Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar

Transcriptie

1 BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES De pas afgestudeerde kan: 1.1 via dossierstudie en specifiek ergotherapeutisch assessment de mogelijkheden en de beperkingen van de cliënt en het cliëntsysteem exploreren en inventariseren, in onderlinge samenspraak (be)handeldoelen bepalen en zijn ergotherapeutische interventies plannen. 1.2 de cliënt en het cliëntsysteem tijdens het behandelingstraject methodisch begeleiden, en dit proces evalueren. 2. de cliënt en het cliëntsysteem adviseren rond aanpassingen en hulpmiddelen in verband met wonen, werken en vrije tijd. 3. samenwerken in en overleggen met een team en zich hierin professioneel profileren. 4. doelgericht observeren, zijn observatiegegevens evalueren, en deze op een professionele manier mondeling en schriftelijk rapporteren naar het team of naar andere instanties. 5. sociaal vaardig communiceren met de cliënt en het cliëntsysteem, met het behandelteam en de verschillende instanties waarmee wordt samengewerkt. 6. Vanuit de principes van management en kwaliteitszorg verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutische interventies in het kader van een interdisciplinaire werking. 7.1 zich profileren als ergotherapeut in de zorg- en welzijnssector in een multiculturele samenleving. 7.2 handelen vanuit verschillende ergotherapeutische modellen met inzicht in het ergotherapeutisch paradigma en kennis van de deontologie van zijn beroep. 8. wetenschappelijke professionele informatie zelfstandig verwerven en verwerken; actief gebruik maken van ICT; wetenschappelijke onderzoeksresultaten beoordelen, synthetiseren en toepassen. 9. De brede maatschappelijke veranderingen in zijn beroepsuitoefening betrekken en actief omgaan met beroepsvernieuwing en levenslang leren. Behandelaar Adviseur Teamlid Observator Medewerker aan kwaliteitszorg bewaker Gezondheidswerker Toepasser van wetenschappen Sociaal communicator Beroepsinnovator ALGEMENE COMPETENTIES Beroepsspecifiek kunnen redeneren X X X X X X X Beroepsspecifieke informatie zelfstandig en kritisch kunnen verwerven en verwerken X Kritisch kunnen reflecteren op het beroepsspecifieke functioneren X X X X X X X X X X X Geconfronteerd met 'nieuwe' beroepsspecifieke problemen door combinatie van bestaande oplossingen planmatig een eigen oplossing kunnen genereren/tot stand brengen of op externe deskundighed een beroep kunnen/willen doen. X X X X X X X Courante leidinggevende taken kunnen uitvoeren X X In het Nederlands mondeling en schriftelijk over beroepsspecifieke onderwerpen kunnen communiceren met vertelgenwoordigers van het eigen beroepenveld en met vertegenwoordigers van andere beroepenvelden. X X X Inzicht hebben in de beperktheden van de eigen beroepsspecifieke competenties en de bereidheid om deze via het volgen van opleiding weg te werken. (ingesteldheid tot levenslang leren) X ALGEMENE BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES Met anderen in een internationale, multiculturele en/of multidisciplinaire omgeving kunnen werken Beroepspecifieke inzichten kunnen gebruiken bij het planmatig oplossen van een grote variëteit aan authentieke (en dus complexe) professionele problemen / het uitvoeren van uiteenlopende en authentieke beroepsopdrachten in overeenstemming met beroepsspecifieke vereisten (oplosingsgericht kunnen werken) X X X X X X Begrip en betrokkenheid hebben ontwikkeld m.b.t. ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van beroepsspecifieke inzichten en gebruiken. X X X X

