Vastgesteld op 20 november 2013 Ingediend op 22 november 2013 bij het Agentschap SZW. DIR2.2013.0145 bladzijde 2 datum: 20 november 2013

Vergelijkbare documenten
Onderzoeksrapportage arbeidsmarkt en opleidingsmogelijkheden Schilderen en Onderhoud

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink

Rapportage Arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Sector Schilderen en Onderhoud 2013

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Regeling cofinanciering sectorplannen

De Grote Uittocht Herzien. Een nieuwe verkenning van de arbeidsmarkt voor het openbaar bestuur

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Leerlingcijfers 2014/2015

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Doetinchem

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek

S childeren. Rapportage Arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie Sector Schilderen en Onderhoud. O nderhoud

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Paul van Kruining Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid HET OPSTELLEN VAN EEN SECTORPLAN

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Arnhem

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Eindhoven

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom

TIEN MAATREGELEN OM VAKMANSCHAP TE BEHOUDEN EN TE VERSTERKEN. Maak er gebruik van, het kan u geld opleveren!

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Sectorplan VVT, GHZ en GGZ

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Zuid

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Zuid-Limburg

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Achterhoek

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Rotterdam

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groningen

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Gouda

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Noord

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren van leerwerkplekken (bbl-2 en bbl-3) voor jongeren tot 27 jaar

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Flevoland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Behoud kennisoverdracht door leermeesters ouder dan 55 jaar. Maatregel 3 in het kader van het sectorplan bouw & infra

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Midden-Holland, augustus 2017

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Hoeveel middelen zijn beschikbaar voor de cofinanciering van sectorplannen?

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De arbeidsmarkt in Midden-Limburg

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Crisis en herstel in de bouwsector

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

2. Globale analyse 2015

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2018

In het Sectorplan Bouw & Infra zijn vijf subsidieregelingen opgenomen voor werkgevers (maatregel 2 t/m 6).

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Food Valley

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Haaglanden en Zuid-Holland Centraal, augustus 2017

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Flevoland, augustus 2017

Sectorplan Bouw en Infra

Leerlingcijfers 2014/2015

Bijdragen aan een krachtige leeromgeving voor leerlingen in de bouw en infra. Bouw aan vakmanschap. Word erkend leerbedrijf!

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1

REGIONALE PLATFORM BIJEENKOMST SECTORPLANNEN. Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid

Feitendossier IPW donderdag 26 maart 2009

Nieuwsbrief Drenthe, oktober 2012

Crisismonitor Drechtsteden

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Aantal medewerkers West-Brabant

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Kansen zien en grijpen

Kortetermijnontwikkeling

Minder starters in 2016

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Thermometer economische crisis

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011

Cris van Osch 30 november Opleiden van leerlingen Scholingsconferentie AFNL

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE

Crisismonitor Drechtsteden

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Drenthe/Overijssel

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT

Sectormonitor 2018-Q3

Sectormonitor 2017-Q4

Aanleiding. Regio West-Friesland

Dienstensector houdt vertrouwen

Transcriptie:

Colofon Dit sectorplan is opgesteld door het samenwerkingsverband Sectorplan Schilderen, Onderhoud en Afbouw OnderhoudNL ondernemersorganisatie Schilderen en Onderhoud NOA ondernemersorganisatie Stukadoren en Afbouw FNV Bouw werknemersorganisatie CNV Vakmensen werknemersorganisatie Savantis KBB Kenniscentrum voor de sectoren Loopbaan en Opleidingsfonds Afbouw en Onderhoud (LOF) O&O fonds Schilderen en Onderhoud O&O fonds Afbouw Bedrijfschap Afbouw Correspondentie adres Loopbaan en Opleidingsfonds Afbouw en Onderhoud (LOF)/Savantis Postbus 76 2740 AB WADDINXVEEN www.stichtinglof.nl Contactpersonen: Gerd Simons (g.simons@stichtinglof.nl) Ronald van Driel (r.vandriel@savantis.nl) Vastgesteld op 20 november 2013 Ingediend op 22 november 2013 bij het Agentschap SZW DIR2.2013.0145 bladzijde 2 datum: 20 november 2013

Inhoudsopgave 1. Inleiding en samenvatting sectorplan 5 1.1 Nu daling werkgelegenheid maar tekorten op de arbeidsmarkt over enkele jaren 5 1.2 Behoud van Werk en van Werk naar Werk 5 1.3 Schematisch overzicht knelpunten en maatregelen 6 1.4 Maatregelen en beoogde effecten 7 2. Samenwerkingsverband 8 2.1 Samenstelling samenwerkingsverband 8 2.2 Hoofdaanvrager 8 2.3 Projectmanagement 9 3. Sectoranalyse 10 3.1 Sector Schilderen & Onderhoud 10 3.2 Sector Afbouw 17 3.3 Arbeidsmarkt- en onderwijsknelpunten sectorplan 23 3.4 Van probleem naar oplossing 24 Plan van aanpak 28 4. Onvoldoende instroom van jongeren 29 4.1 Achtergrond 29 4.2 Goede ervaringen 29 4.3 Ambitie 31 5. Grote uitstroom van vakkrachten 33 5.1 Achtergrond 33 5.2 Goede ervaringen 33 5.3 Plan van aanpak 33 6. Sectoraal beleid duurzaam en verantwoord werken en ondernemen 34 6.1 Achtergrond 34 6.2 Goede ervaringen 35 6.3 Plan van aanpak 36 Beschrijving van de maatregelen 37 7. Maatregel 1: Behoud en werven extra leer/werkplaatsen 38 8. Maatregel 2: Praktijksimulatie leren werken 40 9. Maatregel 3: Oud voor jong - Workshops voor praktijkopleiders en docenten 44 10. Maatregel 4: Vernieuwing opleiding en infrastructuur 46 11. Maatregel 5: Loopbaanbegeleiding van werk naar werk en functie naar functie 48 12. Maatregel 6: Duurzaam en verantwoord werken en ondernemen 52 DIR2.2013.0145 bladzijde 3 datum: 20 november 2013

13. Maatregel 7: Scholing 54 14. Bijlagen 56 Bijlage 1. Samenwerkingsovereenkomst Sectorplan Schilderen & Onderhoud en Afbouw en machtiging LOF 57 Bijlage 2. Regionale samenwerkingsverbanden Schilderen, Onderhoud en Afbouw 58 DIR2.2013.0145 bladzijde 4 datum: 20 november 2013

