Trainingshandleiding voor de nieuwe generatie methodes Malmberg Magistratenlaan 138-5223 MB Postbus 233 5201 AE Den Bosch Tel: (073) 628 88 11 Datum: Versie: 1 augustus 2012 3.2.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 De methodesite... 4 1.1 Introductie: concept nieuwe generatie methodes... 4 1.1.1 Onderbouwmethodes... 5 1.1.2 VMBO bovenbouw... 7 1.1.3 Tweede Fase... 8 1.2 Opdrachten hoofdstuk 1... 9 1.2.1 Inloggen in de methodesite... 9 1.2.2 Verkennen methodesite: tabbladen... 10 1.2.3 Verkennen methodesite: submenu s... 10 1.2.4 Verkennen methodesite: facetpagina... 11 1.2.5 Verkennen methodesite: methodesite-header... 11 1.2.6 Mijn profiel... 11 1.2.7 Help... 12 1.2.8 Content overdragen... 12 1.2.9 Zoeken... 12 2 Administratie... 13 2.1 Introductie: leerlingen en klassen... 13 2.2 Opdrachten hoofdstuk 2... 14 2.2.1 Klas aanmaken en verwijderen... 14 2.2.2 Leerlingen toevoegen en verwijderen... 14 3 Eigen materiaal... 16 3.1 Introductie: eigen lesmateriaal... 16 3.2 Opdrachten hoofdstuk 3... 16 3.2.1 Bestanden toevoegen... 17 3.2.2 Links toevoegen... 17 3.2.3 Eigen materiaal bekijken, wijzigen en verwijderen... 18 4 Lesprogramma s... 20 4.1 Introductie: hoofdstukken en lesonderdelen... 20 4.2 Opdrachten hoofdstuk 4... 22 4.2.1 Verkennen hoofdstuk... 22 4.2.2 Arrangeren... 23 4.2.3 Bewerken aangepast hoofdstuk... 24 4.2.4 Toewijzen hoofdstuk... 24 4.2.5 Bekijken resultaat... 25 4.3 Extra opdrachten hoofdstuk 4... 25 4.3.1 Arrangeren... 25 4.3.2 Bekijken wijzigingen... 26 5 Digitale toetsen... 27 5.1 Opdrachten hoofdstuk 5... 27 v 3.2. 2/47
Inhoudsopgave 5.1.1 Toetsen inplannen... 27 5.1.2 Toetsen herkansen... 27 5.1.3 Toetsen printen... 29 6 Resultaten & scores... 30 6.1 Introductie: resultaten... 30 6.2 Opdrachten hoofdstuk 6... 31 6.2.1 Doorlopen Basisroute als leerling... 31 6.2.2 Submenu-item Resultaat per leerling... 32 6.2.3 Submenu-item Resultaat per toets of les... 33 6.2.4 Beoordelen open vragen... 33 6.2.5 Toekennen cijfer... 34 6.2.6 Veranderen automatisch toegekende vervolgroute... 35 7 Digiboek... 37 7.1 Introductie: Digiboek... 37 7.2 Opdrachten hoofdstuk 7... 38 7.2.1 Het bekijken van een Digiboek... 38 7.2.2 Toevoegen eigen materiaal aan een Digiboek... 38 7.2.3 Werken met Digiboek... 39 8 Overige onderdelen... 41 8.1 Introductie... 41 8.2 Opdrachten hoofdstuk 8... 42 8.2.1 Studiehulp / Naslag... 42 8.2.2 Begrippen... 42 8.2.3 Handleidingen... 42 8.2.4 Docentendocumenten en leerlingdocumenten... 43 Tips & tricks... 44 Begrippenlijst... 45 v 3.2. 3/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite 1 De methodesite Doelen Geschatte tijd: 20 minuten Doel van dit hoofdstuk is de juiste licentie te activeren en de verschillende onderdelen van de methodesite te verkennen. Taken Inloggen in de methodesite (1.2.1) Tabbladen verkennen (1.2.2) Submenu s verkennen (1.2.3) Broodkruimelpad verkennen (1.2.4) Facetpagina verkennen (1.2.5) Methodesite-header verkennen (1.2.6) Persoonlijke instellingen verkennen (1.2.7) Overige functies uit de methodesite-header verkennen (1.2.8-1.2.10) 1.1 Introductie: concept nieuwe generatie methodes Malmberg heeft een concept ontwikkeld voor alle nieuwe methodes. Dit concept is gevisualiseerd in een model dat bestaat uit een (compacte) Basisroute gevolgd door vervolgroutes en biedt daarbinnen ruimte voor vernieuwing, differentiatie én eigen materiaal. Basisroute De Basisroute bevat de basis van het vak : hetgeen waarop getoetst wordt en waar de formele leerdoelen mee kunnen worden bereikt. De Basisroute van een hoofdstuk is v 3.2. 4/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite onderverdeeld in lesonderdelen die regulier van aard zijn (vertrouwd: in het schema zijn dit de lichtblauwe lessen) of didactisch vernieuwend (docentsturing gedeelde sturing leerlingsturing: de rode lessen in het schema). Daar waar relevant start de Basisroute met een Instaptoets. De richttijd voor de duur van de Basisroute is circa vijf lesuren per hoofdstuk (exclusief de tijd die nodig is voor de Adviestoets aan het eind van de Basisroute). Vervolgroute De Basisroute wordt afgesloten met een digitale, diagnostische adviestoets. Op basis van de resultaten van de toets zet het systeem automatisch de juiste vervolgroute voor de leerling klaar: de route Plus bevat lesstof en opdrachten op een hoger niveau dan de Basisroute. de route Extra bevat ten opzichte van de Basisroute verrijkende en/of verdiepende lesstof en opdrachten. de route Remediërend geeft uitleg op een andere manier en extra oefening. Het doel van dit materiaal is de leerlingen te laten voldoen aan het niveau van de Basisroute. Eigen materiaal In het concept is rekening gehouden met de behoefte van docenten om eigen (les)materiaal ( User Generated Content ) te kunnen toevoegen aan de verschillende vervolgroutes. Ook aan de Basisroutes kunnen docenten - indien gewenst - eigen materiaal toevoegen. Toetsing en monitoring Het doorlopen van de Adviestoets aan het eind van de Basisroute moet ervoor zorgen dat de leerling automatisch de juiste vervolgroute krijgt toegewezen. Door de verschillende mogelijkheden die de docent ter beschikking staan voor het volgen van de voortgang en het inzien van de resultaten van zijn leerlingen (monitoring), blijft de docent steeds in de regiefunctie en kan hij indien gewenst ingrijpen door zelf een andere vervolgroute te kiezen (of samen te stellen) en die vervolgens handmatig voor de leerling klaar te zetten. Hoofdstukken in de methodesites Het hiervoor toegelichte model met het schema is als uitgangspunt gehanteerd bij de ontwikkeling van de nieuwe digitale omgeving voor de methodesites van Malmberg. Voor de diverse methodes is er echter een variant op gemaakt die in de volgende paragrafen wordt toegelicht. Het concept met hoofdstukken staat hoewel anders gevisualiseerd centraal in deze trainingshandleiding. 1.1.1 Onderbouwmethodes Voor de onderbouw zijn er twee verschillende manieren (types) waarop het algemene model is verwerkt in de methodes: type 1 : hoofdstuk met automatische vervolgfunctionaliteit met de gehele vervolgroute van hetzelfde niveau (Remediërend, Extra of Plus). type 2 : hoofdstuk met automatische vervolgfunctionaliteit op geclusterde leerdoelen (bijvoorbeeld leerdoelen per paragraaf) met leerobjecten in de vervolgroute die kunnen v 3.2. 