H4SK-H4. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/66747

Vergelijkbare documenten
Zouten versie

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rebus maken. Marjolijn Feddema. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Opgaven Beeld- en staafdiagram

Diagnostische toets module 3. Udens College h/v. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Zoutarm en gewoon brood. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Lijn, lijnstuk en punt vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een logo voor de OS vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Olympisch stadion vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Een logo voor de OS vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Olympisch stadion vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grafieken aflezen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Breuken. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Olympische Spelen - Olympische sporter

Drijven of zinken? Miranda Bouma. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkwoorden oefenen S13

Eenheden lengtematen. Miranda de Haan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

H4SK-H7. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Zouten. Pagina 1 van 11

Gouden eeuw hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Les bij artikel Pro-krant: Meteorieten stenen uit de ruimte

Som- en verschilgrafiek

De kleur van fenolftaleïen

Normen en waarden vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vast, vloeibaar, gas. Tirza van Zandwijk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het groente- en fruitvak. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Reis door Europa vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar

Schrijven - Deelonderwerpen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bepaling van de exacte molariteit van ca. 0,1 M natronloog

Dagtoerisme vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Hoe wordt roomboter gemaakt? Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Thema 8 de volwassene

Samenwerking hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kwadratisch verband vmbo-kgt34

Klimaatzones - HV 2 - kopie 1

Het magazijn. Marjolein Schuiling. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Stelling van Pythagoras vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Exponentieel verband vmbo-kgt34

Drinkwater - Mavo 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Romeinen wonen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Cirkel vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rekenen met procenten - VMBO TL 1

Paardenchemie. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Over Vulkanen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Groenten van binnen. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Trade not aid hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Door de eeuwen heen vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Boekverslag maken BBL

Woordenschat rond recepten. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte cirkel vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Ehbo oefentoets. Angeline Bouman. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spreken op Niveau. Bas Lanters ; rob sanders. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Wonen er straks mensen op Mars?

Rekenen met groep 8. Inge Middelbos. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Thema 8 De volwassene

Olympische sporter vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Wiki Rekenen DB lj1. Vakken Dienstverlener Breed. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De ABC-eilanden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Reclame commercial. Jeltine Wilkens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Proeven en voelen. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De klassieke OS hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Voorbereiding 6.2. Peter van de Minkelis. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Buurtvoorzieningen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rekenen MBO - Techniek

Ontkenning niet of geen

Oppervlakte. Esther van Meurs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Verzet tegen kinderarbeid hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3 havo krachten. Saskia Franken. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Digitaal portfolio Davina Jonker

Ontkenning niet of geen

Zoutbepaling. Martine Leuvelink. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

H2 Elektriciteit lj2 vmbo-t

Breuken som en verschil

ICT Vaardigheden. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Activerende tekst vmbo-kgt34

Taaltaak: uitje met de ouderen (opzet)

Organen van het menselijk lichaam

Cirkels vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Europa - Europese Unie. VO-content StudioVO. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kruiden en specerijen thuis. Steunpunt Smaaklessen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De mammoetjacht hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Arm en rijk in China hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

13 H11 Logische schakelingen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Technisch nederlands. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ursula Nederlands brugklas havo werkwoordspelling

Schrijven - Controleren en verbeteren vmbo-b34

Marketingmix. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte ruimtelijke figuren

2016 Rekenen VP GR 3F

EHBO Oefentoets. Angeline Bouman. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Scheikunde havo 3. Matthijs Oosterhoff. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grensvlakken en ribben vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De grachtengordel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rekenen MBO - Horeca. Jesper Raijmakers. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voetafdruk hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Afrika weer vrij. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 29 augustus 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/66747 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Inhoudsopgave 4.1 Wat zit er in zeezout en in schelpen? 4.2 Het oplossen van zouten, 4.3 Neerslagreactie 4.4 Toepassing Toepassingvraag 1. Toepassingsvraag 2. Over dit lesmateriaal Pagina 1

