Veel gestelde vragen Melden voorvallen/bijwerkingen bij geneesmiddelenonderzoek Wat is een SUSAR? SUSAR is de afkorting van Suspected Unexpected Serious Adverse Reaction. In het Nederlands betekent dit een vermoeden van een onverwachte ernstige bijwerking. Wanneer is er sprake van een SUSAR? Als er in een onderzoek een ongewenst voorval bij de patiënt/proefpersoon optreedt is er sprake van een SUSAR als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan: 1. het voorval moet ernstig zijn, dwz dat het voorval ongeacht de dosis: - dodelijk is, en/of - levensgevaar oplevert voor de proefpersoon, en/of - opname in een ziekenhuis of verlenging van de opname noodzakelijk maakt, en/of - blijvende of significante invaliditeit of arbeidsongeschiktheid veroorzaakt, en/of - zich uit in een aangeboren afwijking of misvorming. 2. er moet een zekere mate van waarschijnlijkheid zijn dat het voorval een schadelijke en niet gewenste reactie is op het geneesmiddel voor onderzoek, ongeacht de toegediende dosis, maw er is sprake van een bijwerking. 3. de bijwerking moet onverwacht zijn, dwz dat de aard en de ernst van de bijwerking niet overeenkomen met de informatie over het product zoals opgenomen in: - voor een geregistreerd geneesmiddel: de SPC-tekst (Summary of Product Characteristics ; in Nederland: IB1-tekst). In geval van een internationale multicenter onderzoek met een geregistreerd product mag de sponsor zelf een SPC kiezen. Indien sprake is van een ten opzichte van de registratie afwijkende toedieningsvorm, indicatie, patiëntengroep of dosering wordt de samenvatting van de productinformatie aangevuld met de voor het desbetreffende onderzoek relevante aanvullende informatie. - voor een niet-geregistreerd geneesmiddel: de Investigator s Brochure. Moet een SUSAR die is opgetreden in de controlegroep ook gemeld worden? Ja, ook SUSAR s die gerelateerd zijn aan het vergelijkend product (inclusief placebo) moeten gemeld worden. Wie is er verantwoordelijk voor het melden? De verrichter moet er zorg voor dragen dat alle relevante informatie over SUSAR s gerapporteerd wordt. Welke informatie over de SUSAR moet worden gerapporteerd? De volgende informatie moet ten minste worden gerapporteerd: het Eudractnummer van het klinisch onderzoek waarop de melding betrekking heeft (indien bekend); het sponsor protocolnummer of ander kenmerk dat de verrichter aan het versie maart 2009 1-5
onderzoeksprotocol heeft gegeven; het identificatienummer dat de verrichter aan de SUSAR heeft gegeven; de naam en het adres van degene die de melding doet; een omschrijving van het vermoeden van de onverwachte ernstige bijwerking van het geneesmiddel voor onderzoek; het geneesmiddel voor onderzoek dat het vermoeden van de onverwachte ernstige bijwerking heeft veroorzaakt; codenummer, leeftijd en geslacht van de proefpersoon bij wie de SUSAR zich heeft voorgedaan; een samenvatting van het verloop van de onverwachte, ernstige bijwerking en van de behandeling daarvan; een beoordeling door de verrichter van de gevolgen van de gemelde SUSAR voor de uitvoering van het wetenschappelijk onderzoek; overige voor de beoordeling van de melding van een vermoeden van een onverwachte ernstige bijwerking relevante gegevens. Aan welke instanties moet een SUSAR gemeld worden? SUSAR s moeten gemeld worden bij de oordelende toetsingscommissie (erkende METC of CCMO), de bevoegde instantie (CCMO of Minister van VWS), het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de bevoegde instanties van de ander betrokken lidstaten. Hoe vindt de rapportage van SUSAR s aan de verschillende instanties plaats? De oordelende toetsingscommissie moet vooralsnog de SUSAR op papier