RUBRICS LA 2 UITDAGEND ONTWERPEN

Vergelijkbare documenten
De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

De criteria dragen bij aan de ontwikkeling van de volgende competenties en indicatoren:

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Beoordeling van het PWS

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

RUBRIC VERKLAREN. Toelichting

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

RUBRIC ARGUMENTEREN. Toelichting

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

(7-6 pt.) 1 x 6 Grotendeels, maar er zijn enkele lacunes aanwijsbaar

Toetsing Let op! Belangrijke data:

RUBRIC VERGELIJKEN. Toelichting

Eindopdracht Verbeterplan zorg aan chronisch zieken

Ingevuld door: BARBARA DE WILDT Functie: PLANNING & USAGE MANAGER

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Paper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.

BEOORDELINGSFORMULIER

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR NAJAAR 2014

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Faculteit Economie en Management Opleiding HBO-Rechten AFSTUDEEROPDRACHT (AOD) BEOORDELINGSFORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID. studiejaar

De maatlat verlengd: inclusief Associate Degree

Je weg vinden op het terrein in Ermelo

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

WERKING KIJKWIJZER BELEIDSVOEREND VERMOGEN: TOEGEPAST OP LOOPBAANBEGELEIDING IN DE SCHOLENGEMEENSCHAP

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Onderzoeksopdracht Kenniscentrum Noorderruimte (KCNR) Living Lab Health Space Design (HSD) september 2014

Rubrics onderzoeksopzet

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2)

De Taxonomie van Bloom Toelichting

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

Format beoordelingsformulier FEM voor geschreven afstudeerwerk: de afstudeeropdracht Toelichting over het gebruik van het formulier:

Onderzoeksopdracht Kenniscentrum Noorderruimte (KCNR) Living Lab Health Space Design (HSD) september Bewegen 2.0

Naam/logo beoordelende organisatie. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures. Verlenging. [naam EVC-aanbieder] Datum:

Active ageing bij kwetsbare ouderen: gedragsbeïnvloeding als sleutel voor een succesvol beweegklimaat

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Rubrics ten behoeve van de afstudeerrapportage specifiek voor een onderzoeksscriptie, kritische reflectie

Beoordelingsformulier KET Een gezondheidsbevorderende interventie ontwikkelen inclusief evaluatieplan

De onderbouwing in het ervaringscertificaat

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Medewerker onderwijsontwikkeling

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP REHOBOTHSCHOOL

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

Examinering NEVI PLP leergang 2013/2014 (onder voorbehoud van wijzigingen)

Voorblad Bachelor Thesis Eerste beoordelaar: 6 Tweede beoordelaar: 8

Full Name Weight (%) Cijfer. Wekelijkse Reflectieve Representatie. Interview Rolmodel 4 7. Essay over Sociaal Ondernemen

Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het eindproduct dient in ieder geval aan onderstaande criteria te

Beoordelingsformulier eindproduct of verslag

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Beoordelingscriteria kwartaal 1

op zoek naar good practices

Competentieprofiel Werkbegeleider

Toetsbekwaamheid SKE november 2016

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Zelfbeoordelingsformulier

BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSPRODUCTEN MASTER SEN. Claudia Maria Willemsen

Feedback- en beoordelingsformulier Eindverslag = 8

Competentiemanagement bij de federale overheid

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN Naam Datum

De beleving van de gemeenschappelijke woonruimte: Een virtual reality onderzoek

VRAAGONTWIKKELING bnr

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR 1 februari 2014

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR 1 februari 2014

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Competentie-invullingsmatrix

Proeve van bekwaamheid Commercie niveau 3 met voorwaardelijke meting

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014

Transcriptie:

RUBRICS LA 2 UITDAGEND ONTWERPEN Criterium 1: De principes die ten grondslag liggen aan onderwijskundige ontwerpmodellen en aan de toepassing er van kunnen verantwoorden (30 1.1 laat zien dat hij/zij de overeenkomsten en verschillen van onderwijskundige ontwerpmodellen begrijpt. (max. 10 duidelijk, accuraat en adequaat begrip van onevenwichtig en gedetailleerd begrip de relevante zwak begrip van van modellen de relevante de relevante de relevante modellen en toont ontwerpmodellen overeenkomsten de relevante de relevante en verschillen. overeenkomsten overeenkomsten en verschillen. en verschillen. Heeft van vijf ontwerpmodellen alle verschillen en overeenkomsten benoemd (geparafraseerd) Heeft goed (de essentie totaal omvattend) beargumenteerd in eigen woorden Heeft voorbeelden per overeenkomst en verschil toegevoegd Heeft van drie ontwerpmodellen alle verschillen en overeenkomsten benoemd (geparafraseerd) Heeft voldoende(de essentie grotendeels omvattend) beargumenteerd in eigen woorden Heeft voorbeelden per overeenkomst en verschil toegevoegd Heeft van twee ontwerpmodellen enkele verschillen en overeenkomsten (< 4) benoemd Heeft de essentie ten dele beargumenteerd en baseert zich hierbij op citaten Heeft enkele voorbeelden toegevoegd 1.2 Kan een keuze maken voor een ontwerpmodel (max. 10 waaruit blijkt dat alle voorbeelden de verschillen / de overeenkomsten overtuigend illustreren demonstreert overtuigend en met onevenwichtig en zelfvertrouwen het om de informatie over zwak vermogen om de verschillende de informatie over de informatie over de modellen toe te verschillende verschillende passen op een modellen toe te modellen toe te praktijkcontext en een passen op een passen op een keus voor een model praktijkcontext en praktijkcontext en te maken. een keus voor een een keus voor een model te maken. model te maken. Heeft een keuze gemaakt voor een ontwerpmodel en baseert zich op relevante argumentatie (met bronvermeldingen) voor wat betreft 1.de kernprincipes van het gekozen ontwerpmodel in relatie tot de visie van de opleiding 2.gemaakte of te maken beleidskeuzes Heeft een keuze gemaakt voor een ontwerpmodel en baseert zich op relevante argumentatie (met bronvermelding) voor wat betreft 1.de kernprincipes van het gekozen ontwerpmodel in relatie tot de visie van de opleiding 2.gemaakte of te maken beleidskeuzes Heeft een keuze gemaakt voor een ontwerpmodel en baseert zich hierbij op een globale argumentatie (met bronvermelding) 1.de kernprincipes van het gekozen ontwerpmodel in relatie tot de visie van de opleiding 2.gemaakte of te maken beleidskeuzes 3.de bruikbaarheid in relatie tot het 1