4.1 Wat zit er in zeezout en in schelpen? Vraag 1. Buig een paperclips half open, zodat je een handvat en een oogje krijgt. De paperclip houd je vast met een reageerbuisknijper en gloei het oogje in een gele/ blauw/ ruisende vlam (I) om verontreinigingen weg te gloeien. Je doopt het oogje van de paperclips in een onbekende oplossing. Beantwoord de onderstaande vragen: I je gloeit het oogje in een vlam. II Als de onbekende oplossing een natriumzout bevat, neem je een kleur waar. III Als de onbekende oplossing een zout bevat, neem je een zwak violette kleur waar. IV Als de onbekende oplossing een koperzout bevat, neem je een kleur waar. V II Als de onbekende oplossing een zout bevat, neem je een steenrode kleur waar. Vraag 2. Geef de juiste combinaties. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Cu(NO 3 ) 2 Cu(CH 3 COO) 2 CuSO 3 CuCO 3 Cu 3 (PO 4 ) 2 Cu(OH) 2 Cu(HCO 3 ) 2 CuSO 4 Cu(NO 2 ) 2 a. b. c. d. e. f. g. h. i. koper(ii)sulfiet koper(ii)hydroxide koper(ii)waterstofcarbonaat koper(ii)carbonaat koper(ii)nitraat koper(ii)sulfaat koper(ii)acetaat koper(ii)fosfaat koper(ii)nitriet Vraag 3. Geef de namen van de onderstaande verbindingen: Pagina 2

a. AlPO 4 b. Fe 2 (SO 4 ) 3 c. MgCO 3 d. Sn(NO 3 ) 4 Vraag 4. Geef de juiste formules van de onderstaande stoffen. a. zinkacetaat b. bariumsulfiet c. lood(ii)hydroxide d. zilvernitraat Pagina 3

4.2 Het oplossen van zouten, Vraag 5. Geef de vergelijking voor het oplossen van kaliumfosfaat in water. Vraag 6. Geef de vergelijking voor het indampen van een aluminiumnitraatoplossing. Pagina 4

4.3 Neerslagreactie Vraag 7. Ga na of er een neerslag ontstaat als de volgende ionen tegelijk in een oplossing aanwezig zijn: a. natriumionen en sulfaationen. b. bariumionen en fosfaationen c. zinkionen en hydroxide-ionen Als er een neerslag ontstaat, geef dan de reactievergelijking. Vraag 8. Ga na of een neerslag ontstaat als je een bariumbromide-oplossing en een zilvernitraatoplossing bij elkaar voegt. Stel bij neerslagvorming de reactievergelijking op. Vraag 9. Ga na of een neerslag ontstaat als je een ijzer(iii)sulfaatoplossing en natronloog bij elkaar voegt. Stel bij neerslagvorming de reactievergelijking op. Vraag 10. Ga na of een neerslag ontstaat als je barietwater en koper(ii)sulfaatoplossing bij elkaar voegt. Stel bij neerslagvorming de reactievergelijking op. Vraag 11. Een pot met kaliumchloride is misschien verontreinigd met kaliumsulfaat. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken? Pagina 5

Vraag 12. Een pot met magnesiumsulfaat is mogelijk verontreinigd met kwik(ii)sulfaat. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken. Pagina 6

4.4 Toepassing Toepassingvraag 1. Opgave T 1.1 Havo-examen 1978 1 e tijdvak Een leerling schenkt in een reageerbuis lood(ii)nitraatoplossing. Hij voegt vervolgens natriumsulfaatoplossing toe. Er ontstaat een neerslag. Neem aan dat deze neergeslagen stof volledig onoplosbaar is. Geef de vergelijking voor deze neerslagvorming. Opgave T 1.2 De leerling filtreert het neerslag af. Vervolgens onderzoekt hij het filtraat. Hiertoe verdeelt hij dit filtraat over twee reageerbuizen I en II. Aan de inhoud van reageerbuis I voegt hij bariumnitraatoplossing toe. Er ontstaat geen neerslag. Aan de inhoud van reageerbuis II voegt hij natriumcarbonaatoplossing toe. Er ontstaat nu een wit neerslag. Beredeneer welke ionen in het filtraat voorkwamen. Opgave T 1.3 Als de proef op deze wijze wordt uitgevoerd, kan het ook gebeuren dat bij onderzoek van het filtraat in geen van beide reageerbuizen een neerslag ontstaat. Leg uit in welk geval dit zicht voordoet. Opgave T 1.4 Had de leerling, om een neerslag te verkrijgen, bij het onderzoek van het filtraat in reageerbuis II ook natriumsulfaatoplossing kunnen gebruiken in plaats van natriumcarbonaatoplossing? Pagina 7

