A d v i e s Basissjabloon presentatie CASI datum
Parkeervak (Noteer hier alle ideeën en inzichten die gedurende het traject uit de groep komen zodat ze niet vergeten worden) 2
Doel van CASI (Omschrijf hier het doel en de gewenste uitkomt van het CASItracject) 3
Sessies omschrijf hier de sessies die je gaat doen in het CASI-traject, bijvoorbeeld: 1. Doelbepaling: van beleidsdoel naar gedragsdoel 2. Doelgroepanalyse: van gedragsdoel naar gedragsbepalers met persona s 3. Strategiebepaling: van gedragsbepalers naar strategie: strategieën en interventies. 4
Beleidsanalyse In deze sessie analyseren we het beleid, de rol van communicatie en de betrokken stakeholders. Wat is het beleidsdoel? Wat is de context: beleidsinstrumenten en rol van communicatie Wat weten we uit onderzoek? Wie zijn stakeholders? Wat is de concrete beleidsdoelstelling voor communicatie? 5
Beleidsanalyse - uit onderzoek blijkt (Neem hier een aantal sheets op met de belangrijkste feiten en cijfers die bekend zijn over het gedrag) 6
Beleidsanalyse - beschikbare beleidsinstrumenten (Neem hier informatie op over beschikbare beleidsinstrumenten) Regelgeving Voorzieningen. Geld 7
Output Beleidsanalyse - stakeholders en hun rol 8
Rol van communicatie (Omschrijf hier wat de rol van communicatie is en laat voorbeelden van eerdere communicatie zien) 9
Output Beleidsanalyse - beleidsdoel(stellingen) voor communicatie 10
Output Beleidsanalyse - opdracht voor de volgende sessie 11
Doelbepaling In deze sessie wordt het beleidsdoel vertaald naar een concreet gedragsdoel voor communicatie. Wie is de doelgroep? Huidig gedrag Gewenst gedrag Gedragsdoel Werkvorm: (geef hier aan of je het werkblad plenair of in groepjes gebruikt) 12
13
Keuze doelgroep (Omschrijf hier wie de doelgroep is + segmenten) 14
Huidige gedrag (Vat samen wat we weten over het huidige gedrag van de doelgroep) 15
Gewenst gedrag (Geef aan wat het gewenste gedrag is van de doelgroep) 16
Output Doelbepaling - gedragsdoelen voor communicatie Formuleer het gedragsdoel voor je communicatie door de volgende zin in te vullen: (Wie) vertoont in plaats van (het huidige gedrag) in de toekomst (het gewenste gedrag) (waar en wanneer)? Het is mogelijk om meerdere gedragsdoelen te formuleren. 17
Output Doelbepaling - conclusies en adviezen tot nu toe 18
Output Doelbepaling (vervolg)opdracht aan de deelnemers van de volgende sessie 19
Doelgroepanalyse In deze sessie bepaal je de belangrijkste factoren die het gedrag van de doelgroep bepalen. Persona en gedragsreis: inleven in doelgroep Gedragsbepalers: welke factoren bepalen het gedrag Werkvorm: In groepjes werkblad persona s invullen Plenair persona s terugkoppelen Plenair gedragsbepalers vaststellen 20
Segmenteren binnen doelgroep (Geef hier aan wat bepalende verschillen binnen een doelgroep zijn en of je de doelgroep nog verder kan uitsplitsen. Geef aan voor welke groep of groepen we persona s gaan maken) Segmenten binnen doelgroep: Persona s voor: 21
22
23
Gedragsbepalers Sociale omgeving: anderen hebben invloed op het gedrag, zoals vrienden of collega sdie het goede voorbeeld geven. Heeft bewust en onbewust invloed op gedrag. Emoties en associaties: positieve of negatieve emoties en associaties hebben invloed op het gedrag, bijvoorbeeld angst voor of de associatie pijn bij de tandarts. Heeft onbewust invloed op gedrag. Fysieke omgeving: iets in de omgeving heeft invloed op het gedrag, zoals verkeersdrempels of de mobiele telefoon. Heeft bewust en onbewust invloed op gedrag. 24
Gedragsbepalers Zelfbeeld: Het beeld wat iemand van zichzelf heeft, heeft invloed het gedrag. Bijvoorbeeld: iemand die zichzelf ziet als een zorgzame vader. Heeft onbewust invloed op gedrag. Kunnen: de beschikking over kennis, vaardigheden en middelen (tijd en geld) heeft invloed op het gedrag, zoals voldoende geld om biologische producten te kopen. Heeft bewust invloed op gedrag. Gewoonten en automatismen: wat mensen gewend zijn om te doen of doen zonder er bij na te denken, heeft invloed op het gedrag. Bijvoorbeeld: uit gewoonte altijd dezelfde route rijden of een sigaret opsteken zonder er bij na te denken. Heeft onbewust invloed op gedrag. 25
Gedragsbepalers Houding: wat je doelgroep vindt van het onderwerp heeft invloed op het gedrag, bijvoorbeeld het belang dat iemand hecht aan stemmen bij verkiezingen. Heeft bewust invloed op gedrag. Intentie: de mate waarin de doelgroep zich voorneemt om gedrag te vertonen, heeft invloed op het gedrag. Bijvoorbeeld: de intentie die iemand heeft om vanaf volgende week gezond te eten. Heeft bewust invloed op gedrag. Kennis: wat je doelgroep weet over de voordelen, nadelen en risico s van gedrag heeft invloed op het gedrag, zoals kennis over de nadelen van meeroken. Heeft bewust invloed op gedrag. 26
