6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?
|
|
- Renée van den Velde
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni ,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet je? Tu es Américain(e)? = Ben jij Amerikaan(se)? Tu parles français? = Spreek je Frans? Tu as quel âge? = Hou oud ben je? Ça va bien/ça ne va pas bien = Het gaat goed/het gaat niet goed Je m'appelle Marieke = Ik heet Marieke Non, je suis Hollandais(e) = Nee, ik ben Nederlander (Nederlandse) Oui, un petit peu/non, pas du tout = Ja, een beetje/nee, helemaal niet J'ai 12 ans = Ik ben 12 jaar Tu habite où?=waar woon je? J'habite à Paris= Ik woon in Parijs Quel est ton nemeréro de téléphone?=wat is jouw telefoonummer? C est le...=dat is... Tu as un chien?=heb je een hond? Non, j'ai un chat=nee, ik heb een kat Un chat, que c'est?=een kat, wat is dat? C'est un animal=dat is een dier Hoofdstuk 2 Pagina 1 van 6
2 Où est la boulangerie? = Waar is de bakkerij? C'est loin? = Is het ver? C'est à côte de l'école? = Is het naast de school? Tu habites où? = Waar woon je? Vous habitez dans une maison? = Wonen jullie in een huis? C'est tout droit. = Het is rechtdoor. C'est à gauche = Het is linksaf. C'est à droite = Het is rechtsaf. Non, c'est à cinq minutes. = Nee, het is vijf minuten hier vandaan. Non, c'est en face de l'école. = Nee, het is tegenover de school. J'habite en ville. = Ik woon in de stad. Non, on habite dans un appartement. = Nee, we wonen in een appartement. Mevrouw, het zwembad, alstublieft? = Madame, la piscine, s'il vous plaît? Is het open? = C'est ouvert? Hoe laat is het? = Quelle heure est-il? Is de dierentuin open op maandag? = Le zoo ouvert le lundi? Is het ver? = C'est loin? Het is rechtdoor = C'est tout droit Ja, van tien uur tot zes uur = Oui, de dix heures à six heures Het is 12 uur 's middags = Il est midi Ik weet het niet = je ne sais pas Nee, het is niet ver = Non, ce n'est pas loin Hoofdstuk 3 Tu as un petit frère? = Heb je een broertje? Non, j'ai une grande soeur. = Nee, ik heb een grote zus. Comment elle s'appelle? = Hoe heet zij? Elle s'appelle Alizée. = Zij heet Alizée. Pagina 2 van 6
3 Elle a quel âge? = Hoe oud is zij? Elle a vingt-deux ans. = Zij is 22 jaar. C'est quand, son anniversaire = Wanneer is zij jarig? C'est le trois février = Dat is op drie februari. Quelle est sa fête préférée? = Wat is haar lievelingsfeest? C'est Noël. = Het is Kerstmis. Où est ta chambre? = Waar is jouw slaapkamer? Comment est ta chambre? = Hoe is je slaapkamer? Il y a un ordinateur dans ta chambre? = Is er een computer in jouw slaapkamer? Tu as une télé? = Heb jij een televisie? Tu as beaucoup de posters? = Heb je veel posters? Ma chambre est au premier étage. = Mijn slaapkamer is op de eerste verdieping. Ma chambre est moderne. = Mijn slaapkamer is modern. Non, l'ordinateur est dans le bureau. = Nee, de computer is in het kantoor. Non, je n'ai pas de télé. = Nee, ik heb geen televisie. Oui, j'ai des posters de Beyoncé. = Ja, ik heb posters van Beyoncé. Hoofdstuk 4 Ga jij naar de middelbare school? = Tu vas au collège? In welke klas zit jij? = Tu es en quelle classe? Wie is je leraar Frans? = C'est qui ton prof de français? Is hij aardig? = Il est sympa? Heb jij huiswerk? = Tu as des devoirs? Voor wanneer is het? = C'est pour quand? Ja, ik ga naar de middelbare school = Oui, je vais au collège Ik zit in de eerste klas = Je suis en cinquième Het is meneer Duval = C'est monsieur Duval Nee, hij is streng = Non, il est sévère Ja, ik heb huiswerk voor wiskunde = Oui, j'ai des devoirs de maths Pagina 3 van 6
4 Het is voor maandag = C'est pour lundi Comment tu vas au collège? = Hoe ga je naar de middelbare school? Tu habites loin du collège? = Woon je ver van de middelbare school? Quelle est ta matière préférée? = Wat is jouw lievelingsvak? Tu aimes l'histoire? = Hou je van geschiedenis? La géographie, c'est intéressant? = Is aardrijkskunde interessant? Je vais à l'école en bus. = Ik ga naar school met de bus. J'habite à 3 kilomètres du collège. = Ik woon 3 kilometer van school. C'est la musique. = Het is muziek. Non, je déteste l'histoire. = Nee, ik heb een hekel aan geschiedenis. Non, la géographie, c'est casse-pieds. = Nee, aardrijkskunde is saai. Hoofdstuk 5 C'est qui Nathalie? = Wie is Nathalie? Qu'est-ce qu'elle porte? = Wat draagt zij? Comment tu trouves son pull? = Hoe vind je haar trui? Tu aimes bien sa veste? = Vind je haar jasje leuk? Tu as une nouvelle jupe? = Heb je een nieuwe rok? Tu fais quelle taille? = Wat is jouw maat? C'est la fille blonde = Het is het blonde meisje. Elle porte un jean bleu. = Zij draagt een blauwe spijkerbroek. Il est trop petit. = Hij is te klein. Oui, sa veste est belle. = Ja, haar jasje is mooi. Non, mais j'ai un nouveau pantalon. = Nee, maar ik heb een nieuwe broek. Je fais du 38. = Ik heb maat 38. Qu'est-ce que tu vas faire? = Wat ga je doen? Tu vas dans quel magasin? = Naar welke winkel ga je? Qu'est-ce que tu vas acheter? = Wat ga je kopen? Pagina 4 van 6