5/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite variëren van niveau (Remediërend, Extra en Plus). Het verschil tussen beide types wordt gevormd door de Adviestoets. Bij type 1 wordt er op basis van een score op de gehele Adviestoets bepaald welke volledige vervolgroute (Remediërend, Extra, Plus) een leerling gaat volgen. Vervolgroute bijvoorbeeld helemaal: Bij type 2 is de Adviestoets opgedeeld in deeltoetsen die elk een of meerdere leerdoelen van het hoofdstuk bestrijken. Een leerling behaalt een score op deeltoetsen en het systeem selecteert op basis van die scores de vervolglessen die erbij horen. De vervolgroute van een leerling kan bij type 2 bestaan uit zowel Remediërende als Extra als Plus lessen. Daarnaast kunnen aan de individuele vervolgroute nog een paar lessen zijn toegevoegd die alle leerlingen moeten volgen (vaste route). Vervolgroute: Tip! Door een Adviestoets aan te klikken in uw epack kunt u zien of uw methode een type 1- of een type 2-methode is. v 3.2. 6/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite 1.1.2 VMBO bovenbouw De VMBO bovenbouwmethodes zijn in opzet gelijk aan de type 2-methode van de onderbouw. Er is echter een uitbreiding op gemaakt om nog meer oefenmogelijkheid aan de leerling te bieden: de examentrainer. De examentrainer heeft als doel het oefenen met examenvaardigheden. Hierbij wordt geen nieuwe lesstof geïntroduceerd, maar ligt de nadruk op het toepassen van de leerdoelen - begrepen kennis en vaardigheden (bijvoorbeeld grammatica, etc.) toepassen in een nieuwe situatie - en het oefenen van vaardigheden. Zo kan een vaardigheid expliciet geoefend worden aan de hand van het bestuderen van één of meerdere bronnen. Een examenles (roze gekleurd in het hoofdstukschema) bestrijkt ca. 1 SLU. Examenlessen kunnen lessen bevatten die zowel op school (klassikaal/groepsgewijs/individueel) als zelfstandig thuis gedaan kunnen worden. v 3.2. 7/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite 1.1.3 Tweede Fase De opzet van een hoofdstuk in de Tweede Fase is als volgt: 1. een optionele instaptoets. 2. Basisroute met basislessen (lichtblauw) en keuzeparagrafen ( vijfkleuren -lessen). 3. een optionele Diagnostische toets. 4. een vervolgroute met keuzeparagrafen. 5. een Eindtoets. Instaptoets De inzet van deze toets zal afhangen van het vak en is derhalve niet altijd aanwezig in een methode. Basisroute met basisstof en keuzemateriaal Een hoofdstuk/module/deel/blok bestaat voor 80% uit de Basisroute en dekt daarmee ook 80% van de lestijd. De basisstof omvat alle lessen die nodig zijn om de leerdoelen uit een hoofdstuk te behandelen (lichtblauw in de afbeelding). In de Basisroute zijn keuzeparagrafen opgenomen waar u naar eigen inzicht een les uit het keuzemateriaal kunt selecteren om de leerlingen te laten volgen. U kunt ook een eigen les op deze plek toevoegen en toewijzen aan uw leerlingen. U kunt deze keuze ook overlaten aan uw leerlingen die dan zelf beslissen of ze een remediërende les, een examenles, een extra les, een plus les of wellicht uw zelfgemaakte les willen volgen, afhankelijk van waarmee de methode op die plek gevuld is. Kenmerken van keuzeparagrafen Wat betreft de inhoud: de keuzeparagraaf geeft een keuzemoment in de Basisroute aan. Naar gelang het leerproces kan de docent besluiten óf klassikaal óf individueel te differentiëren. v 3.2. 8/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite Soorten: o groen: een remediërende les; o roze: een examenles; o oranje: een extra les op hetzelfde niveau als de basislessen, die als verrijking dient van de basis lesstof; o blauw: een plus-les die als extra uitdaging voor de bovenmatig presterende leerling kan worden ingezet; o paars: staat voor door de docent zelf ingebracht lesmateriaal. De keuzeles is standaard gevuld met ten minste drie lessen. Er zijn altijd een remediërende les en een examenles opgenomen en daarnaast een extra les en/of een plusles. Bovendien heeft de docent altijd de mogelijkheid om eigen lesmateriaal toe te voegen. Als u als docent geen keuze maakt voor een les, is de keuze aan de leerling zelf. Omvang: elke leereenheid staat voor 1 SLU. Ook een onderdeel van een keuzeparagraaf is telkens maximaal 1 SLU. Het is dus niet de bedoeling dat leerlingen alle keuzeparagrafen gaan maken. Het systeem houdt bij welke keuzeparagraaf er is gekozen (door docent of leerling) zodat leerlingen verderop in het hoofdstuk niet twee keer dezelfde les kiezen en maken. 1.2 Opdrachten hoofdstuk 1 1.2.1 Inloggen in de methodesite Inloggen voor de training U krijgt van de trainer de gegevens die u nodig heeft om met deze training te kunnen starten: het adres van de methodesite in de trainingsomgeving. de inloggegevens van het docentenaccount dat u tijdens de training gaat gebruiken. de inloggegevens van vijf leerlingaccounts. De inloggegevens van het docentenaccount en de bijbehorende leerlingaccounts zijn persoonsgebonden en mogen niet worden uitgewisseld. De eerste stap in de training bestaat uit het inloggen in de trainingsomgeving: start de browser via de snelkoppeling op het bureaublad. ga naar het opgegeven adres van de methodesite in de trainingsomgeving. log in op de portal van de methodesite met de gegevens van het docentenaccount. v 3.2. 9/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite Tijdens de training werkt u in een speciaal daarvoor ingerichte trainingsomgeving. Als u aan het begin van het schooljaar met uw aangeschafte eigen epack gaat beginnen, zult u de licentie voor dit epack moeten activeren (zie http://www.directetoegang.nl) 1.2.2 Verkennen methodesite: tabbladen De methodesite is opgebouwd uit tabbladen met daarin verschillende functionaliteiten. Overzicht: hier vindt u informatie over het voorbereiden van een les, kunt u lesmateriaal bekijken, ziet u de recente resultaten en de opslagcapaciteit en vindt u een stappenplan om snel met de methode aan de slag te gaan. Lesmateriaal: hier vindt u de inhoudsopgave van het epack dat bij het geselecteerde niveau hoort, alle paragrafen, alle toetsen, eigen materiaal en alle Digiboeken. Ondersteunend materiaal: hier vindt u een begrippenlijst, handleidingen per hoofdstuk, relevante links op het gebied van studiehulp/naslag en documenten die Malmberg aanbiedt. Resultaten: hier kunt u de resultaten per leerling of de resultaten per toets of les bekijken en zien welke toetsen u nog na moet kijken. Administratie: hier kunt u de klassenadministratie beheren. Nadat u in de methodesite in de trainingsomgeving bent ingelogd, komt u als docent automatisch terecht op het tabblad Overzicht. Hier vindt u links naar verschillende functionaliteiten op de methodesite. Om een idee te krijgen van de inhoud van de tabbladen, doet u per tabblad het volgende: klik op het gewenste tabblad. klik op de link uit het submenu dat u wilt zien en bekijk de inhoud. 