HOVON 105: rituximab bij de behandeling van het primair centraal zenuwstelsel lymfoom - een gerandomiseerde fase IIIintergroupstudie

Vergelijkbare documenten
Primair CZS Lymfoom (PCNSL)

Titel: HOVON 105. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek

Primair centraal zenuwstelsel lymfoom

Systemische intensieve immunochemotherapie, behandeling, bij oudere patiënten met een centraalzenuwstelsellokalisatie van een agressief B-cellymfoom

Nut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk

Richtlijn: Primair Centraal Zenuwstelsel Lymfoom (PCSNL)

Lymfomen in het centraal zenuwstelsel

Intensivering deel IIA en IIB (duur circa 50 dagen)

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Centraal Zenuwstelsel Lymfoom Diagnostiek Therapie. Jacoline Bromberg, neuro-oncoloog Jeanette Doorduijn, hematoloog

Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT

Behandeling Mantelcellymfoom anno 2019

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut

Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma. Hedwig Blommestein

Studies bij ouderen. Overwegingen, eindpunten en een praktijkvoorbeeld uit de regio

HOVON 119 (Mantelcel lymfoom, MCL) / Lymfomen & Reticuloendotheliale Tumoren, non-hodgkinlymfoom

belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten

Please evaluate the session & the day at

BVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk. Dokter de kanker is nu weg wat nu verder?

Chemoradiatie bij het spierinvasief blaascarcinoom

HOVON 93 (Leukemie, AML) / acute myeloïde leukemie

OLIJFdag 3 oktober 2015

Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?

KIEZEN VOOR MEER OF MINDER STRALING BIJ DE BEHANDELING VAN PROSTAATKANKER

Behandeling van volwassenen met precursor B- of T- ALL en B- of T-lymfoblastair lymfoom (LBL)

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

DIFFUUS GROOTCELLIG B-CELLYMFOOM

Hodgkin lymfoom Dr. A. Van Hoof, hematologie Brugge

HOVON 84 NHL. Inleiding Geachte heer, mevrouw,

HOVON 105 PCNSL NL Patiënteninformatie behorende bij het onderzoek:

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Hoewel de incidentie van maagkanker daalt, staat het wereldwijd nog immer op de

Wel of Niet starten?

Zijn distress en ziektestatus gerelateerd aan lichamelijke en emotionele problemen bij vrouwen met ovariumkanker?*

Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease

Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST

Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.

Landelijk Contactdag 2017

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

ONTWIKKELINGEN IN NEOADJUVANTE CHEMORADIOTHERAPIE OESOPHAGUSCARCINOOM. 5D s, 8 februari 2018 Francine Voncken

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Achtergrond Gerandomiseerde studie om de waarde van autologe stamceltransplantatie aan te tonen bij nieuw gediagnosteerde multipel myeloom.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018

Universitair Medisch Centrum Utrecht NL HOVON 105 PCNSL. Patiënteninformatie behorende bij het onderzoek:

Informatie voor partner/naaste van de proefpersoon behorende bij het onderzoek:

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Hooggradige B-cellymfomen met MYC-, BCL2- en/of BCL6- afwijkingen. dr. Lianne Koens Patholoog AMC, Amsterdam

HOVON EDUCATIONAL MYELOOM. Case 2

Overleving bij patiënten met een glioblastoom: de resultaten in Tilburg

Nieuwe middelen in acute lymfatische leukemie. Anita W Rijneveld Erasmus MC, Rotterdam

Radiotherapie bij het gemetastaseerd niercelcarcinoom. Dr Nathalie Meireson Universitaire Radiotherapie Antwerpen 28/02/2013

Acute myeloïde leukemie. Annoek Broers 7e nascholing hematologie

Radiotherapie bij restziekte van agressief non-hodgkinlymfoom

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

Stereotactische radiochirurgie bij hersenmetastasen in het ARTI De resultaten met betrekking tot de overleving en de mate van lokale controle

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Studie medicijnen Groningen

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas

Veranderingen bij bestraling van patiënten met een nodaal non-hodgkinlymfoom

Acute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen

Sarcoma State of the art deel 2

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

HOVON 132 AML/SAKK 30/13

2.3 Ouderen. [IKNL/Richtlijn Gliomen conceptversie 30 september 2014] Pag. 91

Bestraling met protonen

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Centraal-zenuwstelsellymfomen. H. Haaxma-Reiche, G.W. van Imhoff, Ph. Poortmans, M.J. van den Bent CZS LYMFOMEN 1

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

EORTC GCG (eierstokkanker) / eierstokkanker

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

M studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker

HOVON 80 NHL version 06: 10 februari, 2009 UMCG april 2010

Casuïstiek (Primair) Cerebraal (gelokaliseerd) lymfoom

Chemotherapie en nieuwe geneesmiddelen presentatie

Is chemotherapie bij hersentumoren altijd nodig?

