Competentieprofielen CBE

Vergelijkbare documenten
Competentieprofielen CBE

FUNCTIEPROFIEL LERAAR BASISEDUCATIE

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

Competentiemanagement bij de federale overheid

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Functiebeschrijving medewerker technische dienst: garage

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

FUNCTIEPROFIEL PEDAGOOG/PSYCHOLOOG DIENSTENCENTRUM: DE WITTE MOL

Competentiemanagement bij de federale overheid

LEIDING GEVEN. Functiefamilie: Niveau: Doel van de functiefamilie

FUNCTIEPROFIEL BEGELEIDER DAGCENTRUM DIENSTENCENTRUM GROENHOEF

MEDEWERKER SCHOONMAAK

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005

Deskundige ICT - systeembeheerder

Functiebeschrijving. Applicatiebeheerder. Graad B1-B3

Functiebeschrijving Technisch assistent OPW Gemeente Herselt

Competenties verbonden aan het ComPas

Functiebeschrijving Deskundige PR en Communicatie (B1-B3)

Evaluatieformulieren

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Niet-Leidinggevend

Analyseert stalen om de kwaliteit van een product te testen en om na te gaan of de vastgelegde normen gerespecteerd worden

Instaan voor het veilig vervoer van personen en goederen binnen een aanvaardbare termijn teneinde ze naar de gewenste plaatsen te brengen.

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Thermometer leerkrachthandelen

BaLO welkom

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten

Plannen & organiseren

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN

Functiebeschrijving Arbeider OPW Gemeente Herselt

HOOFD RUSTHUISSECRETARIAAT

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief

Functiebeschrijving Technisch medewerker milieu en groen Gemeente Herselt

Maatschappelijk assistent

Functiebeschrijving 1. FUNCTIETITEL. Beleidsmedewerker woonzorgcentrum 2. GLOBAAL DOEL VAN DE FUNCTIE

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING B

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Jeugdwerker (vakantieaanbod) - tijdelijk

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

Secretaresse Mei 2009

Functieprofiel Young Expert

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

Competentieprofiel van de opleider CHVG

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

kempelscan P2-fase Studentversie

CULTUURBELEIDSCOÖRDINATOR

FUNCTIEPROFIEL BEGELEIDER WOONVORM DIENSTENCENTRUM GROENHOEF

kempelscan K1-fase Eerste semester

Deskundige omgevingsvergunning. Diensthoofd ruimtelijke ordening. Afdelingshoofd Ruimte

Maatschappelijk werker

Projectleider IT-infrastructuur

FUNCTIEBESCHRIJVING. Functietitel: Afdelingshoofd personen

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Functie- en competentieprofiel

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

Functiebeschrijving. Systeembeheerder. Graad B1-B3

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

gemeentesecretaris afdelingshoofd Vrije Tijd Directeur Abdijmuseum Ten Duinen Polyvalent medewerker Abdijmuseum Ten Duinen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

Voorbeelden compententieprofiel mentor

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

COLLECTIEBEHEER. Functiefamilie: Niveau. Doel van de functiefamilie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

OTV- SENIORPLAZA. OTV en SENIORPLAZA zijn onafhankelijke, middelgrote organisaties met een 700- tal medewerkers.

NAAM VOORNAAM 29/10/2012

Hoofdtechnieker cultuurcentrum en Bilzen Mysteries

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Aantekenformulier van het assessment PDG

Functie en competentieprofiel HULPKOK

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

Casusinformatie behorende bij de functie van Klantmanager 1 GEMEENTE ZOETERMEER Functiefamilie : Functienaam : Niveau : 1. Typering Functiefamilie

Deontologische code personeel

Competentieprofiel Praktijkdocent Duaal Leren

Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

Transcriptie:

Competentieprofielen CBE Voor de Leraar Basiseducatie Met ondersteuning van Federatie Centra voor Basiseducatie vzw PraxisNetwerk COMPETENTIEPROFIELGEEF DE TITEL VAN HET DOCUMENT OP 1

Introductie: principes van de ontwikkelcyclus: Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 2

