- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,"

Transcriptie

1 Les chiffres talige Doelen - De leerlingen herhalen de cijfers van één tot zeven wanneer de leerkracht ze voorzegt. (1. herhalen) - De leerlingen herkennen de cijfers van één tot zeven. - De leerlingen kunnen het juiste dobbelsteenicoon omhoogsteken of aanduiden. - De leerlingen zingen het liedje van Violette. (1. herhalen) Fiche 2 - De leerlingen zingen (herhalen) het liedje van Violette. (1. herhalen) - De leerlingen benoemen de dobbelsteeniconen van één tot zeven. - De leerlingen voorspellen of het volgende kaartje hoger of lager is d.m.v. plus haut of plus bas. - De leerlingen begrijpen de uitleg van de spelletjes. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de uitkomst van eenvoudige rekensommetjes in het Frans zeggen. - De leerlingen begrijpen welk cijfer er genoemd wordt in het spel citron citron en reageren er gepast op. - De leerlingen kunnen zelf twee cijfers benoemen om het spel citron citron te spelen. Fiche 3 - De leerlingen begrijpen het verhaal Le numéro sept. - De leerlingen leggen de platen in de juiste volgorde. - De leerlingen antwoorden op de vragen over het verhaal en gebruiken daarvoor de reeds geleerde cijfers van één tot zeven. - De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht, de zinnen die daarbij horen. - De leerlingen begrijpen het verhaal Le numéro sept. - De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht, de zinnen die daarbij horen. Fiche 5 - De leerlingen benoemen de dobbelsteeniconen van één tot zeven. - De leerlingen benoemen het aantal gegooide ogen van een dobbelsteen. - De leerlingen vragen hoeveel ogen iemand gegooid heeft ( C est quel numéro? / C est combien? ). - De leerlingen zingen (herhalen) het liedje van Violette. 1

2 Fiche 6 - De leerlingen begrijpen Le compte des sept nains. - De leerlingen tellen tot tien. Fiche 7 - De leerlingen associëren de getallen met hun woordbeeld. - De leerlingen kopiëren de woordbeelden correct in hun mini carnet. - De leerlingen begrijpen de spelregels van het dominospel. - De leerlingen spelen het dominospel in groepjes: ze lezen de som en zeggen de juiste oplossing. Fiche 8 - De leerlingen begrijpen hoeveel dieren ze moeten leggen, toevoegen of wegnemen. - De leerlingen kunnen zeggen hoeveel dieren ze gelegd of weggenomen hebben en hoeveel er overblijven. - De leerlingen begrijpen hoeveel dieren ze moeten uitknippen en in hun mini carnet plakken. Les couleurs talige Doelen - De leerlingen kunnen de drie basiskleuren (rouge, jaune, bleu) herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de drie basiskleuren herhalen in het zinnetje C est + kleur. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen voorwerpen in een van de drie kleuren aanwijzen. - De leerlingen kunnen een voorwerp kleuren in de genoemde kleur. - De leerlingen begrijpen de vraag: C est de quelle couleur? - De leerlingen kunnen de drie kleuren (rouge, jaune, bleu) benoemen aan de hand van voorwerpen. - De leerlingen kunnen de kleur noemen van het voorwerp dat verdwenen is. - De leerlingen begrijpen le numéro un, le numéro deux, le numéro trois. Fiche 2 - De leerlingen kunnen voorwerpen aanduiden in de genoemde kleur. - De leerlingen begrijpen de vraag: C est de quelle couleur? en Où est le (+ kleur)? - De leerlingen kunnen de drie kleuren ( C est rouge/jaune/bleu. ) benoemen aan de hand van voorwerpen. - De leerlingen begrijpen de instructies om een kleurendobbelsteen te maken. - De leerlingen kunnen de vraag stellen: C est de quelle couleur? en erop antwoorden volgens het resultaat van de dobbelsteen ( C est rouge/jaune/bleu. ). 2