Licht je antwoord toe. Toepassingsvraag 2. Opgave T 2.1 Havo-examen 1978 1 e tijdvak Een leerling schenkt in een reageerbuis lood(ii)nitraatoplossing. Hij voegt vervolgens natriumsulfaatoplossing toe. Er ontstaat een neerslag. Neem aan dat deze neergeslagen stof volledig onoplosbaar is. Geef de vergelijking voor deze neerslagvorming. Opgave T 2.2 De leerling filtreert het neerslag af. Vervolgens onderzoekt hij het filtraat. Hiertoe verdeelt hij dit filtraat over twee reageerbuizen I en II. Aan de inhoud van reageerbuis I voegt hij bariumnitraatoplossing toe. Er ontstaat geen neerslag. Aan de inhoud van reageerbuis II voegt hij natriumcarbonaatoplossing toe. Er ontstaat nu een wit neerslag. Beredeneer welke ionen in het filtraat voorkwamen. Opgave T 2.3 Als de proef op deze wijze wordt uitgevoerd, kan het ook gebeuren dat bij onderzoek van het filtraat in geen van beide reageerbuizen een neerslag ontstaat. Leg uit in welk geval dit zicht voordoet. Pagina 8

Opgave T 2.4 Had de leerling, om een neerslag te verkrijgen, bij het onderzoek van het filtraat in reageerbuis II ook natriumsulfaatoplossing kunnen gebruiken in plaats van natriumcarbonaatoplossing? Licht je antwoord toe. Pagina 9

Antwoorden Vraag 1. Buig een paperclips half open, zodat je een handvat en een oogje krijgt. De paperclip houd je vast met een reageerbuisknijper en gloei het oogje in een gele/ blauw/ ruisende vlam (I) om verontreinigingen weg te gloeien. Je doopt het oogje van de paperclips in een onbekende oplossing. Beantwoord de onderstaande vragen: I je gloeit het oogje in een vlam. II Als de onbekende oplossing een natriumzout bevat, neem je een kleur waar. III Als de onbekende oplossing een zout bevat, neem je een zwak violette kleur waar. IV Als de onbekende oplossing een koperzout bevat, neem je een kleur waar. V II Als de onbekende oplossing een zout bevat, neem je een steenrode kleur waar. Juist antwoord: Buig een paperclips half open, zodat je een handvat en een oogje krijgt. De paperclip houd je vast met een reageerbuisknijper en gloei het oogje in een gele/ blauw/ ruisende vlam (I) om verontreinigingen weg te gloeien. Je doopt het oogje van de paperclips in een onbekende oplossing. Beantwoord de onderstaande vragen: I je gloeit het oogje in een ruisende vlam. II Als de onbekende oplossing een natriumzout bevat, neem je een gele (alternatieven: geel) kleur waar. III Als de onbekende oplossing een kalium zout bevat, neem je een zwak violette kleur waar. IV Als de onbekende oplossing een koperzout bevat, neem je een groene (alternatieven: groen) kleur waar. V II Als de onbekende oplossing een calcium zout bevat, neem je een steenrode kleur waar. Vraag 2. Geef de juiste combinaties. Pagina 10

1. e 2. g 3. a 4. d 5. h 6. b 7. c 8. f 9. i Vraag 3. Geef de namen van de onderstaande verbindingen: a. AlPO 4 b. Fe 2 (SO 4 ) 3 c. MgCO 3 d. Sn(NO 3 ) 4 Juist antwoord: Geef de namen van de onderstaande verbindingen: a. AlPO 4 aluminiumfosfaat b. Fe 2 (SO 4 ) 3 ijzer(iii)sulfaat c. MgCO 3 magnesiumcarbonaat d. Sn(NO 3 ) 4 tin(iv)nitraat Vraag 4. Geef de juiste formules van de onderstaande stoffen. a. zinkacetaat b. bariumsulfiet c. lood(ii)hydroxide d. zilvernitraat De juiste antwoorden zijn: a. Zn(CH 3 COO) 2 b. BaSO 3 c. Pb(OH) 2 d. AgNO 3 Vraag 5. Pagina 11