2 BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES: 1.1 via dossierstudie en specifiek ergotherapeutisch assessment de mogelijkheden en de beperkingen van de cliënt en het cliëntsysteem exploreren en inventariseren, in onderlinge samenspraak (be)handeldoelen bepalen en zijn ergotherapeutische interventies plannen. 1.2 de cliënt en het cliëntsysteem tijdens het behandelingstraject methodisch begeleiden, en dit proces evalueren. 2. de cliënt en het cliëntsysteem adviseren rond aanpassingen en hulpmiddelen in verband met wonen, werken en vrije tijd. 3. samenwerken in en overleggen met een team en zich hierin professioneel profileren. 4. doelgericht observeren, zijn observatiegegevens evalueren, en deze op een professionele manier mondeling en schriftelijk rapporteren naar het team of naar andere instanties. 5. sociaal vaardig communiceren met de cliënt en het cliëntsysteem, met het behandelteam en de verschillende instanties waarmee wordt samengewerkt. 6. Vanuit de principes van management en kwaliteitszorg verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutische interventies in het kader van een interdisciplinaire werking. 7.1 zich profileren als ergotherapeut in de zorg- en welzijnssector in een multiculturele samenleving. 7.2 handelen vanuit verschillende ergotherapeutische modellen met inzicht in het ergotherapeutisch paradigma en kennis van de deontologie van zijn beroep. 8. wetenschappelijke professionele informatie zelfstandig verwerven en verwerken; actief gebruik maken van ICT; wetenschappelijke onderzoeksresultaten beoordelen, synthetiseren en toepassen. 9. de brede maatschappelijke veranderingen in zijn beroepsuitoefening betrekken en actief omgaan met beroepsvernieuwing en levenslang leren. Behandelaar Adviseur Teamlid Observator en rapporteur Sociaal communicator Gezondheidswerker Toepasser van wetenschappen Medewerker aan kwaliteitszorg Beroepsinnovator Competentietabel tweede opleidingsjaar van het modeltraject Bachelor in de ergotherapie Opleidingsonderdelen 18. Anatomie Fysiologie Bijzondere pathologie Traumatologie Pathologie van het bewegingsstelsel en de orgaansystemen 21. Bijzondere pathologie Psychiatrie Neuropathologie Religie, zingeving en levensbeschouwing Wetenschappelijke literatuur en onderzoek 23.1 Seminarieweek assessment Methodiek wetenschappelijk onderzoek Grondslagen van de ergotherapie Statistiek Kinesiologie Fysieke disfuncties Psycholsociale disfuncties Psychosociale disfuncties Sociale vaardigheden Psychosociale disfuncties Geriatrie Ontwikkelingsdisfuncties 31.1 Psychologie en pedagogie Leerstoornissen Fysieke ontwikkelingsdisfuncties Verstandelijke ontwikkelingsdisfuncties Stage

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

98

99

100

101

102

103

104

105

106

107

108

109

110

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120

121

122

123

124

125

126

127

128

129

130

131

132

133

134

135

136

137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

147

148

149

150

151

152

153

154

155

156

157

158

159

160

161

162

163

164

165

166

167

168

169

170

171

172

173

174

175

176

177

178

179

180

181

182

183

184

185

186

187

188

189

190

191

192

193

194

195

196

197

198

199

200

201

202

203

204

205

206

207

208

209

210

211 BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES: 1.1 via dossierstudie en specifiek ergotherapeutisch assessment de mogelijkheden en de beperkingen van de cliënt en het cliëntsysteem exploreren en inventariseren, in onderlinge samenspraak (be)handeldoelen bepalen en zijn ergotherapeutische interventies plannen. 1.2 de cliënt en het cliëntsysteem tijdens het behandelingstraject methodisch begeleiden, en dit proces evalueren. 2. de cliënt en het cliëntsysteem adviseren rond aanpassingen en hulpmiddelen in verband met wonen, werken en vrije tijd. 3. samenwerken in en overleggen met een team en zich hierin professioneel profileren. 4. doelgericht observeren, zijn observatiegegevens evalueren, en deze op een professionele manier mondeling en schriftelijk rapporteren naar het team of naar andere instanties. 5. sociaal vaardig communiceren met de cliënt en het cliëntsysteem, met het behandelteam en de verschillende instanties waarmee wordt samengewerkt. 6. Vanuit de principes van management en kwaliteitszorg verantwoordelijkheid dragen voor de organisatie en het verloop van zijn ergotherapeutische interventies in het kader van een interdisciplinaire werking. 7.1 zich profileren als ergotherapeut in de zorg- en welzijnssector in een multiculturele samenleving. 7.2 handelen vanuit verschillende ergotherapeutische modellen met inzicht in het ergotherapeutisch paradigma en kennis van de deontologie van zijn beroep. 8. wetenschappelijke professionele informatie zelfstandig verwerven en verwerken; actief gebruik maken van ICT; wetenschappelijke onderzoeksresultaten beoordelen, synthetiseren en toepassen. 9. de brede maatschappelijke veranderingen in zijn beroepsuitoefening betrekken en actief omgaan met beroepsvernieuwing en levenslang leren. Behandelaar Adviseur Teamlid Observator en rapporteur Sociaal communicator Gezondheidswerker Toepasser van wetenschappen medewerker aan kwaliteitszorg Beroepsinnovator Competentietabel derde Eerste opleidingsjaar studiejaar van het Bachelor modeltraject in Bachelor ergotherapie in de ergotherapie KHBO Opleidingsonderdelen 35. Ergotherapie op meso- en macroniveau Sociaal recht Sociale voorzieningen Kwaliteitszorg en management Ergotherapie op meso- en macroniveau Beroepsethiek MPO en dringende hulpverlening Klinisch redeneren Geriatrie Fysieke disfuncties Klinisch redeneren Verstandelijke ontwikkelingsdisfuncties Fysieke ontwikkelingsdisfuncties Klinisch rederen Arbeid Psychosociale disfuncties Keuzepakket Eindwerk Stage