1. Inleiding en samenvatting sectorplan In de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw zijn grote veranderingen gaande als gevolg van onder andere de economische crisis, flexibilisering op de arbeidsmarkt en de open grenzen binnen de Europese Unie. De dagelijkse agenda van ondernemers en sociale partners wordt beheerst door problematieken als omzetdaling, faillissementen, werkloosheid, prijsdruk, toename flexarbeid, Europese concurrentie, jeugdwerkloosheid, daling van het aantal beschikbare opleidingsplaatsen en afname van het aantal werknemers waarop de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is. Sociale partners willen tegelijkertijd ook over de alledaagse problemen heenkijken en een perspectief bieden voor de toekomst. In dit sectorplan worden de huidige en toekomstige knelpunten beschreven. In samenspraak met en medefinanciering van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil een breed samenwerkingsverband van sociale partners en aanverwante organisaties in de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw maatregelen treffen om deze knelpunten op te lossen. 1.1 Nu daling werkgelegenheid maar tekorten op de arbeidsmarkt over enkele jaren De omzetdaling in de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw heeft er toe geleid dat vele arbeidskrachten de sectoren in de afgelopen jaren hebben verlaten. Deze uitstroom zet naar verwachting nog de komende jaren door, mede door de uitstroom vanwege de vergrijzing. Daarnaast is er een forse daling van de instroom van jongeren via de opleidingen schilderen, stukadoren en aanverwante beroepen. Velen die de sectoren hebben of nog gaan verlaten, zullen niet terugkeren als de markt weer aantrekt. Arbeidsmarktprognoses tonen aan dat over circa 4 jaar een groeiend tekort ontstaat aan inzetbare arbeidskrachten. Sociale partners willen bedrijven stimuleren en ondersteunen om hun marktpositie te heroverwegen en te verbeteren door o.a. aandacht te besteden aan duurzaam en verantwoord ondernemen, nieuwe onderhoudsscenario s, energiebesparing en duurzame inzetbaarheid van personeel. Dit moet leiden tot behoud en groei van werkgelegenheid. Jongeren moet nieuw perspectief worden gegeven op een goede opleiding en toekomstig werk. Middels een aangepast opleidingsprogramma, vergroting van het aantal praktijkleerplaatsen, praktijkvervangende scholing en extra ondersteuning van de praktijkopleiders bij de leerbedrijven, moet het mogelijk zijn om 500 oplopend naar 1000 extra leerplaatsen per jaar te realiseren. De toename van het aantal leerlingen moet tevens voorkomen dat regionale opleidingsvoorzieningen gesloten worden. 1.2 Behoud van Werk en van Werk naar Werk Werknemers die met werkloosheid geconfronteerd zijn, of bedreigd worden, kunnen ondersteuning goed gebruiken bij hun zoektocht naar een nieuwe baan. Loopbaanondersteuning, scholing en bemiddeling naar ander werk binnen of buiten de sector, moet voorkomen dat zij langdurig buiten het arbeidsproces geraken. Minimaal 1700 deelnemers kunnen gebruik maken van de geboden ondersteuning. DIR2.2013.0145 bladzijde 5 datum: 20 november 2013

Bedrijven zullen worden ondersteund bij hun inspanningen om de duurzame inzetbaarheid van het personeel te vergroten. Maatregelen worden genomen om arbeidsuitval te voorkomen, veiligheid en gezond werken te stimuleren, en zo nodig ondersteuning te bieden bij de re-integratie van werknemers, zo nodig naar een andere functie. 1.3 Schematisch overzicht knelpunten en maatregelen Arbeidsmarktknelpunten Schilderen, Onderhoud en Afbouw Afname productie en werkgelegenheid Afname instroom Flexibilisering Vergrijzing Afname instroom van jongeren Grote Grote uitstroom vakkrachten (ww of Behoud van (ervaren) vakkrachten (ww andere of andere sectoren) Onvoldoende beleid bedrijven inzake duurzame inzetbaarheid Thema s: 1. Arbeidsinstroom en begeleiding van jongeren. 3. Arbeidsinstroom van personen met afstand tot de arbeidsmarkt. 5. Scholing Thema s: 2. Behoud oudere vakkrachten 4. Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid 6. Van-werk-naar-werk van werknemers op sectoraal en intersectoraal niveau Thema s: 4. Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid 6. Van-werk-naar-werk van werknemers op sectoraal en intersectoraal niveau 7. Goed werkgeverschap en goed werknemerschap Sectorale maatregelen: 1. extra leer/werkplekken werven 2. Praktijksimulatie leren werken 3. Workshops voor praktijkopleiders en docenten 4. vernieuwing opleiding en infrastructuur Sectorale maatregelen: 5. Loopbaanbegeleiding van werk naar werk Sectorale maatregelen: 6. Duurzaam en verantwoord werken en ondernemen 7. Scholing DIR2.2013.0145 bladzijde 6 datum: 20 november 2013

1.4 Maatregelen en beoogde effecten Maatregel Inspanning Beoogd resultaat 1 Werven extra leer/werkplaatsen 4.200 bezoeken in 2 jaar aan bedrijven en instanties; Werven leerplaatsen en leerlingprojecten. Aansluiting bij regionale plannen jeugdwerkloosheid. Voldoende leer/werkplaatsen voor alle leerlingen (bestaande, nieuwe en toekomstige). Behoud van ca. 2.300 bestaande plaatsen en ca. 200 extra plaatsen gericht op maatregel 2. 2 Praktijksimulatie leren werken Uitvoering Praktijksimulatie in regionaal vakcentrum 2014: 585 x 30 dagen 2015: 750 x 30 dagen Extra leerwerkplekken voor aantal leerlingen: 2014: 585 2015: 750 3 Workshops voor praktijkopleiders en docenten Organisatie 50 workshops in 2 jaar 4 Vernieuwing opleiding en infrastructuur Ontwikkelen nieuw opleidingsmodel; Onderzoek, ondersteuning en begeleiding toekomstbestendigheid regionale samenwerkingsverbanden van leerbedrijven. 5 Loopbaanbegeleiding van werk naar werk In 2 jaar: 700 x loopbaantrajecten 700 x loopbaanonderzoek 700 x loopbaanadviezen 400 x scholing/coaching 6.500 x PAGO 6 Duurzaam en verantwoord werken en ondernemen In 2 jaar: 800 x bedrijfsscans 160 x bedrijfsadviezen 160 x plannen van aanpak 160 x begeleiding 7 Scholing Stimuleren en (doen) uitvoeren van algemene scholingsactiviteiten voor 1000 deelnemers in 2 jaar 800 deelnemers in 2 jaar Nieuw opleidingsprogramma; Onderzoeksrapport; Plan van aanpak & implementatie organisatorische aanpassingen samenwerkingsverbanden. In 2 jaar: 700 deelnemers worden ondersteund in hun loopbaan 6.500 deelnemers aan preventief onderzoek gezondheid In 2 jaar: 800 bedrijven, waarvan 160 een plan van aanpak c.q. vernieuwingstraject uitvoeren. Hierdoor worden ca. 4.000 werknemers bereikt. 1.000 deelnemers aan een algemene scholingsactiviteit DIR2.2013.0145 bladzijde 7 datum: 20 november 2013

2. Samenwerkingsverband 2.1 Samenstelling samenwerkingsverband De volgende partijen hebben zich verenigd binnen een samenwerkingsverband om een sectorplan voor de genoemde sector op te stellen en uit te voeren: ondernemersorganisaties OnderhoudNL en NOA, werknemersorganisaties FNV Bouw en CNV Vakmensen, O&O fonds Schilderen en Onderhoud, O&O fonds Afbouw, Bedrijfschap Afbouw, Savantis Kenniscentrum beroepsonderwijs en bedrijfsleven en Stichting LOF. Zie bijlage 1 voor de samenwerkingsovereenkomst. 2.2 Hoofdaanvrager De Stichting Loopbaan & Opleidingsfonds (LOF) is uitvoerder van de subsidieregelingen voor de sectoren Schilderen & Onderhoud en Afbouw. Het LOF is reeds vele jaren verantwoordelijk voor het aanvragen en verantwoorden van ESF-subsidies namens deze sectoren. Het LOF heeft als algemeen doel het bevorderen van kennis en het behouden van vakmanschap en richt zich op het leren en werken in de praktijk. De partners van het samenwerkingsverband machtigen het LOF om als hoofdaanvrager op te treden (zie bijlage 1). Schematisch overzicht samenwerkingsverband sectorplan Sectorplan Schilderen, Onderhoud & Afbouw Samenwerkingsverband Sectorplan Schilderen, Onderhoud en Afbouw* * Samenwerkingsverband Sectorplan Schilderen, Onderhoud en Afbouw OnderhoudNL ondernemersorganisatie Schilderen en Onderhoud NOA ondernemersorganisatie Stukadoren en Afbouw FNV Bouw werknemersorganisatie CNV Vakmensen werknemersorganisatie Savantis KBB KBB voor de sectoren Loopbaan en Opleidingsfonds Afbouw en Onderhoud (LOF) O&O fonds Schilderen en Onderhoud O&O fonds Afbouw Bedrijfschap Afbouw Loopbaan & Opleidingsfonds Afbouw en Onderhoud Financiering 2014 2015 2016 2017 50% 50% Rijksoverheid ESF Sectoren Afbouw en Onderhoud Projectmanagement DIR2.2013.0145 bladzijde 8 datum: 20 november 2013 Maatregel Maatregel Maatregel 1 + 3 + 5 2 + 4 + 6 4 + 6 + 7 Regionale samenwerkings-

