 2007 enkele malen per week 39% minder dan eenmaal per maand eenmaal per 7% maand 10% meerdere malen per maand 20% 2009 enkele malen per week 42% eenmaal per week 21% eenmaal per week 21% 141

12.4 Hobby s In het kader van de vrijetijdsbesteding is ook gevraagd in hoeverre men hobby s heeft. De volgende vraag is gesteld: Heeft u nog andere vrijetijdsactiviteiten en hobby s, die hiervoor nog niet aan de orde zijn geweest? Het kan hier bijvoorbeeld gaan om muziek maken, toneelspelen, handwerken, het volgen van cursussen enzovoort. Op deze vraag heeft 40 procent (2007 43 procent) van de inwoners bevestigend geantwoord. Vervolgens is gevraagd hoe vaak men met deze hobby s in totaal bezig is. Bijna alle mensen met een hobby (98 procent) is er een of meerdere keren per maand mee bezig. Ruim driekwart van de hobbyisten (78 procent) besteedt één of meerdere malen per week tijd aan een hobby. Deze percentages zijn ongeveer gelijk aan die van 2007. Figuur 44. Frequentie waarmee men bezig is met één of meerdere hobby s, totaalpercentage 2007 2009 eenmaal per maand 4% minder dan eenmaal per maand 3% eenmaal per maand 5% minder dan eenmaal per maand 2% meerdere malen per maand 17% enkele malen per week 52% meerdere malen per maand 15% enkele malen per week 51% eenmaal per week 25% eenmaal per week 27% Behalve dat we gevraagd hebben naar de frequentie waarmee men met hobby s bezig is, is ook gevraagd of men deze hobby s meestal samen met anderen of alleen beoefent. Bijna de helft van de hobbyisten (42 procent) beoefent de hobby s meestal samen met anderen, ruim 40 procent doet dit meestal alleen en 18 procent beoefent de hobby s ongeveer even vaak alleen als met anderen. Deze percentages laten een lichte verschuiving zien ten opzichte van 2007. 142

Figuur 45. Het beoefenen van hobby s individueel of met anderen, in procenten 2007 2009 beide ongeveer even vaak 16% meestal samen met anderen 47% beide ongeveer even vaak 18% meestal samen met anderen 42% meestal alleen 37% meestal alleen 40% 143

12.5 Sociale contacten De laatste vraag die over vrijetijdsbesteding is gesteld gaat over contacten met vrienden of familie. De vraag die hierover gesteld is, luidt: Hoe vaak ontmoet u vrienden of familie? We bedoelen niet alleen het aantal malen dat u thuis vrienden ontvangt of bij vrienden op bezoek gaat, maar ook ontmoetingen die niet binnenshuis plaatsvinden. Bijna alle inwoners van Sittard-Geleen (94 procent) hebben ten minste eenmaal per maand sociale contact(en). En tweederde deel van de inwoners (65 procent) heeft tenminste éénmaal per week contact met vrienden of familie. Voor 6 procent van de inwoners geldt dat zij minder dan één maal per maand sociale contacten hebben. Ook deze percentages wijken bijna niet af van de percentages uit 2007. Figuur 46. Frequentie waarop men sociale contacten heeft, in procenten 2007 2009 minder dan eenmaal eenmaal per maand per maand 6% 3% eenmaal per maand 5% minder dan eenmaal per maand 6% meerdere malen per maand 22% enkele malen per week 53% meerdere malen per maand 24% enkele malen per week 51% eenmaal per week 16% eenmaal per week 14% 144

13 Bewonersprofiel In dit hoofdstuk wordt een profiel van de bevolking van Sittard-Geleen geschetst. Dit bewonersprofiel kan gebruikt worden als achtergrond bij de in de vorige hoofdstukken gepresenteerde informatie. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen beschreven: bevolkingssamenstelling, huishoudensituatie, opleiding, inkomen en werkzame beroepsbevolking. 13.1 Bevolkingssamenstelling In deze paragraaf staat de vraag centraal hoe de bevolking van Sittard-Geleen is samengesteld. Daarbij wordt met name gekeken naar de leeftijdsopbouw van de buurt. Bedacht moet (ook nu) worden dat de gepresenteerde gegevens gebaseerd zijn op steekproefonderzoek en dat dus rekening moet worden gehouden met onnauwkeurigheidsmarges. 145