ontvangen. Hier kunt u onder andere de volgende standaardformulieren voor gebruiken: CIOMS: http://www.cioms.ch/cioms.pdf MedWatch: http://www.fda.gov/medwatch/safety/3500a.pdf SUSAR meldformulier: www.ccmo.nl (onderzoekers/formulieren) De bevoegde instantie moet de SUSAR melding digitaal per e-mail of CD-rom ontvangen, tenzij de SUSAR in elektronische vorm gemeld is bij de EMEA s Eudravigilance databank (http://eudravigilance.emea.europa.eu ). Op de website van de CCMO staat een FAQ digitale indiening BI (www.ccmo.nl, zoek op bevoegde instantie ). Het CBG maakt onderscheid tussen sponsors (verrichters) die elektronisch kunnen melden bij de EMEA Eudravigilance databank en sponsors die dat niet kunnen. Indien de SUSAR s worden gemeld bij de EMEA Eudravigilance databank hoeven deze SUSAR s niet nogmaals bij het CBG gemeld te worden. Wel moet de sponsor het CBG schriftelijk bevestigen dat voor deze procedure is gekozen. Hiervoor kan contact worden opgenomen met Anja van Haren van het CBG (a.v.haren@cbg-meb.nl, 070-3567496). Alle andere SUSAR s moeten wel gemeld worden bij het CBG. Het melden van SUSAR s in de andere betrokken lidstaten zal veelal per land geregeld zijn. Ook hiervoor zal gelden dat als de SUSAR al gemeld is bij de EMEA Eudravigilance databank, de melding niet nogmaals hoeft plaats te vinden. Zo niet, dan moet de SUSAR ook gemeld versie maart 2009 2-5
worden bij deze bevoegde instanties. Pas op voor dubbele meldingen! Meld de SUSAR alleen als de SUSAR niet op een andere manier bij de betrokken bevoegde instantie gemeld is. Moeten SUSAR s gedeblindeerd worden? Ja, alleen gedeblindeerde SUSAR s mogen worden gemeld. Voorkomen moet worden dat de deblindering de waarde van de studie vermindert. Van belang is dat de blindering gehandhaafd blijft voor degene die verantwoordelijk zijn voor de analyse en interpretatie van de studieresultaten. Wat zijn de termijnen waarbinnen de SUSAR gemeld moet worden? SUSAR s die levensbedreigend zijn of die tot de dood hebben geleid moeten uiterlijk binnen 7 dagen nadat de verrichter daarvan kennis heeft genomen worden gemeld. Alle relevante informatie over de nasleep daarvan moet binnen een termijn van nog eens 8 dagen worden gemeld. Overige SUSAR s moeten uiterlijk binnen 15 dagen nadat de verrichter er kennis van heeft genomen, worden gemeld. Moeten alle SUSAR s versneld gemeld worden aan het de oordelende toetsingscommissie, de bevoegde instantie en het CBG? Nee, er wordt onderscheid gemaakt tussen meldingen aan de oordelende toetsingscommissie, de bevoegde instantie en het CBG. De oordelende toetsingscommissie ontvangt alleen de volgende SUSAR s versneld, dwz binnen de wettelijke termijnen van 7 of 15 dagen: SUSAR s die zijn opgetreden in het onderzoek dat door die toetsingscommissie is beoordeeld; SUSAR s die zijn opgetreden in andere studies van dezelfde verrichter en met hetzelfde geneesmiddel die gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van de proefpersonen die deelnemen aan onderzoek dat door die toetsingscommissie is beoordeeld. Alle overige SUSAR s hoeven niet versneld gemeld te worden aan de oordelende toetsingscommissie. Deze worden opgenomen in een overzichtslijst (line-listing) die éénmaal per half jaar bij de oordelende toetsingscommissie moet worden ingediend. Deze overzichtslijst geeft een overzicht van alle SUSAR s van het onderzoeksgeneesmiddel. De bevoegde instantie en het CBG moeten alle SUSAR s versneld ontvangen. SUSAR s die al gemeld zijn bij de EMEA Eudravigilance databank hoeven niet nogmaals bij de bevoegde instantie en het CBG gemeld te worden omdat zij rechtstreeks toegang hebben tot de Eudravigilance databank. Moeten SUSAR s pas gemeld worden na de start van het onderzoek? Nee, SUSAR s moeten vanaf het moment dat het onderzoeksdossier is ingediend bij de oordelende toetsingscommissie worden gemeld. Rapporten van SUSAR s die voor de datum van indiening zijn voorgevallen maken deel uit van het in te dienen onderzoeksdossier. Bij voorkeur worden deze SUSAR s opgenomen in de Investigator s Brochure of anders in een versie maart 2009 3-5
