Beroepsprofiel juni 2013



Vergelijkbare documenten
Beroepsprofiel Mei 2017

Spelen als vak speltherapie in beeld gebracht

Kerncompetenties psychotherapeut

Voorwoord 1 3. Inleiding 1 5 Inhoud van het boek 20

Vakken TOP IB-opleiding. Onderwijsbegeleiding

beroepscode 6 e versie juni 2015

SPELREGELS Stichting Tussenspel. Spelregels Stichting Tussenspel 1

jongeren. het beste in verdieping en

Registratieregeling Leertherapeut Psychotherapie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Systemisch kijken, werken en (be)handelen De systeemtherapeut en de systeemtherapeutisch werker

De verpleegkundige relatie in een residentiële setting binnen Mentalisation Based Treatment

Opleiding ouderbegeleiding

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Inhoud. Voorwoord 8. Inleiding 10

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

(Dag) Behandeling (licht) verstandelijk beperkten

Integrale lichaamsmassage

Psychotherapie. brochure. Praktijk de Cocon

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER

Beroepscompetentieprofiel gastouder

Inleiding Sociale psychiatrie 19 Ivonne van der Padt. 2 Elementen van een sociaal- psychiatrische methodiek 45 Ben Venneman

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Jongeren in therapie

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven.

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE Modeltraject eerste jaar Semester 1 OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

Specialistische GGZ-zorg voor kinderen en jongeren.

MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING. Henk Smeijsters

Professionele verantwoordelijkheid, bekwaamheid en bevoegdheid

Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie

Opleiding Creatieve methodieken: experimenteren met vele talen Mieke Faes

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Zorgmodule Individuele Psychomotorische Therapie (IPMT)

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Disclosure belangen sprekers

PROGRAMMA SPECIALISTISCHE OPLEIDING TOT KLINISCH NEUROPSYCHOLOOG THEORETISCH ONDERWIJS. Algemene inleiding

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Competentiematrix Master Pedagogiek

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken

therapieën [ therapie voor positieve gedragsverandering ]

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit

Inhoud. plaatsbepaling en verklaringsmodel met een verstandelijke beperking Literatuur verstandelijke beperking...

De ondersteuning van de Kindbehartiger bestaat uit de volgende onderdelen:

Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor Meer info?

Post-hbo cognitief gedragstherapeutisch werker. Kinderen en jeugdigen

Omschrijving van het deskundigheidsgebied. van de IMH-specialist

OPEN INSCHRIJVING UTRECHT

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen)

Competentie-invullingsmatrix

Competenties systeemtherapeutisch werker (STW) versie 15 januari 2015

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Specialistische GGZ-zorg voor kinderen en jongeren.

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Specialistische GGZ-zorg voor kinderen en jongeren.

SCHOOLGERICHT MAATSCHAPPELIJK WERK

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT

Competentieprofiel Gezondheidszorgpsycholoog

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

Postmaster opleiding systeemtherapeut

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Contextbegeleiding laagintensief

Inhoud. Deel I Het verpleegkundig beroep in beeld. Deel II Methodisch werken

Modulaire opleiding systeemtherapie

Autismespectrumstoornissen bij volwassenen Een directief therapeutisch perspectief op behandeling en begeleiding

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Logopedie en audiologie

Reactie vanuit de psychologische praktijk M A R L E E N D E C R U Y E N A E R E I N G R I D D E B E U R M E P S Y C H O L O G E N, U Z L E U V E N

Jeugd- en gehandicaptenzorg: de modules

Functieprofiel doktersassistent(e)

OW09A. Outreachend Werken met jeugdigen en gezinnen. Post-hbo opleiding. mensenkennis

Basiscursus Cliëntgerichte Psychotherapie

FUNCTIEHANDBOEK PROTESTANTS CHRISTELIJK PRIMAIR ONDERWIJS LELYSTAD

EFFECTIVITEIT VAN METHODIEKEN VOOR SLACHTOFFERS

Gedragsindicatoren HBOV cohort

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

Professionele bachelor in de Ergotherapie

Vaktherapie: Wat werkt?

Deze nieuwsbrief is bestemd voor de professionals jonge kind van de Utrechtse basisscholen, peutercentra en kinderdagverblijven.