Tabel 32. Leeftijdssamenstelling, in procenten 18-34 jaar 35-54 jaar 55-74 jaar 75 jaar e.o. 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 25 20 35 37 31 35 8 8 Limbricht 18 19 42 38 33 37 6 6 Einighausen 29 20 39 40 29 35 5 5 Holtum 18 19 39 35 36 40 5 5 Buchten 22 22 42 37 33 35 6 6 Born 29 19 28 33 34 33 13 13 Hondsbroek 30 26 51 51 15 17 4 4 Obbicht 15 19 44 42 35 31 8 8 Grevenbicht/Papenhoven 18 18 49 40 28 31 9 9 voormalig Born en kleine kernen 23 20 40 40 31 32 7 7 Geleen-Centrum 25 23 39 34 24 28 14 14 Geleen-Noord 25 24 34 35 25 25 12 12 Lindenheuvel 21 23 48 42 26 27 7 7 Westelijk-Geleen 24 23 38 38 25 27 10 10 Munstergeleen/Windraak 13 17 42 38 39 36 8 8 Geleen-Zuid 22 20 33 32 31 31 17 17 Kluis 31 23 37 37 24 27 13 13 Oud-Geleen/Hasselderveld 17 20 40 37 30 34 10 10 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 20 20 39 36 32 32 12 12 Limbrichterveld 38 28 36 36 20 24 10 10 Sittard-Centrum 28 32 28 24 31 25 18 18 Sanderbout 19 22 34 36 39 34 7 7 Ophoven 24 21 51 42 20 28 9 9 Kollenberg-Park Leyenbroek 12 10 34 29 36 38 23 23 Westelijk-Sittard 23 23 36 34 30 29 13 13 Overhoven/Schwienswei 29 24 40 37 26 30 8 8 Baandert 20 26 42 38 26 27 9 9 Stadbroek 27 26 36 35 25 27 12 12 Vrangendael 16 21 40 32 29 33 12 12 Broeksittard 28 22 31 38 37 31 7 7 Kemperkoul 21 21 63 56 14 19 2 2 Oostelijk-Sittard 23 23 41 42 27 26 7 7 Gemeente Sittard-Geleen 22 22 40 38 30 29 10 10 Van de volwassen bevolking bevindt zich 22 procent in de leeftijdsgroep van 18 tot en met 34 jaar, 38 procent in de middelbare leeftijdsgroep van 35 tot en met 54 jaar, 29 procent in de categorie 55-74 jaar en 10 procent in de oudere leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder. Er bestaan tussen de stadsdelen geen grote verschillen. Tussen de buurten zijn wel grote verschillen en dan met name bij de leeftijdsgroep 18-34 jarigen: het percentage 18-34 jarigen varieert van 10 procent in Kollenberg-Park/Leijenbroek tot 32 procent in Sittard-Centrum. 146

13.2 Huishoudensituatie Aan de inwoners van 18 jaar en ouder is gevraagd welke thuissituatie het meest op hen van toepassing is. De antwoordmogelijkheden die aan de mensen zijn voorgelegd kunnen gerubriceerd worden in de volgende vijf categorieën: - alleenstaand; - (gehuwd of ongehuwd) samenwonend, met of zonder kind(eren); - alleenstaande ouder, met kind(eren); - inwonend bij ouders/anderen; - anders. De verdeling van de antwoorden op bovenstaande categorieën is weergegeven in tabel 33. In Sittard-Geleen woont gemiddeld 75 procent van de inwoners gehuwd of ongehuwd samen met of zonder kind(eren), 16 procent is alleenstaand, 6 procent woont bij de ouders of bij anderen, 3 procent van de bevolking bestaat uit alleenstaande ouders met kind(eren) en een restaandeel van 1 procent heeft een andere thuissituatie (denk hierbij aan woongemeenschappen e.d.). Op stadsdeelniveau zijn geen verschillen te zien, dit is wel het geval op buurtniveau. Het percentage alleenstaanden varieert tussen 5 procent in Hondsbroek tot 35 procent in de buurt Sittard-Centrum. En het percentage gehuwden of ongehuwd samenwonenden met of zinder kind(eren) loopt uiteen van 59 procent in Sittard- Centrum tot 84 procent in Limbricht en Hondsbroek. 147