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Ontwikkelingen immuuntherapie. C. Steendam C. van der Leest

Neutropenie bij ABVD. Mirjam Oudshoorn. Co-authors Sabina Kersting, Ward Posthuma, Marjolein Donker

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Verminderde perifere neuropathie bij subcutaan bortezomib-gebruik, ook na eerdere intraveneuze toediening

DoNaMo GU Blaascarcinoom. André Bergman & Martijn Kerst 9 september 2015 NKI-AVL

Symposium Borstkanker bij jong en oud. Chemotherapie bij jonge patiënten K. Punie


INFORMATIEBLAD. Beste patiënt(e),

Late effecten na stamceltransplantatie. Shahira Fazel, verpleegkundig specialist Afdeling hematologie Radboudumc Nijmegen

Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is

De nieuwste ontwikkelingen. Annemarie Becker, longarts Amsterdam UMC

HOVON studies: open -HOVON 136: recidief DLBCL: brentuximab-dhap bij recidief CD30+ DLBCL -HOVON 900: DLBCL registratiestudie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

HOVON 130 (Non-Hodgkin lymfoom) / non-hodgkinlymfoom

Transcriptie:

HOVON 105: rituximab bij de behandeling van het primair centraal zenuwstelsel lymfoom - een gerandomiseerde fase IIIintergroupstudie HOVON 105: rituximab in primary central nervous system lymphoma - a randomized intergroup study J.K. Doorduijn en J.E.C. Bromberg Samenvatting De standaardbehandeling van een primair centraal zenuwstelsel lymfoom bestaat uit hoge dosis methotrexaat-bevattende chemotherapie. In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van het MBVP-schema (methotrexaat, teniposide, BCNU, prednisolon). In een nieuwe gerandomiseerde fase III-studie, de HOVON 105, zal onderzocht worden of de toevoeging van intraveneus rituximab aan MBVP de event -vrije overleving kan verbeteren. In beide studie-armen zal ook een consolidatiekuur met cytarabine worden gegeven. Ten slotte zal bij patiënten <60 jaar schedelbestraling plaatsvinden. (Ned Tijdschr Hematol 2011;8:29-33) Summary The standard treatment of a primary central nervous system lymphoma consists of high dose methotrexate containing chemotherapy. In the Netherlands MBVP (methotrexate, teniposide, BCNU, prednisolone) is the most frequently used regimen. A new randomised phase III study, the HOVON 105, will assess the effect of the addition of intravenous rituximab to MBVP on the event free survival. In both treatment arms a consolidation cycle with cytarabine will also be part of the treatment. Finally, patients <60 years old will receive whole brain irradiation. Inleiding Het primair centraal zenuwstelsel lymfoom (PCZSL) is een maligne lymfoom, doorgaans een diffuus grootcellig B-cellymfoom, uitsluitend gelokaliseerd in de hersenen. Het is een zeldzame tumor met een incidentie van ongeveer 0,3 per 100.000 per jaar. Met de huidige geaccepteerde behandelingen wordt een 5-jaars overleving van slechts 30-40% beschreven. 1,2 Verbetering van dit behandelingsresultaat is dus dringend gewenst. Gezien het gunstige effect van de toevoeging van rituximab aan de behandeling van systemische B-cellymfomen ligt het voor de hand dit ook te gebruiken voor het PCZSL. Rituximab passeert echter de intacte bloed-hersenbarrière nauwelijks. Na intraveneuze toediening is de concentratie in de liquor slechts 0,1-4% van de serumconcentratie. 3,4 Rituximab zou mogelijk wel de gestoorde bloedhersenbarrière ter plaatse van het lymfoom kunnen passeren, maar of dit de resultaten van de behandeling kan verbeteren, is onbekend. Daarbij komen de potentiële additionele toxiciteit en de kosten van het Auteurs: mw. dr. J.K. Doorduijn, internist-hematoloog, Erasmus Medisch Centrum, Daniel den Hoed, afdeling hematologie, mw. dr. J.E.C. Bromberg, neuroloog, afdeling Neurologie. Correspondentie graag richten aan: mw. dr. J.K. Doorduijn, internist-hematoloog, Erasmus Medisch Centrum, Daniel den Hoed, afdeling Hematologie, Postbus 5201, 3008 AE Rotterdam, tel.: 010 704 13 67, e-mailadres: j.doorduijn@erasmusmc.nl Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: fase III-studie, primair centraal zenuwstelsel lymfoom, rituximab Key words: phase III study, primary central nervous system lymphoma, rituximab 2 9