1.2.3 Verkennen methodesite: submenu s Sommige tabbladen bevatten een submenu. Overzicht: op dit tabblad treft u de onderdelen Les voorbereiden, Lesmateriaal bekijken, Recente resultaten, Opslagcapaciteit en Snel aan de slag aan. Lesmateriaal: bevat de submenu-items Inhoudsopgave, Alle paragrafen, Alle toetsen, Eigen materiaal en Alle Digiboeken. Ondersteunend materiaal: bevat de submenu-items Begrippen, Handleidingen, Studiehulp / Naslag en Documenten. Resultaten: bevat de submenu-items Resulaten per leerling, Resultaten per toets of les en Nog na te kijken. Administratie: hier vindt u Klassenadministratie in het submenu. v 3.2. 10/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite 1.2.4 Verkennen methodesite: facetpagina De facetpagina s bestaan uit twee kolommen: een linkerkolom en een rechterkolom. In de rechterkolom staan alle resultaten van de pagina. In de linkerkolom kunt u, door keuzes te maken, het aantal resultaten in de rechterkolom terugbrengen. Op de facetpagina Alle paragrafen staan in de rechterkolom bijvoorbeeld alle paragrafen. Als u in de linkerkolom Hoofdstuk 1 aanvinkt, worden in de rechterkolom alleen paragrafen uit Hoofdstuk 1 getoond. U kunt ook meerdere vinkjes plaatsen waardoor u het aantal getoonde resultaten nog verder terug kunt brengen. Bijvoorbeeld alle Eigen paragrafen uit Hoofdstuk 1. 1.2.5 Verkennen methodesite: methodesite-header In het bovenste gedeelte van de methodesite ziet u de zogenaamde methodesite-header die is opgebouwd uit drie kolommen. In de linkerkolom staat het logo van de methode waarbinnen u actief bent. In de middelste kolom staan twee dropdownlijsten en een zoekbalk. Met behulp van de bovenste dropdownlijst kunt u navigeren naar andere methodes. De lijst toont alleen methodes waarvoor u een geactiveerde licentie heeft. Met behulp van de tweede dropdownlijst kunt u navigeren naar andere streams. De lijst toont alleen streams waarvoor u een geactiveerde licentie heeft. Vanuit de zoekbalk kunt u zoeken op content binnen de methodesite (zie ook paragraaf 1.2.10 op blz. 13). U kunt de zoekfunctie gebruiken om verschillende onderdelen in de methodesite te vinden. Zo kunt u zoeken naar: o toetsen en lessen, door bijvoorbeeld Adviestoets als zoekterm in te toetsen. o kernbegrippen (bijvoorbeeld aflossen ). o sleutelwoorden (bijvoorbeeld hoofdstuk 2). In de rechterkolom staan uw naam (en eventueel uw foto) en vier functionaliteiten: Mijn profiel: hiermee kunt u uw profiel beheren. Uitloggen: hiermee kunt u zich afmelden van de methodesite. Help: hiermee kunt u de helpfunctie oproepen. Content overdragen: hiermee kunt u (delen) van de content overdragen aan een collega. 1.2.6 Mijn profiel Klik in de rechterbalk op Mijn profiel : er verschijnt een pop-up. In de pop-up van Mijn profiel vindt u normaal gesproken uw eigen naam en e-mailadres waarmee u bent ingelogd. Omdat u voor de training via de trainingsomgeving van Malmberg v 3.2. 11/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: De methodesite toegang heeft gekregen tot de methodesite, ziet u hier tijdens de training niet uw eigen gegevens. In de pop-up Mijn profiel kunt u de volgende handelingen verrichten: een foto invoegen. U kunt via de knop Bladeren een.jpg-bestand uploaden. Deze foto ziet u dan in de rechterbalk van de methodesite-header staan. uw licenties bekijken. een licentie activeren. 1.2.7 Help Onder Help vindt u naast een beknopte uitleg over de methodesite (met een link naar de helpdesk- of klantenserviceformulieren op www.malmberg.nl) ook een overzicht met Frequently Asked Questions (FAQ s): klik op Help. lees de helpteksten en volg de linkjes in de tekst. het eerste onderdeel van de site bevat het onderdeel Hoe werkt deze site?. Hierin vindt u terug welke stappen u moet nemen ter voorbereiding van het schooljaar. klik daarna in de Help pop-up op FAQ en lees de uitleg onder de kopjes. sluit de pop-up door op Sluiten te klikken. 1.2.8 Content overdragen Via Content overdragen kunt u materiaal overdragen aan collega s. Daarbij is het mogelijk om uw content te kopiëren of over te dragen. Let op: wanneer u content overdraagt aan collega s, wordt het materiaal uit uw eigen content verwijderd. Bij kopiëren behoudt u zelf de content die u naar uw collega heeft gestuurd en kunt u daarmee verder werken. Het overdragen van materiaal doet u als volgt: klik op Content overdragen. kies welke materialen u wilt overdragen: aangepaste hoofdstukken, aangepaste bladerboeken of eigen ingebracht lesmateriaal. selecteer de naam van de collega aan wie u het lesmateriaal wilt overdragen. klik op de knop Overdragen. De content is nu beschikbaar voor uw collega. 1.2.9 Zoeken U kunt de zoekfunctie gebruiken om verschillende onderdelen in de methodesite te vinden. Zo kunt u zoeken naar: toetsen en lessen, door bijvoorbeeld Adviestoets als zoekterm in te toetsen. kernbegrippen (bijv. aflossen ). sleutelwoorden (bijv. hoofdstuk 2 ). Na het invoeren van een zoekterm wordt er een neerklapmenu getoond. In het neerklapmenu is dan een samenvatting van de zoekresultaten te zien. Door onder in het neerklapmenu op Alle zoekresultaten tonen te klikken, komt u in een totaaloverzicht van de zoekresultaten. v 3.2. 