De maatlat verlengd: inclusief Associate Degree

Transcriptie

1 De maatlat verlengd: inclusief Associate Degree voor het bepalen van het eindniveau van associate-,bachelor- en masteronderzoek binnen de School of Education Erica de Bruïne Marjon Bruggink Eduard Groen Frits Harinck Mariëlle Kuijper Jannie Lensen Yvonne Lievaert Margreet van Oudheusden Monique Ridder Anjette van de Ven 12 september 2012

2 Onderdeel Associate Bachelor Master Dublindescriptor Beroepscontext Startpunt van het onderzoek is de eigen nieuwsgierigheid van de student ten opzichte van zijn werk en zijn functioneren (koppeling naar de SLB-lijn), waarbij hij werkt onder leiding van een leraar. De student laat zien de context te begrijpen waarin het onderzoek plaatsvindt en stelt zichzelf daar vragen bij (bijv. over het eigen functioneren of een hoe komt het dat -vraag). De student formuleert, binnen een groter onderzoek, eigen deelvragen. Startpunt van het onderzoek is de eigen nieuwsgierigheid van de student ten opzichte van zijn werk en zijn functioneren (koppeling naar de SLB-lijn). De student beschrijft de context waarin het onderzoek plaatsvindt en stelt kritische vragen vanuit deze context (= praktijkrelevantie). Op basis hiervan formuleert de student het doel van het onderzoek en een centrale onderzoeksvraag. Startpunt van het onderzoek is de eigen nieuwsgierigheid van de student ten opzichte van zijn werk en zijn functioneren. De student beschrijft de context waarin het onderzoek plaatsvindt; deze context kenmerkt zich door complexiteit (= praktijkrelevantie). De student herkent en formuleert complexe vraagstukken in de beroepspraktijk (onderzoek in opdracht) of in zijn eigen beroepspraktijk (handelingsverlegenheid). De student laat zien wat de maatschappelijke relevantie is van het vraagstuk dat voorligt. De student formuleert een doelstelling en een centrale onderzoeksvraag, die direct verband houden met de Vergelijking AD/Ba &Ba/Ma Associate tov Bachelor: - uitgangspunt: onderzoekende houding - Gegeven, of eigen ervaren beroepscontext - complexiteit van de context is beperkt; - leren werken in en met bestaande structuren of zelfstandig toepassen van bestaande structuren - complexiteit van de context; - maatschappelijke relevantie; - eigen onderzoek of in opdracht; - mate van innovativiteit en originaliteit. 2

3 handelingsverlegenheid/ aangetroffen beroepspraktijk. Theoretische verdieping De student verwerkt gegeven (onderzoeks)- literatuur op AD niveau, passend bij de onderzoeksvragen. De student heeft inzichten De student verwerkt relevante en recente (onderzoeks)literatuur op bachelorniveau, passend bij de onderzoeksvragen. De student verwerkt in beperkte mate (ongeveer 20%) anderstalige literatuur. De student toont een kritische blik m.b.t. de gevonden bronnen. De student heeft inzichten De student laat zijn onderzoeksvraag mede voortkomen uit de literatuur; de literatuur is een belangrijk inspiratiebron voor de uitwerking van de onderzoeksvraag. De student verwerkt relevant en recente (onderzoeks)literatuur op master/wetenschappelijk niveau. De student verwerkt anderstalige literatuur (verhouding ongeveer 60% Nederlandstalig, 40% anderstalig). De student laat zien de literatuur op kritische wijze te hanteren en te verwerken. De student gebruikt de literatuur om stellingen te beargumenteren en keuzes te onderbouwen. De student heeft inzichten Associate tov Bachelor: - uitgangspunt: onderzoekende houding Werken met gegeven literatuur of zelfstandig literatuur zoeken. Aanleren van het verwerken van literatuur of zelfstandig verwerken van literatuur Begrijpen van (onderzoeks)literatuur Geen oordeelsvorming - literatuur op masterniveau; - kritischer en actiever verwerking van de literatuur; - literatuurverdieping moet leiden tot eigen praktijktheorie; - meer anderstalige 3