Een ontwikkelcyclus bestaat uit een reeks gesprekken tussen elke CBE-medewerker en zijn leidinggevende. Deze gesprekken (en de instrumenten die je helpen om ze voor te bereiden en te voeren) hebben eigenlijk een dubbele doelstelling: de ontwikkeling van de competenties van de personeelsleden en het bereiken van de doelstellingen van het Centrum voor Basiseducatie. De ontwikkelcyclus draagt op die manier bij tot de ontwikkeling van de medewerker en de organisatie. De gesprekken begeleiden de medewerker tijdens zijn/haar loopbaan in de organisatie. Instrumenten voor de ontwikkelcyclus: Functieprofiel: een universele beschrijving van WAT de organisatie verwacht van een medewerker in een specifieke functie. Het is een limitatieve opsomming van taken. Elke medewerker wordt beschouwd als een dienstverlener naar onze klanten toe, die voor een zekere service dient te zorgen. Die klanten zijn in ons geval de cursisten, maar tegelijk ook interne en externe klanten: onze collega s, de directie, collega s in andere centra en externe stakeholders. WAT wordt verwacht van jou? Welke diensten/services zijn essentieel om ook op langere termijn een efficiënt werkend centrum te zijn met tevreden cursisten (en tevreden collega s)? Deze universele verwachtingen kunnen uiteraard bijgesteld, aangepast worden aan jouw specifieke situatie (dat gebeurt dan in het planningsgesprek en vindt zijn weerslag in een individuele functiebeschrijving; zie verder). Competentieprofiel: voor elke functie hebben we een beschrijving gemaakt van de competenties die wenselijk zijn om een specifieke rol/functie te kunnen vervullen binnen onze organisatie. Deze competenties zijn uitgeschreven op 3 niveaus om te benadrukken dat niet iedereen over dezelfde competenties beschikt (zou ook niet wenselijk zijn). Enkel het basisniveau (niveau 1) zou iedereen op een redelijke termijn (binnen de eerste cyclus van 12 maanden) moeten kunnen verwerven. Vanaf niveau 2 schetst dit profiel een beeld van iemand die sterker staat en zo zijn/haar rol nog beter kan vervullen. Het is een beschrijving van wenselijke maar niet noodzakelijke competenties. De bedoeling is om je te ondersteunen, om je aanwezige competenties in te schatten en dan ook te kunnen kiezen voor één of meerdere competenties die je graag verder wil ontwikkelen. Dit wordt besproken in het planningsgesprek (zie verder). Het competentieprofiel specifiek voor de leraar Basiseducatie: Het competentieprofiel bevat 4 generieke competenties die voor alle medewerkers van de Centra voor Basiseducatie gelden. Daarnaast zijn er 2 specifieke competenties coachen en stimuleren tot leren ontwerpen van een krachtige leeromgeving. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 3

Een ontwikkelcyclus bestaat uit volgende types van gesprekken: Introgesprek: Een beginnende leraar willen we een degelijk introductieproces bieden dat start met een introgesprek waarbij we de verwachtingen naar een nieuwe leraar proberen helder te krijgen. We gebruiken hierbij het functieprofiel (WAT behoort tot jouw functie? Hoe zien wij binnen het centrum de rol van leraar?) en het competentieprofiel (HOE verwachten wij dat je als leraar je job invult, welke competenties verwachten we dat je hierbij zal inzetten?). Planningsgesprek: Tijdens het planningsgesprek overloop je samen met je directeur/stafmedewerker je functiebeschrijving en krijg je de kans om verduidelijking te vragen waar dat nodig is. Ook de vereiste competenties voor jouw functie worden besproken. Het is voor jou als medewerker een gelegenheid om een duidelijk zicht te krijgen op wat van jou verwacht wordt. Je krijgt ook een zicht op hoe je eigen taken passen binnen de doelstellingen van het centrum. Tegelijk krijgt je stafmedewerker/directeur een beeld van jouw verwachtingen en behoeftes. Tijdens het planningsgesprek kunnen ook specifieke elementen aan je functiebeschrijving worden toegevoegd (functieprofiel aanpassen aan jouw specifieke situatie). Vervolgens worden er afspraken gemaakt over de taken en competenties waarop je in de volgende cyclus wil focussen; welke aspecten uit het functieprofiel wil je meer naar de voorgrond brengen? Welke competenties zou je graag verder ontwikkelen? De rolverwachtingen die beschreven staan in je functiebeschrijving en het competentieprofiel, vormen de basis om focuspunten of misschien zelfs afspraken/doelstellingen te bepalen. Er wordt ook rekening gehouden met je eigen verwachtingen en ambities, maar ook met de doelstellingen van het centrum. Je bijdrage aan de teamprestaties en het feit dat je beschikbaar moet zijn voor collega s en gezamenlijk overleg, worden ook afgesproken. Je krijgt bovendien ook de kans om zelf initiatieven te nemen voor je persoonlijke ontwikkeling. We willen elke medewerker stimuleren om zelf afspraken/doelstellingen voor te stellen die rekening houden met hun functiebeschrijving en de richting die het centrum uit wil. Er zijn twee soorten doelstellingen. 1. Taakdoelstellingen hebben betrekking op specifieke opdrachten en resultaten die je verwacht wordt te bereiken in je dagelijks werk, bijvoorbeeld het voorbereiden van een nieuw programma, het verzorgen van administratie, de kwaliteit van je werk, maar ook op specifieke projecten. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 4

