Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 08.09.2014........ Guido Vrijens, secretaris...... Mark Vos, burgemeester Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan voor openbaar onderzoek werd neergelegd van 29 september 2014 t.e.m. 28 november 2014 Guido Vrijens, secretaris... Mark Vos, burgemeester Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van. 11 mei 2015....... Guido Vrijens, secretaris... Mark Vos, burgemeester De ontwerper : Josiane Merken, ruimtelijk planner.... R U P U l r i x & d e e l p l a n 3 / 3 C o m p e n s a t i e A C 2
0. Algemene bepalingen... 2 0.1 WIJZE VAN METEN... 2 0.2 GEHANTEERDE BEGRIPPEN... 2 0.3 BEPALINGEN AANGAANDE WATER... 2 0.4 BEPALINGEN AANGAANDE DUURZAAMHEID... 3 0.5 BESTAANDE VERKAVELINGEN... 3 0.6 BESTAANDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN IN STRIJD MET HET RUP... 3 1. Zone voor KMO... 4 2. Groenbuffer... 6 3. Zone non-aedificandi... 7 4. AC2 : Ararisch gebied - compensatie... 8 1
0. ALGEMENE BEPALINGEN 0.1 WIJZE VAN METEN Bebouwingspercentage: Bouwhoogte: Verhardingspercentage: een op het plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de maximumoppervlakte binnen de zonering aangeeft dat mag worden bebouwd ten aanzien van desbetreffende totale zoneringoppervlakte. Verhardingen, worden niet beschouwd als bebouwing; de hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het gemiddelde peil van het maaiveld langs het openbaar domein (straat) tot de bovenzijde van de goot, kroonlijst of dakrand. De dakhoogte wordt hierin niet meegerekend. een op plan of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de maximale oppervlakte van het deel van een terrein aangeeft dat verhard mag zijn. 0.2 GEHANTEERDE BEGRIPPEN Bestemming: Bouwlaag: Verharding: Zone: de bestemming duidt de functie aan die door het plan juridisch vastgelegd wordt. een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op een gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd. behandelingen waarbij de bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, terras, parking) en de waterdoorlaatbaarheid sterk beperkt wordt, veelvuldig gebruikte verhardingen zijn betonklinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt en dolomiet. Een op plan aangegeven vlak met eenzelfde bestemming. 0.3 BEPALINGEN AANGAANDE WATER - Bij de inrichting van de zone wordt verwezen naar de inhoud van de van toepassing zijnde gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen, en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Hemelwater moet steeds worden afgekoppeld. Enkel vervuild water mag afgevoerd worden naar de riolering. - Elk aansluitpunt op de openbare riolering wordt voorzien van een goed bereikbare toezichtsput. - Hemelwater zal in 1 instantie zoveel mogelijk herbruikt worden, in 2 instantie wordt het resterende deel van het hemelwater gebufferd of geïnfiltreerd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening moet aan dit principe voldoen. - Bij de toepassing van bergingsmaatregelen i.f.v. vertraagde afvloei, wordt gekozen voor open structuren zoals grachten of bekkens aan de oppervlakte. Deze ruimte met dienen voor de compensatie van de verharde oppervlakte van de wegenis en de percelen - Een buffering moet voorzien worden a rato van minimaal 200 m³/ha tot maximaal 350 m³/ha verharde oppervlakte en een maximaal uitloopdebiet van 20 l/s ha, waarbij reeds in deze fase een inschatting gemaakt wordt van de verharde oppervlakte binnen elke bestemmingszone. De terugkeerperiode van de overloop moet minimaal 20 jaar bedragen, het uitloopdebiet mag maximaal 2
0.4 BEPALINGEN AANGAANDE DUURZAAMHEID - Waar mogelijk zullen duurzaamheidmaatregelen geïntegreerd worden. Het gaat daarbij onder meer over het voorzien van voldoende en gemakkelijk bereikbare en diefstalveilige fietsparkeerplaatsen, geïntegreerd volgens een oppervlakte-inname van gemiddeld 1.20 m² exclusief de keerruimte (incl. keerruimte betekent dat 1.10 m² tot 2,85 m² per fiets). - Bij de inrichting van het terrein wordt er rekening gehouden met voorzieningen voor fietsen, en carpooling. - Er zal indien mogelijk gebruik gemaakt worden van hernieuwbare energiebronnen, hergebruik van regenwater, groendaken en ecologisch verantwoorde bouwmaterialen. - Er wordt gestreefd naar een zo zuinig mogelijk ruimtegebruik voor wat betreft de benutting van de oppervlakte. - Uit de vergunningsaanvraag zal blijken dat de nodige maatregelen getroffen worden om tegemoet te komen aan bovengenoemde aspecten. 0.5 BESTAANDE VERKAVELINGEN In toepassing van art. 4.6.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 01.09.2009 worden alle mogelijke bestaande verkavelingen (zowel de voorschriften als de configuratie van de loten), gelegen binnen de afbakening van het RUP, bij de inwerkingtreding van het RUP opgeheven en vernietigd. Indien van toepassing, wordt een overzicht hiervan toegevoegd op het plan bestaande toestand (dit geldt ook voor mogelijk op de lijst ontbrekende verkavelingen). Niet van toepassing. 