3 Fiche 3 - De leerlingen begrijpen de vragen: Tu aimes? / Il aime? en Tu n aimes pas? / Il n aime pas? - De leerlingen kunnen antwoorden op deze vragen met oui of non. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen herhalen welke kleur Mini Max en zijzelf (niet) graag zien ( Mini Max / J aime le Mini Max / Je n aime pas le ). (1. herhalen) - De leerlingen herkennen aan de kleur van iemands kleren of hij een kleur graag of niet graag ziet. - De leerlingen kunnen zeggen welke kleur ze graag zien, welke niet ( J aime le Je n aime pas le ). - De leerlingen kunnen het versje Vole, joli papillon herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de bewegingen bij Vole, joli papillon en de drie kleuren doen. - De leerlingen kunnen de vlinders kleuren volgens de genoemde kleuren. - De leerlingen kunnen zeggen welke kleur(en) de vlinders hebben.?( C est un papillon rouge. C est un papillon bleu et jaune ) Fiche 5 - De leerlingen kunnen de opdrachten bij het spel Twister uitvoeren. - Sommige leerlingen kunnen de opdrachten bij het spel Twister geven. - De leerlingen kunnen de kleuren benoemen tijdens het hinkelen. - De leerlingen kunnen de opdrachten bij het spel Petit poisson rouge, je peux traverser la mer Rouge? uitvoeren. - Sommige leerlingen kunnen de opdrachten bij het spel Petit poisson rouge, je peux traverser la mer Rouge? geven. - De leerlingen kunnen de vraag stellen C est de quelle couleur? en erop antwoorden en de bijbehorende beweging doen. (2. herkennen en 3. actief gebruiken) Fiche 6 - De leerlingen begrijpen het verhaal Le petit Chaperon Bleu et Jaune. - De leerlingen kunnen bepaalde zinnetjes van het verhaal herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen aanduiden waar le petit Chaperon Rouge is of le petit Chaperon Bleu et Jaune. - De leerlingen kunnen zeggen of het le petit Chaperon Rouge is of le petit Chaperon Bleu et Jaune. - De leerlingen kunnen zeggen of een personage van een kleur houdt of niet. - De leerlingen kunnen de inhoud van bepaalde tekeningen herhalen. (1. herhalen) - Sommige leerlingen kunnen de inhoud van bepaalde tekeningen formuleren. 3

4 Fiche 7 - De leerlingen kunnen de kleur vragen ( C est de quelle couleur? ), erop antwoorden ( C est rouge, jaune, bleu. ) en de bijbehorende beweging maken. (2. herkennen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen de rollen spelen van Le petit Chaperon Bleu et Jaune. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen zeggen het versje Vole, joli papillon op aan de hand van de getoonde tekeningen. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) Fiche 8 - De leerlingen begrijpen de instructies van de leerkracht om te schilderen. - De leerlingen begrijpen de kleuren die de leerkracht noemt en schilderen overeenkomstig de instructies. - De leerlingen kunnen de kleuren van hun vlinder benoemen. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen hun vlinder een naam geven ( Il s appelle + naam). - De leerlingen kunnen vragen hoe iemands vlinder heet ( Le papillon s appelle comment? ) en antwoorden als iemand die vraag stelt ( Il s appelle + naam). - De leerlingen kunnen zeggen voor wie ze deze vlinder geschilderd hebben ( Le papillon + naam est pour ). Les fruits talige Doelen - De leerlingen kunnen iemand begroeten met Bonjour. - De leerlingen kunnen een fruitpersonage (Arnaud l abricot, Solange l orange, Marianne la banane, Catherine la mandarine) herhalen aan de hand van een tekening. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen een fruitpersonage (Arnaud l abricot, Solange l orange, Marianne la banane, Catherine la mandarine) herkennen. - De leerlingen begrijpen het verhaal van Arnaud l abricot.. Fiche 2 - De leerlingen kunnen iemand begroeten met Bonjour. - De leerlingen kunnen een fruitpersonage (Arnaud l abricot, Solange l orange, Marianne la banane, Catherine la mandarine) herhalen aan de hand van een tekening. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen een fruitpersonage (Arnaud l abricot, Solange l orange, Marianne la banane, Catherine la mandarine) herkennen. - De leerlingen kunnen een fruitpersonage (Arnaud l abricot, Solange l orange, Marianne la banane, Catherine la mandarine) benoemen. - De leerlingen kunnen de vraag stellen C est qui? en antwoorden op deze vraag door het juiste fruitpersonage te benoemen. 4