12/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: Administratie 2 Administratie Doelen Geschatte tijd: 10 minuten Doel van dit hoofdstuk is om de methodesite gereed te maken voor gebruik in een lessituatie met klassen en leerlingen zonder daarbij wijzigingen aan te brengen in de standaardinstellingen. Taken Klas aanmaken en verwijderen (2.2.1) Leerlingen toevoegen en verwijderen (2.2.2) 2.1 Introductie: leerlingen en klassen Als u gebruik gaat maken van het epack, is het noodzakelijk dat u aan het begin van het schooljaar klassen of groepen op de site aanmaakt. Heeft u eenmaal klassen aangemaakt en er leerlingen aan toegevoegd, dan kunt u daarna eenvoudig hoofdstukken toewijzen aan klassen en individuele leerlingen (zie 4.2.4 op blz. 26) en de resultaten op klasniveau bekijken (zie 4.2.5 op blz. 27). U maakt klassen aan in het tabblad Administratie. Bij het toevoegen van een klas geeft u zelf de naam van de klas (of groep) op waarna u er leerlingen aan kunt gaan toevoegen. Er is geen functioneel onderscheid tussen (het aanmaken van) een klas en (het aanmaken van) een groep: met de knop Klas toevoegen kunt u ook een groep aanmaken, bijvoorbeeld als u een specifieke vervolgroute wilt toekennen aan een groepje leerlingen binnen een klas (en niet aan de gehele klas). Door de naamgeving maakt u zelf onderscheid tussen een klas en een groep. U selecteert de namen van de leerlingen uit een lijst. In de lijst staan uitsluitend de leerlingen die zijn gekoppeld aan uw school en die zijn geregistreerd, én hun licentie voor de e-methode hebben geactiveerd. Een toegevoegde leerling vindt de naam van de klas terug bij zijn profielgegevens in de methodesite-header. U kunt altijd leerlingen uit uw klas verwijderen of nieuwe leerlingen aan uw klas toevoegen. Resultaten van leerlingen blijven hierbij behouden. Ook klassen kunnen achteraf weer door u worden verwijderd. U maakt per niveau in de methodesite aparte klassen en/of groepen aan. v 3.2. 13/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: Administratie 2.2 Opdrachten hoofdstuk 2 2.2.1 Klas aanmaken en verwijderen Klas aanmaken Om de opdrachten in deze training correct uit te kunnen voeren, moeten er twee klassen worden aangemaakt: open het tabblad Administratie en klik op de knop Klas toevoegen. vul in het veld Naam van de klas de naam Klas 1 in. klik op de knop Opslaan. Klik op het kruisje rechtsboven in de klas toevoegen pop-up voeg nog een klas toe en noem deze Klas 2. U kunt per niveau in de methodesite aparte klassen en/of groepen aanmaken. Klas verwijderen Als u een klas wilt verwijderen, gaat u als volgt te werk: klik op de blauwe tekst Verwijderen onder de klas die u wilt verwijderen. er verschijnt een pop-up met de waarschuwing Weet u zeker dat u deze klas wilt verwijderen?. klik in dit geval op de knop Annuleer (de klas wordt hierna gebruikt in de training). Als u klikt op de knop OK wordt de klas verwijderd. 2.2.2 Leerlingen toevoegen en verwijderen Leerlingen toevoegen Voor deze training gaan we gebruikmaken van de twee aangemaakte klassen: in klas 1 komen twee leerlingen te zitten, in klas 2 drie. De gegevens van de leerlingen heeft u van de trainingsleider gekregen. U voegt uw leerlingen als volgt toe aan de klassen: klik op de blauwe tekst Bewerken onder Klas 1. Er verschijnt een pop-up. de cursor staat in het vak leerlingen van klas (het leerjaar en niveau van uw keuze). Typ de leerlingnaam in. voeg de eerste twee leerlingen toe aan Klas 1 door achter de naam van elk van de leerlingen te klikken op de groene pijl naar rechts. De namen van de leerlingen staan nu in de rechterkolom en onder Alle leerlingen van klas 1 staat 2 leerlingen. klik op de knop Opslaan. voeg nu de andere drie leerlingen toe aan Klas 2 volgens de hierboven beschreven stappen. v 3.2. 14/47
Methodestartraining Hoofdstuk 2: Administratie In eerste instantie krijgt u in de linkerkolom alle leerlingen te zien die in de trainingsomgeving actief zijn. Buiten de training om ziet u op deze manier alle leerlingen die aan uw eigen school zijn verbonden binnen de geselecteerde methode. Door één of meerdere letters in te typen en op de enterknop te klikken kunt u gericht zoeken in de verzameling leerlingen. Leerlingen verwijderen Als u een leerling uit een klas wilt verwijderen gaat u als volgt te werk: klik op de blauwe tekst Bewerken onder de naam van de klas waarin de leerling zit die u wilt verwijderen, bijvoorbeeld Klas 2. klik eerst op de naam van de leerling en klik daarna op de groene pijl naar links. De naam van de leerling staat nu in de linkerkolom. Achter Samenstelling klas staat nu (2). klik op de knop Opslaan om de wijziging op te slaan. Omdat u in Klas 2 de verwijderde leerling nodig heeft voor deze training, moet u de verwijderde leerling opnieuw toevoegen aan de klas (zie de instructies hiervoor). v 3.2. 15/47
Hoofdstuk 3: Eigen materiaal 3 Eigen materiaal Doelen Geschatte tijd: 15-20 minuten Doel van dit hoofdstuk is de mogelijkheden leren kennen van het toevoegen van eigen materiaal aan het standaardprogramma. Taken Bestanden toevoegen (3.2.1) Links (internetadressen en internetvideo s) toevoegen (3.2.2) Eigen materiaal bekijken, wijzigen en verwijderen (3.2.3) 3.1 Introductie: eigen lesmateriaal Het concept van de nieuwe generatie methodes beoogt de regie van het lesgeven bij u als docent te houden. Dat betekent dat u niet alleen de mogelijkheid heeft om leerlingen basishoofdstukken te laten volgen, maar dat u hoofdstukken ook kunt aanpassen en er eigen materiaal aan toe kunt voegen. Dat laatste is mogelijk tot een maximum van 50 MB. Op de pagina Overzicht wordt aangegeven hoeveel MB u reeds gebruikt heeft. Mocht u meerdere licenties hebben voor verschillende edities, dan heeft u ook het aantal licenties x 50 MB tot uw beschikking. Via het tabblad Lesmateriaal kunt u diverse soorten bestanden toevoegen van elk maximaal 5 MB (bijvoorbeeld Word-, PDF- of PowerPoint-bestanden) of links naar internetadressen. Het toegevoegde materiaal kunt u inzetten in een hoofdstuk (zie 3.2.1 op blz. 19) of in een Digiboek-bestand (zie 7.2.2 op blz. 39 e.v.). Video s en geluidsfragmenten kunt u als bestand toevoegen, maar u loopt dan het risico dat uw persoonlijke opslaglimiet van 50 MB snel wordt bereikt. Ons advies is dan ook om video s en geluidsfragmenten op YouTube te zetten: u voegt dan aan Eigen materiaal alleen de link toe naar de locatie van de video op YouTube. U kunt de volgende soorten bestanden toevoegen aan de methodesite: MS Office: Open Office: Overig: DOC, XLS, PPT, DOCX, XLSX en PPTX ODT, ODS, ODB, ODP, ODG en ODF PDF, TXT, JPG, JPEG, GIF, PNG, SWF, TIFF, EPS, BMP en MP3 3.2 Opdrachten hoofdstuk 3 In het kader van de training zijn er drie bestanden op de desktop van de trainingspc voor u klaargezet die u verderop in de training gaat gebruiken: bestand1.pdf. bestand1.doc. afbeelding1.jpg. v 3.2. 16/47