2.3 Projectmanagement De Stichting Loopbaan & Opleidingsfonds heeft veel ervaring met management en administratie van vele projecten, waaronder veel ESF-projecten. Ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen van het sectorplan zal de Stichting LOF een aparte projectadministratie opzetten, alsmede de benodigde processen voor Interne Controle inrichten. Dit in aansluiting op de (nog te verschijnen) Handleiding Projectadministratie inzake de subsidieregeling cofinanciering sectorplannen van het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Uitgangspunt is dat de vereisten inzake het verkrijgen en verantwoorden van de subsidie per maatregel worden vertaald naar de uitvoerder(s) van de betreffende maatregel. LOF ondersteunt de uitvoerders hierbij voor aanvang en tijdens de uitvoering van de activiteiten. Alvorens de uitvoerder de beschikking krijgt over subsidie, controleert LOF of volledig wordt voldaan aan de gestelde eisen door het Agentschap SZW voor het verkrijgen van de subsidie. Hierdoor wordt voorkomen dat ten onrechte subsidiegelden worden uitgekeerd. DIR2.2013.0145 bladzijde 9 datum: 20 november 2013

3. Sectoranalyse 3.1 Sector Schilderen & Onderhoud De sector Schilderen & Onderhoud houdt zich bezig met schilderen, vastgoedonderhoud, glaszetten en industrieel onderhoud. Het gaat onder andere om nieuwbouwprojecten, maar ook om onderhoud of renovatie van gebouwen. Een schilder voert nieuwbouw- en onderhoudsschilderwerk uit, zowel binnen als buiten en op allerlei ondergronden (bijvoorbeeld hout, steen, metaal). Hij herstelt schades aan ondergronden, bijvoorbeeld houtrot. Daarnaast plaatst hij glas en brengt wandbekleding aan. Economie Door de aanhoudende economische crisis hebben de bouwgerelateerde sectoren het moeilijk. Na een krimp in de omzet in de schilder- en onderhoudssector in 2012 wordt ook voor 2013 een daling van de omzet verwacht. De totale omzet in de schilder- en onderhoudsbranche is circa 2,7 miljard euro. 1 Het UWV schat dat door de verslechterde economie het onderhoud van gebouwen in 2013 en 2014 opnieuw zal dalen met respectievelijk 1,5 en 1%. 2 De ING raamt voor het onderhoudsdeel in de woningbouw echter een groei van 2%. 3 Onderhoud van utiliteitsgebouwen lijkt dan ook conjunctuurgevoeliger dan het onderhoud van woningen. 4 In de periode 2013-2017 verwacht het CPB een gemiddelde omzetgroei van 1,5%. 5 Werkgelegenheid en uitstroom vakkrachten Het krimpen van de omzet van de sector heeft ook krimp van de werkgelegenheid ten gevolge. Bij een daling van de bouwproductie van 5 % neemt volgens het UWV de totale bouwgerelateerde werkgelegenheid af met 4% in 2013. Het aantal WW-gerechtigden in de sector Schilderen was eind 2012 verdubbeld ten opzichte van het aantal in dezelfde periode in 2011. Met name het aandeel 55- plussers onder de WW-gerechtigden is opvallend (17%). 6 Gezien de verwachte daling in omzet zal ook de werkgelegenheid de komende jaren nog afnemen in de sector. Flexibilisering Door de crisis hebben bedrijven hun personeelsbestand teruggebracht tot een kleinere vaste kern. Veelal vangen zij een eventuele tijdelijke grotere personeelsbehoefte op de korte termijn op met inhuur van zelfstandigen en uitzendkrachten. 7 De meeste bedrijven in de sector geven aan gebruik te maken van uitzendkrachten en zzp ers. 8 De situatie van deze groep is in de afgelopen jaren complexer geworden door de komst van arbeidskrachten uit andere, veelal Oost-Europese, EUlanden. Deze ontwikkeling had en heeft een aanhoudend verdringingseffect ten gevolg dat stelselmatige dimensies heeft aangenomen: Het tijdelijk aantrekken van zelfstandigen en uitzendkrachten gaat niet alleen ten laste van werknemers in loondienst maar heeft ook een negatief effect op leerlingen en hun meerjarige opleiding bij bedrijven in de sector. Leerlingen werden en worden daarom minder vaak door bedrijven aangetrokken. Dit heeft effect op de instroom van jongeren in de sector. 1 Rabobank Cijfers & Trends, Branche-informatie Schilders, editie 2012/2013. Peildatum 22-05-2013 2 UWV, De bouwnijverheid, Sectorbeschrijving, 12-05-2013. 3 ING Economisch Bureau, Kwartaalbericht Bouw, maart 2013. 4 EIB, verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2013, p. 66. 5 CPB, Juniraming 2012: De Nederlandse economie tot en met 2017, inclusief Begrotingsakkoord 2013, 2013 6 UWV, Sectorbeschrijving bouwnijverheid, 12 april 2013. 7 UWV, De bouwnijverheid, Sectorbeschrijving, 12-05-2013. 8 Onderzoek Savantis Arbeidsmarkt en opleidingsmogelijkheden Schilderen en Onderhoud, augustus 2013. DIR2.2013.0145 bladzijde 10 datum: 20 november 2013

Personen Ontwikkelingen bedrijfstak 2004-2013 en verder Naast een toename van het aantal zelfstandigen in de bedrijfstak is bekend dat het aantal schilders en onderhoudsmedewerkers met een vast dienstverband afneemt. Op basis van gegevens van A&O Services 9 schetste de ondernemersorganisatie OnderhoudNL eind 2012 hoe het aantal werknemers de afgelopen jaren afneemt en het aantal ondernemers zonder personeel toeneemt. 10 Een deel van de afname in werkgelegenheid wordt volgens het EIB opgevangen door de flexibele schil die minder uren werkt. Daardoor is het werkloosheidscijfer op basis van de WW-uitkeringen waarschijnlijk een onderschatting. 11 In 2008 kende de sector met ca. 33.500 werkenden een hoogtepunt aan werkgelegenheid. 75% van deze werkenden waren werknemers in loondienst en 25% zelfstandigen zonder personeel. Door de crisis is het aantal werkenden gestaag afgenomen. Einde 2012 waren er ca. 31.000 werkenden in de sector. Hiervan is het aandeel zelfstandigen zonder personeel toegenomen en kwam neer op 34%. In 2013 bereikt deze daling aan werkgelegenheid versneld een voorlopig dieptepunt met ca. 26.000 werkenden. Aantal werkenden in de sector Schilderen en Onderhoud (cao en zzp) 2004-2017 12 40.000 35.000 30.000 Meest extreme daling 2013 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 - - 19% Dieptepunt 2015 zzp'ers werknemers Bron: A&O Services, bewerkt door OnderhoudNL en Savantis De grootste verandering is dan ook in dit jaar te constateren: In 2013 is het aantal werknemers met maar liefst 19% gedaald. Dit is de meest extreme daling in de sector sinds decennia! 9 A&O Services is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de sector Afbouw en Onderhoud en voert een groot aantal regelingen uit voor die branche, grotendeels gebaseerd op de cao voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf en de cao Afbouw. 10 OnderhoudNL, Fosag magazine, nummer 14-2012, pagina 33. De cijfers over 2012 en 2013 zijn voorlopig en berekend door Savantis door het gemiddelde te nemen van peildatum 1-januari en 1-juni. 11 EIB, verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2013, 12 De cijfers van 2013 zijn vastgesteld op basis van een voorlopig gemiddelde van het aantal werknemers en zzp ers. Vanaf 2014 zijn de cijfers geprognotiseerd op basis van de economische verwachtingen. DIR2.2013.0145 bladzijde 11 datum: 20 november 2013