Geef de vergelijking voor het oplossen van kaliumfosfaat in water. K 3 PO 4 (s) 3 K + (aq) + PO 4 3- (aq) of K 3 PO 4 (s) + aq ---> 3 K + (aq) + PO 4 3- (aq) Vraag 6. Geef de vergelijking voor het indampen van een aluminiumnitraatoplossing. Al 3+ (aq) + 3 NO 3 - (aq) ---> Al(NO 3 ) 3 (s) Vraag 7. Ga na of er een neerslag ontstaat als de volgende ionen tegelijk in een oplossing aanwezig zijn: a. natriumionen en sulfaationen. b. bariumionen en fosfaationen c. zinkionen en hydroxide-ionen Als er een neerslag ontstaat, geef dan de reactievergelijking. a. er ontstaat geen neerslag, want natriunmsulfaat is goed oplosbaar in water. b. bariumfosfaat is slecht oplosbaar in water, dus er ontstaat een neerslag. 3 Ba 2+ (aq) + 2 PO 3-4 (aq) ---> Ba 3 (PO 4 ) 2 (s) c. zinkhydroxide is slecht oplosbaar in water, dus er ontstaat een neerslag. Zn 2+ (aq) + 2 OH - (aq) ---> Zn(OH) 2 (s) Vraag 8. Ga na of een neerslag ontstaat als je een bariumbromide-oplossing en een zilvernitraatoplossing bij elkaar voegt. Stel bij neerslagvorming de reactievergelijking op. Het juiste antwoord is: Er ontstaat een neerslag van zilverbromide. Ag + (aq) + Br - (aq) ---> AgBr (s) want: NO 3 - (aq) Br - (aq) Ba 2+ (aq) g g Ag + (aq) g s Vraag 9. Ga na of een neerslag ontstaat als je een ijzer(iii)sulfaatoplossing en natronloog bij elkaar voegt. Pagina 12

Stel bij neerslagvorming de reactievergelijking op. Het juiste antwoord is: Er ontstaat een neerslag van ijzer(iii)hydroxide. Natronloog is een oplossing van NaOH. Fe 3+ (aq) + 3 OH - (aq) ---> Fe(OH) 3 (s) want: SO 4 2- (aq) OH - (aq) Fe 3+ (aq) g s Na + (aq) g g Vraag 10. Ga na of een neerslag ontstaat als je barietwater en koper(ii)sulfaatoplossing bij elkaar voegt. Stel bij neerslagvorming de reactievergelijking op. Het juiste antwoord is: Er ontstaan twee neerslagen! Barietwater is een oplossing van bariumhydroxide in water. Een neerslag van koper(ii)hydroxide en een neerslag van bariumsulfaat. Ba 2+ (aq) + SO 2-4 (aq) ---> BaSO 4 (s) en Cu 2+ (aq) + 2 OH - (aq) ---> Cu(OH) 2 (s) want: SO 4 2- (aq) OH - (aq) Ba 2 +(aq) s g Cu 2+ (aq) g s Vraag 11. Een pot met kaliumchloride is misschien verontreinigd met kaliumsulfaat. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken? Je moet een positief ion zoeken, dat niet neerslaat met Cl - (aq), maar wel met SO 2-4 (aq). Dat zijn bariumionen - Ba 2+ (aq) -. Het moet dus bariumzout zijn dat goed oplost in water. Mogelijkheden zijn. barietwater, bariumnitraat, bariumchloride, bariumbromide, bariumjodide of bariumactaat. Vraag 12. Een pot met magnesiumsulfaat is mogelijk verontreinigd met kwik(ii)sulfaat. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken. Je moet een negatief ion zoeken, dat niet neerslaat met Mg 2+ (aq), maar wel met Hg 2+ (aq). Pagina 13

Dat zijn jodide-ionen - I - (aq) -. Het moet dus een jodide zijn, dat goed oplost in water. Mogelijkheden zijn. natriumjodide, kaliumjodide, ammoniumjodide, magnesiumjodide, aluminiumjodide, ijzer(ii)jodide, zinkjodide, calciumjodide en bariumjodide. Opgave T 1.1 Havo-examen 1978 1 e tijdvak Een leerling schenkt in een reageerbuis lood(ii)nitraatoplossing. Hij voegt vervolgens natriumsulfaatoplossing toe. Er ontstaat een neerslag. Neem aan dat deze neergeslagen stof volledig onoplosbaar is. Geef de vergelijking voor deze neerslagvorming. Het juiste antwoord is: Pb 2+ (aq) + SO 2-4 (aq) ---> PbSO 4 (s) SO 4 2- (aq) NO 3 - (aq) Pb 2+ (aq) s g Na + (aq) g g Opgave T 1.2 De leerling filtreert het neerslag af. Vervolgens onderzoekt hij het filtraat. Hiertoe verdeelt hij dit filtraat over twee reageerbuizen I en II. Aan de inhoud van reageerbuis I voegt hij bariumnitraatoplossing toe. Er ontstaat geen neerslag. Aan de inhoud van reageerbuis II voegt hij natriumcarbonaatoplossing toe. Er ontstaat nu een wit neerslag. Beredeneer welke ionen in het filtraat voorkwamen. Het juiste antwoord is: Pb 2+ (aq). {naast Na + (aq) en NO - 3 (aq)} Toevoegen van bariumionen - Ba 2+ (aq) - veroorzaakt geen neerslag van BaSO 4. In het filtraat zijn geen sulfaationen - SO 2-4 (aq) - meer aanwezig. Toevoegen van carbonaationen - CO 2-3 (aq) - veroorzaakt wel een neerslag. Er zijn dus lood(ii)-ionen - Pb 2+ (aq) - in het filtraat aanwezig. Pb 2+ (aq) + CO 2-3 (aq) ---> PbCO 3 (s) Opgave T 1.3 Pagina 14