Hoofdstuk 3: Eigen materiaal 3.2.1 Bestanden toevoegen U kunt eigen materiaal toevoegen via het tabblad Lesmateriaal. PDF-bestand toevoegen Klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Eigen materiaal. Klik op de knop Bestand toevoegen. Er verschijnt een pop-up. Klik in het veld Bladeren en selecteer via de Windows pop-up het bestand bestand1.pdf dat op de desktop staat. Geef het toegevoegde bestand een voor u herkenbare bestandsnaam bij Geef de paragraaf een titel:. Zet een vinkje voor het hoofdstuk waaraan u het bestand wilt koppelen. Klik in de dropdownlijst onder Als type paragraaf aan hoe u het bestand wilt opslaan. Klik op de knop Opslaan. U ziet nu het door u toegevoegde bestand op de pagina staan. Herhaal bovenstaande stappen voor het toevoegen van een Word-bestand en voor het toevoegen van een afbeelding. (1) In hoofdstuk 4 op blz. 22 e.v. leert u hoe u eigen bestanden kunt toevoegen aan de hoofdstukken van uw leerlingen. (2) Eigen materiaal is persoonsgebonden. Dat betekent dat eigen materiaal zichtbaar is binnen alle methodes waartoe u als docent toegang heeft en dus niet beperkt is tot de methodes waaraan u het materiaal oorspronkelijk heeft toegevoegd. (3) Malmberg is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de inhoud van de bestanden die u als docent toevoegt aan Eigen materiaal. 3.2.2 Links toevoegen U kunt ook internetadressen en internetvideo s als eigen materiaal toevoegen via het tabblad Lesmateriaal. Internetadres toevoegen Klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Eigen materiaal. Klik op de knop Bestand toevoegen. Er verschijnt een pop-up. Vul de url van het internetadres in in het tweede invulvak. v 3.2. 17/47
Hoofdstuk 3: Eigen materiaal Geef het toegevoegde bestand een voor u herkenbare bestandsnaam bij Geef de paragraaf een titel:. Zet een vinkje voor het hoofdstuk waaraan u het bestand wilt koppelen. Klik in de dropdownlijst onder Als type paragraaf aan hoe u het bestand wilt opslaan. Klik op de knop Opslaan. U ziet nu het door u toegevoegde internetadres op de pagina staan. Herhaal bovenstaande stappen voor het toevoegen van een internetvideo. Op dezelfde manier als het toevoegen van een internetvideo kunt u geluidsfragmenten (bijv. mp3 s) invoegen in de vorm van een link. U voorkomt hiermee dat uw opslaglimiet van 50 MB wordt verbruikt. Daarnaast geldt dat de bestanden die u toevoegt niet groter mogen zijn dan 5 MB! (1) Houd er rekening mee dat lokale adressen, bijvoorbeeld het adres van het intranet van een school, niet vanaf het internet toegankelijk kunnen zijn! (2) Malmberg is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de inhoud van de links (naar websites, filmpjes en geluidsfragmenten) die u als docent toevoegt aan Eigen materiaal. 3.2.3 Eigen materiaal bekijken, wijzigen en verwijderen Bestanden en links bekijken Klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Eigen materiaal. U ziet de bestanden die u heeft toegevoegd. Klik op de blauwe tekst Bekijken onder het bestand dat u wilt bekijken. Het bestand wordt, afhankelijk van uw browserinstellingen, in een nieuw venster of tabblad geopend. Sluit het browservenster of het tabblad om weer terug te keren naar de methodesite. Op de pagina Eigen materiaal ziet u slechts een beperkt aantal bestanden. Onder in de pagina kunt u met vorige en volgende of de cijfers onderin navigeren tussen de verschillende pagina s met bestanden van het eigen materiaal. Ook kunt u, door een vinkje te zetten in de kolom Bestandstype alleen de bestanden van het door u gezochte type selecteren. Zie ook 1.2.5 over facetpagina s. Bestanden verwijderen Klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Eigen materiaal. U ziet de bestanden die u heeft toegevoegd. Klik op de blauwe tekst Verwijderen onder het bestand dat u wilt verwijderen. v 3.2. 18/47
Hoofdstuk 3: Eigen materiaal Er verschijnt een pop-up met de waarschuwing Weet u zeker dat u dit bestand wilt verwijderen?. Klik op de knop Ok om het bestand te verwijderen. Als u eigen materiaal heeft toegevoegd aan een hoofdstuk is het niet mogelijk materiaal te verwijderen uit Eigen materiaal. U moet dan eerst het materiaal uit het hoofdstuk verwijderen en vervolgens als lesonderdeel verwijderen, voordat u het definitief kunt weggooien. Dit komt verder aan de orde in hoofdstuk 4. Gegevens wijzigen Na het toevoegen van eigen materiaal kunt u de gegevens van dat materiaal wijzigen. Klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Eigen materiaal. U ziet de bestanden die u heeft toegevoegd. Klik op de blauwe tekst Beheren onder het bestand dat u wilt wijzigen. Er verschijnt een pop-up. Breng de wijziging in het bestand aan en klik op de knop Opslaan. U kunt vanuit deze plek alleen de naam van het bestand wijzigen en het hoofdstuk waaraan u het bestand heeft gekoppeld. (1) Als u na het openen van de pop-up de wijzigingen ongedaan wilt maken, klikt u op de knop Annuleren, rechtsonder in het scherm. (2) Het is niet mogelijk om in Eigen materiaal de link naar een internetadres (url) te wijzigen. Als u dit toch wilt doen, moet u eerst de bestaande link verwijderen en een nieuwe link met het juiste adres toevoegen. (3) Het is niet mogelijk om in Eigen materiaal het type paragraaf te wijzigen. Als u dit toch wilt doen, moet u eerst het bestand met het verkeerde type paragraaf verwijderen en een nieuw bestand met het juiste type paragraaf toevoegen. v 3.2. 19/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s 4 Lesprogramma s Doelen Geschatte tijd: 30-45 minuten Doel van dit hoofdstuk is te leren hoe (eigen) lesmateriaal kan worden toegevoegd aan standaard- en vervolgroutes en hoe deze aangepaste routes vervolgens kunnen worden toegewezen aan zowel individuele leerlingen als aan een hele groep of klas. Taken Hoofdstukken in de methodesite verkennen (4.2.1) Arrangeren: eigen materiaal en standaardmateriaal toevoegen (4.2.2) Bewerken van een aangepast hoofdstuk (4.2.3) Aangepast hoofdstuk toewijzen aan leerling of klas (4.2.4) Extra: Hoofdstuk wijzigen (4.3.1) Toets inplannen (4.3.2) Wijzigingen bekijken (4.3.3) 4.1 Introductie: hoofdstukken en lesonderdelen Hoofdstuk Het tabblad Lesmateriaal opent automatisch in het submenu-item Inhoudsopgave. U kunt op deze pagina elk hoofstuk bekijken door het te selecteren en vervolgens in de rechterkolom te klikken op de blauwe tekst Bekijken. U ziet hier alle onderdelen waaruit het hoofdstuk opgebouwd is. Elk blokje staat voor een lesonderdeel (paragraaf of toets). Als docent ziet u altijd het basishoofdstuk dat door Malmberg is klaargezet; leerlingen zien