Tabel 33 Huishoudenssituatie, in procenten alleenstaand gehuwd of ongehuwd samenwonend Iwoon zonder partner, met kind(eren) inwonend bij ouders/ anderen anders 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 16 11 72 77 2 2 9 9 1 1 Limbricht 10 12 80 84 3 2 7 2 0 0 Einighausen 4 7 79 83 2 0 14 5 1 3 Holtum 12 12 79 78 0 2 8 7 0 1 Buchten 14 12 73 79 1 2 12 7 0 0 Born 16 21 70 70 3 2 11 7 1 1 Hondsbroek 7 5 88 84 2 4 3 6 0 0 Obbicht 15 15 75 76 1 1 9 7 1 1 Grevenbicht/Papenhoven 8 8 77 80 2 2 12 7 1 1 voormalig Born en kleine kernen 11 11 77 79 1 2 10 6 1 1 Geleen-Centrum 31 22 60 72 5 3 3 4 1 0 Geleen-Noord 24 22 67 69 4 2 5 3 0 3 Lindenheuvel 15 8 75 76 5 3 5 12 0 0 Westelijk-Geleen 24 15 66 73 4 3 4 8 0 1 Munstergeleen/Windraak 10 6 79 80 1 3 6 9 4 1 Geleen-Zuid 14 23 77 70 4 2 1 5 4 0 Kluis 17 18 74 72 3 3 6 7 0 0 Oud-Geleen/Hasselderveld 15 17 77 72 2 3 5 7 2 1 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak 14 16 78 74 2 3 5 7 2 0 Limbrichterveld 15 12 74 83 1 3 6 2 4 0 Sittard-Centrum 34 35 59 59 2 1 2 3 4 1 Sanderbout 13 23 72 61 1 6 12 6 2 4 Ophoven 13 14 79 74 2 3 5 7 1 1 Kollenberg-Park Leyenbroek 17 16 72 80 1 2 9 2 1 0 Westelijk-Sittard 18 18 71 74 1 2 7 4 2 1 Overhoven/Schwienswei 17 14 74 80 2 2 5 4 3 0 Baandert 23 15 72 75 4 5 1 3 1 1 Stadbroek 21 19 72 68 3 3 3 11 1 1 Vrangendael 22 32 62 60 9 5 5 1 3 2 Broeksittard 12 24 73 60 4 9 12 5 0 2 Kemperkoul 16 11 78 82 2 2 4 3 0 2 Oostelijk-Sittard 19 17 71 74 4 3 5 4 1 1 Gemeente Sittard-Geleen 15 16 75 75 2 3 8 6 1 1 148

13.3 Opleiding Het opleidingsniveau is een belangrijke indicator voor de sociaal-economische positie van de bevolking. Om een beeld van dit opleidingsniveau te krijgen is de inwoners in het burgeronderzoek gevraagd om aan te geven wat de hoogst genoten schoolopleiding is die met een diploma is afgerond. Daarbij kon men kiezen uit één van de volgende antwoordcategorieën: - lager onderwijs (inclusief lavo en vglo); - lager beroepsonderwijs (lts, lhno, et cetera); - middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo, mulo); - middelbaar beroepsonderwijs (mts, meao, et cetera); - hoger algemeen voortgezet onderwijs ((havo, vwo); - hoger beroepsonderwijs (hts, heao, et cetera); - wetenschappelijk onderwijs. Figuur 47 geeft voor Sittard-Geleen en de verschillende buurten het aandeel inwoners met een lager opleidingsniveau weer, uitgedrukt in een percentage van de inwoners van 18-65 jaar. Het gaat hierbij om mensen van wie het hoogst behaalde opleidingsniveau lager onderwijs, lager beroepsonderwijs of lager of middelbaar algemeen voortgezet onderwijs is (de eerste drie bovengenoemde antwoordcategorieën). Er is voor gekozen om deze groep te relateren aan de 18-65 jarigen, en daarmee dus niet aan de totale bevolking, omdat met name de groep 18-65 jarigen relevant is voor het arbeidsmarktbeleid. Uit de grafiek blijkt dat gemiddeld 35 procent van de 18-65 jarige inwoners een lager opleidingsniveau heeft. Op stadsdeelniveau zijn nauwelijks verschillen ten opzichte van het gemiddelde te zien. Op het niveau van de buurten is de spreiding zeer fors. Bij de buurten zijn de uiterste scores 15 procent in Hondsbroek tot 73 procent in Sanderbout. 149

Figuur 47. Lager opleidingsniveau (18-65 jarigen) 0 25 50 75 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen Munstergeleen/Windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 33 44 25 23 36 33 36 38 44 34 45 45 24 19 46 39 45 38 37 38 38 40 37 40 63 51 41 45 33 31 37 31 24 36 31 36 32 33 30 32 19 26 28 29 15 22 33 33 34 29 35 34 53 48 40 40 48 58 30 24 39 34 36 36 73 73 2007 2009 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 150