Supervisiereglement van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie

Projectplan Affectregulerende Vaktherapie Versie

Grenzen en mogelijkheden van een samenwerkingsverband vanuit het perspectief van leidinggevenden

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

MEMO. Maatschappelijke Ontwikkeling Projectorganisatie ROB. Aan Bert Frings. Datum Opgesteld door, telefoonnummer Mirjam Derks, 2739

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Onderzoek in Vaktherapie

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

Trainingen, workshops en coaching

De 6 Friesland College-competenties.

Infomoment INLEIDING STRUCTUUR VAN DE OPLEIDING. zaterdag 21 januari van 10.00u tot 14.00u KTA1 Vildersstraat Hasselt

Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

HIC, specialisatie kinderen

Inhoud. Voorwoord 13 Inleiding 15

Post-hbo opleiding spelobservatie en Sandplay

Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik

Transcriptie:

Beroepsprofiel juni 2013

Inhoud 1. Inleiding 1.1 Status Beroepsprofiel 1.2 Definities 1.3 Domeinafbakening 2. Speltherapie 2.1 Beroepsdefinitie 2.2 Doelgroep 2.3 Werkvelden 2.4 Theoretische basis 3. Vakinhoudelijke en algemeen professionele Competenties 3.1 Basishouding 3.2 Kenniscompetenties 3.3 Handelingscompetenties 3.4 Communicatieve competenties 3.5 Beroepsethiek 3.6 Beroepsontwikkeling 4. Literatuur 1

1. Inleiding 1.1 Status Beroepsprofiel Beroepsprofiel In dit Beroepsprofiel, opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Speltherapeuten (NVVS), worden de beroepscompetenties van de speltherapeut omschreven. Het Beroepsprofiel beoogt een instrument te zijn om de kwaliteit en de positie van het beroep te bevorderen en te bewaken. Dit Beroepsprofiel is van toepassing op alle gediplomeerde/gecertificeerde speltherapeuten die lid zijn van de NVVS. Het eerste beroepsprofiel van de NVVS werd in juni 2000 door de leden aangenomen. Nieuwe ontwikkelingen en inzichten maakten herziening noodzakelijk. Een revisie van het Beroepsprofiel is tot stand gekomen na twee expertmeetings in het najaar van 2008. In 2013 is het Beroepsprofiel herzien na raadpleging van de NVVS-intervisiegroepen. De volgende revisie vindt uiterlijk plaats in 2018. Beroepscode De Beroepscode NVVS (2008) dient als leidraad voor het juridisch/ethisch handelen van de gediplomeerde leden van de NVVS. Deze staat naast het Beroepsprofiel, waarin het beroepsinhoudelijk handelen is beschreven. NVVS-Richtlijnen In het Beroepsprofiel wordt verwezen naar een aantal NVVS-Richtlijnen. Deze zijn ten tijde van vaststelling van dit Beroepsprofiel nog in ontwikkeling. Meer informatie over deze richtlijnontwikkeling is te vinden op het ledendeel van de NVVS-website. Vastgestelde NVVS-Richtlijnen maken onderdeel uit van het Beroepsprofiel en worden in bijlagen bij het Beroepsprofiel opgenomen. NVVS-Richtlijnen zullen in vijfjaarlijkse cycli gereviseerd worden. 1.2. Definities Bepaling van de in dit beroepsprofiel gebruikte begrippen: Speltherapeut: Persoon die een door de NVVS erkende opleiding voor speltherapie met goed gevolg heeft afgerond en die als gediplomeerd/gecertificeerd lid staat ingeschreven bij de NVVS. Cliënt: De persoon die bij een speltherapeut in behandeling is. Omdat de cliënten van een speltherapeut overwegend minderjarig zijn, kunnen zij niet los gezien worden van hun wettelijke vertegenwoordiger(s). Cliëntsysteem: De cliënt en de personen die voor de cliënt en/of de behandeling belangrijk zijn. 1.3 Domeinafbakening De behandeldoelstellingen van de speltherapeut vertonen overeenkomsten met die van vaktherapeutische-, psychotherapeutische-, medische-, agogische- en gedragswetenschappelijke beroepsgroepen werkzaam voor dezelfde doelgroepen. Speltherapeuten gebruiken echter specifieke middelen, werkvormen, materialen en technieken om de gestelde doelen te bereiken. Het meest kenmerkende is het medium spel. Binnen de genoemde beroepsgroepen wordt als aanvulling op de eigen werkwijze soms ook gebruik gemaakt van spel. De inzet van spel is bij de speltherapeuten echter verweven in hun basisfilosofie en persoonlijke en professionele ontwikkeling. 2