Te verwachten is dat deze trend in de komende twee jaar doorzet en in 2015 zijn absolute dieptepunt heeft bereikt. 13 Voor de jaren 2014 en 2015 wordt er van een minimale daling van ca. 8% uitgegaan. Pas in 2016 zullen eerste verbeteringen zichtbaar worden. In 2016 zal de behoefte aan werkenden met 5% 14 stijgen om in 2017 het niveau van ca. 80% van vóór de crisisjaren te bereiken. Deze 80% is het resultaat van een conservatieve raming en houdt rekening met de ervaringen met eerdere prognoses, van onder andere het EIB. Vooralsnog zijn er geen te onderbouwen aanwijzingen dat de economische situatie en dus de werkgelegenheid in en direct na 2017 voor 100% het niveau van voor de crisis bereikt. Vergrijzing De sector Schilderen & Onderhoud is meer vergrijsd dan de Nederlandse beroepsbevolking als geheel. De groep cao werknemers van 55 jaar en ouder is met bijna een kwart van de werknemers in totaal duidelijk groter dan bij de beroepsbevolking als geheel (zie figuur). Leeftijdsopbouw cao werknemers Schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf en Nederlandse beroepsbevolking 30% 20% 11% 13% 18% 22% 20% 25% 26% 26% 23% 16% 10% 0% tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar Cao werknemers Schilderen en Onderhoud Nederlandse beroepsbevolking Bron: CBS en A&O Services, bewerkt door Savantis. Peildatum 22-8-2013 Van de groep werknemers van 55 jaar en ouder is 13% ouder dan 60 jaar en zal dus de komende (drie) jaren de sector verlaten. Dit betreft ca. 1.950 werknemers. Doordat de werkloosheid onder 55- plussers groot is, is de kans bovendien aanwezig dat de sector een deel van deze groep al eerder verliest omdat het herstel in de sector te laat komt. Op de middellange termijn zal de sector zonder extra hulp en inspanningen geen zelfregulerende oplossingen tegemoet kunnen zien. De leeftijdsopbouw van de sector is dermate ongunstig dat van de relatief jongere groep werknemers tot 35 of 45 jaar geen verlossend effect uit zal gaan. Hun aandeel is juist lager ten opzichte van de Nederlandse beroepsbevolking. De vergrijzing zal nog jaren een dominante stempel op de bedrijfstak blijven drukken, juist wanneer herstel van de economie en de werkgelegenheid wordt verwacht. 13 Het tijdstip is een afgeleide van de verwachtingen in de bouwsector. Hier verwacht het EIB dat de werkgelegenheid in 2014 haar dieptepunt heeft bereikt. Omdat de onderhoudssector traditioneel een conjuncturele vertraging van ca. één jaar kent ten opzichte van de bouwsector is ervan uit te gaan dat deze sector pas in 2015 het dieptepunt heeft bereikt. 14 Het EIB gaat in de bouwsector uit van een gemiddelde stijging van 3,5%. Omdat de onderhoudssector minder sterk afhankelijk is van de ontwikkeling in de nieuwbouw kan van een hogere stijging (5%) worden uitgegaan. DIR2.2013.0145 bladzijde 12 datum: 20 november 2013

Algemene veranderingen 2013-2017 Focussend op de mutaties van werkenden ontstaat het volgende beeld. De sector zal in 2013 naar verwachting een dramatische verandering ondergaan in het werknemersbestand van de cao. 4.138 werknemers verlieten de sector. Hiervan ca. 1.200 vanwege pensionering en ca. eenzelfde aantal omdat zij arbeidsongeschikt raakten of in een andere sector werk vonden. Netto zijn er in 2013 tot september 1.738 werknemers daadwerkelijk werkloos geraakt. 15 2013 2014 2015 2016 2017 Werkenden 25.897 23.825 21.919 23.015 26.962 Werknemers 17.204 15.828 14.561 15.290 18.559 Zzp ers (ozzp er) 8.694 7.998 7.359 7.727 8.403 Mutatie werknemers -4.138-1.376-1.266 728 3.269 Pensioen -1.200-450 -300-300 -350 Arb.ong./andere sector -1.200-450 -300-300 -350 Werkloos of open vacature -1.738-476 -666 1.328 3.969 Tot en met 2015 zullen er ca. 6.780 werknemers de sector/cao verlaten waarvan uiteindelijk minimaal 2.880 (1.738 + 476 + 666) daadwerkelijk werkloos zullen raken. Deze aantallen zijn in onderstaande grafiek in de kleur blauw weergegeven. De omslag wordt verwacht in 2016. In 2016 en 2017 wordt er een netto groei van 3.997 (728 + 3.269) werknemers verwacht. Rekening houdend met pensionering, arbeidsongeschiktheid etc. zullen er bruto 5.297 (1.328 + 3.969) nieuwe werknemers (groen) de sector in moeten stromen. Verlies aan werknemers en ontstaande behoefte extra personeel 20000 15000 1328 3969 10000 5000 Extra personeel Zittend personeel Werkloos 0-476 -1738-666 2013 2014 2015 2016 2017-5000 15 De verhouding van de mutaties is afgeleid van het USP-onderzoek: Instroom- en opleidingsbehoefte schildersbranche 2012, p. 25. DIR2.2013.0145 bladzijde 13 datum: 20 november 2013

Organisatie en uitvoering opleidingen De uitvoering van het mbo-onderwijs vindt plaats onder verantwoordelijkheid van Regionale Opleidingen Centra (ROC s) en Vakscholen. Voor de uitvoering van opleidingen die voldoen aan de eisen van de minister ontvangen zij voor iedere deelnemer subsidie van het ministerie van OCW. Mbo-opleidingen kunnen in principe gevolgd worden: via BBL (de Beroeps Begeleidende Leerweg), de deelnemer is werknemer bij een bedrijf en gaat 1 dag per week naar school; via BOL (de Beroeps Opleidende Leerweg), de deelnemer is student en loopt een deel van de opleiding stage bij verschillende bedrijven. De opleidingen voor de sector Schilderen & Onderhoud worden veelal via BBL gevolgd, de deelnemers zijn werkzaam bij een bedrijf om het beroep in de praktijk te leren en maken op die manier meteen onderdeel uit van de sector. Daarnaast gaat men gemiddeld 1 dag per week naar het ROC voor ondersteunend onderwijs. Het leerbedrijf verzorgt aldus een groot deel van de opleiding. Vergeleken met andere beroepsopleidingen (zoals bijvoorbeeld administratie, verkoop of horeca) is het aantal deelnemers aan de opleidingen voor de sector Schilderen & Onderhoud relatief klein in aantal, zowel per school als in totaal landelijk. Dit heeft tot gevolg dat een afzonderlijke school of een commerciële uitgeverij geen investeringen pleegt in de ontwikkeling van opleidingsprogramma s en moderne leermiddelen. Van oudsher vinden dergelijke activiteiten op kosten van de sector plaats. Naast inhoudelijke ontwikkelingen worden er door de sector jaarlijks verschillende activiteiten ondernomen om de instroom te bevorderen (o.a. via beroepenvoorlichtingen, ondersteuning van het vmbo-onderwijs en publiciteit), het onderwijs en de docenten te ondersteunen (o.a. door middel van scholings- en informatiebijeenkomsten), enzovoorts. Het is voor de kwaliteit van de mbo-opleidingen noodzakelijk dat de bedrijven waarbij een leerling werkt, geschikt zijn als opleidingsbedrijf. Door de overheid is bepaald dat opleidingsbedrijven moeten voldoen aan een aantal eisen om erkend leerbedrijf te kunnen worden en te blijven. Savantis heeft namens het ministerie van OCW de taak om leerbedrijven te erkennen en de kwaliteit van de opleiding binnen het bedrijf te bevorderen en te bewaken. De sector Schilderen & Onderhoud hecht veel belang aan de opleiding binnen het bedrijf, immers een goed vakman kan men pas worden als het vak in de beroepspraktijk wordt geleerd en toegepast. De leerbedrijven worden ondersteund door de overheid (o.a. fiscale voordelen) en de sector (o.a. opleidingssubsidies) en via de opleidingsadviseurs van Savantis vindt begeleiding en coaching plaats van de leermeesters/praktijkopleiders binnen het leerbedrijf. Ruim 20 jaar geleden zijn er regionale samenwerkingsverbanden door werkgevers opgericht, met o.a. als doel het gezamenlijk zorgdragen voor de aanname en opleiden van voldoende nieuwe leerlingen, het bieden van opleidingscontinuïteit voor de leerling (o.a. gedurende de winterperiode, wanneer er minder werk is) en het realiseren van voldoende opleidingsvolume, ook in economisch mindere tijden (anticyclisch). In de loop van de jaren hebben de samenwerkingsverbanden zich geprofessionaliseerd en bieden als opleidingsbedrijf ongeveer 70% van de nieuwe instromers in de BBL een dienstverband voor de duur van de opleiding. De leerlingen worden uitgeplaatst bij de lidbedrijven, alwaar de praktijkopleiding ('Beroepspraktijkvorming') plaatsvindt onder begeleiding van een praktijkopleider. Het samenwerkingsverband biedt veelal aanvullende praktijkscholing, zowel voor als tijdens de opleiding. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de regionale samenwerkingsverbanden (per augustus 2013). DIR2.2013.0145 bladzijde 14 datum: 20 november 2013