2. Ontwikkelingsdoelstellingen leggen vast wat je best kan doen om de kennis en vaardigheden uit te breiden die je nodig hebt om je taakdoelstellingen te halen. Maar het kan hier ook gaan om doelstellingen op langere termijn, zoals persoonlijke verwachtingen over het verdere verloop van je functie of je loopbaan bijvoorbeeld. (Les)observatie: Zoals gebruikelijk bij leraars, volgt een stafmedewerker/directeur af en toe een les bij om voeling te kunnen houden met jouw lesopdracht, de typische uitdagingen binnen jouw leergebied(en), de infrastructuur die je ter beschikking hebt, de groepen waar je mee werkt maar uiteraard ook jouw stijl van lesgeven. Na afloop krijg je hier feedback over. Bij voorkeur zal hierop relatief snel een evolutiegesprek volgen, zodat deze feedback kan uitgediept worden en afspraken kunnen gemaakt worden om verder te ontwikkelen. Daarnaast kunnen ook observaties van andere activiteiten/opdrachten die door de medewerker/leraar worden uitgeoefend als bron voor evolutiegesprekken gebruikt worden. Dit is een permanent proces. Evolutiegesprek: Gedurende de volledige cyclus zorgen jij en je coach/evaluator (stafmedewerker/directeur) ervoor dat je met de realisatie van de gemaakte afspraken nog op koers zit, dat knelpunten worden aangepakt, dat er bijgestuurd wordt bij grote veranderingen, dat er feedback gegeven wordt en dat je functioneren besproken wordt. Het is goed om hiervoor gedurende de cyclus wat meer tijd uit te trekken tijdens een formeel evolutiegesprek. Evaluatiegesprek: Het evaluatiegesprek is een open gesprek tussen jou en je coach/evaluator (stafmedewerker/directeur) over je prestaties en/of je ontwikkeling tijdens de voorbije periode: wat ging goed en waar ging het wat minder? Wat waren de oorzaken hiervan en hoe kunnen jullie ze verbeteren? De evaluatiecriteria zijn de functiebeschrijving, de generieke en specifieke competentieprofielen en de afspraken/focuspunten die besproken werden tijdens het planningsgesprek, die opgevolgd werden in evolutiegesprekken en/of informele coachingsgesprekken. Bij het maken van de evaluatie worden zoveel mogelijk bronnen geconsulteerd (feedback van collega s, reacties van cursisten, je inzet bij vergaderingen/overleggroepen, ) om de evaluatie te onderbouwen. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 5

Bijsturingscyclus: Als er een belangrijk probleem de kop opsteekt dat niet opgelost raakt via informele gesprekken of via de gebruikelijke coaching kan de directie beslissen om een bijsturingscyclus op te starten. We vertrekken binnen het centrum van de overtuiging dat dit slechts zeer uitzonderlijk zal zijn, maar willen ook afspraken hebben voor mocht een dergelijke situatie zich voordoen. De opstart van zo n cyclus zal steeds duidelijk aangegeven worden (en zal nooit een verrassing zijn). Een bijsturingscyclus kan opgestart worden bij beginnende zowel als bij meer ervaren medewerkers. De cyclus bestaat uit minstens twee evaluatiegesprekken. Daartussen kunnen één of meerdere bijsturingsgesprekken plaats vinden. Mochten deze gesprekken en de afspraken die er gemaakt/opgevolgd worden niet tot een oplossing van het probleem leiden, dan kan er overgegaan worden tot ontslag. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 6