4 uit de gegeven literatuur overzichtelijk op een rij gezet. De student beschrijft de belangrijkste gebruikte begrippen. uit de literatuur overzichtelijk op een rij gezet. De student beschrijft de belangrijkste gebruikte begrippen. uit de literatuur met elkaar vergeleken. De student heeft in zijn literatuurverwerking/theoreti sch kader de belangrijkste gebruikte begrippen gedefinieerd aan de hand van de literatuur. literatuur - literatuur op verschillende momenten in onderzoek gebruikt. De student laat zien de koppeling tussen de literatuur en de praktijk te herkennen. De student heeft inzichten uit de literatuur naast de eigen praktijkervaringen gelegd. De student laat de koppeling tussen de literatuur en de praktijk zien Onderzoeksontwerp De student werkt volgens een planmatige onderzoeksopzet en de stappen zijn duidelijk De student gebruikt de literatuur om stellingen te beargumenteren en meningen en keuzes te onderbouwen. De opzet van het onderzoek is helder beschreven: de opzet is planmatig en de stappen zijn duidelijk De student heeft een uitvoerbaar onderzoeksplan (ook gezien de te investeren tijd), dat aansluit bij de onderzoeksvraag. De centrale onderzoeksvraag is onderzoekbaar en uitgewerkt tot een aantal deelvragen. Met elkaar leiden de antwoorden op de De student gebruikt de literatuur als onderbouwing van de eigen praktijktheorie. De opzet van het onderzoek is helder beschreven: de opzet is planmatig en de stappen zijn duidelijk De student heeft een uitvoerbaar onderzoeksplan (ook gezien de te investeren tijd), dat aansluit bij de onderzoeksvraag. De centrale onderzoeksvraag/vragen zijn onderzoekbaar en uitgewerkt tot een aantal deelvragen. Met elkaar leiden de antwoorden op de Associate tov Bachelor: - uitgangspunt: onderzoekende houding In de Ass. wordt aangeleerd te werken volgens een vaste en gegeven structuur; begrijpt wat van hem gevraagd wordt, in de Ba passen studenten deze zelfstandig toe. Leren herkennen van ethische aspecten bij onderzoek doen of hier een oordeel over vellen. 4

5 De student laat zien de keuze voor de gebruikte instrumenten en aanpak te begrijpen. deelvragen tot beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. De student verantwoordt de gebruikte instrumenten en aanpak. Instrumenten zijn transparant, bruikbaar, geschikt en van goede kwaliteit. deelvragen tot beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. De student verantwoordt de gebruikte instrumenten en het onderzoeksdesign. Instrumenten zijn transparant, bruikbaar, geschikt en van goede kwaliteit. - Bachelor laat verschillende perspectieven zien. De master gebruikt de verschillende perspectieven actief d.m.v. triangulatie; - Master verantwoordt de ethische kant uitvoeriger. De student zet de samenstelling en relevante kenmerken van de onderzoeksgroep (leerlingen/leerkrachten, aantal etc.) op een rij. De student laat zien vanuit meerdere perspectieven te zoeken naar antwoorden op de onderzoeksvraag/vragen. samenstelling en relevante kenmerken van de onderzoeksgroep (leerlingen/leerkrachten, aantal etc. ) samenstelling en relevante kenmerken van de onderzoeksgroep (leerlingen/ leerkrachten,aantal etc.) De student heeft verschillende groepen bij zijn dataverzameling (triangulatie) betrokken. zijn onderzoek op ethisch verantwoorde wijze ontwerpt en uitvoert. 5