5 C'est cher? = Is het duur? Il coûte combien? = hoeveel kost het? Je vais faire les magasins. = Ik ga winkelen. Je vais à la parfumerie. = Ik ga naar de parfumerie. Je vais acheter un parfum. = Ik ga een parfum kopen. Non, ce n'est pas cher. = Nee het is niet duur. Soixante-dix euros = Zeventig euro. Hoofdstuk 6 Tu fais du sport? = Doe je aan sport? Quel est ton sport préféré? = Wat is je lievelingssport? Qu'est-ce que tu fais comme sport? = Wat doe je voor sport? Tu fais souvent du tennis? = Tennis je vaak? Tu aimes l'athlétisme? = Houd je van atletiek? Oui, je fais du sport. = Ja, ik sport. Non, je ne fais pas de sport. = Nee, ik sport niet. C'est la natation. = Het is zwemmen. Je fais du tennis. = Ik tennis. Oui, deux fois par semaine. = Ja, twee keer per week. Non, je déteste l'athlétisme. = Nee, ik heb een hekel aan atletiek. Ninon est comment? = Hoe ziet Ninon eruit? Elle est grande? = Is ze groot? Elle a les cheveux blonds? = Heeft ze blond haar? Elle a les cheveux longs? = Heeft ze lang haar? Elle a les yeux marron? = Heeft ze bruine ogen? Elle est mignonne. = Ze is knap. Non, elle mesure 1 mètre 45. = Nee, ze is 1 meter 45. Non, elle a les cheveux roux. = Nee, ze heeft rood haar. Non, elle a les cheveux courts. = Nee, ze heeft kort haar. Pagina 5 van 6
6 Non, elle a les yeux bleus. = Nee, ze heeft blauwe ogen. Pagina 6 van 6
4 nummer 1 nummer 2 nummer 3
Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la
Nadere informatieBonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)
SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen
Nadere informatieExercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.
Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L
Nadere informatieQuel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk
Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat
Nadere informatieTalenquest Frans 2thv: Grammatica
Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de
Nadere informatieJ' à Amersfoort, Lindenlaan 23.
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
Nadere informatieU21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.
U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton
Nadere informatieMogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):
Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke
Nadere informatie6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )
Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans
Nadere informatieVocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit
Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Studeer de woorden in door af te dekken. Woordjes die je
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt
Nadere informatieChapitre 4, Ensemble!
ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études
Nadere informatieAntwoorden Frans Étape 8 (Franconville)
Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville) Antwoorden door een scholier 860 woorden 22 april 2007 5,4 76 keer beoordeeld Vak Frans Boek: Franconville Étape: 8 Opdracht 2A: Aankruizen: 1, 3, 5 en 6 Opdracht
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt
Nadere informatieEn action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.
Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal
Nadere informatieIk stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR
Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)
Nadere informatiebasiszinnen spreekvaardigheid
basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,
Nadere informatieJaarwerkplan voor En action 5
1 Jaarwerkplan voor En action 5 Vaardighe Naamwoor naamwoor Voornaamwoor Bijwoor Voorzetsels Werkwoor 1 Bonjour! Moi, je suis... - iemand groeten. - mezelf voorstellen. - tot 10 tellen. je tu moi toi bonjour
Nadere informatieAantekening Frans les pronoms personnels
Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die
Nadere informatieBRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)
1 a 1) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 2 le café un croissant la boulangerie la parfumerie le magasin de mode la librairie un parfum un coca un livre un jean 3 1) 7) 8) 9) 10) BRON A 4 1) A Wij zijn in
Nadere informatieUnité 5 Diagnose Kopieerblad 1
Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet
Nadere informatieJ aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.
Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d
Nadere informatieLe Français des vacances. Niveau
Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat
Nadere informatieZich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS
Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les
Nadere informatieIk stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde
Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère
Nadere informatieUnité 6 Diagnose Kopieerblad 1
Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister
Nadere informatieVOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.
basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /
Nadere informatieIII. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé
III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand
Nadere informatieVendredi le dix-huit de cembre 2015.
2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij
Nadere informatieLES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)
LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois
Nadere informatieUnité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist
Nadere informatieUNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!
UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,
Nadere informatiel'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.
bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!
Nadere informatieVocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit
Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de
Nadere informatieWAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?
WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? SITUATIE het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Parijs. Je moet je kunnen redden in de volgende situaties: 1) Fiche d identité (paspoort invullen)
Nadere informatieLes gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen
Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb
Nadere informatieJe rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.
Eerste mogelijkheid U komt vanuit Brussel, Gent of Hasselt. U volgt de ring van Gent naar Breda tot aan de afrit Sportpaleis. Bij het nemen van deze afrit moet u voorsorteren om rechtdoor het kruispunt
Nadere informatieWie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...
Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56
Nadere informatieGEZONDHEID (La santé)
FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb
Nadere informatieLees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten.
Voyages nieuw 1 Met deze instaptoets kunt u zelf uw kennis van het Frans op niveau A1 toetsen. U krijgt, afhankelijk van uw uitslag, een advies met welke unité van Voyages nieuw 1 u het beste kunt beginnen.
Nadere informatieHet taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië
Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië België is officieel tweetalig, maar de Vlamingen en Walen gaan niet altijd goed samen. Je kunt spreken van een taalconflict. Hoe kijken Vlaamse
Nadere informatieChapitre 1, Et moi, et moi et moi
Antwoorden 2 Chapitre 1, Et moi, et moi et moi A Orientation Exercice 1a 1 In Zuidwest-Frankrijk. 2 Surfen, op het strand liggen, de stad bekijken etc. 3 Eigen antwoord. Exercice 1b A, C, E, F, I, J Exercice
Nadere informatieVoornaam: Elena Naam: Raynaud. Voornaam: Thibault
BVL Plein feu De personages in dit boek Voornaam: Camille Naam: Blériot Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Simon Naam: Dubouloz Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Elena Naam: Raynaud Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Karim
Nadere informatieTaalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden
Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,
Nadere informatieHerhalingen over grammatica (voor de examens)
1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de
Nadere informatie6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld
Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Nadere informatieMÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.
Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école
Nadere informatieLe logement. In deze les leert u
Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald
Nadere informatieVoudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?
Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15
Nadere informatieSECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden
SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied
Nadere informatievreemde talen Topklassers deel 2 Frans Antwoordenboek Frans Zelfstandig werken Vreemde talen Antwoorden Groep 7-8 Taal Auteur drs. M.E.
9 78906 4007 Zelfstandig werken Vreemde talen Frans Topklassers Taal Groep 7-8 Antwoorden TOP vreemde talen deel Frans Antwoordenboek Auteur drs. M.E. Bouzid Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 20
Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd
Nadere informatieWAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?
WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? SITUATIE het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Parijs. Je moet je kunnen redden in de volgende situaties: 1) Fiche d identité (paspoort invullen)
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je
Nadere informatieBron J, opdracht 29 werkwoord zijn : être - étant- été ( je suis tu es il est nous sommes vous êtes ils sont
1 vmbo hfst 1 Bron E, opdracht 15 werkwoord : heten : s appeler - s appellant s appelé Hallo Hoe gaat het? e es - e ons ez - ent Meisje: Comment ça va? Het gaat goed Jongen: Ça va bien. Hoe heet jij? Meisje:
Nadere informatiependant le mieux serait de il vaut mieux
en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon
Nadere informatieHôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.
CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...
Nadere informatieJ' à Amersfoort, Lindenlaan 23.
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
Nadere informatieReizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen
- Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie
- Belangrijkste benodigdheden Can you help me, please? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Do you speak English? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand spreekt Do you speak _[language]_?
Nadere informatieEen ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...
Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan
Nadere informatie15 et qui paie le loyer?
g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5
Nadere informatieINFORMATIE TAALDORP LEERBOEKJE MET PHRASES-CLÉS
INFORMATIE TAALDORP LEERBOEKJE MET PHRASES-CLÉS Wat moet je weten voor het taaldorp Frans? Situatie: In het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Lyon. Je moet je kunnen redden in de volgende
Nadere informatieSchrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam
1 Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam. 19 (chatter) Amina 1 avec Barry. (danser) Madame Renard, vous 2 avec moi? ité (écouter) Nic et moi,
Nadere informatieVoyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement
- Trouver Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement... een kamer te huur?... een hostel?... een hotel?... een bed-and-breakfast?... een camping? Hoe zijn de prijzen daar? Demander les prix
Nadere informatieC'est fini les vacances!
Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.
Nadere informatie3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord
3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre
Nadere informatiedag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee
dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gaat het? Het gaat goed. Dat is tof. Vanwaar ben je? goed dank je, dank u vanwaar?
Nadere informatieQuelle est votre fonction actuelle? Quelles sont les missions de votre organisme? Quelles sont vos tâches personnelles?
Quelle est votre fonction actuelle? Quelles sont les missions de votre organisme? Quelles sont vos tâches personnelles? Quelles sont les missions de votre service? Où travaillez-vous? Comment votre service
Nadere informatieExercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).
Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 16
Woordenschat van unité 1 tot en met unité à (Paris) in (Parijs) une adresse een adres Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? un âge een leeftijd Tu as quel âge? Hoe oud ben jij? ah ha, o, och, zo 3
Nadere informatieFrans grammatica hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite
Nadere informatieKennismaken met AIM Introductie. Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016
Kennismaken met AIM Introductie Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016 PROGRAMMA 1. Kennismaken 2. AIM zelf ervaren I 3. Kenmerken AIM: didactiek, succesfactoren, wat vraagt het van
Nadere informatieUNITÉ. comme ça! Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina!
UNITÉ Moi, je suis comme ça! Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina! 1 Activités Bekijk de lijst met woorden en deel ze in bij een van de categorieën. petit moyen grand mince bleus
Nadere informatieDe job van mijn partner L emploi de mon conjoint
De job van mijn partner L emploi de mon conjoint Redactioneel onderzoek 7.2 tweeverdieners; 17 21 sept 29 Jobat.be Actu24.be Nieuwsblad.be Standaard.be Vers l Avenir -1- Belangrijkste bevindingen 1. Ietsmeerdande
Nadere informatieVoyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement
- Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...
Nadere informatieQui est à l appareil?
Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik
Nadere informatieUnité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4
Unité 7 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna Nog even oefenen Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
Nadere informatieLe transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!
Votre excellence, chers amis, Hartelijk welkom, As-salam alaykom Bienvenue à la Nuit des Idées, Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur
Nadere informatiegeen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )
Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen
Nadere informatieJe n ai pas reçu le dépliant.
1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service
Nadere informatieGoedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.
Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.
Nadere informatieNUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op
NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Informeer je op www.nucleairrisico.be. Schrijf je in op BE-Alert. Zo ben je meteen verwittigd in een noodsituatie. Maak een noodplan op maat op www.mijnnoodplan.be. 4 Haal
Nadere informatienaam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Nadere informatiecouleur locale dico & texto
ntwoorden bij Unité Goûts et couleurs couleur locale eercice 1 1 gnès, Nina Ricci, almain, Christian Lacroi, etc. ijvoorbeeld: cosmetica: garnier, l Oréal, Yves Rocher; auto s: Citoën, Renault, Peugeot;
Nadere informatieRollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.
Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. 1 Nieuwe klanten zoeken 1.1 Zich inschrijven op een beurs 1.2 Zijn bedrijf voorstellen 1.3 Over de levering praten 1.4 Nieuwe klanten telefonisch benaderen
Nadere informatieOpdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE
Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...
Nadere informatie- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,
Les chiffres talige Doelen - De leerlingen herhalen de cijfers van één tot zeven wanneer de leerkracht ze voorzegt. (1. herhalen) - De leerlingen herkennen de cijfers van één tot zeven. - De leerlingen
Nadere informatieWoordenschat van unité 1 tot en met unité 20
Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd
Nadere informatieVoorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2
Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse
Nadere informatieNOM, Prénom :. Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is een schoon.
1 NOM, Prénom :. Indiquez ce que c est. Wat is dit? Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Indiquez ce que c est. Wat is dit? Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is
Nadere informatieKopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux
0618036x_binnen_02 12-10-2004 14:52 Pagina 32 afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar
Nadere informatieHuiswerk Frans unité 1: Bonjour, moi je suis
1 Dam: Huiswerk Frans unité 1: Bonjour, moi suis dag, goeiedag ik ben Ellen (ik), ik ben Achmed. ja Ben jij Camle? En jij? Jij bent Manon! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien 2 Naam:
Nadere informatie17609_Manual_zet in en win.indd :03
17609_Manual_zet in en win.indd 1 18-07-12 10:03 NL Spelregels Een vraag- en antwoordspel, waarbij je niet zélf alle antwoorden hoeft te weten; als je goed in kunt schatten wat je medespelers weten, scoor
Nadere informatie