Output Doelgroepanalyse - beschrijving van de persona s en hun gedragsreis (Omschrijf hier de persona s die gemaakt zijn) 27
Output Doelgroepanalyse - top drie van gedragsbepalers per doelgroep Top 3 voor doelgroep: 1. Hoe bepaalt deze het gedrag: 2. Hoe bepaalt deze het gedrag: 3. Hoe bepaalt deze het gedrag: 28
Output Doelgroepanalyse eventuele aanscherping en aanpassing gedragsdoel 29
Output Doelgroepanalyse - conclusies en adviezen 30
Strategiebepaling In deze sessie bespreek je welke van de vier strategieën voor gedragsverandering kunnen werken voor jouw doelgroep en hoe je ze kan inzetten. Vier hoofdstrategieën emotioneren en laten associëren sociaal beïnvloeden faciliteren en gedrag versterken motiveren Interventies Samenvatting strategie Werkvorm: werkblad in groepjes invullen, kaarten als hulpmiddel. Plenair terugkoppelen 31
Emotioneren en laten associëren Via communicatie in spelen op en rekening houden met associaties en emoties die een rol spelen bij het gewenste gedrag. Deze strategie is gelinkt aan de gedragsbepalers emoties, associaties en gewoonten en automatismen. Met deze strategie kan je o.a.: emoties oproepen op bestaande emoties inspelen: proberen effect van emoties die het gedrag in de weg zitten te verminderen door er een positieve emotie tegenover te zetten nieuwe associaties met gedrag aanmaken bestaande associaties versterken 33
Emotioneren en laten associëren 34
Sociaal beïnvloeden Deze strategie is erop gericht om met communicatie de sociale omgeving en sociale processen te benutten om mensen te stimuleren om gedrag te veranderen. Deze strategie is gelinkt aan de gedragsbepaler sociale omgeving. Met deze strategie kan je o.a.: Communiceren via de sociale omgeving Sociale normen communiceren Het gesprek op gang brengen 35
Sociaal beïnvloeden 36
Faciliteren en gedrag versterken Deze strategie is erop gericht om de doelgroep te helpen om het gewenste gedrag te vertonen en dat vervolgens te versterken. Deze strategie is gelinkt aan de gedragsbepalers kunnen, fysieke omgeving en intentie. Met deze strategie kan je o.a.: voorzieningen aanbieden om te helpen bij het gedrag mensen ter plekke een duwtje in de rug geven concrete instructies communiceren die helpen bij het goede gedrag 37
Faciliteren en gedrag versterken 38
Motiveren Deze strategie is erop gericht om met communicatie de interne motivatie van mensen te vergroten om hun gedrag te veranderen. Deze strategie is gelinkt aan de gedragsbepalers kennis, houding en zelfbeeld. Met deze strategie kan je o.a.: Communiceren over voordelen, nadelen en risico's. Communicatie richten op houding en identiteit: inspelen op waarden, meningen en het beeld wat mensen van zichzelf hebben. 39
Motiveren 40
Output Strategiebepaling - de gekozen strategie (Omschrijf hier de gekozen strategie of strategieën en licht toe hoe je die kan inzetten en welke interventies je inzet) 41
Output Strategiebepaling - een samenvatting van je strategie 42
Output Strategiebepaling - conclusies en adviezen 43
Overige conclusies, adviezen en ideeën (Kijk naar het parkeervak en noteer hier alle ideeën en inzichten die gedurende het traject uit de groep zijn gekomen) 44
Uitvoering van je strategie Bij de uitvoering van de strategie bedenk je ideeën voor mogelijke handelingsperspectieven, middelen en kanalen voor je communicatie en is er ruimte voor aanvullende ideeën voor je communicatieaanpak. Kijk daarnaast goed naar de relevante tips en instructies voor de uitwerking. Deze sessie kan je prima met de meest betrokken personen doen. Een sessie kan je als volgt opbouwen: o Terugblik: welke strategie hebben we geformuleerd? o Ideeën voor een goed handelingsperspectief. o Relevante tips en instructies meenemen. o Gedragsreis met kansen voor communicatie maken. o Ideeën voor middelen en kanalen bedenken. o Overige ideeën noteren. o Evalueren. (Gebruik de checklist op p. 23 en verder) 45
Uitvoering strategie In deze sessie bedenk je ideeën voor mogelijke handelingsperspectieven, middelen en kanalen en kijk je naar tips en instructies voor de uitvoering van je strategie. Werkvorm: werkblad plenair invullen 46
Output Uitvoering strategie ideeën voor handelingsperspectieven 48
Output Uitvoering strategie kansen voor communicatie (Vat hier samen waar in de gedragsreis er kansen voor communicatie zijn) 49
Output Uitvoering strategie ideeën voor middelen en kanalen (Omschrijf hier ideeën voor middelen en kanalen die je kan inzetten bij communicatie) 50
Output Uitvoering strategie overige ideeën voor communicatie 51
Output Uitvoering strategie aandachtspunten en instructies voor de uitvoering van de strategie 52
Output Advies (Zet de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het gehele CASItraject op een aantal sheets. Neem hierin ook alle aanvullende aandachtspunten en ideeën mee over bijvoorbeeld onderzoek, budget, kansen en risico s.) 53