6 Data verzameling draagvlak voor het onderzoek binnen de school of instelling heeft nagestreefd. De student heeft onder leiding en op systematische wijze gegevens verzameld. De student heeft onder leiding de verzamelde gegevens in relatie tot de onderzoeksvraag verwerkt. draagvlak voor het onderzoek binnen de school of instelling heeft nagestreefd. De student heeft zelfstandig en op systematische wijze gegevens verzameld. verzamelde gegevens in relatie tot de onderzoeksvraag verwerkt. draagvlak voor het onderzoek binnen de school of instelling heeft nagestreefd. De student heeft zelfstandig en op systematische wijze gegevens verzameld. verzamelde gegevens in relatie tot de onderzoeksvraag verwerkt. Associate tov Bachelor: - uitgangspunt: onderzoekende houding Diverse, gegeven dataverzamelingsmethoden leren toepassen en verwerken. Resultaten zorgvuldig omgaat met de mensen die bij het onderzoek betrokken zijn. De student vervult een actieve rol in het, onder leiding, analyseren van data tot resultaten. resultaten overzichtelijk gepresenteerd. zorgvuldig omgaat met de mensen die bij het onderzoek betrokken zijn. data geanalyseerd tot resultaten. resultaten helder zorgvuldig omgaat met de mensen die bij het onderzoek betrokken zijn. De student heeft weergegeven welke bewerkingen hij heeft gedaan ter analyse van de verzamelde gegevens data geanalyseerd tot resultaten resultaten helder - meer samenhang in dataverzameling en resultaten 1 Associate tov Bachelor: Werkwijzen aanleren voor het verwerken van data in resultaten. - meer samenhang in dataverzameling en resultaten. - vergelijking van resultaten heeft meer diepgang. De student levert, onder leiding, een actieve bijdrage aan het beschrijven van de resultaten als antwoord op De beschreven resultaten geven antwoord op de onderzoeksvraag/vragen. De beschreven resultaten geven antwoord op de onderzoeksvragen. 6

7 de onderzoeksvraag. resultaten gevisualiseerd in eenvoudige tabellen/schema s met de vereiste informatie om ze te kunnen interpreteren (aantal personen, betekenis x en y-as). resultaten gevisualiseerd in tabellen/schema s met de vereiste informatie om ze te kunnen interpreteren (aantal personen, betekenis x en y-as). Conclusies en discussie De student levert, onder leiding, een bijdrage aan een overzichtelijke presentatie van de conclusies. De student heeft een aanzet gegeven tot het onderling vergelijken van de resultaten, bijvoorbeeld door het beschrijven van overeenkomsten en verschillen. De student presenteert de conclusies op overzichtelijke wijze. De conclusies staan in relatie tot de onderzoeksvragen. De conclusies vloeien logisch voort uit de resultaten. resultaten onderling vergeleken op opvallende overeenkomsten en verschillen. De student presenteert de conclusies op overzichtelijke wijze. conclusies op een evenwichtige en genuanceerde wijze gebracht. De conclusies staan in relatie tot de onderzoeksvragen. De conclusies vloeien logisch voort uit de resultaten. 1, 2 en 3 Associate tov Bachelor: - leert resultaten te presenteren enz. - laat meer helicopterview zien; - relativeert en nuanceert waar nodig; - conclusies en literatuur worden met elkaar; verbonden - discussie en suggesties voor verder onderzoek. De student heeft een link gelegd met de gebruikte literatuur. In de conclusies brengt de student de informatie uit de verschillende bronnen (literatuur, eigen onderzoek) 7

