Lectorenplatform Zorg & Welzijn 11 mei 2017 Samen doen wat nodig is om armoede te bestrijden Kenniskring Welzijn Nieuwe Stijl
CBS-armoedegegevens over 2015: In absolute zin neemt het aantal huishoudens dat op of onder de armoedegrens niet meer toe door economisch herstel ( 1030,- voor een eenpersoonshuishouden, 1930,- voor gezin met twee kinderen). Groei van langdurige en intergenerationele armoede: in 2015 nam het aantal mensen dat minimaal vier jaar lang onder de armoedegrens leeft met 14 procent toe, tot 417.000. Vooral vijftigers hebben moeite om uit zo'n situatie te komen, zelfs nu er meer banen bij komen. In Friesland ook een relatief grote jeugdwerkloosheid. Leeuwarden en gemeenten in Noord-Oost Friesland en Oost- Groningen voeren de armoede-ranglijsten aan.
Samen doen wat nodig is om armoede te bestrijden Aanleiding: Grote armoedevraagstukken in wijken van Leeuwarden. Veel bewonersgroepen actief betrokken bijarmoedevraagstukken. Doel: Achterhalen van werkzame bestanddelen van peer group-ondersteuning door de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid. Verbeteren van de gezamenlijke armoedeaanpak in Leeuwarden Vraag: Hoe kande ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid vanuit peer groups bijjdragen aan toekomstgerichte handelingsperspectieven van bewoners in een armoedesituatie? Zelfdefinitie: Bewoners in een armoedesituatie zijn: bewoners vanwege (onder meer) materiele beperkingen de gevolgen van sociale uitsluiting ervaren.
Aanpak onderzoek: Mixed methods Participatief Praktijkgericht Opzet onderzoek: 1. Groepsvolgend onderzoek 2. Individu-volgend onderzoek Vier peer groups: Coöperatie Leeuwarden Unlimited Participatiegroep Oud Oost Het Gezondheidsvirus Sportgroep Nijlân
Leeuwarden Unlimited
Participatiegroep
Het Gezondheidsvirus
Sportgroep Nijlân
groepsvolgend onderzoek Fase I: beschrijving peer groups participerende observaties focusgroepgesprekken binnen de peer groups verdiepende Interviews met professionals en ervaringsdeskundigen Fase II: beschrijving sociale leerprocessen participerende observaties focusgroepgesprek met deelnemers uit verschillende groepen verdiepende Interviews met deelnemers Fase III: analyse werkzame bestanddelen participerende observaties focusgroepgesprek met deelnemers slotconferentie met alle stakeholders
individu-volgend onderzoek Het bevragen van 8 nieuwe peer group-deelnemers en significant others om de effecten van deelname op individueel gedrag te meten. Nulmeting en eenmeting na 4 maanden met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst Berekening NAP-score (Non overlap of All Pairs) om
VRAGENLIJST 1. Had ik vertrouwen in mezelf PSYCHOLOGISCH 2. Kon ik mijn eigen gedrag goed beheersen 3. Kon ik goed met tegenslagen omgaan 4. bedacht ik creatieve oplossingen voor problemen 5. kon ik zelf oplossingen voor problemen vinden 1. Kon ik mijn ervaringen met anderen bespreken SOCIAAL 2. Voelde ik bij het aanpakken van mijn problemen gesteund door mensen om mij heen 3. Heb ik met anderen samengewerkt aan proj. die mij helpen bij t aanpakken van mijn probl. 4. Heb ik geleerd van de ervaringen van anderen bij het aanpakken van mijn problemen 5. Heb ik mensen in mijn omgeving gevraagd om praktische steun 1. Heb ik nieuwe organisaties leren kennen MAATSCHAPPELIJK 2. Nam ik deel aan activiteiten waar ik van geleerd heb 3. Heb ik me goed laten informeren over vraagstukken die me interesseren 4. Heb ik aandacht kunnen vragen voor vraagstukken die mij bezighouden 5. Kon ik met anderen aan mijn idealen werken 1. Kon ik goed rondkomen met mijn geld 2. Heb ik geleerd hoe ik beter kan rondkomen ECONOMISCH
conclusies Drijfveren van peer groups: 1. Persoonlijke empowerment: zelfvertrouwen versterken 2. Sociale empowerment: sociaal netwerk versterken 3. Maatschappelijke empowerment: deelname aan samenleving 4. Economische empowerment: stappen zetten naar een schuldenvrij bestaan, scholing, werk en ondernemerschap
sociale leerprocessen en werkzame bestanddelen: I. Deelname aan peer groups geeft deelnemers meer vertrouwen in anderen en zichzelf wanneer zij: kunnen werken aan persoonlijke doelen probleemoplossend aan perspectieven kunnen werken assertiviteit ontwikkelen onderlinge steun ervaren
II Door deelname aan peer groups gaan deelnemers meer initiatieven nemen en deelnemen aan activiteiten buiten de groep wanneer zij: kunnen kennismaken met structurele vormen van participatie het verlangen ergens bij te horen wordt getriggerd hun ervaringsdeskundigheid leren benutten (en schaamte overwinnen) mogelijkheden ontdekken om van betekenis te zijn voor anderen
III Door deelname aan peer groups vinden deelnemers aansluiting bij netwerken die hen in staat stelden om onderwijs te volgen, aan vrijwilligerswerk, een betaalde baan of eigen onderneming te beginnen wanneer zij: hun sociale netwerk kunnen uitbreiden leren omgaan met weerstanden onderlinge steun ervaren feedback van peers ontvangen
Werkzame bestanddelen van peer group support: 1. Groepsactiviteiten waarin deelnemers het gevoel hebben dat zij kwetsbaar mogen zijn; 2. Een open en respectvolle uitwisseling van ervaringen met eigen kracht en kwetsbaarheid; 3. Het arrangeren van diversiteit in de samenstelling van groepen; 4. De ervaring van gedeeld eigenaarschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de groepsactiviteiten; 5. Consequent blijven uitgaan van mogelijkheden, talenten en wensen van deelnemers; 6. Aanspreekbare en aanklampbare professionals en ervaringsdeskundigheid vanuit presentie; 7. Vloeibare overgangen tussen taken en rollen binnen de peer groups. Kortom: peer support door de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid!