eveneens het basishoofdstuk, tenzij deze door u is aangepast en toegewezen (zie 4.2.4 op blz. 25). In het hoofdstuk ziet u de Basisroute samen met, naar keuze, de route Remediërend, de route Extra of de route Plus. Na het afronden van de Adviestoets wordt door het systeem op basis van de behaalde score - automatisch een vervolgroute klaargezet. Bij sommige methodes is dit een vervolgroute op basis van de totaalscore van de Adviestoets. Bij andere methodes wordt er op basis van de score van iedere deeltoets een onderdeel van de vervolgroute geselecteerd. Deze methodes zijn te herkennen doordat u bij het maken van de Adviestoets ziet dat deze is opgebouwd uit deeltoetsen. Tweede Fase-methodes kennen helemaal geen Adviestoets met een automatische vervolgroute, maar hebben een Diagnostische toets. De leerling kan het resultaat van deze Diagnostische toets zelf interpreteren om bij keuzeparagrafen de passende keuze te maken. Bij een score van meer dan 85% is dat de route Plus of plus-paragraaf, bij een score van minder dan 55% wordt de route Remediërend of een remediërende paragraaf klaargezet en bij een score tussen 55% en 85% blijft de route Extra staan of wordt er een extra paragraaf klaargezet. v 3.2. 20/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s Soms zit in een zogenaamde samengestelde paragraaf (zie hierna) in de Basisroute ook een Oefentoets. De status van de lesonderdelen is als volgt te herkennen: het blokje van een afgeronde toets of paragraaf is gemarkeerd met een vinkje. een geselecteerd blokje heeft een blauw kader en de kleuren in een blokje zijn aangepast. Paragraaf of toets Elk blokje (paragaaf of toets) is aanklikbaar. Na het klikken op een blokje wordt de desbetreffende paragraaf- of toetsopener geopend. Op deze opener treft u: de instructies voor de leerling: dit zijn standaardinstructies die Malmberg heeft klaargezet. Deze instructie is optioneel en zal niet in alle openers getoond worden. het type les: bijvoorbeeld een boekles, een computerles, een luistertoets of een practicum. Dit wordt aangegeven door middel van een icoon aan de linkerkant van het kader. de periode waarin de leerling een toets moet afronden indien u dit als docent hebt aangegeven: Voor adviestoetsen is dit een richtperiode. In het geval van een eindtoets is deze periode dwingend: een leerling heeft geen toegang tot de toets buiten de door u ingestelde periode. Sommige paragrafen of toetsen zijn opgebouwd uit meer dan één lesonderdeel: dit wordt een samengestelde paragraaf genoemd. Op de opener van een samengestelde paragraaf kunnen dan zowel een computerles of oefentoets als een videoles als een audioles als een boekles staan. U kunt een lesonderdeel starten door op Start te klikken in de opener. Een computerles of Oefentoets opent in de site zelf, zodat de leerling ook altijd alle hulpmiddelen kan raadplegen. Een toets opent in een pop-up waarin alleen de toets zichtbaar is. Dit is gedaan om de aandacht van de leerling op deze toets gericht te houden. In de docentensite zijn voor deze onderdelen dezelfde instellingen gehanteerd als in de leerlingensite. Arrangeren Het aanpassen van de hoofdstukken is een belangrijk instrument om het lesprogramma voor uw leerlingen helemaal op maat te maken. Zo kunt u lesmateriaal uit een ander hoofdstuk toevoegen aan een hoofdstuk. Ook kunt u uw eigen materiaal als paragraaf in een hoofdstuk opnemen. Hoofdstukken kunt u niet alleen aanpassen door er (eigen) materiaal aan toe te voegen, maar ook door de volgorde van de lessen in het hoofdstuk te wijzigen, bestaande lesonderdelen te verwijderen, of materiaal uit andere hoofdstukken toe te voegen. v 3.2. 21/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s Om een hoofdstuk aan te passen gaat u naar het tabblad Lesmateriaal. Daarna klikt u op het submenu-item Inhoudsopgave. U selecteert het hoofdstuk dat u wilt aanpassen en klikt op de blauwe tekst Arrangeren. Nu kunt u het hoofdstuk aanpassen door paragrafen naar een andere plek te verslepen of te verwijderen. Ook kunt u paragrafen uit andere hoofdstukken, toetsen en eigen lesmateriaal aan het hoofdstuk toevoegen. Het gewijzigde hoofdstuk wordt automatisch aangemaakt als kopie van het oorspronkelijke hoofdstuk dat Malmberg in de methodesite heeft klaargezet. U ziet dit aan de titel van het hoofdstuk: Kopie van.... Het oorspronkelijke hoofdstuk blijft daardoor altijd in ongewijzigde vorm beschikbaar. In de inhoudsopgave ziet u nu het door u gewijzigde hoofdstuk met de toevoeging Kopie van... staan. Alle aanpassingen die u in de hoofdstukken doet, werken alleen als u ze toewijst aan individuele leerlingen of aan een hele klas of groep; anders kunnen uw leerlingen de aangepaste hoofdstukken niet zien. Zij zullen dan het originele hoofdstuk blijven zien. U kunt overigens geen hoofdstukken toewijzen aan individuele leerlingen die (nog) niet in één van uw klassen of groepen zitten. 4.2 Opdrachten hoofdstuk 4 In de volgende opdrachten gaat u op beperkte schaal de basishoofdstukken van de methodesite aanpassen door er het eigen materiaal uit hoofdstuk 3 aan toe te voegen. 4.2.1 Verkennen hoofdstuk Voordat u een hoofdstuk gaat aanpassen, gaat u dit eerst verkennen: Ga met de muis over het tabblad Lesmateriaal en klik vervolgens op het submenu-item Inhoudsopgave. selecteer het eerste hoofdstuk. klik op de blauwe tekst Bekijken om het hoofdstuk te zien. U ziet nu de Basisroute van het eerste hoofdstuk. De blokken met de Adviestoets en de Eindtoets hebben een andere kleur dan de (basis)paragrafen. Elk blokje in het hoofdstuk vertegenwoordigt een lesonderdeel van hoofdstuk 1: aan de blauwe rand om een blokje ziet u waar u bij het doorlopen van het hoofdstuk bent gebleven. Als u op de blokjes klikt, ziet u hoe elk lesonderdeel is opgebouwd: klik op Adviestoets en de toets opent in een pop-up. sluit de toets door op het kruisje rechts bovenaan te klikken. klik ook op de andere blokjes en bekijk de inhoud van elk lesonderdeel. Sommige lesonderdelen zijn opgebouwd uit meer dan één lesitem, bijvoorbeeld een audioles, een boekles, een videoles en een computerles. v 3.2. 