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE 1 toevoegen van rituximab, dus een gerandomiseerde studie is aangewezen. Chemotherapie Tot het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw was schedelbestraling ( whole brain radiation therapy ; WBRT) de standaardbehandeling voor het PCZSL. Sindsdien zijn er diverse fase II-studies gepubliceerd over behandeling met hoge dosis methotrexaat (HD-MTX)-bevattende chemotherapieschema s, al dan niet gecombineerd met radiotherapie, met betere resultaten. Ondanks het ontbreken van gerandomiseerde studies is er nu internationaal consensus dat de standaardbehandeling voor patiënten met PCZSL bestaat uit een HD-MTX-bevattend chemotherapieschema, al dan niet gevolgd door radiotherapie. 2,5,6 In de verschillende fase II-studies worden responspercentages, variërend van 52-88% bij MTX-monotherapie en van 70-94% in verschillende combinatieschema s gerapporteerd. 1 Vergelijkende studies tussen verschillende chemotherapieschema s zijn niet verricht en uit de gepubliceerde fase II-studies kan geen schema als superieur worden aangemerkt. Wel is onlangs een gerandomiseerde fase II-studie gepubliceerd, waaruit kan worden geconcludeerd dat toevoeging van hoge dosis cytarabine (HD-araC) aan methotrexaat het behandelingsresultaat verbetert. 7 In Nederland is vooral ervaring opgedaan met het door Poortmans gepubliceerde MBVP-schema (MTX 3 g/m 2, teniposide, BCNU en prednisolon) uit de EORTC-studie 20962, waaraan veel Nederlandse centra hebben deelgenomen. 5 Hoewel het responspercentage hoog is na HD-MTX-bevattende chemotherapie, overleeft slechts 30-35% van de patiënten meer dan 5 jaar. Tegenwoordig wordt radiotherapie gecontraïndiceerd geacht bij patiënten boven de 60 jaar, vanwege een hoog risico op een dementieel beeld na schedelbestraling. Cytarabine is een tweede middel dat de bloedhersenbarrière goed passeert. De effectiviteit bij de behandeling van PCZSL is recentelijk ook aangetoond, hoewel ten koste van toegenomen toxiciteit. 7 In de HOVON 105-studie wordt daarom cytarabine als een consolidatiekuur toegevoegd na het MBVP-schema. Sinds september 2010 is de HOVON 105-studie geopend, getiteld Rituximab in primary central nervous system lymphoma. A randomized HOVON/ ALLG intergroup study. Deze gerandomiseerde fase IIIstudie wordt verricht door stichting Hemato- Oncologie voor volwassenen Nederland (HOVON) in samenwerking met de Australasian Leukaemia and Lymphoma Group (ALLG). Radiotherapie Bij patiënten tot 60 jaar wordt na HD-MTX-bevattende chemotherapie doorgaans consolidatiebehandeling met 40-45 Gy (WBRT) gegeven. 5,6 Bij oudere patiënten wordt de bestraling meestal niet gegeven of uitgesteld tot een eventueel recidief vanwege het risico op late neurotoxiciteit. Deze complicatie treedt op bij tot 80% van de oudere patiënten, vaak al na 12 maanden. Ook bij jongere patiënten wordt bij 30-60% neurotoxiciteit gevonden, maar meestal in mildere vorm. Het risico is hoger na behandeling met een hogere totale dosis of grotere fracties. 8,9 Een recentelijk afgeronde, maar nog niet gepubliceerde, Duitse studie hoopt het effect van consolidatie-wbrt te kunnen aantonen. Totdat de resultaten daarvan bekend worden, is bij jongere patiënten WBRT nog standaardbehandeling. Verlaging van de bestralingsdosis per fractie en verlaging van de totale dosis WBRT met toevoeging van een boost op het tumorbed bij patiënten met partiële remissie resulteert echter wellicht in een gelijkblijvend effect en afname van de neurotoxiciteit. 4 Rituximab Bij het systemisch diffuus grootcellig B-cellymfoom (DGBCL) heeft het toevoegen van rituximab aan de standaardchemotherapie geleid tot een verbetering van de event -vrije overleving van 15-20%. 10,11 Het is onbekend of rituximab een effect heeft op het resultaat van de behandeling van het PCZSL. Zoals eerder benoemd, passeert het de intacte bloedhersenbarrière niet. Ter plaatse van het PCZSL, dat doorgaans homogeen aankleurt met contrast, is echter de bloed-hersenbarrière beschadigd en meer doorgankelijk, tenminste bij het begin van de behandeling, wanneer de tumor nog aankleurt. Een recente studie uit het Memorial Sloan Kettering Cancer Center heeft laten zien dat toevoeging van rituximab aan op HD-MTX-gebaseerde chemotherapie haalbaar is, zij het ten koste van mogelijk toegenomen myelotoxiciteit. 4 Het is echter onbekend of dit ook leidt tot een beter behandelingsresultaat, aangezien 3 0