Tabel 34 laat zien hoe de verdeling van alle onderzochte opleidingscategorieën is in Sittard-Geleen en de buurten. Per onderwijssoort wordt weergegeven hoeveel procent van de 18-65 jarigen deze als hoogst genoten opleiding met een diploma heeft afgerond. Tabel 34. Opleidingsniveau (18 65 jarigen), in procenten Lager onderwijs (inclusief LAVO en VGLO) Lager beroepsonderwijs (LTS, LHNO, etc.) Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (MAVO, MULO) Middelbaar beroepsonderwijs (MTS, MEAO, etc.) Hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO)/VWO Hoger beroepsonderwijs (HTS, HEAO, etc.) Wetenschappelijk onderwijs 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Guttecoven 6 14 18 15 9 15 23 27 18 9 24 17 3 2 Limbricht 5 4 5 8 15 10 23 24 9 11 30 33 14 9 Einighausen 4 5 20 14 13 14 21 32 13 11 23 13 7 11 Holtum 6 9 16 15 15 13 27 27 12 16 19 18 5 2 Buchten 3 9 23 17 19 9 15 28 13 12 23 20 5 6 Born 5 14 20 15 20 16 22 28 10 8 19 16 4 3 Hondsbroek 2 4 12 6 11 9 29 37 9 15 28 20 10 8 Obbicht 10 10 17 14 20 16 16 33 6 8 23 17 9 2 Grevenbicht/Papenhoven 2 7 26 16 17 15 21 27 11 10 18 21 5 4 voormalig Born en kleine kernen 5 8 17 13 15 13 22 29 11 11 23 20 7 5 Geleen-Centrum 6 9 24 16 11 15 28 22 13 8 13 22 6 8 Geleen-Noord 6 5 13 14 19 21 27 26 6 12 23 18 6 4 Lindenheuvel 13 11 28 20 22 20 28 22 3 10 6 17 0 1 Westelijk-Geleen 7 9 18 18 17 19 27 23 8 10 17 19 5 3 Munstergeleen/Windraak 5 6 9 12 22 13 21 21 9 18 25 24 10 6 Geleen-Zuid 2 8 20 8 15 15 18 26 6 10 32 27 8 6 Kluis 6 6 8 12 10 18 22 19 18 11 31 27 5 8 Oud-Geleen/Hasselderveld 7 6 12 10 13 20 29 23 12 11 21 26 5 4 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en 5 6 12 10 15 17 23 22 12 12 27 26 7 6 Windraak Limbrichterveld 5 13 17 7 8 12 22 28 9 8 30 26 8 6 Sittard-Centrum 4 7 5 5 11 14 28 22 19 19 31 25 3 8 Sanderbout 31 26 35 30 5 17 22 15 1 4 3 5 2 4 Ophoven 4 6 12 7 14 15 19 29 13 11 25 23 14 9 Kollenberg-Park Leyenbroek 1 4 3 3 12 14 16 18 15 12 27 28 28 21 Westelijk-Sittard 9 10 15 9 10 14 21 24 11 11 23 23 12 9 Overhoven/Schwienswei 8 4 11 7 16 17 31 27 9 13 17 25 9 7 Baandert 11 6 14 14 11 14 19 21 7 9 31 31 8 5 Stadbroek 16 15 27 21 10 13 19 19 6 13 21 13 1 7 Vrangendael 5 9 20 16 15 15 26 23 12 13 19 21 3 4 Broeksittard 11 27 19 14 18 17 23 12 11 7 11 17 6 6 Kemperkoul 8 6 9 9 14 9 22 22 11 11 29 34 8 9 Oostelijk-Sittard 9 9 16 12 14 13 24 22 10 11 21 26 6 7 Gemeente Sittard-Geleen 6 8 16 12 14 15 23 24 11 11 23 23 7 6 151

Bijna vier op de tien inwoners van 18-65 jaar oud heeft een lager onderwijsniveau (basisonderwijs, lager beroeps onderwijs, mavo), 35 procent middelbaar opleidingsniveau en 29 procent een hoger opleidingsniveau (hbo, wo). Van de stadsdelen wijkt alleen Westelijk-Geleen af van het gemiddelde vanwege het laagste percentage hoger opleidingsniveau (22 procent). Kijken we naar de buurtverschillen in hoger opleidingsniveau (hbo en wo samengeteld) dan zien we dat dit aandeel varieert van 49 procent in Kollenberg-Park/Leijenbroek tot 9 procent in Sanderbout. 152