1.3 Uit het systematisch toepassen van ontwerpprincipes in het ontwerpmodel blijkt dat de kernprincipes van het gehanteerde model worden begrepen. (max. 10 3.de bruikbaarheid in relatie tot het gedefinieerde ontwerpprobleem 4. voegt aan de argumentatie nog andere steekhoudende overwegingen toe gebaseerd op geraadpleegde bronnen (> 10) en andere overwegingen waaruit persoonlijke visie, risicoanalyse en oordeelsvermogen blijkt 3.de bruikbaarheid in relatie tot het gedefinieerde ontwerpprobleem gedefinieerde ontwerpprobleem vermogen om met vermogen om onevenwichtig en inzicht en op adequaat en op oppervlakkig doelgerichte wijze hoofdlijnen het vermogen om het het gekozen model gekozen model voor gekozen model voor voor toepassing in toepassing in de eigen toepassing in de de eigen beroepscontext te eigen beroepscontext beschrijven beroepscontext context conceptueel context te te verantwoorden benoemen Er is sprake van een zeer compleet, consistent, samenhangend en transparant ontwerp inclusief de bijbehorende navolgbare argumentatie waarin alle stappen van het toegepaste model zijn doorlopen. Er is sprake van een compleet, consistent, samenhangend en transparant ontwerp (0,5 inclusief de bijbehorende navolgbare argumentatie waarin alle stappen van het toegepaste model zijn doorlopen Er is sprake van een ontwerp waarin de stappen van het toegepaste model wel is doorlopen maar fragmentarisch en met beperkte samenhang en planmatigheid l en waarbij de argumentatie zich beperkt tot een argumentatie op hoofdlijnen Criterium 2: Op geleide van een criteriumgerelateerde analyse (ontleend aan een onderwijskundig ontwerpmodel) beargumenteerd kunnen aantonen wat de sterktes en de zwaktes zijn in een bestaand curriculum en deze vertalen naar ontwerpopdrachten voor onderwijsherziening (30 2.1 Heeft alle ontwerpcriteria behorend bij het ontwerpmodel in de analyse van het curriculum betrokken. (max. 10 2.2 Heeft een steekhoudende duidelijk, accuraat en gedetailleerd begrip van de ontwerpcriteria en heeft deze criteria duidelijk, accuraat en gedetailleerd in de analyse betrokken. adequaat begrip van de ontwerpcriteria en heeft deze criteria adequaat in de analyse betrokken. onevenwichtig en zwak begrip van de ontwerpcriteria en heeft deze criteria op een beperkte manier in de analyse betrokken. Heeft dit zeer compleet en adequaat gedaan Heeft zeer krachtige illustratieve voorbeelden toegevoegd per ontwerpcriterium Heeft dit compleet en adequaat gedaan Heeft illustratieve voorbeelden toegevoegd per ontwerpcriterium Heeft wel alle ontwerpcriteria bij de analyse betrokken maar heeft volstaan met een summiere / globale uitwerking (1 en met een uitwerking op het niveau van trefwoorden (0,5 2

argumentatie toegevoegd voor wat betreft de sterktes en de zwaktes van het bestaande curriculum. (max. 10 Extra punten verzamelde informatie duidelijk, accuraat en gedetailleerd te organiseren en te analyseren. Heeft op expliciete en navolgbare wijze verantwoord 1. waarop de analysecriteria zijn gebaseerd 2. hoe de objectiviteit van de uitgevoerde analyse is geborgd 3. de argumentatie wat de sterktes en zwaktes van het bestaande curriculum zijn in een helder, logisch opgebouwd betoog gepresenteerd 4. Heeft de inhoud van de argumentatie gebaseerd op juiste toepassing van curriculumtheorie (0,5 verzamelde informatie adequaat te organiseren en te analyseren. Heeft op expliciete en navolgbare wijze verantwoord 1.de argumentatie wat de sterktes en zwaktes van het bestaande curriculum zijn in een helder, logisch opgebouwd betoog gepresenteerd 2. Heeft de inhoud van de argumentatie gebaseerd op juiste toepassing van curriculumtheorie verzamelde informatie in beperkte mate te organiseren en te analyseren. Heeft verantwoord 1. wat de sterktes en zwaktes van het bestaande curriculum zijn 2. dat de inhoud van de argumentatie is gebaseerd op een juiste toepassing van curriculumtheorie en volstaat hierbij met verwijzing naar relevante citaten uit relevante bronnen 2.3 Heeft ontwerpopdrachten geformuleerd die in lijn zijn met de geconstateerde zwaktes (max. 10 overtuiging, beperkt en zelfvertrouwen en om de uitkomsten van oppervlakkig conceptuele de analyse te vertalen zeggingkracht het in nieuwe ontwerp uitkomsten van de opdrachten. analyse te vertalen uitkomsten van de in nieuwe ontwerp analyse te vertalen in opdrachten. nieuwe ontwerp opdrachten. Uit de gemaakte voorbeelden van ontwerpopdrachten blijkt dat deze volstrekt in lijn zijn met, een adequate oplossing bieden voor de gesignaleerde en knelpunten dan wel de in stand houding van de sterktes van de betreffende curriculumonderdelen (2 Uit de gemaakte voorbeelden van ontwerpopdrachten blijkt dat deze grotendeels in lijn zijn met, een adequate oplossing bieden voor de gesignaleerde en knelpunten dan wel de in stand houding van de sterktes van de betreffende curriculumonderdelen ( 1,5 Uit de gemaakte voorbeelden van ontwerpopdrachten blijkt dat deze over het algemeen in lijn zijn met, een aanzet voor een oplossing bieden voor de gesignaleerde en knelpunten dan wel de in stand houding van de sterktes van de betreffende curriculumonderdelen ( 1,5 3