Aangezien het vanwege de economische crisis steeds lastiger wordt om leerlingen uit te plaatsen bij leerbedrijven hebben veel samenwerkingsverbanden het op dit moment moeilijk. Steeds meer samenwerkingsverbanden zien zich genoodzaakt (tijdelijk) over te stappen op het opleiden via BOL. Enkele hebben reeds de activiteiten moeten beëindigen. Hier is inmiddels sprake van een structureel probleem dat de infrastructuur van dit opleidingsnetwerk ondermijnt. 16 Jaarlijks worden in het mbo onderwijs enkele duizenden jongeren opgeleid om als vakkracht aan het werkt te gaan in de sector Schilderen & Onderhoud. In de periode van 2007/2008 tot en met 2011/2012 kende de sector een vrij stabiele instroom aan mbo-leerlingen. Gemiddeld zijn er 3.985 leerlingen (BBL en BOL) per jaar actief. Anders is de situatie sinds 2012/2013. Hier is een duidelijke afname aan leerlingen te constateren. Het aantal is met 395 leerlingen afgenomen ten opzichte van het gemiddelde; wat neerkomt op een afname van 10%. Ontwikkeling aantal leerlingen sector Schilderen & Onderhoud, 2007/2008-2012/2013 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 4.020 4.109 3.924 3.887 3.590 2007/ 2008 2008/ 2009 2010/ 2011 2011/ 2012 2012/ 2013-10 % - 10% Aantal leerlingen Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012 Dat de sector in de jaren ervoor een stabiele hoeveelheid leerlingen kende, is niet los te zien van de toen ondernomen inspanningen. De sociale partners reageerden vrij snel op de in 2009 beginnende economische crisis en stelden extra financiële middelen beschikbaar. In 2010 heeft de sector gezamenlijk met de sector Afbouw uit eigen middelen 4,7 miljoen voor instroommaatregelen gefinancierd. Dit was meer dan een verdubbeling van het reguliere budget in 2009 ( 2,1 miljoen). 17 Daarnaast konden via de Stichting LOF 2,6 miljoen uit het Europees Sociaal Fonds worden toegevoegd aan deze maatregelen. Het jaar 2011 kende vergelijkbare inspanningen. In 2012 waren de bedrijfstakeigen middelen echter dermate uitgeput dat de maatregelen geen doorgang konden vinden. Het volume van het subsidiebedrag is dramatisch gezakt naar 1,3 miljoen. In dit jaar kon via het Europees Sociaal Fonds ten minste nog 1,5 miljoen gegenereerd worden. De sociale partners en haar instellingen hebben hierdoor bewezen dat zij in staat zijn om sectoraal beleid te kunnen voeren dat doelgericht en effectief was. 16 Zie hier ook de analyse in maatregel 2. 17 Financieel jaarverslag 2010 van de Stichting Loopbaan & Opleidingsfonds, p. 7. DIR2.2013.0145 bladzijde 15 datum: 20 november 2013

Daarnaast is gebleken dat Europese gelden een sectorale bestemming hebben kunnen vinden en bij alle instanties correct verantwoord konden worden. De instroombevorderende activiteiten hebben ervoor gezorgd dat de instroom in deze betreffende jaren op peil is gebleven. De situatie is in 2012/2013 uiteindelijk dubbel verslechterd: Er waren geen extra middelen van de sector beschikbaar en door het stopzetten van de ESF-regelingen ook geen steun meer verkrijgbaar uit dit fonds. Deze ontwikkeling onderstreept de importantie van extra financiële middelen om de instroom in de bedrijfstak in tijden van lang aanhoudende recessie op peil te houden met het oog op de te verwachten groei in 2016. Het wegvallen heeft directe consequenties ten gevolge waarvan de daling van 10% slechts één aspect van het ontstane probleem zichtbaar maakt. Als tweede aspect zijn de gevolgen in de BBL dramatisch te noemen. Hier is een afname van 14% van het totaal aantal leerlingen (instroom en zittend) te constateren in het jaar 2012/2013 ten opzichte van het jaar ervoor. Het laatste jaar telt met 2.131 leerlingen 325 minder dan het voorafgaande jaar. 18 Om duidelijker op het instroomaspect te kunnen focussen is een blik op het aantal leerlingen in het eerste jaar van de niveau 2 opleidingen nodig. Hier zien we een afname van maar liefst 21% in één jaar (van 527 naar 414 leerlingen). Aantal leerlingen niveau 2 in jaar 1 van het mbo in de sector Schilderen & Onderhoud, schooljaar 2010/2011-2012/2013. 600 500 400 300 200 100 0 557 527-21% - 21%ee- 21%e- 21 415 107 100 146 2010/ 2011 2011/ 2012 2012/ 2013 SenO niveau 2 BOL SenO niveau 2 BBL Bron: DUO, peildatum 1 oktober. Verblijfsjaar 1 mbo. De daling van het aantal leerlingen dat een BBL-opleiding volgt, is te verklaren door de afname van het werkaanbod en dus vraag naar arbeid in de sector Schilderen & Onderhoud. De daling van de werkgelegenheid heeft er dus voor gezorgd dat het aantal beschikbare leerplaatsen bij bedrijven is afgenomen. Savantis verwacht dat bij ongewijzigd beleid het de komende jaren moeilijk zal blijven voor leerlingen om een leerwerkplaats te vinden. Er is meer vraag naar opleidingen dan aanbod. De daling van de instroom zal de komende jaren doorslaggevend zijn voor de algemene leerlingenbestand. Naar verwachting zal ook het aantal leerlingen in de BBL daarom verder met ca. 20% blijven dalen. Dit betekent in de aankomende drie jaar een vermindering tot 2.000 leerlingwerknemers die instromen in de sector. 18 Bron: Duo, peildatum 1 oktober 2012 DIR2.2013.0145 bladzijde 16 datum: 20 november 2013