13.4 Inkomen Het inkomensniveau is evenals het opleidingsniveau een indicator voor de sociaal-economische positie. Om een indicatie hiervan te krijgen is de inwoners gevraagd om aan te geven of ze het eigen huishouden tot de inkomensgroep met een laag -, een gemiddeld- of een hoger inkomen rekenen. Tabel 35 geeft de procentuele verdeling van de inkomens in 2009 over deze groepen weer. Tabel 35. Inkomensniveau, in procenten wil ik niet Laag inkomen Gemiddeld inkomen Hoger inkomen vertellen 2007 2009 2007 2009 2007 2009 2009 Guttecoven 19 15 56 41 15 12 31 Limbricht 9 7 67 42 21 27 24 Einighausen 18 15 58 41 18 21 23 Holtum 17 12 62 56 20 9 23 Buchten 14 9 71 56 9 11 24 Born 23 17 58 41 13 15 28 Hondsbroek 11 5 52 41 32 33 21 Obbicht 18 12 60 52 15 16 20 Grevenbicht/Papenhoven 13 13 65 41 17 19 27 voormalig Born en kleine kernen 16 11 61 45 18 19 25 Geleen-Centrum 32 15 54 52 9 16 17 Geleen-Noord 16 15 61 49 14 12 23 Lindenheuvel 34 17 51 47 7 15 21 Westelijk-Geleen 23 16 57 49 12 14 21 Munstergeleen/Windraak 13 9 63 46 21 19 25 Geleen-Zuid 20 10 54 53 17 14 23 Kluis 20 15 60 42 17 18 26 Oud-Geleen/Hasselderveld 15 16 64 43 16 15 26 Oostelijk-Geleen, Munstergeleen en 17 13 61 46 18 16 25 Windraak Limbrichterveld 27 14 47 45 21 18 24 Sittard-Centrum 22 21 57 51 17 11 17 Sanderbout 50 53 44 28 2 1 17 Ophoven 15 11 61 48 20 16 25 Kollenberg-Park Leyenbroek 4 4 36 36 52 34 27 Westelijk-Sittard 23 17 48 43 24 17 23 Overhoven/Schwienswei 16 20 68 44 12 17 18 Baandert 22 19 57 42 15 21 18 Stadbroek 36 27 51 49 6 6 18 Vrangendael 29 31 55 46 10 6 16 Broeksittard 35 29 50 42 4 2 27 Kemperkoul 15 9 55 44 24 21 26 Oostelijk-Sittard 25 20 57 45 12 15 21 Gemeente Sittard-Geleen 19 15 58 45 17 17 23 Bijna één zevende deel (15 procent) van de inwoners rekent het eigen huishouden tot de lage inkomens, bijna de helft van de inwoners (45 procent) tot de gemiddelde inkomens en 17 procent tot de hogere inkomens. Tussen de stadsdelen zijn kleine verschillen te zien. 153

De verschillen zijn groter op buurtniveau. Het percentage lage inkomens loopt uiteen van 4 procent in Kollenberg-Park / Leijenbroek tot 53 procent in Sanderbout. Bij de hogere inkomens zien we het spiegelbeeld hiervan: in Sanderbout het laagste percentage (1 procent) en in Kollenberg-Park/ Leijenbroek het hoogste percentage (34 procent) hoger inkomen. 154

13.5 Werkzame beroepsbevolking Ook het hebben van een betaalde baan is een indicator van de sociaaleconomische positie van de inwoners. Om hiervan een beeld te krijgen is in het burgeronderzoek de vraag gesteld of men betaalde werkzaamheden voor 12 uur of meer per week verricht. Figuur 48 geeft weer hoeveel procent van de inwoners van 18-65 jaar 12 uur of meer per week werkzaam is. Daarmee ontstaat een beeld van de werkzame beroepsbevolking. Hierbij moet er op gewezen worden dat het begrip beroepsbevolking volgens de officiële definitie betrekking heeft op de 15-65 jarigen, in dit onderzoek heeft het betrekking op de 18-65 jarigen. In 2009 verricht 54 procent van de 18-65 jarige inwoners betaalde werkzaamheden voor 12 uur of meer per week. Het restpercentage (46 procent) heeft dus geen betaalde baan van 12 uur of meer per week. Tussen de stadsdelen zijn geen opmerkelijke verschillen te zien. Dit is wel op buurtniveau het geval en de spreiding tussen de buurten is het grootst in de stadsdelen voormalig Born en kleine kernen en Westelijk-Sittard. Het percentage actieven loopt in voormalig Born en kleine kernen uiteen van 52 procent in Born tot 72 procent Hondsbroek en van 40 procent in Broeksittard tot 75 procent in Kemperkoul. 155