5 Fiche 3 - De leerlingen kunnen fruit ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine. ) herhalen aan de hand van een tekening en een proefoefening. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen fruit ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine. ) herkennen aan de hand van een tekening. - De leerlingen kunnen fruit ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine. ) herkennen aan de hand van een tekening en een proefoefening. - De leerlingen kunnen antwoorden op de vraag Qu est-ce que c est? / C est quel fruit? door het juiste fruit te benoemen. - De leerlingen kunnen gericht handelen naar een kookinstructie. - De leerlingen kunnen de fruitsoorten herhalen, herkennen en benoemen ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine. ). - De leerlingen kunnen elkaar smakelijk eten wensen ( Bon appétit ). - De leerlingen uiten hun appreciatie over de fruitbrochette ( C est bon! C est mauvais! ). Fiche 5 - De leerlingen kunnen fruit ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine ) herhalen aan de hand van een tekening. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen fruit ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine ) herkennen aan de hand van een tekening en een bingospel. - De leerlingen kunnen fruit ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine ) benoemen aan de hand van een tekening. - De leerlingen kunnen tellen hoeveel fruitsoorten ( Il y a, tellen tot drie) er op een tekening staan aan de hand van een hoger/lagerspel. Fiche 6 - De leerlingen kunnen gericht luisteren naar een tekeninstructie. - De leerlingen kunnen beschrijven welk en hoeveel fruit er op een taart ligt ( Sur ma tarte, il y a ). - De leerlingen uiten hun appreciatie over de taart ( C est bon! C est mauvais! ). Fiche 7 - De leerlingen kunnen zingend vragen of iemand van een bepaalde fruitsoort houdt en er positief/negatief op antwoorden. ( Tu aimes? Oui, j aime / Non, je n aime pas Que c est bon! / Que c est mauvais! ). (1. herhalen) - De leerlingen kunnen gericht luisteren naar een lied en de fruitsoorten eruit halen. Fiche 8 - De leerlingen kunnen de fruitsoorten herhalen, herkennen en benoemen. ( C est un abricot, c est une orange, c est une banane, c est une mandarine. ) 5

6 Les sentiments talige Doelen - De leerlingen kunnen iemand begroeten met Bonjour. - De leerlingen kunnen een gevoel (triste, content, fâché) herhalen aan de hand van een tekening of van een uitgebeeld gevoel. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen een gevoel (triste, content, fâché) herkennen aan de hand van een uitgebeeld gevoel. - De leerlingen kunnen een gevoel (triste, content, fâché) benoemen aan de hand van een uitgebeeld gevoel. Fiche 2 - De leerlingen kunnen iemand begroeten met Bonjour. - De leerlingen kunnen de gevoelens van de drie clowns herhalen. ( Il est triste, content, fâché. ) (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de vraag Comment ça va? herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen begrijpen de gevoelens die de leerkracht noemt en tekenen ze. - De leerlingen kunnen vragen hoe het met iemand gaat. ( Comment ça va? ) - De leerlingen kunnen antwoorden op de vraag Comment ça va? door te zeggen dat ze verdrietig, boos of tevreden zijn. (Je suis triste, je suis fâché, je suis content.) Fiche 3 - De leerlingen kunnen zingend vragen en antwoorden hoe het met iemand gaat ( Comment ça va? Je suis fâché/content/triste. ). (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de antwoorden in het lied uitbeelden. - De leerlingen kunnen vragen hoe het met iemand gaat ( Comment ça va? ). - De leerlingen kunnen het gevoel benoemen dat op hun rug getekend wordt (tactiel dictee Je suis fâché/content/triste ). (2. herkennen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen begrijpen het verhaal Bébé éléphant. - De leerlingen kunnen bepaalde zinnetjes van het verhaal herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen zeggen hoe iemand zich voelt. (Il/Elle est triste/fâché(e)/content(e).) - De leerlingen kunnen het verschil horen tussen il en elle. - De leerlingen kunnen il en elle herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen mannelijk (tekening of persoon) herkennen en combineren met il en vrouwelijk met elle. 6

