UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

Vergelijkbare documenten
Éventail-junior. woordkaarten

Le Français des vacances. Niveau

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Qui est à l appareil?

Aantekening Frans les pronoms personnels

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

k ga naar school e vais à l ecole

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Chapitre 4, Ensemble!

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

Où vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

GEZONDHEID (La santé)

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Le logement. In deze les leert u

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

Bijlage 1: levensloop kind

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

15 et qui paie le loyer?

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

C'est fini les vacances!

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

pendant le mieux serait de il vaut mieux

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

Servetten Serviettes. Langue. Taal. Nederlands. Français

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24, , oct. Petit-déjeuner 14, ,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

Samenvatting Frans Grammatica

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Bilan 4 «À la recherche»

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

c) Nat weer Temps humide

NOM, Prénom :. Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is een schoon.

6 Negatie 6.1 Inleiding 177

Samenvatting Frans Franconville tape 9

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

een boek boeken het boek de boeken een boom bomen de boom de bomen een vriendin vriendinnen de vriendin de vriendinnen

17609_Manual_zet in en win.indd :03

Box and Blocks Test Of Manual Dexterity

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

basiszinnen spreekvaardigheid

Reizen Wonen Koken & genieten Cultuur & vermaak

E. Cours 4: Mes goûts

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller)

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

pagina 1 van 5 VAN IN

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN

MONTAGEHANDLEIDING/NOTICE D INSTALLATION

Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit

Vakantietaak Nederlands

Samenvatting Frans Grammaticatijden

14 Lotto Iron Coast Triathlon Middelkerke

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4

Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen.

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

VWO Cahier d exercices

Mefa brievenbussen. Puur design. Mefa boîtes aux lettres. Design à l état pur.

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

AANTEKENINGEN IN 10 PUNTEN (3H/V): 2 e versie

Kerstkaarten Cartes de Noël

Cahier d exercices. 3 e editie

Transcriptie:

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag, hebben we gezwommen in de zee. L après-midi, nous avons nagé dans la mer. - Zondag, heb ik geslapen tot 10 uur. J ai dormi jusqu à 10 h, dimanche. - Femke heeft veel vrienden en vriendinnen. Femke a beaucoup de copains et copines. - Ik heb een superzaterdag doorgebracht met mijn vriendin Femke. J ai passé un supersamedi chez ma copine Femke. - Ik hou van handbal, ik speel goed met mijn handen en vingers. J aime le handball, je joue bien avec mes mains et mes doigts. - Eerst hebben we een lange wandeling gemaakt. D abord on a fait une longue promenade. - We zijn aangekomen om 9 uur. Nous sommes arrivés à 9 h. - Haar ouders hebben een appartement in Oostende. Ses parents ont un appartement à Ostende. - En jij, wat heb jij gedaan tijdens het weekend? Et toi, qu est-ce que tu as fait pendant le week-end? - We hebben ook gespeeld in een kleine boot. On a aussi joué dans un petit bateau. Oefening 2: Traduisez les mots. N oubliez pas l article. Vertaal volgende woorden. Vergeet het lidwoord niet. puis daarna, dan avant voor chaud warm hier gisteren une carte een kaart gagner winnen un bateau een boot, schip une main een hand

en bateau met de boot arriver aankomen, komen une promenade een wandeling froid(e) koud enfin tenslotte, eindelijk un (e-)mail een e-mail raconter vertellen une balle... jouer à la balle met de bal spelen un doigt een vinger tôt vroeg une jambe een been avoir chaud warm hebben d abord eerst, vooreerst nager zwemmen puis daarna, dan jouer aux cartes met de kaarten spelen à bientôt tot binnenkort avoir froid koud hebben j ai travaillé ik heb gewerkt Oefening 3: Completez la maison de être. Vul het huisje van être aan. Gebruik pagina 44 in je boek indien nodig! Je suis parti Je suis allé Je suis resté - Je suis venu à pied Je suis tombé Je suis arrivé Je suis sorti Je suis rentré Je suis entré

Oefening 4: Combinez. Verbinden. j ai été ik ben geweest je suis arrivé ik heb genomen j ai fait ik heb gehad je suis venu ik heb gewerkt j ai pris ik heb gemaakt j ai travaillé ik ben vertrokken j ai compris ik ben gekomen je suis parti ik heb geslapen j ai eu ik heb begrepen j ai dormi ik ben aangekomen Oefening 5: Cherchez les fautes des verbes. Notez les phrases correctes. Zoek de fouten bij de werkwoorden. Noteer de juiste zinnen. - J ai achetée des carottes. J ai acheté des carottes - Nous sommes venu à pied. Nous sommes venu(e)s à pied. - Elle a prise le train. Elle a pris le tram. - Elles sont arrivé trop tôt. Elles sont arriveés trop tôt. - Nous avons chantés une chanson. Nous avons chanté une chanson. - Tobias est mangé une banane. Tobias a mangé une banane. - Sandra a écoutée la radio. Sandra a écouté la radio. - Nick et François sont faits les devoirs. Nick et François ont fait les devoirs.

Oefening 6: Faites une phrase. Maak een zin. avant: devant: après: derrière: tard: tôt: jamais: beaucoup: Oefening 7: Qu est ce que tu as fait hier? Ecrivez une réponse. Utilisez la passé composé! Wat heb je gisteren gedaan? Schrijf telkens een antwoord! Let op, je antwoordt in de verleden tijd! vb: D abord, j ai fait mes devoirs. Puis je suis allé à l école,. D abord,. Puis,. Et puis. Et enfin.

Oefening 8: Traduisez les phrases. Vertaal de zinnen. - Ik heb gewerkt in de tuin. J ai travaillé dans le jardin. - Papa heeft geluisterd naar de radio. Papa a écouté la radio. - Sandra heeft een wandeling gemaakt. Sandra a fait une promenade. - Ik heb geslapen tot half 9. J ai dormi jusqu à 9 heures et demie. - Ik ben naar huis gegaan om 21 uur. Je suis rentré(e) à 21 heures. - Hij heeft papa geholpen. Il a aidé papa. Oefening 9: Combiner les phrases avec les réponses. Combineer de vragen met de antwoorden. Tu es allé au magasin avant le match? Vous avez dormi beaucoup? Sandra est venue à velo? Tu as joué à la balle? Tu as été chez le docteur? Tu as eu une leçon de néerlandais hier? Non, je me suis levé très tôt. Oui, j ai joué avec mon frère. Oui, ça va mal avec mes doigts. Oui, j ai acheté des bananes. Non, elle est venue à moto. Oui, j ai fait beaucoup d exercices.