2. Speltherapie 2.1 Beroepsdefinitie Speltherapie is een vorm van psychotherapeutische behandeling, waarbij het spel en de therapeutische relatie op methodische wijze worden ingezet. Doelstellingen Speltherapie is erop gericht om een (dreigende) stagnatie in de ontwikkeling of het functioneren van een cliënt op te heffen en een optimale groei en ontwikkeling te bereiken. Middels speltherapie kan een cliënt komen tot verandering, ontwikkeling, stabilisatie of acceptatie op emotioneel, gedragsmatig, cognitief, sociaal of lichamelijk gebied. Therapeutische relatie De speltherapeutische relatie is gebaseerd op een cliëntgerichte basishouding van de therapeut. De speltherapeut heeft een positief focus en richt zich op het herstellen en versterken van de eigen vermogens van de cliënt. Spel In de veilige en vrije situatie van het spel kan de cliënt zich uiten en eigen gevoelens, gedachten, ervaringen en gedrag exploreren en controle ervaren in het omgaan met de wereld om zich heen. Spel biedt unieke expressie-, exploratie- en ervaringsmogelijkheden, die kunnen leiden tot ontwikkeling en verandering bij de cliënt. Context De individuele moeilijkheden en mogelijkheden van een cliënt worden door speltherapeuten gezien in de context van de situatie. De speltherapeut richt zich op de aangemelde cliënt en de personen uit het cliëntsysteem, die voor de cliënt en/of de behandeling belangrijk zijn. 2.2 Doelgroep Cliënten worden veelal voor speltherapie aangemeld omdat zij (dreigen) vast (te) lopen in hun ontwikkeling of functioneren. Speltherapeuten behandelen cliënten in verband met emotionele-, sociale- en ontwikkelingsproblemen, waaronder problemen op het gebied van traumaverwerking, hechting, gedrag, persoonlijkheid, psychosomatiek en problemen in de leefomgeving. Speltherapie is geëigend voor cliënten voor wie spel een natuurlijk of bruikbaar middel is om te communiceren en voor wie spel een therapeutische ingang biedt. Speltherapie is bij uitstek geschikt voor de behandeling van kinderen. Daarnaast biedt speltherapie goede behandelmogelijkheden voor (volwassen) mensen met een verstandelijke beperking. In de afgelopen jaren zijn methodes ontwikkeld om ook met jongeren, volwassenen en gezinnen te kunnen werken met de therapeutische mogelijkheden van spel. Aangezien de cliënten van een speltherapeut overwegend minderjarig zijn, dient in speltherapie rekening gehouden te worden met de afhankelijkheid van kinderen van hun opvoeders, een factor die specifiek is voor kindertherapie (Verheij, 2005). 2.3 Werkvelden Speltherapeuten in Nederland zijn werkzaam in de volgende wervelden: jeugdhulpverlening, het (speciaal) onderwijs, de geestelijke gezondheidszorg, (semi-)residentiële instellingen voor mensen met een beperking (verstandelijk, lichamelijk of communicatief), de gezondheidszorg en in vrij gevestigde praktijken. 3