Overzicht van Generieke Competenties Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 7

Gedreven zijn Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Betrokken zijn op de organisatie Je kent de missie van het centrum en toont interesse in wat er over het werkveld in de actualiteit verschijnt. Je neemt voorbereid deel aan intern overleg en toont je betrokken. Je neemt actief deel aan intern overleg (voorbereiding, inhoud, vragen stellen, discussie en verslag) en zorgt mee voor een constructieve sfeer. Je denkt opleidings-overschrijdend en brengt voorstellen aan die in het algemeen belang zijn. Je hebt door je expertise een significante inbreng in groepsoverleg. Je modereert inhoudelijke discussies en stimuleert het groeien naar een gedeelde visie. Oplossingsgericht denken Je reageert constructief wanneer plannen veranderen. Je kan met eventuele frustraties op een professionele en correcte manier omgaan. Je behoudt een professionele uitstraling wanneer plannen plots en of frequent veranderen. Ook als er dingen fout lopen, blijf je diplomatisch en constructief zoeken naar oplossingen. Je ondersteunt collega s in hun oplossingsgericht denken en helpt hen om gepast te reageren. Initiatief nemen tot verbetering Je kan opbouwend-kritisch kijken en signaleert mogelijke knelpunten en obstakels om de werking te verbeteren. Je doet realistische suggesties om problemen te voorkomen of op te lossen. Je geeft blijk van frisse ideeën en creativiteit. Je neemt het initiatief om projecten uit te werken en bent daarbij een stuwende kracht. Initiatief nemen voor extra taken Je bent bereid taken uit te voeren die niet tot je hoofdopdracht behoren als de omstandigheden dat vereisen. Je kan constructief aangeven of de taken al dan niet aansluiten bij je eigen capaciteiten. Je neemt spontaan het initiatief om meer te doen dan strikt gevraagd om de vooropgestelde doelen te behalen. Je bent je daarbij bewust van je eigen capaciteiten en beperkingen. Bij het organiseren van projecten ben je proactief en doe je concrete suggesties om extra ondersteuning in te schakelen. Innovatie doorvoeren Je gaat mee met de tijd. Je volgt maatschappelijke evoluties op en past je lespraktijk hieraan aan. Je deelt innovaties spontaan met collega s. Je communiceert over de voordelen van nieuwe toepassingen, trends en technologieën. Je denkt mee over hoe de organisatie het best kan inspelen op maatschappelijke evoluties op het vlak van opleidingsaanbod, structuur, organisatie en fungeert in de organisatie als een trendsetter. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 8

Openheid tonen Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Omgaan met (zelf)kritiek Je durft kritisch kijken naar je eigen functioneren binnen het team. Je stelt je open voor kritische bedenkingen van collega s. Je bent zelfkritisch en gaat actief op zoek naar feedback. Je geeft zelf ook opbouwende en eerlijke feedback aan collega s: je doet dit direct, respectvol maar duidelijk en telkens van persoon tot persoon. Je maakt meningsverschillen en conflicten bespreekbaar. Je helpt collega s moeilijke boodschappen aan elkaar te geven. Je helpt een sfeer te creëren van openheid voor feedback en leerbereidheid. Je stelt je bemiddelend op naar collega s toe en zoekt naar werkbare oplossingen bij conflicten. Eigenaarschap nemen voor persoonlijke ontwikkeling Je zoekt naar persoonlijke ontwikkelkansen als dit expliciet gevraagd wordt. Je toont interesse voor verbeter- en leermogelijkheden. Je staat open voor coaching. Je staat spontaan regelmatig stil bij het eigen werk en mogelijke groeikansen. Je bespreekt dit met collega s / leidinggevenden en gaat voor jezelf actief op zoek naar interessante opleidingen. Je herkent originele opleidingskansen die een toegevoegde waarde bieden voor het ganse team. Je brengt ook vernieuwende ideeën aan om samen aan competentieontwikkeling te doen. Je bent in praktijk een mentor voor collega s. Open communiceren Je brengt spontaan topics ter sprake die belangrijk zijn voor de goede gang van zaken (ook als dit gevoelig ligt). Je gebruikt standaardtaal en een aangepaste en professionele communicatiestijl. Je staat in communicatie open voor dialoog: je toont een grote luisterbereidheid en hebt de reflex om door te vragen alvorens te reageren. Je kan op een tactvolle, assertieve manier grenzen stellen wanneer collega s / cursisten emotioneel of onrespectvol communiceren. Je bent een rolmodel voor collega s als het over krachtige communicatie in begrijpelijke, toegankelijke taal gaat. Je kan ook complexe boodschappen helder maken. Je kan modereren in moeilijke discussies. Veranderingsgericht zijn Je verwerft inzicht in de redenen waarom een verandering wenselijk is. Je past je eigen werkwijze gemakkelijk aan wanneer de organisatie hierom vraagt. Bij een verandering van taken kan je snel terug effectief werken. Je bent je bewust van de nood tot verandering (door tijdsdruk, nieuwe prioriteiten, dringende vragen of behoeften). Je verandert zelf je agenda en operationele planning. Je blijft rustig en doelmatig handelen bij confrontatie met meerdere veranderingen tegelijkertijd. Je helpt collega s bij het begrijpen en doorvoeren van veranderingen. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 9

