SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 146 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 26 oktober 2015 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Wegenwerken - Verkeersveiligheid Op onze gewestwegen zijn er frequent wegenwerken. Uiteraard is het correct naleven van de snelheidslimieten in deze zones zowel voor de verkeersveiligheid als voor de veiligheid van de wegenwerkers van groot belang. In het verleden zette voormalig minister van mobiliteit Crevits mobiele flitspalen in bij wegenwerken. Ter volledigheid citeer ik uit haar persmededeling van 13 april 2012: Tijdens wegenwerken plant minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) semivaste flitspalen in te schakelen tijdens de meest risicovolle fases. Vaak gelden er snelheidsbeperkingen, maar weinig automobilisten halen effectief de voet van het gaspedaal. Met deze extra snelheidscontroles hoopt Crevits de veiligheid van de weggebruikers en de werfarbeiders te verhogen. Met de zesde staatshervorming heeft Vlaanderen meer instrumenten in handen gekregen voor het ontplooien van een eigen verkeersveiligheidsbeleid. Zo mag Vlaanderen voortaan zelf snelheidslimieten opleggen op gewest- en gemeentewegen. De voormalig secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, liet tijdens de gedachtewisseling over het groenboek zesde staatshervorming (commissievergadering 21 januari 2014) optekenen: Voor de handhaving van de geregionaliseerde regels van de wegcode wordt men zowel strafrechtelijk als administratief bevoegd. De vaststelling is evenwel mogelijk zowel door de politie als door gewestelijke ambtenaren. De gewesten worden dus ook bevoegd om de administratieve en strafrechtelijke sancties te bepalen voor overtredingen van de geregionaliseerde verkeersregels en voor de handhaving ervan (uiteraard zonder daarbij afbreuk te doen aan de prerogatieven van de politie, het parket, rechtbanken en hoven). 1. a) Kan de minister - voor de periode 2010 t.e.m. 2015 (voorlopige cijfers) - een overzicht bezorgen van het aantal verkeersongevallen dat in de buurt van wegenwerken/werven tijdens die periode heeft plaatsgevonden? Hoeveel doden vielen hierbij te betreuren (per jaar)? b) Hoeveel wegenwerkers waren slachtoffer bij die verkeersongevallen? Graag een bijkomende opsplitsing naar aantal respectievelijk licht- en zwaargewonde en dodelijke slachtoffers. c) Wijzen deze cijfers er volgens de minister op dat verkeersveiligheid aan/ter hoogte van wegenwerken op de gewestwegen al dan niet een pijnpunt blijft?
d) Blijkt uit eventuele andere cijfers die de minister te zijner beschikking heeft effectief een verhoogd risico op verkeersongevallen ter hoogte van wegenwerken? Zo ja, kan de minister deze cijfers toelichten? 2. a) Kan de minister een zo volledig mogelijk overzicht schetsen van de maatregelen die hij neemt voor het verbeteren van de verkeersveiligheid aan/ter hoogte van wegenwerken op de gewestwegen? b) Hebben er in het verleden al evaluaties plaatsgevonden van bepaalde maatregelen? Zo ja, welke evaluaties en wat bleek hieruit? 3. Werkt de minister, net als zijn voorgangster, met (semivaste) flitspalen tijdens wegenwerken op gewestwegen? a) Kan de minister zijn beleid ter zake toelichten? Worden ze op alle werven ingezet? Wanneer specifiek? Welke afspraken gelden hierover met de politiediensten? b) Hoeveel snelheidsovertredingen werden door die camera s van 2010 t.e.m. 2015 geregistreerd? Graag een opsplitsing naar jaar. c) Hoeveel bedroeg de opbrengst van de boetes naar aanleiding van deze snelheidsovertredingen? Graag een opsplitsing naar jaar. 4. Door de zesde staatshervorming kan Vlaanderen eigen administratieve en strafrechtelijke sancties bepalen voor overtredingen van geregionaliseerde verkeersregels. a) Kan de minister een overzicht geven van die geregionaliseerde verkeersregels waar Vlaanderen al administratieve en strafrechtelijke sancties voor heeft vastgelegd? Om welke verkeersregels gaat het en welke administratieve/strafrechtelijke sancties zijn van toepassing? b) Plant de minister in de toekomst bijkomende administratieve/strafrechtelijke sancties voor geregionaliseerde verkeersregels? Zo ja: - voor welke regels en met welke sancties; - wanneer?
BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN ANTWOORD op vraag nr. 146 van 26 oktober 2015 van JORIS VANDENBROUCKE 1. a) Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal ongevallen, gewonden en doden per jaar, geregistreerd door de politiediensten, die gebeurden bij wegenwerken op autosnelwegen, gewestwegen en lokale wegen in Vlaanderen. Jaar verkeersongevallen lichtgewonden zwaargewonden doden 2010 514 603 88 11 2011 581 676 107 5 2012 384 411 65 15 2013 387 438 53 8 2014 420 486 68 11 2015 (tot 223 249 26 8 september) (bron: Federale politie) b) Deze cijfers zijn bij het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) niet bekend c) Onderstaande tabel toont een overzicht van het aantal ongevallen per jaar, geregistreerd door de politiediensten, die gebeurden bij wegenwerken op autosnelwegen en gewestwegen. Deze cijfers geven aan dat het aantal ongevallen aan wegenwerken op autosnelwegen en gewestwegen globaal is gedaald (van 358 ongevallen in 2010 naar 270 in 2014). Niettemin is te zien dat het aantal sterk schommelt overheen de jaren. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het aantal uitgevoerde werken, en meer specifiek met het aantal km weg waar werken werden uitgevoerd, de duur van deze werken en de inrichting en de fasering van de werven. Jaar ongevallen bij wegenwerken op autosnelwegen en gewestwegen 2010 358 2011 373 2012 241 2013 248 2014 270 2015 (onvolledig jaar) 148 (bron: Federale politie)
d) Het rapport Doden op de snelwegen (2014) van het BIVV vertelt het volgende over wegenwerken: In 8,7 % van de dodelijke ongevallen op autosnelwegen waren er wegenwerken aan de gang. Dit cijfer ligt beduidend hoger in vergelijking met het percentage letselongevallen op alle type wegen bij wegenwerken (1,0%) in de periode 2009 2012. Ook voor ongevallen met gewonden op autosnelwegen zien we een lager percentage ongevallen tijdens wegenwerken (3,4%) in vergelijking met (nvdr. dodelijke) ongevallen op autosnelwegen. Wegenwerken zijn dus een belangrijkere risicofactor voor doden op autosnelwegen dan op andere wegen. 2. a) Alle voorschriften inzake signalisatie bij wegenwerken zijn erop gericht om de verkeersveiligheid te bevorderen. Zo worden in aanvulling op het M.B. van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg, tal van voorschriften opgenomen in het Standaardbestek voor de Wegenbouw, hoofdstuk 10. Dit standaardbestek wordt telkens om de 4-5 jaar herwerkt en geactualiseerd. Zo werden bij de laatste herwerking in 2014 de voorschriften inzake werfsignalisatie op autosnelwegen geactualiseerd. Een aantal wijzigingen is zeker ingegeven in het licht van de verbetering van de verkeersveiligheid. Ik wijs op de volgende: - Iedere belanghebbende kan gebreken in de signalisatie melden. - Vereenvoudiging en uniformiteit van de tussenafstanden tussen verschuivingen en verminderingen van rijstroken. - Facultatieve inzet van semi-mobiele snelheidscamera s ter hoogte van werven op autosnelwegen. - Weglaten van overbodige signalisatie: borden op te grote afstand van de werken; pop met beweegbare arm. - Minimale rijstrookbreedte bij werken. - Aandacht voor markering bij versmalde rijstroken. - Bijkomende signalisatieschema's voor werken 1ste categorie ter hoogte van op- en afritten, werken van 6de categorie (mobiele werken) op weefzones, afsluiten rijbaan met doorsteek door middenberm, kortstondige interventies op de pechstrook. Dit moet toelaten dat op alle werven dezelfde signalisatie op dezelfde afstand wordt geplaatst. - Het gebruik van tijdelijke afschermende constructies (rijbaanafscheiders) met een kleinere werkingsbreedte. - Nieuwe voorschriften voor tijdelijke verkeerslichten (op niet-autosnelwegen) Buiten deze recente wijzigingen in de voorschriften is er natuurlijk ook het reeds langer gekende gebruik van botsabsorbeerders ter beveiliging en signalering van mobiele werken op autosnelwegen. Daarnaast moet ook melding worden gemaakt van het gebruik van de signalisatiesimulator in een aantal dossiers. Hierbij werd de op plan voorziene werfsignalisatie op voorhand in een signalisatiesimulator uitgetest op haar efficiëntie, duidelijkheid en dus veiligheid. Ook worden bij werken vaak automatische filewaarschuwingssystemen ingezet die achteropkomend verkeer tijdig waarschuwen voor sterk vertraagd of stremmend verkeer. b) Bepaalde maatregelen die in het verleden werden opgelegd, bleken inefficiënt of overbodig. Zo is uit studies gebleken dat signalisatie die te ver van de werken is opgesteld, niet wordt onthouden en dus zijn effect mist. Vanuit die overweging werd het voorschrift om de eerste oranje borden F79 die een wegversmalling aankondigen, niet meer op 3.000 m te plaatsen maar op 1.500 m vóór de werken.
3. a) In 2015 sloot AWV met een dienstverlener een meerjarig generiek raamcontract af voor het inzetten van semi-vaste snelheidscamera s ter hoogte van werven op snelwegen. De camera wordt uitsluitend ingezet ter hoogte van werven op snelwegen. De camera wordt niet bij elke werf ingezet. Operationele, maar ook technische/metrologische en werf-specifieke (veelal verschillende faseringen van de werf) redenen maken dit niet mogelijk. De camera wordt in de mate van het mogelijke ingezet tijdens de meest risicovolle fases (qua verkeersveiligheid) van de werven. Concreet zal AWV case per case voor iedere plaatsing van de semi-vaste snelheidscamera vooraf contact opnemen met de betrokken partijen, waaronder niet in het minst de wegpolitie en de werfleiding, om de plaatsing in detail af te stemmen. Zowel de werfkeuze, maar ook de specifieke timing en locatie gebeuren in onderling overleg tussen de betrokken actoren. b-c)awv beschikt niet over deze gegevens. 4. a) Vlaanderen heeft nog geen administratieve of strafrechtelijke sancties bepaald voor de overtreding van geregionaliseerde verkeersregels. Zolang in de geregionaliseerde regelgeving geen wijzigingen worden aangebracht, blijven de geldende, federaal vastgestelde, bepalingen toepassing vinden. b) De keuze voor administratieve of strafrechtelijke sancties voor bepaalde overtredingen moet weloverwogen gebeuren. Binnen de specifieke kamer Handhaving van het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid worden op dit vlak besprekingen gevoerd. Hier wordt rekening gehouden met de bekommernissen van alle betrokken actoren, zoals onder meer ook de Parketten en de politiediensten. Er moet naar een evenwicht worden gezocht tussen een vlotte invordering van de verkeersboetes zonder de strafrechtelijke beteugeling van ernstige strafwaardige feiten uit te sluiten.