2.4 Theoretische basis Speltherapie, zoals dat in de speltherapie-opleidingen in Nederland onderwezen wordt, vindt haar historische basis in de theorieën van de experiëntiële kindertherapie (Verheij, 2005). Dit omvat de cliënt-centered therapie (Rogers, toegepast voor kinderen; Axline, 1969; en Moustakas, 1977) en de Beeldcommunicatie (Hellendoorn e.a., 1981). Beiden gaan uit van een fenomenologische mensvisie en stellen de subjectieve ervaring van de mens centraal. En in beide speltherapiemethoden vormen onvoorwaardelijke acceptatie, echtheid en empathie de basisattitude van de speltherapeut. De therapeutische theorieën en benaderingen van speltherapie zijn tegenwoordig uiteenlopend. Naast de cliëntgerichte basisattitude, hebben aspecten uit ondermeer de psychodynamische therapie, de cognitieve gedragstherapie, de steungevende kinderpsychotherapie, de oplossingsgerichte therapie en de systeemtheorie een plaats in de speltherapie (Raaijmakers, 2008; Kerseboom en Nolen, 2008). Deze diversiteit in theoretische speltherapeutische benaderingen is een reflectie van het feit dat er een veelheid van therapeutische veranderingsmechanismen inherent is aan spel (Schaefer Ed., 2003). Tal van therapeutische stromingen hebben vanuit een eigen perspectief theorieën ontwikkeld over de inzet van spel in behandeling. Zij accentueren de mechanismen van spel in relatie tot begrippen als communicatie, interactie, expressie, objectrelatie, transitionele ruimte, vrijheid en veiligheid, waarnemen, ervaren, betekenisverlening, ego-versterking, verandering en verwerking. Hellendoorn (1998) geeft aan dat in principe alle vormen en aspecten van spel in de therapie benut kunnen worden. Mede dankzij neurowetenschappelijk onderzoek en een evidence based benadering kan steeds beter onderbouwd en aangetoond worden waarom spel en andere non-verbale en/of expressieve middelen therapeutisch werken (o.a. Solomon & Siegel, 2003; Russ & Niec, 2011). Vanuit groeiende kennis over de werking van neuropsychologische processen en de invloed van spel op cognitieve, affectieve, relationele processen en op het adaptieve en creatieve vermogen kunnen implicaties gegeven worden voor effectief handelen in speltherapie (Russ, 2004; Crenshaw, 2006; Raaijmakers, 2007; Smeijsters, 2008). 4

3. Vakinhoudelijke en algemeen professionele Competenties 3.1 Basishouding De speltherapeut: 1. Heeft een cliëntgerichte basishouding, gekenmerkt door onvoorwaardelijke acceptatie, empathie, echtheid, congruentie en transparantie. 2. Heeft een speelse basishouding, waarbij hij/zij inspeelt op momenten van interactie met de cliënt en zich op flexibele en creatieve wijze openstelt voor therapeutische kansen. 3. Reflecteert op het eigen professioneel/therapeutisch handelen. 4. Heeft een positief focus op de cliënt en is op de eerste plaats gericht op de mogelijkheden van de cliënt. 5. Gebruikt zijn/haar eigen persoon als middel in de speltherapie, zonder daarbij de professionele houding te verliezen. De speltherapeut weet gevoelens van overdracht en tegenoverdracht in de therapeutische relatie te herkennen en te hanteren. 6. Verhoudt zich vanuit een houding van meerzijdige partijdigheid tot de cliënt en de betrokkenen in het cliëntsysteem. 3.2 Kenniscompetenties De speltherapeut heeft kennis van: 1. Spelontwikkeling, theorieën over spelen en de therapeutische werking van spel. 2. Ontwikkelingspsychologie, waaronder hechtingstheorie, (ortho)pedagogische en ouderschapstheorieën. 3. Ontwikkelingspsychopathologie en de classificatiesystemen om ontwikkelingsstoornissen te beschrijven. 4. (Psycho-)therapeutische stromingen en methodieken, waaronder in ieder geval Experiëntiële therapie: Cliëntgerichte therapie en Beeldcommunicatie; en verder: psychodynamische therapie, (cognitieve) gedragstherapie, oplossingsgerichte therapie, narratieve therapie, gezinsgerichte therapie. 5. Werkveldspecifieke protocollen en richtlijnen (zoals meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling) en werkveldspecifieke juridische kennis (bijv. Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, familie- en jeugdrecht, privacywetgeving). 6. De sociale kaart, waaronder kennis van: a. Jeugdhulpverleningsinstanties; b. Pedagogische en onderwijskundige instanties; c. GGZ instanties; d. (J)GZ instanties; 5