Plannen en organiseren Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Kwalitatief werken Je kent de afspraken die gemaakt zijn over de toegewezen taken en de bijhorende kwaliteitsvereisten en brengt ze in praktijk. Je hebt aandacht voor accuraat, ordelijk en correct werken. Je evalueert spontaan en kritisch de kwaliteit van het eigen werk. Je ziet opportuniteiten voor verbetering en zoekt naar methoden om de efficiëntie te verhogen. Je kijkt kritisch naar de kwaliteit van dienstverlening van de ganse organisatie. Je levert input over mogelijke nieuwe afspraken, werkinstructies en procedures om de kwaliteit en de efficiëntie steeds verder te verhogen. Je doet wat noodzakelijk is om fouten en onnauwkeurigheden te vermijden. Afspraken nakomen Je neemt je eigen taak ter harte en organiseert je om je werk tijdig klaar te hebben. Je bespreekt extra opdrachten eventueel met ervaren collega s / experten om zo een realistische tijdsinschatting te kunnen maken. Je neemt extra taken op en voert deze uit. Je kan de complexiteit en het aantal werkuren van taken zelf realistisch inschatten en omzetten naar een haalbare planning voor jezelf. Je motiveert en ondersteunt anderen om gemaakte afspraken consequent na te komen. Je voorziet mogelijke obstakels en anticipeert door vooraf een plan B uit te werken. Werk organiseren en omgaan met tijdsdruk Je organiseert je werk efficiënt: je kan belangrijke van minder belangrijke zaken scheiden, legt de juiste prioriteiten en stelt voor jezelf een realistische planning op voor gekende taken. Je kan bij tijdsdruk een extra inspanning doen en kan aangeven als het moeilijk loopt. Je staat regelmatig stil bij het werk dat gedaan is en herschikt de prioriteiten voor de toekomst. Je werkt zelfstandig voorstellen uit om het werk efficiënter te laten lopen. Je blijft bij tijdsdruk doelgericht functioneren. Je kan op hectische momenten de groepssfeer positief beïnvloeden. Je neemt achteraf de tijd om deze tijdsdruk in de toekomst te voorkomen. Je overtuigt collega s om nieuwe, efficiëntere werkmethodes, procedures, te gebruiken en de prioriteiten tijdig te herzien zodat deadlines kunnen worden behaald. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 10

Omgaan met stress en emotionele situaties Je behoudt de controle over het eigen werk als de werkdruk (plots) toeneemt. Je (h)erkent stress-signalen en maakt deze werkdruk bespreekbaar. Je handelt rustig en beleefd bij emotionele communicatie en luistert naar de inhoud van de boodschap. Je zorgt dat de spanning niet escaleert en stelt prioriteiten. Je kan een emotioneel gesprek zakelijk afronden met heldere afspraken over het vervolg. Als collega s het moeilijk hebben blijf je creatief verder zoeken naar oplossingen. Je brengt zo rust en zorgt voor een constructieve sfeer. Je ondersteunt collega s bij moeilijke gesprekken. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 11