Criterium 3: In staat zijn om in een ontwerp congruentie aan te brengen tussen visionaire en beleidsmatige en ontwerp uitgangspunten zoals bedoeld voor de context waar het ontwerp / bijstelling wordt toegepast (30) 3.1 Heeft in het ontwerp congruentie gerealiseerd tussen visionaire en beleidsmatige en (max. 3x 10 zeggingskracht het visionaire en beleidsmatige in het ontwerp toe te passen, de implicaties hiervan te beschrijven en weloverwogen ontwerpkeuzes te maken. Heeft op navolgbare wijze verantwoord waaruit in het gegeven (deel)ontwerp congruentie tussen visionaire, beleidsmatige en blijkt (1 punt ) en waarom dit noodzakelijk is om de visionaire en beleidsmatige in het ontwerp toe te passen, de implicaties hiervan te beschrijven en weloverwogen ontwerpkeuzes te maken. Heeft grotendeels verantwoord waaruit in het gegeven (deel)ontwerp congruentie tussen visionaire, beleidsmatige en blijkt (1 punt ) en waarom dit noodzakelijk is onevenwichtig en oppervlakkig visionaire en beleidsmatige in het ontwerp toe te passen, de implicaties hiervan te beschrijven en weloverwogen ontwerpkeuzes te maken. Heeft enkele argumenten genoemd waaruit in het gegeven (deel)ontwerp congruentie tussen visionaire, beleidsmatige en blijkt (1 punt ) en waarom dit noodzakelijk is ( 0,5 blijkt, maar is er niet in geslaagd om een complete of grotendeels complete argumentatie hiervoor te geven Criterium 4: In staat zijn om uitdagende, inspirerende en kwalitatief hoogstaande leertrajecten te ontwerpen die lerenden in staat stellen om te kunnen functioneren in een kennismaatschappij ( 30 4.1 Uitdagende, inspirerende en kwalitatief hoogstaande leertrajecten ontwerpen (max. 3 x 10 creativiteit en doelgerichtheid een uitzonderlijk en innovatief vermogen om leertrajecten te ontwerpen waarin hij/zij nieuwe wegen in slaat om lerenden voor te bereiden op de kennismaatschappij. Heeft 10 of meer aspecten integraal in het ontwerp opgenomen en systematisch verantwoord waaruit blijkt dat lerenden door oa dit ontwerp en de wijze waarop de uitvoering er van plaatsvindt worden voorbereid op hun functioneren in een om leertrajecten te ontwerpen waarin hij/zij nieuwe wegen in slaat om lerenden voor te bereiden op de kennismaatschappij. Heeft 7 aspecten integraal in het ontwerp opgenomen en verantwoord waaruit blijkt dat lerenden door oa dit ontwerp en de wijze waarop de uitvoering er van plaatsvindt worden voorbereid op hun functioneren in een kennismaatschappij beperkt en oppervlakkig vermogen om leertrajecten te ontwerpen waarin hij/zij nieuwe wegen in slaat.om lerenden voor te bereiden op de kennismaatschappij. Heeft 4 aspecten integraal in het ontwerp opgenomen en geeft enkele argumenten met een beperkte onderbouwing waaruit blijkt dat lerenden door oa dit ontwerp en de wijze waarop de uitvoering er van 4