7 Fiche 5 - De leerlingen kunnen vragen en antwoorden hoe het met iemand gaat. ( Comment ça va? Je suis triste/content/fâché. ) - De leerlingen begrijpen de instructies om de emotiethermometer te maken. - De leerlingen herhalen de gevoelens die op de emotiethermometer voorkomen. (1. herhalen) - De leerlingen herkennen de genoemde gevoelens en duiden ze aan op de emotiethermometer. - De leerlingen kunnen de correcte vorm (content of contente) gebruiken om te zeggen hoe zij zich voelen. Fiche 6 - De leerlingen kunnen Comment ça va? zingen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen een geluid en een gevoel combineren en verwoorden. (2. herkennen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen begrijpen of een gevoel van een man of van een vrouw wordt genoemd. - De leerlingen kunnen vragen en zeggen hoe iemand zich voelt. ( Il/Elle est comment? Il/Elle est triste/fâché(e)/content(e). ) - De leerlingen kunnen mannelijk (tekening of persoon) herkennen en combineren met il en vrouwelijk met elle. - De leerlingen begrijpen de instructies om een dobbelsteen te maken. Fiche 7 - De leerlingen kunnen vragen en antwoorden hoe zij zich voelen. ( Comment ça va? Je suis triste/fâché(e)/content(e). ) - De leerlingen kunnen vragen en antwoorden hoe iemand zich voelt. ( Il/Elle est comment? Il/Elle est triste/fâché(e)/content(e). ) - De leerlingen herhalen hoe iemand zich voelt met il, elle, je. (1. herhalen) - De leerlingen begrijpen naar wie je, il en elle verwijzen. Fiche 8 - De leerlingen kunnen vragen en antwoorden hoe zij zich voelen. ( Comment ça va? Je suis triste/fâché(e)/content(e). ) - De leerlingen kunnen vragen en antwoorden hoe iemand zich voelt. ( Il/Elle est comment? Il/Elle est triste/fâché(e)/content(e). ) - De leerlingen begrijpen naar wie je, il en elle verwijzen. - De leerlingen kunnen een kalligram maken met de letters van een gevoel. 7

8 Le corps talige Doelen - De leerlingen kunnen een eenvoudig poppenkastspel in het Frans begrijpen. - De leerlingen kunnen bonjour, ça va, et toi?, ça va bien, au revoir herhalen. (1. herhalen) - Sommige leerlingen kunnen het dialoogje van de poppenkast naspelen. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen voici la main, voici les mains, voici le pied, voici les pieds herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen hun handen en voeten tonen en de handen en voeten van medeleerlingen aanwijzen. - De leerlingen kunnen zeggen van wie de handen en voeten zijn. ( Voici les mains de + naam van medeleerling, Voici les pieds de + naam van medeleerling.) (1. herhalen) Fiche 2 - De leerlingen kunnen hun handen en voeten tonen. - De leerlingen kunnen de handen en voeten van medeleerlingen aanwijzen. - De leerlingen kunnen zeggen van wie de handen en voeten zijn. ( Voici les mains de + naam van medeleerling, Voici les pieds de + naam van medeleerling. ) Fiche 3 - De leerlingen begrijpen een eenvoudig poppenkastspel in het Frans. - De leerlingen kunnen het dialoogje van het poppenkastspel naspelen. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen iemands handen en voeten benoemen in een memoryspel ( Voici la/les main(s) / le(s) pied(s) de ). - De leerlingen kunnen opdrachten uitvoeren waarbij bewegingen met handen en voeten gedaan worden. - De leerlingen kunnen het lichaamsdeel (la tête, le bras, la main, la jambe, le pied) dat gezongen wordt, laten dansen. - Sommige leerlingen kunnen Jean Petit qui danse nazingen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen opdrachten uitvoeren waarbij, als een robot, bewegingen met handen, armen, voeten, benen en hoofd gedaan worden. - Sommige leerlingen kunnen opdrachten geven waarbij bewegingen met handen, armen, voeten, benen en hoofd gedaan worden. 8