Figuur 48. Werkzame beroepsbevolking (18-65 jarigen) 0 20 40 60 80 100 Guttecoven Limbricht Einighausen Holtum Buchten Born Hondsbroek Obbicht Grevenbicht/Papenhoven voormalig Born en kleine kernen Geleen-Centrum Geleen-Noord Lindenheuvel Westelijk-Geleen M unstergeleen/windraak Geleen-Zuid Kluis Oud-Geleen/Hasselderveld Oostelijk-Geleen, M unstergeleen en Windraak Limbrichterveld Sittard-Centrum Sanderbout Ophoven Kollenberg-Park Leyenbroek Westelijk-Sittard Overhoven/Schwienswei Baandert Stadbroek Vrangendael Broeksittard Kemperkoul Oostelijk-Sittard Gemeente Sittard-Geleen 47 62 54 75 60 71 59 70 56 71 56 60 52 58 57 51 52 51 48 52 58 52 61 53 49 42 41 45 45 40 2007 2009 72 69 60 64 62 70 60 74 60 64 66 67 71 68 73 69 70 74 74 71 65 54 68 60 73 60 63 61 58 80 75 67 59 69 54 87 uitgedrukt in schaalscores: 0 = zeer laag; 10 = zeer hoog 156

157

Bijlagen 158

Onderzoeksverantwoording Hieronder wordt de opzet van het burgeronderzoek Sittard-Geleen 2009 en de verantwoording van de uitvoering beschreven. Aan de orde komen de onderzoeksmethode, steekproeftrekking, responsverantwoording, representativiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. 1.1. Onderzoeksmethode Gelet op het grote aantal onderzoeksvragen is ervoor gekozen het burgeronderzoek in 2009 te splitsen in twee delen. Het splitsingscriterium is dienstverlening door de gemeente bij de burger (decentraal) en dienstverlening waarvoor de burger naar de gemeente komt (centraal). Het eerste deel is het onderzoek buurt en het tweede deel onderzoek gemeente. Ieder heeft een eigen vragenlijst. Voor de uitvoering is gekozen om het onderzoek zowel als schriftelijke enquête als digitale enquête via internet uit te voeren. De enquête is gehouden onder de bevolking van 18 jaar en ouder in Sittard-Geleen. De personen die voor het onderzoek zijn geselecteerd, hebben per post een schriftelijke vragenlijst en begeleidende brief van de gemeente ontvangen, met het verzoek de vragenlijst in te vullen en binnen 10 dagen in een portvrije antwoordenveloppe te retourneren. Daarnaast is in de brief gewezen op de mogelijkheid om de onderzoeksvragen digitaal via internet te beantwoorden. Om de privacy te kunnen waarborgen zijn aan de respondenten geen naam- en adresgegevens gevraagd, behalve de postcode. Om de respons te verhogen is er na 10 dagen schriftelijk gerappelleerd. Het veldwerk is uitgevoerd in de periode 25 juni tot en met 17 juli 2009. 1.2. Steekproeftrekking Het burgeronderzoek dient niet alleen gegevens te genereren op het schaalniveau van de buurten maar ook op het schaalniveau van de gemeente. Daarom zijn uit de Gemeentelijke Bevolking Administratie van Sittard-Geleen twee a-selecte steekproeven getrokken bestaande uit burgers van 18 jaar en ouder. Voor het onderzoek buurt is voor 27 buurten van Sittard-Geleen een afzonderlijke steekproef getrokken. De omvang van deze steekproef is 9.900 inwoners van 18 jaar en ouder. Voor het onderzoek gemeente is één steekproef getrokken van 1000 inwoners van 18 jaar en ouder. De totale onderzoekspopulatie van 18-plussers waaruit de steekproef is getrokken omvatte 77.518 inwoners. Gelet op de omvang en moeilijkheidsgraad van de vragenlijsten is er voor gekozen de bewoners van verzorgings- of verpleegtehuizen buiten de steekproeftrekking te laten. 159