3.3 Handelingscompetenties De speltherapeut is in staat: M.b.t. Beeldvorming 1. Informatie te verzamelen, c.q. een systematische dossieranalyse uit te voeren en hieruit observatievragen en/of therapeutische doelen te destilleren. 2. Specifiek speltherapeutische (proces)diagnostiek te verrichten. 3. Met spelobservaties een bijdrage te leveren aan algehele (proces)diagnostiek. M.b.t. Behandelplanning 4. Indicaties en contra-indicaties voor speltherapie te stellen en deze te onderbouwen. 5. Cliënten waar nodig door te verwijzen. 6. Een speltherapeutisch behandelplan op te stellen, waarin o.a. toetsbare behandeldoelen, werkwijze, tijdsplanning en werkafspraken zijn opgenomen. M.b.t. Behandeling 7. Een speltherapeutische behandeling uit te voeren, waarbij spel gehanteerd wordt als (primair) communicatiemiddel. 8. Op methodische wijze gebruik te maken van de behandelmogelijkheden van spel en aanverwante therapeutische middelen. 9. De (spel)therapeutische reacties en interventies af te stemmen op het begripsniveau, de belevingswereld en de draagkracht van de cliënt en op de fasen in de therapie. 10. In de keuze van de interventies in de therapie waar nodig te sturen op het proces en de cliënt te volgen op de inhoud. 11. In het spel de hulpvraag en de hulpbronnen van de cliënt te herkennen. En te bevorderen dat deze hulpbronnen door de cliënt worden gebruikt en gegeneraliseerd naar situaties buiten de speltherapie. 12. De cliënt te behandelen binnen de context van een cliëntsysteem, waarbij (de ontwikkeling van) de cliënt centraal blijft staan; in dit kader familieleden en/of andere direct betrokkenen te betrekken bij de behandeling van de cliënt en met hen te werken vanuit een samenwerkingsrelatie en/of ouderbegeleidende positie. 13. Speltherapeutische behandeling uit te voeren in de context van het werkveld, c.q. de werkplek. 14. Verslag te leggen van de behandeling en een transparante dossiervoering te hanteren. M.b.t. Afstemming 15. Overeenstemming te bereiken over doel en werkwijze van de speltherapie met de cliënt en de betrokkenen uit het cliëntsysteem. 16. Zonodig contact te leggen met andere disciplines, onder wie ouderbegeleiders, leerkrachten, pedagogisch medewerkers, artsen, pedagogen, psychologen of andere therapeuten. 17. Samen te werken in een multidisciplinair team en/of met andere hulpverleners in het cliëntsysteem. M.b.t. Randvoorwaarden 18. Zorg te dragen voor de randvoorwaarden voor speltherapie, zoals accommodatie en spelmaterialen. 19. Zorg te dragen voor de vereiste administratie. 6

3.4 Communicatieve competenties De speltherapeut is in staat: 1. Een therapeutische relatie met de cliënt op te bouwen en te onderhouden, waarin: 1.a. De therapeut aansluit bij het ontwikkelingsniveau, de belevingswereld, de (culturele) achtergrond en het referentiekader van de cliënt; 1.b. De therapeut inhoud en werkwijze van de speltherapie kan uitleggen; 1.c. De therapeut zijn/haar eigen grenzen weet te bewaken bij grensoverschrijdend gedrag van de cliënt of personen uit het cliëntsysteem; 2. De cliënt en de betrokkenen uit diens cliëntsysteem open en respectvol te bejegenen. 3. Spel als communicatiemiddel te gebruiken en actief een (speelse) dialoog met de cliënt aan te gaan. 4. Een professionele relatie op te bouwen en te onderhouden met betrokkenen uit het cliëntsysteem, waarin de therapeut in begrijpelijke taal en op effectieve wijze mondelinge informatie verschaft en (voortgangs)gesprekken voert, rekening houdend met de belangen van de cliënt. 5. In begrijpelijke taal doel- en doelgroepgericht te rapporteren aan cliënten, ouders/opvoeders, collega's in een multidisciplinair team en betrokken hulpverleningsinstanties, rekening houdend met de belangen van de cliënt. 6. Doelmatig collegiaal en interdisciplinair overleg te voeren. 7. Zich als speltherapeut te profileren binnen een multidisciplinair team en/of naar andere hulpverleners in het cliëntsysteem. 3.5 Beroepsethiek De speltherapeut: 1. Werkt volgens de Beroepscode van de NVVS. 2. Werkt volgens NVVS-Richtlijnen, wanneer deze vastgesteld zijn en daar waar deze van toepassing zijn. 3. Is integer in de relatie ten opzichte van de cliënt en betrokkenen uit het cliëntsysteem. 4. Is zich bewust van eigen waarden en normen en hoe dit een rol kan spelen in de therapie. 3.6 Beroepsontwikkeling De speltherapeut ontwikkelt zijn/haar kennis en kunde door: 1. Deel te nemen aan intervisie en supervisie. 2. Op de hoogte te blijven van relevante (wetenschappelijke) ontwikkelingen in het eigen vakgebied. 3. Deel te nemen aan bij- en nascholing aansluitend op de eigen beroepspraktijk. 4. Te streven naar (her)registratie in het beroepsregister van de NVVS. 5. Een bijdrage te leveren aan vakontwikkeling en verdere professionalisering op het gebied van speltherapie. 7