3.2 Sector Afbouw De sector Afbouw bestaat uit stukadoors- en afbouwbedrijven, vloeren- en terrazzobedrijven en plafond- en wandbedrijven. Deze bedrijven passen de cao Afbouw toe. De sector Afbouw bevindt zich in de afwerkfase van de bouwketen bij nieuwbouw en renovatieprojecten. Dit kunnen woonhuizen zijn, maar ook bedrijfsgebouwen, scholen en ziekenhuizen of monumenten. De sector is actief bij het onderhoud van gebouwen. De sector werkt op veel verschillende plaatsen, binnen- of buitenshuis. In de sector werkten in augustus 2013 5.200 werknemers via de cao Afbouw. Daarnaast heeft de sector te maken met een groot aantal zzp ers. Economie De economische vooruitzichten voor de sector Afbouw zijn op korte termijn ongunstig. Na een lichte stijging van de bouwproductie in Nederland in 2011 is de afbouwproductie in 2012 met 7% afgenomen. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) verwachtte in april 2013 dat dit doorzet en dat in 2013 de afbouwproductie met 6% zal dalen en daarmee een nieuw dieptepunt bereikt. Volgens het EIB zal de afbouwproductie naar verwachting al in 2014 stabiliseren, al kan het herstel ook pas in 2015 komen als de huidige zeer lage aantallen woningverkopen en de verleende bouwvergunningen nog een jaar aanhouden en de huizenprijzen blijven dalen. Sinds de publicatie van het EIB rapport in april 2013 zijn de vooruitzichten er niet beter op geworden. De recessie in Nederland en de malaise in de bouwnijverheid zijn hardnekkiger dan verwacht. Eind juli 2013 waren de aantallen verkochte woningen en verleende vergunningen nog steeds erg laag. De verwachting is dus dat het omslagpunt pas in 2015 zal plaatsvinden. 19 Werkgelegenheid en uitstroom vakkrachten De werkgelegenheid en de bedrijven in de cao Afbouw zijn door de crisis hard getroffen. Pasten voor de crisis nog 1.750 bedrijven de cao Afbouw toe zo zijn dit eind 2012 per saldo nog 1.325 bedrijven. 20 De dalende trend zet zich voort in 2013. Deze afname is deels te wijten aan de crisis en de faillissementen in de bouwgerelateerde sectoren. Tegelijkertijd stijgt het aantal zzp ers dat actief is in de branche al jaren. Dat is onder andere het gevolg van de versoepeling en de afschaffing van de Vestigingswet in de periode 1996-2007. Door het wegvallen van de Vestigingswet is het voor zzp ers makkelijk om een afbouwbedrijf te beginnen. Daarnaast zijn er fiscale maatregelen genomen ten gunste van zzp ers. Sinds 2004 worden werknemers en Nederlandse zzp ers bovendien verdrongen door goedkope zzp ers uit de Midden- en Oost Europese landen. Dit draagt bij aan de daling van het aantal bedrijven dat de cao Afbouw volgt. De gevolgen van de economisch ontwikkelingen zijn bijzonder dramatisch voor werknemers in de cao Afbouw. Het aantal werknemers waarop de cao Afbouw van toepassing is, is tussen 2007 en 2012 met 42% gedaald tot 6.206. Opheffingen en inkrimping van het personeelsbestand door bedrijven liggen hieraan ten grondslag. Met de verwachte productie- en werkgelegenheidsdalingen op de korte termijn, kunnen uiteraard ook weer dalingen in de cao Afbouw worden verwacht. 21 Het aantal werknemers in de Afbouw zal volgens het EIB vermoedelijk in 2013 dalen tot circa 5.600 werknemers. 22 Echter is de daling verder doorgelopen waardoor medio 2013 de bedrijfstak nog maar 19 Bron A&O Services, bewerkt door Bedrijfschap Afbouw. 20 EIB (2013) Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2013-2018; maart 2013, p. 79. 21 Idem. 22 Idem, p. 81. DIR2.2013.0145 bladzijde 17 datum: 20 november 2013

5.200 werknemers telt. 23 Het is aannemelijk dat deze trend tot 2015 aanhoudt en het aantal werknemers per jaar ca. 5% afneemt. In 2015 zal er mogelijk een stabilisering zijn zodat het aantal werknemers dan circa 4.600 zal bedragen. 24 Zie de volgende grafiek. Aantal werkenden in de sector Afbouw (cao en zzp) 2007-2017 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000-42% zzp'ers werknemers 4.000 2.000 - Dieptepunt 2015 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Bron: EIB 25 en A&O Services, bewerkt door Savantis In de zogenaamde gespecialiseerde bouw, waar de afbouwsector onder wordt geschaard, verdween de afgelopen vier jaar bijna 9% van de werkgelegenheid. 26 Het aantal WW-uitkeringen in de bouw is in 2012 bijna verdubbeld en heeft het hoogste niveau sinds de aanvang van de crisis bereikt. Voor de stukadoors geldt zelfs dat het aantal WW-gerechtigden in een jaar tijd met 65% is gestegen. 27 Flexibel personeel vormt een aanmerkelijk deel in de personeelsvoorziening van afbouwbedrijven. Het EIB geeft aan dat gemiddeld 33% 28 van het door bedrijven uitgevoerde werk wordt gedaan door ingehuurd personeel. Zeker in economisch moeilijke tijden hebben werkgevers de voorkeur om flexibel en voor lagere arbeidskosten te werken. De werkgelegenheid van zelfstandigen zonder personeel (zzp ers) daalt in verhouding minder sterk. 29 Zelfstandigen werken veelal aan het onderhoud van woningen in de minder conjunctuurgevoelige particuliere sector. 30 23 Mededeling A&O Services, september 2013. 24 Bron A&O Services, bewerkt door Bedrijfschap Afbouw. 25 EIB (2013). De aantallen werknemers 2007-2012 stammen van p. 80. De aantallen zzp ers zijn herleid uit de gegevens voor de jaren 2009 en 2011, p. 82. 26 UWV, Sectorbeschrijving bouwnijverheid, 12 april 2013. 27 Idem. 28 EIB (2013), p. 79. 29 Dit komt ook door de meetproblemen rondom de economische activiteiten en arbeidsvolume van zzp ers. Hoewel het aantal zzp ers niet afneemt neemt het aantal gewerkte uren wel af. Er kan dus sprake zijn van moeilijk meetbare zogenaamde verborgen werkloosheid. 30 EIB (2013), p. 79. DIR2.2013.0145 bladzijde 18 datum: 20 november 2013

Het dieptepunt op de arbeidsmarkt in de sector bouwnijverheid wordt naar verwachting van het UWV in 2014 bereikt. Pas vanaf 2015 trekt de werkgelegenheid in de bouwnijverheid als geheel weer aan en zal het aantal vacatures toenemen. 31 Vanwege de plaats in de bouwketen herstelt de sector Afbouw wat later. Vergrijzing De leeftijdsopbouw van de cao werknemers in de afbouwsector is vergelijkbaar met het geheel van de Nederlandse beroepsbevolking. 13% van de werknemers is 55 jaar en ouder (waarvan 5% ouder dan 60 jaar) en zal dus de komende jaren de sector verlaten. 32 Leeftijdsopbouw cao werknemers Afbouw en Nederlandse beroepsbevolking 30% 20% 11% 15% 25% 26% 22% 24% 24% 24% 13% 16% 10% 0% tot 25 jaar 25 tot 35 jaar Cao werknemers Afbouw 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar Nederlandse beroepsbevolking Bron: CBS en A&O Services, bewerkt door Savantis. Peildatum 22-8-2013 Een bijzonder zorgelijke ontwikkeling is volgens het EIB de forse stijging van de werkloosheid onder oudere werknemers. In de afgelopen vier jaar zijn bovendien 225 afbouwbedrijven failliet gegaan waardoor ca. 1.700 werknemers werkloos raakten. Het EIB benadrukt dat deze faillissementen naar verhouding meer oudere vakmensen betreffen. Het werkloosheidspercentage onder 55-plussers is gestegen. Dit heeft te maken met de lage werkhervattingskans voor deze groep. Het percentage zal naar verwachting de komende jaren verder oplopen. Het EIB vreest dat het herstel van de bouwproductie voor deze groep te laat komt. Naast een sociale prijs betekent dit een fors verlies aan arbeidsaanbod en aan arbeidscapaciteit. 33 Algemene veranderingen 2013-2017 Focussend op de mutaties van werkenden ontstaat het volgende beeld. De sector zal in 2013 naar verwachting een vergaande verandering ondergaan in het werknemersbestand van de cao. 1.327 werknemers verlieten de sector in 2013. Hiervan ca. 150 vanwege pensionering en ca. 200 omdat zij arbeidsongeschikt raakten of in een andere sector werk vonden. Netto zijn er in 2013 tot september 977 werknemers daadwerkelijk werkloos geraakt. 31 UWV, Sectorbeschrijving bouwnijverheid, 12 april 2013. 32 Bron: A&O Services 33 EIB (2013), p. 80. DIR2.2013.0145 bladzijde 19 datum: 20 november 2013