0.6 BESTAANDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN IN STRIJD MET HET RUP Voorschriften horende bij het BPA Aan het Eldere Straatjen worden opgeheven en vervangen, meer bepaald: Artikel 7. zone voor open bebouwing _ wonen (vrijstaande woningen en tweewoonsten), nevenfunctie: handelsondernemingen, huisnijverheden en diensten. Artikel 8 : zone voor koeren en hovingen _ bijgebouwen mogen onder bepaalde voorwaarden. Artikel 9 : voortuinstrook _ voortuinzone, geen gebouwen toegestaan. Artikel 15 : agrarisch gebied _ voor behouden voor landbouw in de ruime zin. 0.7 BEPALINGEN VAN TOEPASSING VOOR DE ZONE ONDER DE BESTAANDE EN NIEUWE HOOGSPANNINGSLEIDINGEN EN AANHORIGHEDEN Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden zijn toegelaten. De aanvragen voor vergunningen voor hoogspanningsleidingen en hun aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de onderliggende aangegeven bestemming. Deze bestemming is van toepassing in zoverre de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang wordt gebracht. Voor bovengrondse hoogspanningsleidingen gelden veiligheidsafstanden tot constructies en voor werken zoals o.m. bepaald in artikels 164, 192 en 266 van het AREI (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties). Het advies van de beheersmaatschappij zal ingewonnen worden bij bouw- en/of milieuvergunningsaanvragen en bij bouw-, graaf- en constructieactiviteiten in de nabijheid. 3
1. ZONE VOOR KMO 1. Z o n e v o o r K M O categorie : bedrijvigheid Principe van invulling KMO-zone. Binnen de zone voor KMO kunnen bestaande gebouwen verbouwd en nieuwe gebouwen en constructies opgetrokken worden i.f.v. de ontwikkelingsbehoefte op korte, middellange- en lange termijn, zoals omschreven in de toelichtingsnota. Omheen de ganse ontwikkeling wordt zowel naar de bewoning langs de Elderenweg als de Oude Steenstraat en naar de open ruimte aan de westzijde een voldoende brede groenbuffer aangelegd van 3 m tot 5 m. De afbakening van het plangebied zoals aangegeven in het voorontwerp dat voor advies voorlag tijdens de plenaire vergadering werd gewijzigd en beperkt verruimd. - Enerzijds werd een deel van het perceel (436 m²) grenzend aan de hoogspanningspyloon weggelaten n.a.v. het advies van Elia. - Anderzijds werd het plangebied noordwaarts verruimd (745 m²) n.a.v. het advies van de provinciale dienst waterlopen dat stelt dat de waterbuffering voorzien moet worden op één locatie, te situeren in het laagst gelegen (hier noordelijke) deel. De waterbuffer zal berekend worden op een maximaal verhardingspercentage van 95% van de aangegeven KMO-zone (5% voor de zone voor waterbuffer), zijnde een maximale verharding van 9835 m² (verharding en gebouwen samen). Een buffering aan 350 m³/ha verharde oppervlakte resulteert dan ook in een bufferbekken (van max. 1 m diep) van 345 m³. - Bijkomend schuift de plaatsing van de tractor met sproei-installatie noordwaarts, waarvoor 50 m lengte nodig is. Het resultaat is een verruiming van de afbakening van 17 m, m.b. 745 m² aan de noordzijde en een vermindering van 436 m² aan de zuidzijde = een totale toename van circa 309 m² (op basis van kadastrale gegevens). Circulatie, tijdelijke stockage van voertuigen en het uittesten van voertuigen wordt tot een strik minimum beperkt om zo beperkt mogelijk openruimte in te nemen. De navo-pijpleiding wordt volledig gevrijwaard in een zone non-aedificandi, de achtertuinen van de bestaande woningen worden gebufferd door een streekeigen dichte buffer. De uitbreiding van de toonzaal wordt aangesloten op de bebouwing langs de straat. Bestemming Deze zone is bestemd voor lokale bedrijvigheid i.f.v. het herstellen en verkopen van landbouwmachines voor landbouwers en loonwerkers, en alle eraan gekoppelde en gerelateerde bestemmingen. Ook opslag allerhande (m.u.v. buitenopslag) is toegelaten. De bestemming mag geen abnormale hinder, met inbegrip van water, bodem- en luchtverontreiniging, geluidshinder, stank en trillingen veroorzaken voor de omgeving. Een uitbatingwoning gekoppeld aan de bedrijvigheid is eveneens toegelaten. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van bovengenoemde bestemmingen zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan de: relatie met de in de omgeving aanwezige functies en vastgelegde bestemmingen; invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers; invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid. Niet toegestane activiteiten. - Handel zonder productie,verwerking of herstelling. - De inplanting van inrichtingen als bedoeld in toepassing van art. 3 1 1 lid van het Samenwerkingakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Straat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, wordt niet toegelaten. Randvoorwaarden gebouwen. - Maximale BT-index (exclusief verhardingen): 40% van de zone voor KMO, binnen de bebouwingskaders aangegeven op het grafisch plan. - Maximale bouwhoogte tussen voorliggend straatniveau en bovenkant dakrand of kroonlijst: 8.50 m. - Vrije dakvorm, maximale dakhelling 20. 4
