Competentiekaartjes. Een onderdeel van Learn2Work

Vergelijkbare documenten
Maartje Voorbeeld

Bijlage Checklist werknemersvaardigheden

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Introductie... 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan (pop)... 3 Competenties... 8 Uitleg basiscompetenties Uitleg keuzecompetenties...

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

Rapportage Eigenschappen. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding

Competenties verbonden aan het ComPas

Welkom. Vrouwelijke kwaliteiten inzetten bij verandering en vernieuwing. Trainers Astrid Kies

BEHULPZAAMHEID BEHULPZAAMHEID

Workaholic. Egoïstisch. Opgewekt. Agressief. Sociaal. Koppig. Zorgzaam. Opvliegend. Karakterkaarten

COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

waar denkt u aan bij het woord opvoeden? De kracht van Positief opvoeden Overzicht Hoop en verwachting

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

Talenten 30 januari Daan Demo

T SPOOR BOEKJE VAN OP/MAAT OP HET JUISTE SPOOR MET OP/MAAT

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Assertiviteit Ik weet wat ik wil Ik kom voor mezelf op Ik geef mijn grens aan

Persoonlijke ontwikkeling

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Interessen: Wat vind ik leuk?

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Toelichting op de gedragscode medewerkers 1 Maaswaal College

Praktijkschool Westfriesland

VSO Leerlijnen Voorbereiding op dagbesteding & arbeid (Leren leren)

Wat wil je zien? Wat wil je horen? Stel duidelijke regels voor de klas. Tip # 1. Tip # 1 Stel duidelijke regels voor de klas

Voordat je solliciteert moet je weten wat je kwaliteiten zijn. In deze opdracht ga je je eigen kwaliteiten beschrijven.

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden

Talentscan. Referentenonderzoek. Voornaam: Arend-Jan Achternaam: Verbaan Datum: 30 augustus 2010

Kader voor ontwikkeling - Vaardigheden

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

Marc Gooij. Rapportage Hoe veilig ben jij? 1 maart 2013

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven. Klas :

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Assertiviteit. e-book

Welkom. Anniek Verhagen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Kader voor ontwikkeling - Vaardigheden

Vragenlijst. Datum:. Naam trajectbegeleider: Beste, Wil je deze vragenlijst aub invullen?

Persoonlijkheidsprofiel. Anoniem

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4

Competenties en kwaliteiten van de topsporter (1 van 9)

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Welkom. Anniek Verhagen

2. Procedures en instructies opvolgen 2. De leerling leert instructies en procedures op te volgen Dagbesteding & Arbeid

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

Seksuele vorming. Anticonceptie en zwangerschap

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Schoolse competenties

Gedragscode. Gewoon goed doen

A. PERSOONLIJKE KWALITEITEN TEST

Leren van je eigen mores Spreken over waarden en normen met verpleegkundigen

Signaalkaart Werkgeluk

Beantwoord de volgende vragen spontaan, zonder na te denken:

Lambrecht Spijkerboer 12 oktober 17

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Leven in een groep. Hoe gaat dat en wat vinden jongeren?

Naam: Datum: Ik-Wijzer

geweldig efficiënte tips voor werk en thuis! Marieke Anthonisse

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAK GEDRAG. Mozarthof school voor ZML Leerlijn Leren leren dd /6

Bijlage 4 - Verslag Normen en waarden

Hulpvragen Signs of Success

Persoonlijke ontwikkeling

In dialoog met elkaar

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress

kempelscan K1-fase Eerste semester

De teamorganisatie. Je ziet dus dat een functie uit verschillende taken bestaat. Figuur 8-4: Alle taken samen vormen een functie.

Feedback. in hapklare brokken

SKILLSTIPS SKILLSTOWN

Werkboek Buitenschoolsleren Het Woonzorgcentrum. Wat ga ik doen? Zorg en Welzijn Leerjaar 3 en 4

Hallo, Als je vragen hebt tijdens het invullen, vraag die dan aan jouw docent(e). Bedankt voor het invullen van de vragenlijst!

L O O P B A A N L E R E N & C O M P E T E N T I E S

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

Werkboek Buitenschoolsleren Het Buurthuis. Wat ga ik doen?

Werkboek Buitenschoolsleren De Voedingsdienst. Wat ga ik doen? Zorg en Welzijn

Luisteren, hoe leren kinderen dat?

Logistiek medewerker. Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse

360 graden feedback - methode

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG

ZIEN!leerlingvragenlijst BETROKKENHEID WELBEVINDEN. Dit klopt soms. Dit klopt vaak. Dit klopt (bijna)nooit. Dit klopt (bijna) altijd

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Transcriptie:

Competentiekaartjes Een onderdeel van Learn2Work

Begrijp je instructies die je krijgt? Laat je blijken dat je naar iemand luistert? Stel je vragen als je het nodig vindt?

1. Communicatieve competentie De student is in staat om duidelijk te spreken en kan in een gesprek de rode draad vasthouden. Hij kan duidelijk maken wat hij wil. In de omgang luistert hij naar wat de ander hem wil zeggen en onderhoudt hij oogcontact. Sociale competentie

Help je je collega s s wel eens? Laat je blijken dat je het fijn vindt als iemand je helpt? Groet je je collega s s als je ze tegenkomt?