Integer handelen Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Omgaan met regels en afspraken Je kent en respecteert de geldende regels en afspraken m.b.t. werktijd, administratie, omgangsvormen en materiaal. Je kent de achtergrond van regels en afspraken (wetgeving, historiek e.d.) en kunt deze verduidelijken wanneer nodig. Je durft collega s, cursisten en partners aanspreken op zaken die niet volgens de regels / afspraken verlopen en doet suggesties tot verbetering. Omgaan met fouten Je erkent eigen fouten, vergissingen of nalatigheden. Bij eigen fouten zoek je spontaan naar oplossingen om de gevolgen te beperken. Je maakt fouten bespreekbaar en helpt de organisatie om eruit te leren. Ambassadeur zijn voor basiseducatie Je stelt je op als een waardig ambassadeur van de basiseducatie vanuit de eigen expertise. Je begrijpt de belangen van de organisatie en de sector. Je verdedigt diplomatisch de belangen van de organisatie t.o.v. derden. Je bent je hierbij bewust van de impact van communicatie op de beeldvorming. Je spreekt met een aanstekelijk enthousiasme over de basiseducatie. Je neemt vanuit de eigen expertise initiatieven die het imago van de organisatie ten goede komen. Omgaan met diversiteit Je gaat verdraagzaam en begripvol om met verschillen tussen mensen. Je bent je hierbij bewust van je eigen referentiekader. Je gaat op een constructieve manier op zoek naar wat mensen gemeenschappelijk hebben en legt daarbij de nadruk op mogelijkheden, sterktes en talenten eerder dan op zwaktes, risico s, en gebreken. Je laat je niet beïnvloeden door stereotype beelden die over cursisten en collega s worden opgehangen. Je maakt gevoeligheden m.b.t. generatie-, genderverschillen en culturele / etnische diversiteit bespreekbaar en gaat op zoek naar de meerwaarde voor de organisatie. Je durft ingaan tegen stereotype beelden. Je helpt mensen objectiveren en genuanceerder kijken. Je brengt omgaan met diversiteit in de aandacht via acties, voorstellen en discussies zowel binnen als buiten het centrum. Gezonde balans vinden tussen zelfsturing en hulp vragen Je werkt zelfstandig aan de eigen opdrachten en durft ook hulp vragen aan collega s. Je helpt collega s spontaan en streeft samen naar het behalen van de doelstellingen van het team / de organisatie. Je kan inschatten wanneer je mensen beter niet helpt (autonomie respecteren / stimuleren). Je merkt op wanneer bepaalde hulpvragen herhaaldelijk terugkomen (FAQ). Je stelt zelf initiatieven voor om het werk beter en/of vlotter te laten verlopen. Loyaliteit Je voert je dagelijkse taken loyaal (volgens de gemaakte afspraken) uit in de organisatie. Je kan toegevingen doen in het belang van het team. Je probeert te begrijpen wat voor je collega s belangrijk is. Je kan een organisatiebeslissing loyaal verdedigen zelfs als jij er anders over denkt / dacht. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 12

Confidentialiteit Je bent voorzichtig in de communicatie naar derden. Je toont een gepaste discretie en bent respectvol (=roddelt niet). Je communiceert correct en volledig zonder het principe van vertrouwelijkheid te schaden. Je kan de belangen van de organisatie verdedigen t.o.v. derden. Je bent je hierbij bewust van de impact van communicatie op de beeldvorming van het Centrum voor Basiseducatie.. Je bevraagt je alvorens acties te ondernemen/ beloftes te maken. Begrenzen van de eigen rol Je erkent de moeilijkheden om de eigen rol te begrenzen t.o.v. de rol van een hulpverlener en kan dit bespreekbaar maken. Je kan de grens tussen de eigen rol en de rol van een hulpverlener bewaken en maakt hierin bewuste, weloverwogen keuzes. Je ondersteunt collega s in moeilijke situaties om de grens met hulpverlening te respecteren. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 13

Overzicht van Specifieke Competenties Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 14