4. Literatuur Bij de totstandkoming van dit beroepsprofiel is gebruik gemaakt van de volgende literatuur: Axline, V.M. (1969). Play Therapy. New York: Ballatine Books. Federatie Vaktherapeutische Beroepen (2008) Profiel van de vaktherapeutische beroepen. Utrecht: FVB. Groothoff, E., Jamin, H. de Beer-Hoefnagels, E. (2009), Spel in psychotherapie. Theorie, techniek en toepassing, Assen: Van Gorcum. Hellendoorn, J., Groothof, E., Mostert, P. & Harinck, F. (1981). Beeldcommunicatie een vorm van kinderpsychotherapie. Deventer: Van Loghum Slaterus. Kerseboom, R. & Nolen, A. (2008). Spelen als vak. Speltherapie in beeld gebracht. Tijdschrift voor vaktherapie, 4 (3), (p. 23-29). LeBlanc, M. & Ritchie, M. (2001). A meta-analysis of play therapy outcomes. In: Counseling Psychology Quarterly, 14 (2), (p. 149-163). Moustakas, C. (1977). Speltherapie. Rotterdam: Lemniscaat. Nederlandse Vereniging van Speltherapeuten (2008). Beroepscode. Raaijmakers, L. (red.) (2009). Speltherapie in kaart. Het proces van totstandkoming van doelstellingen. Werkgroep Vakontwikkeling, Nederlandse Vereniging van Speltherapeuten Raaijmakers, L. (2005). Welk bewijs is er dat speltherapie werkt? Essay Masteropleiding Vaktherapieën, Sittard: Hogeschool Zuyd. Raaijmakers, L. (2006). Praktijkverkenning in de speltherapie. Inventarisatie van werkplekken en werkinhoud van ervaren speltherapeuten in Nederland ten behoeve van verder praktijkonderzoek. Essay Masteropleiding Vaktherapieën. Heerlen: Hogeschool Zuyd. Raaijmakers, L. (2008). Verbeeldend spel in therapie: een theoretische verkenning naar de werkzame aspecten van verbeeldend spel. Essay Masteropleiding Vaktherapieën, Heerlen: Hogeschool Zuyd. Raaijmakers, L. (2008). Spelen met nieuwe mogelijkheden, een gefundeerde benadering. Rapportage van een onderzoek naar de motieven die ten grondslag liggen aan het handelen van ervaren speltherapeuten. Essay Masteropleiding Vaktherapieën. Heerlen: Hogeschool Zuyd. Ray, D., Bratton, S., Rhine, T.& Jones, L. (2001). The effectiveness of play therapy: Responding to the critics. In: International Journal of Play Therapy, 10 (1) (p. 85-108). Russ, S.W. (2004), Play in child development and psychotherapy. Toward empirically supported practice. Mahwah, NJ: Lwarence Erlbaum Associates. Russ, S. & Niec, L. (Ed.) (2011). Play in clinical practice. Evidenced-Based Approaches. New York: Guilford Press. Schaefer, C. E. (Ed.) (2003). Foundations of Play Therapy. Hoboken: John Wiley & Sons. Verheij, F. (red.) (2005). Integratieve Kinder- en jeugdpsychotherapie. Assen: Koninklijke Van Gorcum. 8