1.3. Responsverantwoording Er zijn voor het onderzoek buurt 9.900 vragenlijsten verzonden. Uiteindelijk hebben 3.934 personen de vragenlijst ingevuld en geretourneerd, hetgeen een onderzoeksrespons van bijna 40 procent betekent. Met het oog op de lengte en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst mag deze respons tevredenstellend worden genoemd. De respons verschilt nogal per buurt en loopt uiteen van 27,9 procent in Broeksittard tot 47,2 procent in Munstergeleen/Windraak. Tabel 1. Responsverantwoording, naar buurt Buurt Aantal inwoners per 1/1/2009 Inwoners 18+ per 1/1/2009 Aantal Aantal verstuurde vragenlijsten vragenlijsten in respons Percentage vragenlijsten in respons % Limbrichterveld 5766 4611 390 150 38,5 Sittard-Centrum 2729 2532 370 164 44,3 Sanderbout 1994 1650 350 101 28,9 Ophoven 4352 3458 390 165 42,3 Kollenberg-Park Leyenbroek 3310 2821 380 159 41,8 Overhoven/Schwienswei 3528 2883 380 162 42,6 Baandert 3060 2524 370 164 44,3 Stadbroek 2318 1931 350 120 34,3 Vrangendael 2156 1846 360 127 35,3 Broeksittard 1674 1308 330 92 27,9 Kemperkoul 6556 4770 400 148 37,0 Munstergeleen/Windraak 5048 3988 390 184 47,2 Guttecoven 1272 1031 310 130 41,9 Limbricht 2635 2128 360 164 45,6 Einighausen 1384 1138 320 126 39,4 Geleen-Centrum 4232 3593 390 165 42,3 Geleen-Noord 3992 3397 380 148 38,9 Lindenheuvel 8349 6609 400 131 32,8 Geleen-Zuid 5251 4401 390 160 41,0 Kluis 4970 4029 390 157 40,3 Oud-Geleen/Hasselderveld 5619 4691 400 167 41,8 Holtum 1228 1026 310 126 40,6 Buchten 2070 1707 350 131 37,4 Born 2491 2108 360 156 43,3 Hondsbroek 3096 2201 360 145 40,3 Obbicht 1986 1597 350 137 39,1 Grevenbicht/Papenhoven 3229 2617 380 155 40,8 Totaal Onderzoek 94295 76595 9910 3934 39,7 Industrieterreinen e.d. 1030 966 Totaal Sittard-Geleen 95325 77561 160

Voor het onderzoek gemeente is uit hetzelfde registratie een steekproef van 1000 personen van 18 jaar en ouder getrokken verspreid over de hele stad. De respons hiervoor is 403 hetgeen een onderzoeksrespons van 40 procent betekent. 161

1.4. Representativiteit Bij enquête-onderzoek bestaat het risico dat bepaalde bevolkingsgroepen oververtegenwoordigd dan wel ondervertegenwoordigd zijn in de responsgroep. In dat geval zijn de respondenten geen goede afspiegeling van de totale bevolking en is het onderzoek daarmee niet representatief. In tabel 2 wordt de groep respondenten van het burgeronderzoek, getoetst op de kenmerken geslacht en leeftijd. Daarmee wordt voor deze kenmerken inzichtelijk gemaakt in hoeverre de personen die aan het onderzoek hebben deelgenomen een goede afspiegeling vormen van de totale (volwassen) bevolking. Tabel 2. Representativiteit naar geslacht en leeftijd, in procenten responsgroep bevolking Sittard-Geleen 18+ geslacht: - mannen 45,9 48,6 - vrouwen 53,4 51,4 - onbekend 0,7 leeftijd: - 18 t/m 34 jaar 13,3 22,1-35 t/m 54 jaar 37,5 38,3-55 t/m 74 jaar 38,6 29,4-75 jaar en ouder 9,6 10,2 - onbekend 1,0 Uit tabel 2 valt af te lezen dat de deelnemers aan het onderzoek qua geslacht en leeftijd een vrij aardige afspiegeling vormen van de totale bevolking. Kijken we naar het geslacht, dan zien we dat er sprake is van een lichte ondervertegenwoordiging van mannen en lichte oververtegenwoordiging van vrouwen in de responsgroep. Een blik op de leeftijd laat zien dat de leeftijdsgroepen (18-34 jaar), (35-54) en bejaarden (75 jaar en ouder) iets ondervertegenwoordigd zijn en de tussenliggende leeftijdscategorie (55-74 jaar) iets oververtegenwoordigd is in de respons. Om deze kleine afwijkingen naar geslacht en leeftijd te corrigeren, heeft weging plaatsgevonden. Dit is een bij steekproefonderzoek gebruikelijke statistische techniek waarbij de onderzoeksgegevens (door middel van een vermenigvuldigingsfactor) zodanig worden herberekend dat de samenstelling van de responsgroep vrijwel exact gelijk is aan de feitelijke bevolkingssamenstelling. Behalve op geslacht en leeftijd zijn de onderzoeksresultaten verder ook nog gewogen naar woonbuurt. Op die manier is ervoor gezorgd dat de personen die aan het onderzoek hebben meegedaan representatief zijn voor de totale bevolking van de buurt waarin ze wonen, en in het verlengde daarvan ook van de gemeente Sittard-Geleen. 162