2013 2014 2015 2016 2017 Werkenden 13.512 12.836 12.195 12.560 13.517 Zzp'er (ozp'er) 8.312 7.896 7.502 7.727 7.958 Werknemers 5.200 4.940 4.693 4.834 5.559 Mutatie werknemers -1.327-260 -247 141 725 Pensioen -150-120 -80-80 -80 Arb.ong./andere sector -200-100 -90-90 -90 Werkloos of open vac. -977-40 -77 311 895 Tot en met 2015 zullen er naar verwachting ca. 1.800 werknemers de sector/cao verlaten, waarvan uiteindelijk minimaal ca. 1.100 (997 + 40 + 77) daadwerkelijk werkloos zullen raken. Deze aantallen zijn in onderstaande grafiek in de kleur blauw weergegeven. Na de stabilisatie in 2015 wordt de omslag verwacht in 2016. In 2016 en 2017 wordt er een netto groei van het aantal werknemers verwacht. Dit aantal zal stijgen met ca. 860 personen (141 + 725). Rekening houdend met pensionering, arbeidsongeschiktheid etc. zullen er bruto ca. 1.200 (311 + 895) nieuwe werknemers (groen) de sector in moeten stromen. Verlies aan werknemers en ontstane behoefte extra personeel 7000 6000 895 5000 311 4000 3000 2000 1000 Extra personeel Zittend personeel Werkloos 0-1000 2013 2014 2015 2016 2017-2000 Organisatie en uitvoering opleidingen De uitvoering van het mbo-onderwijs vindt plaats onder verantwoordelijkheid van Regionale Opleidingen Centra (ROC s) en Vakscholen. Voor de uitvoering van opleidingen die voldoen aan de eisen van de minister ontvangen zij voor iedere deelnemer subsidie van het ministerie van OCW. DIR2.2013.0145 bladzijde 20 datum: 20 november 2013

Mbo-opleidingen kunnen in principe gevolgd worden: via BBL (de Beroeps Begeleidende Leerweg), de deelnemer is werknemer bij een bedrijf (en dus deel van de sector) en gaat 1 dag per week naar school; via BOL (de Beroeps Opleidende Leerweg), de deelnemer is student en loopt een deel van de opleiding stage bij verschillende bedrijven. De opleidingen voor de sector Afbouw worden veelal via BBL gevolgd, de deelnemers zijn werkzaam bij een bedrijf om het beroep in de praktijk te leren. Daarnaast gaat men gemiddeld 1 dag per week naar het ROC voor ondersteunend onderwijs. Het leerbedrijf verzorgt aldus een groot deel van de opleiding. Vergeleken met andere beroepsopleidingen (zoals bijvoorbeeld administratie, verkoop of horeca) is het aantal deelnemers aan de opleidingen voor de sector Afbouw relatief klein in aantal, zowel per school als in totaal landelijk. Dit heeft tot gevolg dat een afzonderlijke school of een commerciële uitgeverij geen investeringen pleegt in de ontwikkeling van opleidingsprogramma s en moderne leermiddelen. Van oudsher vinden dergelijke activiteiten op kosten van de sector plaats, veelal via Savantis. Naast inhoudelijke ontwikkelingen worden er door de sector jaarlijks verschillende activiteiten ondernomen om de instroom te bevorderen (o.a. via beroepenvoorlichtingen, ondersteuning van het vmbo-onderwijs en publiciteit), het onderwijs en de docenten te ondersteunen (o.a. door middel van scholings- en informatiebijeenkomsten), enzovoorts. Het is voor de kwaliteit van de mbo-opleidingen noodzakelijk dat de bedrijven waarbij een leerling werkt, geschikt zijn als opleidingsbedrijf. Door de overheid is bepaald dat opleidingsbedrijven moeten voldoen aan een aantal eisen om erkend leerbedrijf te kunnen worden en te blijven. Savantis heeft namens het ministerie van OCW de taak om leerbedrijven te erkennen en de kwaliteit van de opleiding binnen het bedrijf te bevorderen. De sector Afbouw hecht veel belang aan de opleiding binnen het bedrijf, immers een goed vakman kan men pas worden als het vak in de beroepspraktijk wordt geleerd en toegepast. De leerbedrijven worden ondersteund door de overheid (o.a. fiscale voordelen) en de sector (o.a. opleidingssubsidies) en via de opleidingsadviseurs van Savantis vindt begeleiding en coaching plaats van de praktijkopleiders binnen het leerbedrijf. Jaren geleden zijn er regionale samenwerkingsverbanden van werkgevers opgericht, met o.a. als doel het gezamenlijk zorgdragen voor de aanname en het opleiden van voldoende nieuwe leerlingen, het bieden van opleidingscontinuïteit voor de leerling (o.a. gedurende de winterperiode, wanneer er minder werk is) en het realiseren van voldoende opleidingsvolume, ook in economisch mindere tijden (anticyclisch). In de loop van de jaren hebben de samenwerkingsverbanden zich geprofessionaliseerd en bieden als opleidingsbedrijf ruim een derde van de nieuwe instromers in de BBL een dienstverband voor de duur van de opleiding. De leerlingen worden uitgeplaatst bij de lidbedrijven, alwaar de praktijkopleiding ( Beroepspraktijkvorming ) plaatsvindt onder begeleiding van een leermeester. Het samenwerkingsverband biedt veelal aanvullende praktijkscholing, zowel voor als tijdens de opleiding. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de regionale samenwerkingsverbanden (per augustus 2013). Aangezien het vanwege de economische crisis steeds moeilijker wordt om leerlingen uit te plaatsen bij leerbedrijven hebben veel samenwerkingsverbanden het op dit moment moeilijk. Steeds meer samenwerkingsverbanden zien zich genoodzaakt (tijdelijk) over te stappen op het opleiden via BOL. Veel samenwerkingsverbanden hebben het financieel zwaar en een aantal heeft reeds de activiteiten moeten beëindigen. DIR2.2013.0145 bladzijde 21 datum: 20 november 2013