Nieuw-gediagnosticeerd PCZSL, leeftijd 18-70 jaar inclusief inductie arm A R arm B 2 kuren MBVP, q 4 weken MTX 3 g/m 2 d 1,15 teniposide 100 mg/m 2 d 2,3 BCNU 100 mg/m 2 d 4 prednisolon 60 mg/m 2 d 1-5 o.i. intrathecale behandeling 2 kuren R-MBVP, q 4 weken MTX 3 g/m 2 d 1,15 teniposide 100 mg/m 2 d 2,3 BCNU 100 mg/m 2 d 4 prednisolon 60 mg/m 2 d 1-5 rituximab 375 mg/m 2 course 1: d 0,7,14,21 course 2: d 0,14 o.i. intrathecale behandeling consolidatie CR/PR ara-c 2 x 2 g/m 2 /d d 1,2 SD/PD off-protocol - behandeling 61 jr einde protocolbehandeling CR/CRu/PR 60 jr recidief/pd in geval van CR/CRu: WBRT 20 x 1,5 Gy alleen in geval van PR: WBRT 20 x 1,5 Gy + boost 20 x 0,5 Gy off-protocol - behandeling einde protocolbehandeling Figuur 1. Schema van de HOVON 105-studie. PCZSL=primair centraal zenuwstelsel lymfoom, MBVP=methotrexaat, teniposide, BCNU en prednisolon, R-MBVP=rituximab in combinatie met methotrexaat, teniposide, BCNU en prednisolon, MTX=methotrexaat, o.i.=op indicatie, SD= stable disease, PD= progressive disease, CR=complete remissie, PR=partiële remissie, CRu=CR unconfirmed, WBRT= whole brain radiation therapy. het een eenarmige fase II-studie was met beperkte follow-up. Aangezien een verstoorde bloed-hersenbarrière nodig is voor penetratie in de tumor, is de kans op een effect van rituximab het grootst in het begin van de behandeling, wanneer de bloedhersenbarrière nog verstoord is. Om deze reden wordt rituximab in de HOVON 105 op dag 0 en voorts tijdens de eerste kuur wekelijks en tijdens de tweede kuur eens per 2 weken gegeven. Intrathecale behandeling Of intrathecale toediening van methotrexaat van waarde is wanneer al hoge dosis intraveneus wordt 3 1

NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE 1 gegeven, is nooit onderzocht. Over de behandeling met intrathecale rituximab zijn nauwelijks data bekend. Stoffen in de liquor penetreren maximaal enkele millimeters in het hersenparenchym. Het merendeel van de patiënten met PCZSL heeft een intracerebrale massa. De kans dat intrathecale toediening van rituximab veel effect heeft op de hersenlaesie lijkt daarom klein. In de HOVON 105 wordt dan ook geen intrathecaal rituximab toegepast. Wanneer na de eerste kuur nog lymfoom wordt aangetoond in de liquor wordt wel intrathecale behandeling met methotrexaat toegevoegd. In Figuur 1 is het studieschema weergegeven van de HOVON 105-studie. In- en exclusiecriteria Inclusiecriteria voor de studie zijn: Histologisch bewezen CD20-positief DGBCL (biopt uit hersenlaesie). of Op hersenlaesie met homogene aankleuring van contrast, verdacht voor lymfoom. en - Duidelijke morfologisch en/of immuunfenotypisch aangetoond CD20-positief lymfoom in de liquor. en/of - Morfologisch en/of immuunfenotypisch aangetoond CD20-positief lymfoom in glasvocht. of Duidelijk morfologisch en/of immunofenotypisch aangetoond CD20-positief lymfoom in glasvocht en liquor cerebrospinalis. Leeftijd 18-70 jaar inclusief. Performancestatus WHO 0-3 (eventueel na starten van steroïden). Getekend informed consent. Studie-eindpunten Het primaire eindpunt van de studie is de event - vrije overleving. Een event is gedefinieerd als het niet bereiken van complete remissie (CR) of een niet bevestigde CR (CR unconfirmed ; CRu) op protocolbehandeling, recidief, of overlijden in CR/CRu. Secundaire eindpunten zijn: Responspercentage na (R)MBVP, na hoge dosis cytarabine en na radiotherapie. Toxiciteit Algehele overleving Cognitieve functie en kwaliteit van leven na de behandeling. Vanwege de klinische symptomen bij het PCZSL worden een aantal klinisch neurologische parameters bepaald, zoals de mini-mental state examination (MMSE) en de Radiation Therapy Oncology Group (RTOG)-score, een score voor de ernst van neurologische symptomen. Daarnaast krijgen deelnemende patiënten een vragenlijst over kwaliteit van leven. Deze bevat de EORTC QLQ-C30, die uit 30 vragen bestaat over kwaliteit van leven, en die niet ontwikkeld is voor een specifiek type kanker. Daaraan is toegevoegd de EORTC QLQ-BN20, een module specifiek voor patiënten met hersentumoren. In centra die daarvoor belangstelling hebben, zal ten slotte uitgebreider neuro-psychologisch onderzoek plaatsvinden, zowel bij diagnose als tijdens behandeling en gedurende follow-up. Conclusie De HOVON 105-studie zal bij 200 nieuwe patiënten met een PCZSL in een gerandomiseerde fase III-studie de waarde van intraveneus rituximab onderzoeken. Naast responspercentage en (event-vrije) overleving, zijn ook kwaliteit van leven en neuropsychologisch onderzoek belangrijke eindpunten. De studie wordt verricht in samenwerking met de Australasian Leukaemia and Lymphoma Group. Referenties 1. Bessell EM, Hoang-Xuan K, Ferreri AJ, Reni M. Primary central nervous system lymphoma: biological aspects and controversies in management. Eur J Cancer 2007;43:1141-52. 2. Batchelor T, Loeffler JS. Primary CNS lymphoma. J Clin Oncol 2006;24:1281-8. 3. Rubenstein JL, Fridlyand J, Abrey L, Shen A, Karch J, Wang E, et al. Phase I study of intraventricular administration of rituximab in patients with recurrent CNS and intraocular lymphoma. J Clin Oncol 2007;25:1350-6. 4. Shah GD, Yahalom J, Correa DD, Lai RK, Raizer JJ, Schiff D, et al. Combined immunochemotherapy with reduced whole-brain radiotherapy for newly diagnosed primary CNS lymphoma. J Clin Oncol 2007;25:4730-5. 5. Poortmans PM, Kluin-Nelemans HC, Haaxma-Reiche H, Van t Veer M, Hansen M, Soubeyran P, et al. High-dose methotrexate-based chemotherapy followed by consolidating radiotherapy in non-aids-related primary central 3 2

nervous system lymphoma: European Organization for Research and Treatment of Cancer Lymphoma Group Phase II Trial 20962. J Clin Oncol 2003;21:4483-8. 6. DeAngelis LM, Seiferheld W, Schold SC, Fisher B, Schultz CJ. Combination chemotherapy and radiotherapy for primary central nervous system lymphoma: Radiation Therapy Oncology Group Study 93-10. J Clin Oncol 2002;20:4643-8. 7. Ferreri AJ, Reni M, Foppoli M, Martelli M, Pangalis GA, Frezzato M, et al. High-dose cytarabine plus high-dose methotrexate versus high-dose methotrexate alone in patients with primary CNS lymphoma: a randomised phase 2 trial. Lancet 2009;374:1512-20. 8. Correa D, Maron L, Harder H, Klein M, Armstrong CL, Calabrese P, et al. Cognitive functions in primary central nervous system lymphoma: literature review and assessment guidelines. Ann of Oncol 2007;18:1145-51. 9. Harder H, Holtel H, Bromberg JE, Poortmans P, Haaxma-Reiche H, Kluin-Nelemans HC, et al. Cognitive status and quality of life after treatment for primary CNS lymphoma. Neurology 2004;62:544-7. 10. Pfreundschuh M, Schubert J, Ziepert M, Schmits R, Mohren M, Lengfelder E, et al. Six versus eight cycles of bi-weekly CHOP-14 with or without rituximab in elderly patients with aggressive CD20+ B-cell lymphomas: a randomised controlled trial (RICOVER-60). Lancet Oncol 2008;9:105-16. 11. Coiffier B, Lepage E, Briere J, Herbrecht R, Tilly H, Bouabdallah R, et al. CHOP chemotherapy plus rituximab compared with CHOP alone in elderly patients with diffuse large-b-cell lymphoma. N Engl J Med 2002;346:235-42. Ontvangen 27 september 2010, geaccepteerd 26 oktober 2010. 3 3