kennismaatschappij Het belang hiervan wordt breed conceptueel onderbouwd (1 Het belang hiervan wordt conceptueel onderbouwd ( 0,5 plaatsvindt worden voorbereid op hun functioneren in een kennismaatschappij Het belang hiervan wordt smal conceptueel onderbouwd Criterium 5: Uit de kwaliteit van de verstrekte peerfeedback blijkt dat de student in staat is om te adviseren hoe een product substantieel kan worden verbeterd en verrijkt. (20 5.1 Aantonen dat de student in staat is om op niveau feedback te geven (max. 2 x 10 zelfvertrouwen en ter zake het vermogen om feedback te geven en is in staat om dit te doen in een brede verscheidenheid van situaties en contexten. is in staat om criteriumgerelateerde verbetering- en verrijkingsadviezen te geven en toont dit aan door een selectie te maken van verstrekte feedback in LA 2 waaruit dit blijkt (1 om feedback te geven en is in staat om dit te doen in een brede verscheidenheid van situaties en contexten. is in staat om criteriumgerelateerde verbetering adviezen te geven en toont dit aan door een selectie te maken van verstrekte feedback in LA 2 waaruit dit blijkt (0, 5 onevenwichtig en beperkt vermogen om feedback te geven en is in staat om dit te doen in een brede verscheidenheid van situaties en contexten. is in staat om criteriumgerelateerde adviezen ter aanvulling en begripsvorming te geven en toont dit aan door een selectie te maken van verstrekte feedback in LA 2 waaruit dit blijkt Criterium 6: de student is in staat draagvlak voor het ontworpen programma en de achterliggende verantwoording voor dit programma te bewerkstelligen in de eigen onderwijspraktijk en toont daarbij overtuigingskracht.(20 6.1 Op overtuigende wijze draagvlak creëren voor het ontworpen programma (max. 2 x10 zelfvertrouwen het kern van de curriculumanalyse en van het ontworpen programma duidelijk te communiceren met de betrokkenen en daarbij overtuigingskracht te tonen. Heeft draagvlak gecreëerd op de eigen school voor de curriculumanalyse door middel van gezamenlijke activiteiten met collega s in de eigen onderwijspraktijk en kan dit aantonen (0,5 Heeft draagvlak gecreëerd op de eigen school voor het onderwijsontwerp door middel van gezamenlijke activiteiten met collega s in de eigen onderwijspraktijk en kan dit aantonen ( 0,5 om de kern van de curriculumanalyse en van het ontworpen programma duidelijk te communiceren met de betrokkenen en daarbij overtuigingskracht te tonen. Heeft een volledig plan gemaakt voor het creëren van draagvlak voor de curriculumanalyse in de eigen onderwijspraktijk en heeft dit plan besproken op de eigen school Heeft een volledig plan gemaakt voor het creëren van draagvlak voor het onderwijsontwerp in de eigen onderwijspraktijk en heeft dit plan besproken op de eigen school Verantwoordt de meest essentiële conceptuele beperkt en oppervlakkig vermogen om de kern van de curriculumanalyse en van het ontworpen programma duidelijk te communiceren met de betrokkenen en daarbij overtuigings-kracht te tonen.. Heeft enige aanzetten gedaan voor een plan voor het creëren van draagvlak voor de curriculumanalyse in de eigen onderwijspraktijk en heeft dit besproken op de eigen school Heeft enige aanzetten gedaan voor een plan voor het creëren van draagvlak voor het onderwijsontwerp in de eigen onderwijspraktijk en heeft dit plan besproken op de eigen school Verantwoordt op hoofdlijnen de essentiële conceptuele 5