overzichtslijst. Is er nog andere informatie over de veiligheid die gemeld moet worden? Ja, jaarlijks dient de verrichter er zorg voor te dragen dat er een veiligheidsrapportage over het geneesmiddel van onderzoek wordt verstrekt aan de oordelende toetsingscommissie, de bevoegde instantie en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Deze veiligheidsrapportage bestaat uit: een lijst van alle vermoedens (onverwacht en verwacht) van ernstige bijwerkingen samen met een geaggregeerde samenvattende tabel van alle gerapporteerde ernstige bijwerkingen geordend naar orgaansysteem per onderzoek; een rapport betreffende de veiligheid van de proefpersonen, bestaande uit een volledige veiligheidsanalyse en een evaluatie van de balans tussen de werkzaamheid en de schadelijkheid van het geneesmiddel voor onderzoek. Daarnaast moet de oordelende toetsingscommissie worden geïnformeerd als het onderzoek een verloop neemt dat in noemenswaardige mate voor de proefpersoon ongunstiger is dan in het onderzoeksprotocol is voorzien (artikel 10, lid 1 WMO). Tot slot kan de oordelende toetsingscommissie aanvullende voorwaarden hebben gesteld bij het besluit dat zij over het onderzoek heeft genomen of zijn aanvullende procedures vastgelegd in het onderzoeksprotocol ten aanzien van de meldingen van ongewenste voorvallen en/of bijwerkingen. Bijvoorbeeld, de oordelende toetsingscommissie stelt verplicht dat alle sterfgevallen worden gemeld bij haar. Mijn onderzoek is gestart vóór 1 maart 2006. Hoe zit het dan met het melden van SUSAR s? Vanaf 1 maart 2006 moeten SUSAR s gemeld worden. Ook SUSAR s bij geneesmiddelenonderzoek dat voor 1 maart 2006 is ingediend en/of beoordeeld. Moeten ernstig ongewenste voorvallen (SAE s) gemeld worden bij de oordelende toetsingscommissie? Dat hangt er van af. In de WMO zijn geen aanvullende regels over het melden van SAE s aan de toetsingscommissie vastgelegd, behalve voor die voorvallen die vallen onder artikel 10, lid 1 van de WMO. In het besluit van de oordelende toetsingscommissie kunnen echter aanvullende voorwaarden zijn vastgelegd over het melden van ernstige ongewenste voorvallen. Eveneens kunnen in het onderzoeksprotocol een aantal procedures zijn vastgelegd, waarover de toetsingscommissie zijn goedkeuring heeft gegeven. Voorbeelden hiervan zijn: Sterfgevallen, ongeacht of deze mogelijk gerelateerd zijn aan het toegediende onderzoeksgeneesmiddel; Ongewenste voorvallen of abnormale laboratoriumwaarden die volgens het protocol voor de veiligheidsbeoordeling van cruciaal belang zijn; Informatie over de veiligheid van het onderzoeksmiddel die ongunstige consequenties heeft voor de veiligheid van de proefpersoon, de toediening van het onderzoeksmiddel of de uitvoering van het onderzoek, bijvoorbeeld: - een onverwacht verloop van een verwachte ernstige bijwerking; versie maart 2009 4-5
- een ongewone toename in verwachte ernstige bijwerkingen; - een ernstig ongewenst voorval mogelijk gerelateerd aan een onderzoekshandeling - resultaten van nieuwe dierstudies (bijv carcinogeniteit). Vragen? Zie ook de veelgestelde vragen op de CCMO-website: www.ccmo.nl Voor vragen kunt u contact opnemen met het secretariaat van de CCMO: tel 070-340 6700. E-mail: ccmo@ccmo.nl versie maart 2009 5-5