Instroom De afgelopen vijf jaar is het aantal leerlingen dat een opleiding volgt in de sector Afbouw afgenomen. De vraag naar opleidingen is groter dan het aanbod aan leerplaatsen bij bedrijven. Ten opzichte van het schooljaar 2011/2012 was er in 2012/2013 sprake van de scherpst gemeten daling tot nu toe. Deze daling komt neer op 21%. De aanhoudende recessie en de moeilijkheden in de bouwgerelateerde sectoren liggen hieraan ten grondslag. Ontwikkeling aantal leerlingen sector Afbouw, 2007/2008-2012/2013 1500 1250 1000 750 500 250 0 992 937 786 684 659 518 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 Aantal leerlingen Bron: DUO, peildatum 1 oktober 2012 De daling van de werkgelegenheid heeft er voor gezorgd dat het aantal beschikbare leerplaatsen bij bedrijven is afgenomen. Savantis verwacht dat het de komende jaren moeilijk zal blijven voor leerlingen om een leerwerkplaats te vinden. Daardoor kunnen minder leerlingen met een opleiding beginnen. De ontwikkeling is dramatisch te noemen en tast de opleidingsstructuur in haar fundamenten aan: In de deelsector stukadoren is het aantal BBL-leerlingen de afgelopen vijf jaar meer dan gehalveerd. 34 Omdat de werkgelegenheid in deze deelsector naar verwachting in 2013 en 2014 nog wat verder zal dalen, wordt verwacht dat het aantal beschikbare leerwerkplekken nog iets afneemt. Naar verwachting zal ook het aantal leerlingen blijven dalen. Dit heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de aanwas van nieuwe mensen in de sector maar betekent ook dat mogelijk niet alle opleidingslocaties open kunnen blijven. Sluiting van opleidingslocaties kan betekenen dat er op termijn tekorten ontstaan op de regionale arbeidsmarkt. Dat de sector in de jaren ervoor een stabiele instroom kende, is niet los te zien van de toen ondernomen inspanningen. De sociale partners reageerden vrij snel op de in 2009 beginnende economische crisis en stelden extra financiële middelen beschikbaar. In 2010 heeft de sector samen met de sector Schilderen & Onderhoud uit eigen middelen 4,7 miljoen voor instroommaatregelen gefinancierd. Dit was meer dan een verdubbeling van het reguliere budget in 2009 ( 2,1 miljoen). 35 Daarnaast konden via de Stichting LOF 2,6 miljoen uit het Europees Sociaal Fonds worden toegevoegd aan deze maatregelen. Het jaar 2011 kende vergelijkbare inspanningen. In 2012 waren de bedrijfstakeigen middelen echter dermate uitgeput dat de maatregelen geen doorgang konden vinden. Het volume is dramatisch gezakt naar 1,3 miljoen. In dit jaar kon via het Europees Sociaal Fonds ten minste nog 1,5 miljoen gegenereerd worden. 34 Bron DUO. 35 Financieel jaarverslag 2010 van de Stichting Loopbaan & Opleidingsfonds, p. 7. DIR2.2013.0145 bladzijde 22 datum: 20 november 2013

De sociale partners en haar instellingen hebben hierdoor bewezen dat zij in staat zijn om sectoraal beleid te kunnen voeren dat doelgericht en effectief is. Daarnaast is gebleken dat Europese gelden een sectorale bestemming hebben kunnen vinden en bij alle instanties correct verantwoord konden worden. De genoemde activiteiten hebben ervoor gezorgd dat de instroom op peil is gebleven. De situatie is in 2012/2013 uiteindelijk dubbel verslechterd: er waren geen extra middelen van de sector beschikbaar en door het stopzetten van de ESF-regelingen was ook geen steun meer verkrijgbaar uit dit fonds. Deze ontwikkeling onderstreept de importantie van extra financiële middelen om de instroom in de bedrijfstak in tijden van langaanhoudende recessie op peil te houden. Van werk naar werk Arbeidsongeschiktheid is een belangrijk aandachtspunt dat voor een deel verband houdt met de vergrijzing. De aard van het werk binnen de sector Afbouw gaat in voorkomende gevallen gepaard met arbeidsongeschiktheid. Dit komt naar voren in de periodieke arbeidsgezondheidskundige onderzoeken (PAGO s), die worden uitgevoerd onder vooral oudere werknemers. In het kader hiervan is het noodzakelijk om op het gebied van personeelsbeleid te ondersteunen, onder andere door middel van loopbaanadvies. Werknemers in de afbouwsector die arbeidsongeschikt zijn voor hun huidige werk moeten tijdig begeleid worden naar een andere functie binnen de sector of daarbuiten om uitstroom naar werkloosheid of arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Arbeidsmarktknelpunten 2014-2017 Door de grote toekomstige vervangingsvraag als gevolg van de vergrijzing en het aantrekken van de productie in combinatie met de lage instroom van leerlingen in de afbouwopleidingen is de verwachting van het UWV dat er na de crisis veel vraag ontstaat naar vakbekwaam personeel. Dat betekent dat het voor de sector niet alleen belangrijk is om te overleven, maar ook vakbekwaam personeel vast te houden en de instroom in de afbouwopleidingen te vergroten. 36 3.3 Arbeidsmarkt- en onderwijsknelpunten sectorplan Arbeidsmarkt- en onderwijsknelpunten 2014-2017 Een afname van leerlingen die een BBL-opleiding volgen in beide sectoren betekent een afname van het huidige aantal werkenden en het toekomstige werknemersbestand. Het vergroten van de instroom van BBL-leerlingen in de sector is dus een manier het werknemersbestand voor de korte en langere termijn uit te breiden en aan de (toekomstige) behoefte aan goed opgeleide vakkrachten te voorzien. Combinatie van de arbeidsmarksituatie en de onderwijssituatie (BBL) wordt door de volgende grafiek in beeld gebracht. 36 UWV, Sectorbeschrijving bouwnijverheid, 12 april 2013. DIR2.2013.0145 bladzijde 23 datum: 20 november 2013

Omvang werknemers in beide sectoren: Schilderen & Onderhoud en Afbouw 30.000 25.000 20.000 - - - 889 4.114 Anders extra 15.000 10.000 BBL extra BBL Zittend personeel 5.000 Werkloos - -5.000-516 -743-2.735 2013 2014 2015 2016 2017 Bron: gegevens van eerdere grafieken Groen (licht en donker): Door de grote toekomstige vervangingsvraag als gevolg van de vergrijzing en het aantrekken van de productie in combinatie met de lage instroom van leerlingen in de schilders- en afbouwopleidingen is de verwachting van het UWV dat er na de crisis veel vraag ontstaat naar vakbekwaam personeel. Vanaf 2016 ontstaat er volgens de analyse juist behoefte aan ca. 6.500 extra werknemers. In 2014 en 2015 worden er extra BBL-leerlingen door het sectorplan gerealiseerd. 37 Dezen zijn in deze twee jaar een aanvulling op de daadwerkelijke marktsituatie. Door het beoogde simulatieaspect van de opleiding maatregel 2 - zullen deze nieuwe werknemers deels buiten de productie worden gehouden waardoor minder druk op de markt komt te liggen. Vanaf 2016 verandert de marktsituatie. De dan begrote extra BBL-leerlingen zijn dan juist nodig omdat de markt ernaar vraagt. Deze leerlingen maken dan deel uit van de totale extra behoefte van de ca. 6.500 werknemers. Dat betekent dat het voor de sector niet alleen belangrijk is om te overleven, maar ook vakbekwaam personeel vast te houden of te binden en de instroom in de schilders- en afbouwopleidingen minimaal op peil te houden dan wel waar mogelijk uit te breiden. 38 Blauw: Beide sectoren samen raken tot 2015 meerdere duizenden werknemers kwijt waarvan ca. 4.000 in een werkloosheidssituatie terecht zullen komen. Zij bieden een potentiële pool voor de nodige extra instroom vanaf 2016. Rood (licht en donker): De feitelijke basis, bestaande uit werknemers en leerling-werknemers (BBL), dient door het sectorplan eveneens de noodzakelijke aandacht te krijgen om in stand te kunnen blijven. Het verder ondermijnen van deze basis zou tot nog meer extra investeringen op de middellange termijn betekenen. 3.4 Van probleem naar oplossing In de sectoranalyse komt een viertal doelgroepen aan de orde: instroom in de sector via de opleidingen; werknemers die werkzaam zijn in de sector; werknemers uit de sector die werkloos zijn geraakt en zij-instroom uit andere sectoren. 37 De cijfers voor BBL extra zijn berekend in maatregel 2. 38 UWV, Sectorbeschrijving bouwnijverheid, 12 april 2013. DIR2.2013.0145 bladzijde 24 datum: 20 november 2013