peer support door de ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid I. Bewoners met financiële ondersteuningsvragen leren hun ervaringen delen met anderen binnen een peer group. Daarbij ervaren deelnemers wat het betekent om door anderen gesteund te worden; II. Door het uitwisselen van ervaringen en de gezamenlijke omgang met deze ervaringen ontwikkelen de deelnemers ervaringskennis en kunnen daar handelingsperspectieven voor hun eigen leefsituatie aan ontlenen. III. Door het benutten van hun ervaringskennis bij de ondersteuning van anderen ontwikkelen de peer groupdeelnemers ervaringsdeskundigheid.
10 9 8 7 6 5 4 3 respondent 70 meting 1 respondent 70 meting 2 - netwerk 72 meting 1 netwerk 72 meting 2 2 1 Psych Soc Maat Econ3 NAP score economische vragen = 0,68
Econ 1: kon ik goed rondkomen met mijn geld; Econ 2: heb ik geleerd hoe ik beter kan rondkomen; Econ 3: heb ik geen nieuwe schulden gemaakt; Econ 4: is mijn kans op werk groter geworden; Econ 5: heb ik met werken (bij)verdiend. kenniskring welzijn nieuwe stijl
Resultaten respondent 40 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 meting 1 meting 2 psych soc maatsch econ (3) december is slechte maand
Met de systemische N=1-netwerkanalyse hebben we geen uniforme gedragseffecten gevonden, wel veelbelovende deeleffecten Verklaringen: gebruik van het N=1-instrument onvoldoende afgestemd op open situaties vertrouwdheid met onderzoekers neemt toe: eerlijkere antwoorden noodgedwongen meetmomenten looptijd onderzoek te kort effecten lijken bij aanvang van peer group deelname het grootst peer group deelname moeilijk te isoleren van andere gedragsinvloeden Conclusie: Longitudinaal vervolgonderzoek is nodig om individuele gedragseffecten in beeld te krijgen
aanbevelingen aan bewoners: 1. Zonder je bij financiële zorgen niet af, maar spreek je sociale netwerk aan 2. Blijf niet te lang rondlopen met financiële zorgen, maar klop aan bij het sociale wijkteam 3. Laat jezelf informeren over rechten en voorzieningen en geef zelf steeds aan welke ondersteuning je nodig hebt 4. Maak gebruik van je eigen ervaringskennis en leer ervaringsdeskundigheid in te zetten 1. Peer groups, blijf open blijft staan voor andere groepen en organisaties 2. Blijf uitgaan van kansen en mogelijkheden en waardeer kleine stappen
aanbevelingen aan sociaal werkers: 1. Neem de leefsituatie en doelen van bewoners als vertrekpunt 2. Laat de regie en het eigenaarschap van de peer group-activiteiten zoveel mogelijk bij de bewoners 3. Blijf present en situationeel schakelen tussen ondersteuningsrollen 4. Zorg er voor dat de ondersteunde peer groups inclusief blijven en een open relatie met de buitenwereld onderhouden 5. Coach peer group-deelnemers bij het omgaan met beperkende systeemeisen van overheden en instituties door aan te sturen op dialoog en maatwerk 6. Maak binnen de eigen organisatie op alle niveaus ruimte voor de inzet van ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid
aanbevelingen aan gemeente: 1. Laat kostenafwegingen niet leidend zijn in de beleidskeuzes rondom ondersteuning 2. Experimenteer met nieuwe vormen van overheidsparticipatie, zodat meer ambtenaren maatwerk leren creëren 3. Verklein de controle op de naleving van uitkeringsvoorwaarden ten gunste van maatwerkafspraken met uitkeringsgerechtigden op basis van vertrouwen en wederkerigheid. 4. Faciliteer loopbanen voor ervaringsdeskundigen 5. Maak de stappen die bewoners kunnen zetten van vrijwilligerswerk naar betaald werk kleiner 6. Geef de klantmanagers meer bevoegdheid om situationeel ruimte te geven aan het ondernemen en/of bijverdienen met een uitkering
aanbevelingen aan hogescholen: 1. Maak in de curricula van de Social Work-opleiding(en) meer ruimte voor armoedevraagstukken 2. Creëer meer uitdagende leeromgevingen voor Social Work-studenten in wijken en dorpen waar zij met (groepen) bewoners in een armoedesituatie aan de slag kunnen gaan 3. Faciliteer structurele vormen van participatief onderzoek naar armoedevraagstukken in zowel opleidingen als lectoraten