22/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s 4.2.2 Arrangeren Toevoegen van reeds geüpload eigen materiaal aan hoofdstuk Wanneer u een hoofdstuk bewerkt, wordt er altijd een kopie van het oorspronkelijke hoofdstuk aangemaakt. Aan deze kopie kunt u eigen materiaal toevoegen. Als oefening gaat u de afbeelding en het PDF-bestand uit het eigen materiaal (zie 3.2.1 op blz. 19 e.v.) toevoegen aan het hoofdstuk: klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Inhoudsopgave. klik op de blauwe tekst Arrangeren onder het hoofdstuk waaraan u de afbeelding en het PDF-bestand wilt toevoegen. Er wordt automatisch een kopie van het hoofdstuk aangemaakt. klik op de knop Lesmateriaal van Malmberg toevoegen. Er verschijnt een pop-up. vink in de linkerkolom de optie Eigen paragrafen aan. Alle paragrafen die u tot nu toe hebt toegevoegd aan het systeem worden nu in de rechterkolom weergegeven. zoek de paragraaf op waaraan u de afbeelding had toegevoegd (zie 3.2.1 op blz. 19) en klik op de blauwe tekst Toevoegen aan hoofdstuk onder de paragraaf. Uploaden van eigen materiaal en toevoegen aan hoofdstuk Wanneer u een hoofdstuk bewerkt, wordt er altijd een kopie van het oorspronkelijke hoofdstuk gemaakt. Aan deze kopie kunt u eigen materiaal toevoegen. Als oefening gaat u een afbeelding en een PDF-bestand uploaden en toevoegen aan het hoofdstuk: klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Inhoudsopgave. klik op de blauwe tekst Arrangeren onder het hoofdstuk waaraan u de afbeelding en het PDF-bestand wilt toevoegen. Er wordt automatisch een kopie van het hoofdstuk aangemaakt. klik op de knop Eigen lesmateriaal toevoegen. Er verschijnt een pop-up. klik op de knop Bladeren om het bestand te zoeken dat u wilt toevoegen. Voor deze oefening gebruikt u het bestand afbeelding1.jpg dat op de desktop van uw trainingspc staat. vul de titel van het toe te voegen bestand in bij Geef de paragraaf een titel: (bijvoorbeeld afbeelding 1 ). maak bij Type eenheid de juiste keuze. klik op de knop Voeg toe aan hoofdstuk. herhaal de bovenstaande stappen om het PDF-bestand ( bestand1.pdf ) aan het hoofdstuk toe te voegen. Op dit moment is het niet meer mogelijk om dit eigen lesmateriaal uit Eigen materiaal te verwijderen (zie ook de opmerking in 3.2.3 op blz. 20): u krijgt dan een waarschuwing dat het materiaal in gebruik is! Pas nadat de paragraaf uit het hoofdstuk verwijderd is, kunt u de bestanden uit Eigen materiaal verwijderen. v 3.2. 23/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s Bekijken toegevoegde materialen Om te controleren of het eigen materiaal correct in het hoofdstuk wordt weergegeven, kunt u de inhoud van de toegevoegde blokjes bekijken: klik op het tablad Lesmateriaal en vervolgens op het submenu-item Inhoudsopgave en selecteer het hoofdstuk dat u zojuist heeft aangepast. klik op de blauwe tekst Bekijken. klik op de paragraaf met het bestand dat u net heeft toegevoegd. onder de balk met de blokjes verschijnt een scherm met de titel die u aan het toegevoegde bestand heeft gegeven. klik op het pijltje na het woord Start. het toegevoegde bestand wordt in een nieuw venster geopend. Andere blokken in het hoofdstuk kunnen op dezelfde manier worden bekeken. 4.2.3 Bewerken aangepast hoofdstuk Eenmaal gewijzigde hoofdstukken kunt u opnieuw bewerken. Om het eigen hoofdstuk aan te passen, handelt u als volgt: klik op het tablad Lesmateriaal en vervolgens op het submenu-item Inhoudsopgave en selecteer het hoofdstuk dat u zojuist heeft aangepast. klik op de blauwe tekst Arrangeren in de rechterkolom. u ziet het gewijzigde hoofdstuk (de kopie). Nu kunt u wijzigingen aanbrengen. U kunt op deze manier de titel van het hoofdstuk aanpassen, de volgorde van het hoofdstuk wijzigen, bestaande lesonderdelen (blokjes) verwijderen, eigen materiaal toevoegen en verwijderen of materiaal uit andere hoofdstukken toevoegen (bijvoorbeeld uit de route Plus of de route Remediërend). 4.2.4 Toewijzen hoofdstuk Aangepaste hoofdstukken moet u toewijzen aan klassen of individuele leerlingen, zodat zij de route in het lesprogramma kunnen zien en kunnen volgen. Om het aangepaste hoofdstuk toe te wijzen aan een klas, een groep leerlingen of een individuele leerling handelt u als volgt: Klik in het tablad Lesmateriaal op het submenu-item Inhoudsopgave en selecteer het hoofdstuk dat u wilt toewijzen. klik in de rechterkolom op de blauwe tekst Wijs toe aan klas/leerling. selecteer in de dropdownlijst de klas waar de leerlingen zitten waaraan u het aangepaste hoofdstuk wilt toewijzen. Als u de leerroute aan alle leerlingen van de klas wilt toewijzen selecteert u iedereen selecteren. Wilt u een of enkele leerlingen toewijzen vinkt u de desbetreffende leerlingen aan. klik op de knop Opslaan. boven in uw scherm verschijnt de melding De toewijzing is correct opgeslagen!. v 3.2. 24/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s Het hoofdstuk is nu toegewezen aan de geselecteerde klas of leerling(en). Dat betekent dat die leerlingen het hoofdstuk (inclusief alle aangebrachte wijzigingen) nu ook kunnen zien en dat zij ermee aan de slag kunnen. 4.2.5 Bekijken resultaat Om te controleren of uw wijzigingen daadwerkelijk voor de geselecteerde klas of leerling(en) zichtbaar zijn, gaat u als leerling de methode bekijken: klik op Uitloggen in de methodesite-header en sluit de browser. herstart de browser en ga naar het internetadres van de methodesite. log in als een van de leerlingen uit de geselecteerde klas met de gegevens die u van de trainer heeft ontvangen: u komt nu als leerling terecht in de methodesite. klik op het tabblad Lesmateriaal en vervolgens op het submenu-item Inhoudsopgave. Selecteer het hoofdstuk dat u toegewezen heeft. ga na of de door u toegevoegde items als lesonderdeel op de juiste plek zichtbaar zijn in het hoofdstuk. klik op Uitloggen en sluit de browser. herstart de browser en ga naar het internetadres van de methodesite. log in als docent. 4.3 Extra opdrachten hoofdstuk 4 4.3.1 Arrangeren Zoals hiervoor al is vermeld, kunt u hoofdstukken niet alleen bewerken door er eigen materiaal aan toe te voegen, maar ook door de volgorde van het hoofdstuk te wijzigen, bestaande lesonderdelen te verwijderen, of materiaal uit andere hoofdstukken toe te voegen. Stel, u wilt een remediërende paragraaf die door Malmberg pas is gepland ná de Adviestoets, graag eerder door uw leerlingen laten maken. U moet dan de remediërende paragraaf (uit de route Remediërend van het eerste hoofdstuk) toevoegen aan uw eigen hoofdstuk vlak vóór de Adviestoets. Dit doet u als volgt: klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Inhoudsopgave. selecteer het hoofdstuk waarin u de volgorde wilt veranderen. klik op de blauwe tekst Arrangeren in de rechterkolom. Er wordt automatisch een kopie van het hoofdstuk aangemaakt. klik bij de tekst Toon Basis + op het bolletje voor Remedierend. U ziet de paragrafen uit de route Remediërend. schuif het blokje met de les uit de route Remediërend voor het blokje van de Adviestoets. De les wordt nu geplaatst op de plek vóór de Adviestoets. Stel, u wilt een paragraaf of toets verwijderen uit een hoofdstuk: klik in het hoofdstuk onder de paragraaf of toets die u wilt verwijderen op de knop Verwijder. de waarschuwing Weet u zeker dat u deze paragraaf/toets wilt verwijderen? verschijnt. klik op de knop Ok om de paragraaf of toets te verwijderen. v 3.2. 25/47