Coachen en stimuleren tot leren Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Leermotivatie versterken Je geeft feedback aan cursisten waardoor ze zich bewust worden van hun sterktes en talenten. Je laat hen regelmatig succes ervaren in de loop van hun leerproces. Je kan cursisten coachen zodat ze hun sterktes/talenten inzetten. Je kan hen prikkelen om werk te maken van groeipunten en hun leerverwachtingen bij te stellen (realistisch maken, ambities hebben). Je kan cursisten zo inspireren en motiveren dat ook weinig gemotiveerde cursisten toch motivatie vinden. Beginsituatie inschatten en gebruiken Je informeert je over de beginsituatie van je cursisten en gebruikt deze info in je didactisch handelen. Je stelt de inschatting van de beginsituatie van cursisten bij aan de hand van signalen tijdens de lespraktijk. Je ondersteunt collega s bij het inschatten en het gebruiken van de beginsituatie van cursisten. Aandacht hebben voor de ruimere context van de cursist Je toont interesse voor het verhaal achter de cursist en gaat op zoek naar elementen die het leerproces (positief/negatief) kunnen beïnvloeden. Je houdt regelmatig rekening met de (wijzigende) context van de cursistengroep om het leerproces / het leerplezier te bevorderen. Je kan systematisch en flexibel omgaan met de context van cursisten en deze integreren / toepassen in het leerproces. Gelijkwaardige relaties opbouwen Je communiceert en handelt op een respectvolle manier met cursisten. Je gaat in relatie met cursisten steeds uit van gelijkwaardigheid. Je moedigt cursisten aan om respect te hebben voor elkaar. Je creëert een sfeer van vertrouwen, respect en gelijkwaardigheid tussen leraar en cursisten en tussen de cursisten onderling. Zorg verbreden Je biedt extra ondersteuning wanneer je denkt dat dit nodig is binnen je rol als leraar. Je kent tegelijk je eigen grenzen. Je neemt actie en verwijst een cursist effectief door (intern/extern) wanneer de zorgvraag de eigen rol of opdracht overstijgt. Je bent voor collega s een aanspreekpunt om vragen rond zorgverbreding te bespreken. Trajectbegeleiding Je weet bij elke module in welke fase van hun traject cursisten zich bevinden, welke voorkennis je kan verwachten en welke tussenstappen nog moeten gezet worden om het gewenste einddoel te bereiken. Je helpt (in samenwerking met een trajectbegeleider) de cursist keuzes maken voor een gepast leertraject. Je kan je verplaatsen in het perspectief van je cursisten en hen ondersteunen in hun leertraject. Je bent op de hoogte van de verschillende trajectmogelijkheden binnen het centrum en kan actief meedenken over een optimaal leertraject. Je bent op de hoogte van verschillende trajectmogelijkheden zowel binnen als buiten het centrum en helpt de cursist keuzes maken in functie van zijn perspectief. Je profileert je als een volwaardige partner in trajectbegeleiding. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 15

Ontwerpen van krachtige leeromgevingen Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Mise en place Je zorgt ervoor dat het lokaal in orde is en dat het didactisch materiaal klaar staat vóór de start van de les. Hanteren van een logische lesopbouw Je werkt voor elke les een concrete lesvoorbereiding uit die aansluit bij het leerplan en bij de leerbehoeften. Je staat vooraf stil bij de lesdoelen, de opbouw van de les (lesfasen), de timing en de inzet van het didactisch materiaal. Er zit een herkenbare structuur in je lessen. Je kan flexibel omgaan met de voorbereide lesopbouw en speelt in op wat zich voordoet. Je kan zonder problemen afwijken van je voorbereiding zonder het einddoel uit het oog te verliezen. Je beschikt immers over een aantal creatieve werkvormen/lesmateriaal, waarmee je kan variëren en toch de vooropgestelde lesdoelen kan bereiken. Formuleren van doelstellingen Je past het leerplan toe en realiseert de basiscompetenties/eindtermen. Je stemt de doelen af op de leerbehoeften van de cursisten en verhoogt zo de leerwinst en betrokkenheid. Je kijkt kritisch naar het leerplan en geeft suggesties tot verbetering. Lesmateriaal ontwikkelen Je gebruikt het lesmateriaal dat in het centrum voorhanden is, en werkt het verzorgd uit. Je materiaal is actueel en visueel ondersteund, volgens de afspraken in het centrum. Je past het lesmateriaal aan waar nodig en werkt nieuw, kwalitatief materiaal uit volgens de afspraken in het centrum. Je deelt het materiaal met collega s. Het lesmateriaal is gevarieerd, gedifferentieerd. Je bent creatief en legt de lat hoog op het vlak van kwaliteit. Je bent een voorbeeld voor collega s. Vakkennis en vakdidactiek Je hebt een basiskennis over leren en werken met een doelgroep van laaggeletterde volwassenen en je hebt basiskennis van het leergebied waarin je lesgeeft. Je probeert deze kennis toe te passen in de eigen lespraktijk. Je kennis over leren bij laaggeletterde volwassenen én over het leergebied waarin je lesgeeft is diepgaand. Je kan deze kennis dagelijks, doelgericht inzetten bij het lesgeven. Je zoekt naar recente inzichten m.b.t het leren van en werken met (laaggeletterde) volwassenen en vertaalt ze naar je didactisch handelen binnen het leergebied waarin je lesgeeft. Je inspireert collega s. Gedifferentieerd lesgeven Je lessen zijn gevarieerd ingevuld, waardoor elke cursist actief betrokken wordt maar je lessen zijn nog grotendeels afgestemd op de gemiddelde cursist (= zelfde aanpak voor volledige groep). Je probeert tegemoet te komen aan de noden van de individuele cursist door als het nodig is binnen één les te differentiëren op vlak van instructies, hulpmiddelen, leerstof, oefenstof (vb. authentieke taken ) en leerstijlen. Je creëert voor elke cursist een uitdagende maar haalbare leerspanning via een gedifferentieerde aanpak (binnen één les of projectmatig ). Je kiest maximaal voor open werkvormen en faciliteert zo het leerproces eerder dan strak te sturen/regisseren. Op die manier gebruik je de betrokkenheid van elke cursist om samen te leren. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 16