8 met elkaar in verband. De student beschrijft wat de betekenis van het onderzoek is voor zijn handelen als onderwijsondersteuner. De student beschrijft concrete plannen voor terugkoppeling van de onderzoeksresultaten/conclusies naar de praktijkcontext of hij doet verslag van terugkoppeling. De student beschrijft concrete plannen voor terugkoppeling van de onderzoeksresultaten/conclusies naar de praktijkcontext of hij doet verslag van terugkoppeling. De student geeft aan de vertaling naar de praktijksituatie te herkennen. De student vertaalt de conclusies naar de eigen praktijksituatie. De student vertaalt de conclusies naar de eigen praktijksituatie en de beroepspraktijk. De student doet zo mogelijk voorstellen voor verandering en/of verbetering van die praktijk. De student laat zien zich bewust te zijn van eventuele beperkingen van de conclusies. De student laat zien zich bewust te zijn van eventuele beperkingen van de conclusies. De student relativeert waar nodig de conclusies en werpt discussiepunten op naar aanleiding van het onderzoek. Reflectie De student reflecteert op systematische wijze op de gemaakte keuzes. De student reflecteert op het onderzoek in relatie tot de eigen professionele ontwikkeling en beroepsidentiteit. De student reflecteert op de gemaakte keuzes. De student reflecteert op het onderzoek in relatie tot de eigen professionele ontwikkeling en beroepsidentiteit. De student geeft suggesties voor verder onderzoek. De student reflecteert op de gemaakte keuzes. De student reflecteert op het onderzoek in relatie tot de eigen professionele ontwikkeling en beroepsidentiteit. 5 Associate: - Reflectie in relatie tot de student zelf. - Onderzoekende houding komt explicieter naar voren door systematisch reflectie op wat ze gedaan hebben in het kader van dit 8

9 De student kan aangeven wat de leeropbrengst is van dit onderzoek voor hem zelf. De student kan aangeven wat de leeropbrengst is van dit onderzoek voor hem zelf. De student kan aangeven wat de leeropbrengst is van dit onderzoek voor de school of instelling. De student kan aangeven wat de leeropbrengst is van dit onderzoek voor hem zelf. De student kan aangeven wat de leeropbrengst is van dit onderzoek voor de school of instelling. 1 onderzoek, Master Maatschappelijke relevantie De student beschrijft wat de relevantie is van het onderzoek voor de voor het vakgebied en/of het beroep. De student laat zien dat zijn onderzoek beschikt over een zekere originaliteit of een zekere innovativiteit. Hij beargumenteert ergens in het verslag de mate van originaliteit en innovativiteit binnen de context waarin het onderzoek is uitgevoerd. 9

10 Mondelinge en schriftelijke rapportage/ presentatie De student werkt mee aan een presentatie en het onderzoeksverslag. Het onderzoek wordt gepresenteerd in een onderzoeksverslag. De student beschrijft op hoofdlijnen een samenvatting van de onderzoeksvraag/vragen, de opzet van zijn onderzoek en de resultaten. De student presenteert het onderzoek in een professioneel onderzoeksverslag of onderzoeksartikel. De student beschrijft op hoofdlijnen een samenvatting van de onderzoeksvraag/vragen, de opzet van zijn onderzoek en de resultaten. 4 - professionele verslaglegging in vorm van artikel of verslag; - deelt de resultaten van het onderzoek met professionals De student werkt mee aan een verslag volgens een vastgesteld format en past de basisprincipes toe van het schrijven van een verslag (lay-out, taalgebruik, APArichtlijnen). De student schrijft volgens vastgesteld format een verslag en past de basisprincipes toe van het schrijven van een verslag (lay-out, taalgebruik, APArichtlijnen). De student schrijft een professioneel verslag/artikel qua opbouw, lay-out, taalgebruik, APA-richtlijnen. De student geeft aan dat hij de resultaten van dit onderzoek (informatie, ideeën en oplossingen) deelt met anderen, bijvoorbeeld middels een presentatie aan studiegenoten in een presentatie of een verslag in een informatiebulletin. De student geeft aan dat hij de resultaten van dit onderzoek (informatie, ideeën en oplossingen) deelt met anderen, bijvoorbeeld middels een presentatie aan studiegenoten in een presentatie of een verslag in een informatiebulletin. De student geeft aan dat hij dit onderzoek (conclusies, maar ook de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen) met collega s en vakgenoten deelt, bijv. in een workshop, een teambespreking of artikel in een (vak)tijdschrift. 10