Verantwoordt alle conceptuele principes die aan deze activiteiten ten grondslag liggen zeer compleet en baseert zich hierbij op een brede bronnenstudie en de specifieke kenmerken van de opleidingscontext waarvoor het ontwerp dient principes die aan de plannen voor deze activiteiten ten grondslag liggen en baseert zich hierbij op de specifieke kenmerken van de opleidingscontext waarvoor het ontwerp dient principes die aan de plannen en baseert zich hierbij eveneens op hoofdlijnen van de opleidingscontext waarvoor het ontwerp dient Criterium 7: In staat zijn om schrijfvaardigheden en informatieverwervingsvaardigheden op Master niveau toe te passen (20 7.1 Schrijf- en informatie verwervingsvaardigheden kunnen toepassen (max 2 x 10 vermogen om schrijfen informatie verwervingsvaardigheden in alle facetten en conform de vereiste toepassing van principes in de eindopdracht consequent toe passen. 1.Zeer aantrekkelijke vormgeving 2.Zeer goede leesbaarheid 3. Zeer goede structuur4. Geen spellingfouten ( samen 1 5. Zeer actuele bronnen 6. APA-normen zijn foutloos toegepast (samen 1unt) om schrijf- en informatie verwervingsvaardigheden in de eindopdracht toe passen. 1.Aantrekkelijke vormgeving 2.Goede leesbaarheid 3.Goede structuur4. Geen spellingfouten (samen 0,5) 5. Actuele bronnen 6. APA-normen zijn grotendeels foutloos toegepast beperkt vermogen om schrijf- en informatie verwervingsvaardigheden in de eindopdracht toe passen. De punten 2, 4, 5 en 6 zijn correct zijn uitgevoerd ( 1,5 Van de punten 2,4,5 en 6 zijn in ieder geval 2 punten correct uitgevoerd Criterium 8: In staat zijn om sociale media doelgericht in te zetten voor kennisdeling en voor onderwijsontwerp en onderwijsuitvoering (20 8.1 Sociale media doelgericht kunnen inzetten voor kennisdeling (max 10 demonstreert demonstreert in vermogen om adequaat het beperkte mate het netwerken ten vermogen om vermogen om behoeve van netwerken ten netwerken ten kennisdeling op behoeve van behoeve van te bouwen zowel kennisdeling op te kennisdeling op te binnen de MLI als bouwen binnen de bouwen zowel binnen daarbuiten, MLI en in beperkte de MLI als daarbuiten gebruikt hierbij mate buiten de MLI en gebruikt hierbij sociale media en en gebruikt hierbij nauwelijks sociale participeert sociale media. media daarin zeer actief. Volgt verschillende internationale netwerken (> 3), oriënteert zich breed en beperkt zich niet alleen tot netwerken gericht op ontwerpen Volgt niet alleen reactief maar ook proactief (1 Volgt beperkt (< 3) internationale netwerken, oriënteert zich smal en beperkt zich tot netwerken gericht op ontwerpen Is een enkele keer proactief maar vooral reactief Volgt 1 internationaal netwerk, oriënteert zich smal en beperkt zich tot netwerken gericht op deelaspecten van ontwerpen Is proactief in het MLI blog (1 6

8.2 Sociale media doelgericht inzetten voor onderwijsontwerp en onderwijsuitvoering (max 10 demonstreert op vermogen om een vermogen om een beperkte wijze het goede en volledige adequate en op vermogen om een hoofdlijnen een afweging te maken afweging te maken wanneer en waarom afweging te maken wanneer en waarom sociale media in het wanneer en waarom sociale media in het onderwijs ontwerp en sociale media in het onderwijs ontwerp en de uitvoering ervan onderwijs ontwerp en de uitvoering er van gebruikt zou moeten de uitvoering er van gebruikt zou moeten worden en laat de gebruikt zou moeten worden en schiet te toepassing er van worden en laat de kort in het tonen van zien in het toepassing er van zien adequate voorbeelden ontwikkelde ontwerp in het ontwikkelde in het ontwikkelde en de voorstellen ontwerp en de ontwerp en de voor de uitvoering voorstellen voor de voorstellen voor de ervan. uitvoering ervan. uitvoering ervan. Durft experimentele voorstellen te doen (1 Heeft zelf geëxperimenteerd met sociale mede op ontwerp en uitvoeringsniveau en heeft de effecten er van geëvalueerd.( 1 Durft experimentele voorstellen te doen Heeft zelf geëxperimenteerd met sociale mede op ontwerp en uitvoeringsniveau ( 0,5 Durft experimentele voorstellen te doen Heeft zelf geëxperimenteerd met sociale mede op ontwerp en uitvoeringsniveau ( 0,5 Maximaal te behalen punten 210, op schaal 1-10 ieder cijferpunt 21 punten, cesuur 5,5 7