Ontwerpen van krachtige leeromgevingen (vervolg) Aspect Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Juiste sfeer bewaken, managen van de groepsdynamiek Je creëert een losse, informele, sfeer waarin cursisten zich comfortabel voelen. Je kan af en toe afwijken van het voorziene programma voor interventies die de groepsdynamiek en de sfeer ten goede komen. Je hebt vrijwel continu aandacht voor de groepsdynamiek en sfeer in het lokaal. Je kan zorgen voor een groepssfeer waarin cursisten zich kwetsbaar durven opstellen. Je interageert zo spontaan dat cursisten soms lijken te vergeten dat ze zich in een leersituatie bevinden. Het proces van informeel leren wordt zo gemaximaliseerd. Hanteren van conflicten in de groep Je probeert tussen te komen bij opgelopen spanningen. Je roept tijdig hulp in bij conflicten die dreigen te escaleren. Je gaat het gesprek aan met de verschillende partijen én met de groep. Je kan de situatie goed inschatten en kiest de meest efficiënte strategie. Je laat het conflict niet ontsporen. Je roept hulp in wanneer nodig. Je bent vooraf goed geïnformeerd over de cursisten. Je anticipeert op mogelijke conflicten in de groep door ze tijdig bespreekbaar te maken. Je pikt op tijd signalen op en slaagt erin conflicten een positieve, constructieve betekenis te geven. Breed evalueren Je verzamelt op een valide en betrouwbare manier informatie over de leerprestaties van je cursisten en past de basisprincipes van breed evalueren zoveel mogelijk toe door de cursisten te betrekken bij de evaluatie, te evalueren op verschillende momenten en via verschillende methodieken, volgens de afspraken in het centrum. Je communiceert regelmatig met de cursisten over hun leervorderingen. Je kan deze vorderingen ook met collega s bespreken zodat je aan het eind van de rit een gefundeerd oordeel kan uitspreken over elke cursist. Je verzamelt op een valide, betrouwbare en authentieke manier informatie over de leervorderingen van je cursisten en hanteert een variatie aan evaluatievormen om breed te evalueren. Je komt op basis van een brede kijk op de cursist tot een gefundeerd oordeel. Evaluatie en feedback zijn op structurele wijze opgenomen in de planning van een module. Aan de hand van de evaluatie stuur je bij op les- en cursistniveau. Je overlegt regelmatig met je collega s, waardoor je werk maakt van een gemeenschappelijke visie op evalueren. Je werkt actief mee aan het verfijnen van een evaluatiemethodiek/-systeem binnen het centrum. Je collega s vragen je hulp/advies als ze zoeken naar manieren om het leer- en evaluatieproces te verbeteren. Competentieprofiel Leraar Basiseducatie juni 2015 17