Hoofdstuk 4: Lesprogramma s Ten slotte verandert u nog het een en ander in de volgorde om de bewerking van het eigen hoofdstuk af te ronden: klik op een van de overgebleven basislessen. sleep het blokje naar de juiste positie. U heeft nu het eigen hoofdstuk (ingrijpend) aangepast. Omdat u met een kopie werkt, kunt u altijd teruggrijpen op het oorspronkelijke, door Malmberg klaargezette materiaal dat u kunt vinden in de Inhoudsopgave. 4.3.2 Bekijken wijzigingen Om te controleren of de nieuwe wijzigingen voor de geselecteerde klas zichtbaar zijn, gaat u als leerling de methode bekijken: klik op Uitloggen in de methodesite-header en sluit de browser. start de browser en ga naar het internetadres van de methodesite. log als een van de leerlingen uit de geselecteerde klas in met de gegevens die u van de trainer heeft ontvangen: u komt nu als leerling terecht in de methodesite. open het tabblad Lesmateriaal en het submenu-item Inhoudsopgave. Selecteer het door u aangepaste hoofdstuk en klik in de rechterkolom op de blauwe tekst Starten. Controleer of de door u aangebrachte veranderingen zichtbaar zijn. klik op Uitloggen in de header en sluit de browser. herstart de browser en ga naar het internetadres van de methodesite. log in als docent. v 3.2. 26/47
Hoofdstuk 5: Digitale toetsen 5 Digitale toetsen Doelen Geschatte tijd: 30-45 minuten Doel van dit hoofdstuk is de diverse toetsmogelijkheden in de methodesite te verkennen en deze adequaat te leren inzetten in een lessituatie. Taken Toetsen inplannen (5.1.1) Toetsen laten herkansen (5.1.2) Toetsen printen (5.1.4) 5.1 Opdrachten hoofdstuk 5 5.1.1 Toetsen inplannen Voordat de leerlingen een eindtoets binnen een hoofdstuk kunnen maken, moet u deze toets inplannen. Voor adviestoetsen kunt u ook inplannen, maar dit is niet per se noodzakelijk. U kunt de in te plannen toetsen op de volgende manier benaderen: klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Inhoudsopgave. U kunt dan de toets selecteren die u wilt inplannen. Het inplannen van een toets gaat als volgt: klik op de toets die u wilt inplannen. klik in de rechterkolom op de blauwe tekst Inplannen. selecteer de klas waarvoor en/of de leerling(en) voor wie u de toets wilt inplannen. vul de begin- en einddatum van de toets in met behulp van de kalenders. Selecteer de dag én de begin- en eindtijd. Klik op de knop Vul in. klik op de knop Opslaan. De toets van het geselecteerde hoofdstuk van de Basisroute is nu ingepland voor de geselecteerde klas of de geselecteerde leerling(en): de leerlingen kunnen de toets alleen binnen de door u gemarkeerde periode maken. Uitzondering hierop zijn de Oefentoetsen. Deze kunnen ook ingepland worden, maar de begin- en einddatum zijn niet dwingend. De blauwe tekst inplannen in de rechterkolom bij een toets verschijnt alleen als u tenminste een klas met leerlingen heeft aangemaakt. 5.1.2 Toetsen herkansen Als u om wat voor reden dan ook van mening bent dat de leerling een afgeronde toets opnieuw moet maken, dan kunt u de toets ter herkansing aanbieden. v 3.2. 27/47
Hoofdstuk 5: Digitale toetsen Om dit te kunnen uitvoeren gaat u in het kader van deze training als leerling een Adviestoets maken en afronden. Daarna gaat u als docent de toets ter herkansing opnieuw aanbieden bij de leerling. Uitvoeren Adviestoets in rol leerling U gaat als leerling van Klas 1 de Adviestoets maken: klik op Uitloggen in de methodesite-header en sluit de browser. start de browser en ga naar het internetadres van de methodesite. log in als een van de leerlingen met de gegevens die u van de trainer heeft ontvangen.. klik in het tabblad Lesmateriaal op het submenu-item Inhoudsopgave. Selecteer Hoofdstuk 1 en klik in de rechterkolom op Starten. klik op het blokje Adviestoets in het hoofdstuk. klik in het openingsscherm van de Adviestoets op de knop Start. maak in rustig tempo alle vragen van de Adviestoets. Om naar de volgende vraag te gaan, klikt u op het pijltje rechtsonder in het scherm. Afhankelijk van de methode die u gebruikt kan het zijn dat de Adviestoets uit verschillende deeltoetsen bestaat. Navigeer naar de verschillende deeltoetsen door onder in de toets op de knop Volgende te klikken. bekijk op de laatste pagina van de toets het scoreoverzicht. Of klik (bij een Adviestoets die uit deeltoetsen bestaat) na het maken van de laatste deeltoets op de knop Scores. klik op Inleveren. De resultaten worden opgeslagen. klik op het kruisje rechts bovenin om de toets te sluiten. klik op Uitloggen sluit de browser. U heeft nu als leerling de Adviestoets gemaakt en ingeleverd bij de docent. Om in één keer een compleet en juist scoreoverzicht van een (Advies)toets te krijgen, adviseren wij u de toetsvragen in de juiste volgorde van begin tot eind te doorlopen en te beantwoorden. Beoordelen Adviestoets U gaat nu als docent de zojuist gemaakte Adviestoets op herkansing zetten voor de leerling: start de browser en ga naar het internetadres van de methodesite. log in als docent. klik in het tabblad Resultaten op het submenu-item Resultaten per leerling. klik bij de naam van de leerling van wie u de resultaten wilt bekijken op de blauwe tekst Bekijken. Er verschijnt een scoreoverzicht. als er voor een hoofdstuk een + teken staat, betekent dat dat er in dat hoofdstuk een score is opgeslagen. klik steeds op het + teken om de toets te vinden die u ter herkansing wilt aanbieden. klik op de knop Herkansen bij de toets die u aan wilt bieden. de waarschuwing Weet u zeker dat u deze toets wil laten herkansen? Het huidige behaalde resultaat wordt gewist. verschijnt. Klik op de knop Ok. v 3.2. 28/47