2. Positief sociaal gedrag De student is in staat om in de omgang met anderen positieve gedragingen te tonen. Het betreft hier met name hulpvaardigheid en inlevingsvermogen in de positie of situatie van anderen. Met egoïstisch of egocentrisch gedrag wordt het tegenovergestelde bedoeld. Sociale competentie

Zeg je het als je het ergens niet mee eens bent? Kom je voor jezelf op? Hebben ze op het werk respect voor jou?

3. Assertiviteit In de omgang is de student in staat om op te komen voor zichzelf. Hij geeft op duidelijke en acceptabele wijze grenzen aan. Anderen lopen niet over hem heen. Sociale competentie

Voel je je bij het team van collega s s horen? Heb je iets voor je je collega s s over? Lever jij een belangrijke bijdrage aan de taak van het team?

4. Samenwerken De student voelt zich onderdeel van het team, stelt zich collegiaal op en levert een relevante bijdrage aan de taak die het team heeft. Sociale competentie

Neem je opmerkingen over je werk serieus? Blijf je rustig als iemand kritiek op je werk heeft? Kun je op- en aanmerkingen over je werk steeds beter accepteren?

5. Omgaan met kritiek De student is in staat kritiek te ontvangen van zijn collega s s en leidinggevende. Hij blijft daar relatief rustig onder. Uit zijn gedrag blijkt dat hij de kritiek serieus neemt. Sociale competentie

Hou je je aan de regels en afspraken van het bedrijf? Kom je op tijd? Zie je er verzorgd uit?

6. Zich kunnen aanpassen aan de bedrijfscontext De student is op de hoogte van de geschreven en ongeschreven (gemeenschappelijke) gewoontes en regels die in het bedrijf gelden en kan zijn gedrag daaraan aanpassen. Sociale competentie

Weet je wat jouw taak is? Maak je het werk af waar je mee bezig bent? Probeer je goed werk af te leveren?

7. Doelgerichtheid De student weet welke taak hij heeft, weet waar de uitvoering toe moet leiden en handelt daar naar. Taakgerelateerde competentie

Ruim je je spullen altijd op? Doe je je werk volgens een soort stappenplan? Ben je zuinig op de materialen van het bedrijf?

8. Ordelijkheid De student werkt georganiseerd en planmatig. Hij gaat zorgvuldig en netjes met de materialen om. Slordigheid is het tegenovergestelde van deze eigenschap. Taakgerelateerde competentie

Kom je afspraken en beloftes na? Vind je dat je collega s s op je kunnen rekenen? Heb je een serieuze werkhouding?

9. Betrouwbaarheid De student komt zijn afspraken na en handelt naar eer en geweten. Hij is niet nonchalant. Taakgerelateerde competentie

Vind je dat je een doorzetter bent? Wil je graag nieuwe dingen leren? Laat je graag zien dat je je werk goed gedaan hebt?

10. Motivatie De student is enthousiast, ijverig en heeft een wil om te presteren. Hij begint aan een taak en maakt deze ook af ondanks eventuele verveling en afleiding. Hij geeft niet snel op. Taakgerelateerde competentie

Doe je wel eens extra werk zonder dat dat aan je gevraagd wordt? Wanneer je klaar bent met je taak vraag je dan om nieuw werk? Bied je aan om langer te werken als dat nodig is?

11. Initiatief tonen De student pakt werk aan ook al behoort dat strikt genomen niet tot zijn taak. Hij stelt zich niet afwachtend op en is bereid (ongevraagd) iets extra s s te doen. Taakgerelateerde competentie

Voer je je werk rustig en niet gehaast uit? Weet je wat het doel is van je taak? Denk je eerst na voordat je aan het werk gaat?

12. Bedachtzaamheid De student denkt goed na voor hij aan het werk gaat of een beslissing neemt. Hij probeert zich de gevolgen van zijn handelingen voor te stellen. Hij anticipeert op de eventuele gevolgen. De student werkt niet gehaast of impulsief. Taakgerelateerde competentie

Kun je na een instructie zelfstandig aan de slag? Let je er op dat je je werk goed blijft doen? Vraag je tijdens je taak vaak om hulp?

13. Zelfstandigheid De student heeft na een instructie weinig toezicht nodig. Ondanks dat blijft de kwaliteit van het werk goed. Hij overziet de gehele taak. Aan de kwaliteitseisen is voldaan. De student spreekt op het juiste moment de leidinggevende aan om nieuwe instructies te ontvangen. Taakgerelateerde competentie

Als je veel werk hebt, blijf je daar dan rustig onder? Als iets niet lukt, word je dan zenuwachtig? Vind je je werk vermoeiend?

14. Belastbaarheid De student kan de eisen die aan hem gesteld worden zowel geestelijk als lichamelijk aan. Hij kan met tijdsdruk en frustraties omgaan. De fysieke belasting van de taak is voor hem geen probleem. Taakgerelateerde competentie

Denk je wel eens dit had ik beter gekund? Leer je van je fouten? Voldoet je werk aan de afspraken?

15. Evalueren en reflecteren De student is in staat kritisch naar de kwaliteit van zijn eigen werk (product) te kijken en het proces van totstandkoming te evalueren. Hij kan hiervan profiteren bij volgende taken. Taakgerelateerde competentie