Als de proef op deze wijze wordt uitgevoerd, kan het ook gebeuren dat bij onderzoek van het filtraat in geen van beide reageerbuizen een neerslag ontstaat. Leg uit in welk geval dit zicht voordoet. Het juiste antwoord is: Als bij de proef precies evenveel Pb 2+ (aq)-ionen als SO 2-4 -ionen waren toegevoegd. In dat geval is geen van beide ionen in overmaat aanwezig. Opgave T 1.4 Had de leerling, om een neerslag te verkrijgen, bij het onderzoek van het filtraat in reageerbuis II ook natriumsulfaatoplossing kunnen gebruiken in plaats van natriumcarbonaatoplossing? Licht je antwoord toe. Het juiste antwoord is: Ja, er waren nog Pb 2+ (aq)-ionen, die met SO 4 2- -ionen een neerslag kunnen geven. Opgave T 2.1 Havo-examen 1978 1 e tijdvak Een leerling schenkt in een reageerbuis lood(ii)nitraatoplossing. Hij voegt vervolgens natriumsulfaatoplossing toe. Er ontstaat een neerslag. Neem aan dat deze neergeslagen stof volledig onoplosbaar is. Geef de vergelijking voor deze neerslagvorming. Het juiste antwoord is: Pb 2+ (aq) + SO 2-4 (aq) ---> PbSO 4 (s) SO 4 2- (aq) NO 3 - (aq) Pb 2+ (aq) s g Na + (aq) g g Opgave T 2.2 De leerling filtreert het neerslag af. Vervolgens onderzoekt hij het filtraat. Hiertoe verdeelt hij dit filtraat over twee reageerbuizen I en II. Aan de inhoud van reageerbuis I voegt hij bariumnitraatoplossing toe. Er ontstaat geen neerslag. Aan de inhoud van reageerbuis II voegt hij natriumcarbonaatoplossing toe. Er ontstaat nu een wit neerslag. Beredeneer welke ionen in het filtraat voorkwamen. Het juiste antwoord is: Pb 2+ (aq). {naast Na + (aq) en NO - 3 (aq)} Pagina 15

Toevoegen van bariumionen - Ba 2+ (aq) - veroorzaakt geen neerslag van BaSO 4. In het filtraat zijn geen sulfaationen - SO 2-4 (aq) - meer aanwezig. Toevoegen van carbonaationen - CO 2-3 (aq) - veroorzaakt wel een neerslag. Er zijn dus lood(ii)-ionen - Pb 2+ (aq) - in het filtraat aanwezig. Pb 2+ (aq) + CO 2-3 (aq) ---> PbCO 3 (s) Opgave T 2.3 Als de proef op deze wijze wordt uitgevoerd, kan het ook gebeuren dat bij onderzoek van het filtraat in geen van beide reageerbuizen een neerslag ontstaat. Leg uit in welk geval dit zicht voordoet. Het juiste antwoord is: Als bij de proef precies evenveel Pb 2+ (aq)-ionen als SO 2-4 -ionen waren toegevoegd. In dat geval is geen van beide ionen in overmaat aanwezig. Opgave T 2.4 Had de leerling, om een neerslag te verkrijgen, bij het onderzoek van het filtraat in reageerbuis II ook natriumsulfaatoplossing kunnen gebruiken in plaats van natriumcarbonaatoplossing? Licht je antwoord toe. Het juiste antwoord is: Ja, er waren nog Pb 2+ (aq)-ionen, die met SO 4 2- -ionen een neerslag kunnen geven. Pagina 16

Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Willem de Zwijgerteam Laatst gewijzigd 29 augustus 2017 om 14:22 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau HAVO 4; Leerinhoud en Scheikunde; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Gebruikte Wikiwijs Arrangementen Willem de Zwijgerteam. (2015). V4SK-H5. https://maken.wikiwijs.nl/66815/v4sk_h5 Pagina 17