1.5. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid De essentie van steekproefonderzoek is, dat door het ondervragen van een beperkt deel (steekproef) van de bevolking niet alleen uitspraken worden gedaan over degenen die geënquêteerd zijn, maar ook over de totale populatie waaruit die steekproef is getrokken, in dit geval de (volwassen) bevolking van Sittard- Geleen. Daarbij dient men wel steeds te beseffen dat dit steekproefonderzoek een benádering van de werkelijkheid vormt: geen enkele steekproef is een exacte afspiegeling van de totale bevolking. Dit hoeft op zich geen bezwaar te zijn zolang de marges waarbinnen de steekproefonnauwkeurigheid valt bekend (en acceptabel) zijn. Daartoe kunnen de zogenaamde nauwkeurigheidsmarges van de steekproef worden berekend; binnen deze marges vallen de werkelijke uitkomsten voor de totale bevolking. Normaliter wordt bij het berekenen van de nauwkeurigheidsmarges uitgegaan van 95 procent betrouwbaarheid. Dit betekent dat wanneer het onderzoek 100 maal herhaald wordt, 95 keer een waarde gevonden wordt die binnen de berekende nauwkeurigheidsmarges ligt. Tabel 3 laat uitgaande van een betrouwbaarheid van 95 procent voor verschillende steekproefgroottes en voor verschillende mogelijke antwoordpercentages zien hoe groot de nauwkeurigheidsmarges zijn. Tabel 3. Nauwkeurigheidsmarges steekproefgroottes, op basis van 95 procent betrouwbaarheid. netto steekproefgrootte (= aantal respondenten) 10% of 90% 20% of 80% 30% of 70% 40% of 60% 50% 100 5,9 7,8 9,0 9,6 9,8 200 4,2 5,5 6,3 6,8 6,9 300 3,4 4,5 5,2 5,5 5,7 400 2,9 3,9 4,5 4,8 4,9 500 2,6 3,5 4,0 4,3 4,4 1.000 1,9 2,5 2,8 3,0 3,1 2.000 1,3 1,7 2,0 2,1 2,2 3.000 1,1 1,4 1,6 1,7 1,8 4.000 0,9 1,2 1,4 1,5 1,5 Een voorbeeld: bij een steekproefgrootte van 1.000 inwoners en een responspercentage van bijv. 20 procent is de nauwkeurigheidsmarge plus of min 2,5 procent, dat wil zeggen dat het werkelijke percentage in de onderzoekspopulatie tussen 17,5 procent en 22,5 procent ligt. 163

Voor de volledigheid moet nog vermeld worden dat bovenstaande nauwkeurigheidsmarges uitsluitend betrekking hebben op uitkomstpercentages die een proportie uitdrukken, bijvoorbeeld het aandeel tevredenen. Indien de uitkomsten níet gebaseerd zijn op proporties maar op gemiddelden, zoals bij schaalscores of rapportcijfers, zijn andere nauwkeurigheidsmarges van toepassing. Deze marges zijn kleiner dan die in bovenstaande tabel, dat wil zeggen de nauwkeurigheid van deze gemiddelde uitkomsten is (nog) groter. Zelfs op het analyse-niveau, van buurt, zijn de nauwkeurigheidsmarges van gemiddelden nog alleszins acceptabel; uitgaande van bijvoorbeeld 150 respondenten (het nagestreefde minimum-aantal geslaagde enquêtes per buurt wijkt de werkelijke waarde van een gemiddeld rapportcijfer met 95 procent zekerheid niet meer dan 0,2 punt af. Bij grotere steekproeven, zoals op het niveau van de gemeenten, zijn de afwijkingen te verwaarlozen. 164

Plattegrond Sittard-Geleen 165