1. Z o n e v o o r K M O categorie : bedrijvigheid Randvoorwaarden gebouwen. - Maximaal verhardingspercentage: 95%. - Kwaliteitsvol en duurzaam materiaalgebruik. - Inplanting: binnen het bouwkader aangegeven op het grafisch plan. - Maximaal één in- en één uitgang, enkel langs de Elderenweg. 5
2. LANDSCHAPPELIKE GROENBUFFER 2. L a n d s c h a p p e l i j k e g r o e n b u f f e r categorie : bedrijvigheid Omheen het bedrijf wordt aan de zijde van de achtertuinen van de bewoning aan de Oude Steenstraat en naar de open ruimte, m.u.v. de zone onder de hoogspanningslijn, een streekeigen groenbuffer van 3.00 m tot 5.00 m breedte aangebracht (art.2). Door een sterke groenbuffering aan de zijde van de achtertuinen van de percelen langs de Elderenweg en de Oude Steenstraat wordt een buffering naar de woonzone verzekerd. De groenbuffer moet een visuele en ruimtelijke afscherming vormen tussen de zone voor KMO en het aangrenzende woongebied en het aangrenzende agrarisch gebied. De zone wordt gezien als één dichte en continue groenbuffer, in één geheel vormgegeven. De buffer wordt als een dichte streekeigen groenstrook uitgevoerd. De compactheid staat i.f.v. een uitgesproken visuele afscherming voor elk seizoen. De groenbuffers hebben een afschermend effect naar het omliggende landschap, maar zijn tegelijk ook een streekeigen landschapselement, m.a.w. de buffer heeft ook een belangrijk landschapsintegrerende functie. Bestemming Landschappelijke buffering en inkleding. Randvoorwaarden - Een dichte beplanting opgebouwd uit een combinatie van bodembedekkers en opgaand groen. Een combinatie van 30% bomen, gelijkmatig verdeeld over de ganse buffer, zodanig dat een gelijkopgaand groenscherm ontstaat. - Voor ten minste 90 % (dicht) beplant met streekeigen struiken en hoogstammige bomen met het oog op het bufferen van de zone ten opzichte van de noordelijk gelegen woonzone en het agrarisch gebied. De densiteit zal over de ganse buffer dezelfde zijn. - Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten. - Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de zone voor buffer aangelegd en geplant. 2x. G r o e n b u f f e r categorie : bedrijvigheid Binnen een zone van 57 m onder de hoogspanningsleiding zal het groenscherm maximaal 3.00 m hoog zijn (art.2x). De buffer wordt als een dichte streekeigen groenstrook uitgevoerd. De compactheid staat i.f.v. een uitgesproken visuele afscherming voor elk seizoen. Bestemming Buffering en inkleding. Randvoorwaarden - Een dichte beplanting opgebouwd uit een combinatie van bodembedekkers en opgaand groen, voor ten minste 90 % beplant met streekeigen groen. - De buffer is maximaal 3.00 m hoog. - De densiteit zal over de ganse buffer dezelfde zijn. - Alleen werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer zijn toegelaten. - Uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning, na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, moet de zone voor buffer aangelegd en geplant. 6
3. ZONE NON-AEDIFICANDI 3. Zone non aedificandi categorie : bedrijvigheid Bestemming Zone voorbehouden voor de ondergrondse aanleg van ondergrondse pijleiding. Randvoorwaarden Alle bebouwing boven deze leiding is verboden. De strook mag alleen ingericht worden volgens de onderrichtingen van de beherende maatschappij. 7
4. AC2 : ARARISCH GEBIED - COMPENSATIE Art. toelichting stedenbouwkundig voorschrift 4. AC2 agrarisch gebied categorie: landbouw Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten met uitzondering van landbouwbedrijfsgebouwen. Bestemming: bouwvrij agrarisch gebied. Inrichtingsprincipes Volgende constructies, geplaatst voor beroepslandbouw zijn evenwel toegelaten. Ze worden niet als gebouwen en gelijkaardige constructies beschouwd: schuilhokken, plastictunnels, constructies voor oogstbescherming en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bv kleinschalige zonnepanelen om bv een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad) Serres echter behoren tot de niet toegelaten gebouwen en vergelijkbare constructies. Bebossing in agrarisch gebied is vergunningsplichtig op grond van art. 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden gezien met dit RUP het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing. Bouwvrij agrarisch gebied is een gebied dat een belangrijke functie heeft voor de landbouw op zich en bijgevolg zoveel mogelijk bouwvrij moet behouden blijven. Natuurbehoud, landschapszorg en recreatief medegebruik zijn ondergeschikte functies, dit betekent van betrekkelijk minder grote betekenis Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen; - de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden. 8