9 Fiche 5 - De leerlingen kunnen de lichaamsdelen (la tête, le bras, la main, l épaule, la jambe, le pied, le genou) herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de genoemde lichaamsdelen (la tête, le bras, la main, l épaule, la jambe, le pied, le genou) tekenen. - De leerlingen kunnen de lichaamsdelen (la tête, le bras, la main, l épaule, la jambe, le pied, le genou) benoemen. - De leerlingen kunnen de genoemde lichaamsdelen als zingend bewegen. Fiche 6 - De leerlingen begrijpen het verhaal van Mini Max le Magicien et Fanfan le Fantôme. - De leerlingen kunnen bepaalde zinnetjes van het verhaal herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen aanduiden welke lichaamsdelen verdwijnen of verschijnen. - Sommige leerlingen kunnen de lichaamsdelen die verdwijnen of verschijnen, benoemen. - Sommige leerlingen kunnen de toverspreuk zeggen. - De leerlingen kunnen de tekeningen chronologisch ordenen. - De leerlingen kunnen de inhoud van de tekeningen herhalen. (1. herhalen) - Sommige leerlingen kunnen de inhoud van bepaalde tekeningen formuleren. Fiche 7 - De leerlingen kunnen de toverspreuk van Mini Max le Magicien nazeggen/meezeggen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen aanduiden welke lichaamsdelen verdwijnen of verschijnen. - De leerlingen kunnen de lichaamsdelen die verdwijnen of verschijnen benoemen. - De leerlingen kunnen een monster tekenen met de lichaamsdelen die in de opdracht genoemd worden. - Sommige leerlingen kunnen het monster beschrijven. Fiche 8 - De leerlingen kunnen Jean Petit qui danse zingen met de zeven ledematen (la tête, l épaule, le bras, la main, la jambe, le pied, le genou). (1. herhalen) - De leerlingen kunnen het lichaamsdeel (la tête, l épaule, le bras, la main, la jambe, le pied, le genou) dat gezongen wordt, laten dansen. - De leerlingen begrijpen de opdrachten van het ganzenspel. - De leerlingen kunnen de opdrachten van het ganzenspel uitvoeren. (2. herkennen en 3. actief gebruiken) 9

10 Les vêtements talige Doelen - De leerlingen kunnen de kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures) herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures) bij zichzelf of bij een klasgenoot aanwijzen. - De leerlingen kunnen aangeven welk kledingstuk verdwenen is bij een kimspel. Fiche 2 - De leerlingen kunnen de kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures) herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de juiste kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures) aantrekken. - De leerlingen kunnen beluisteren en benoemen welke kledingstukken er in een reiskoffer zitten aan de hand van Dans la valise, il y a (2. herkennen en 3. actief gebruiken) Fiche 3 - De leerlingen kunnen een eenvoudig versje rond kledij opzeggen. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen de juiste volgorde van de zinnen in een versje reconstrueren. - De leerlingen begrijpen het verhaal Mini Max s habille. - De leerlingen kunnen bepaalde zinnetjes van het verhaal herhalen: Mini Max, qu est-ce que tu portes? en Je porte + kledingstuk. (1. herhalen) - De leerlingen leiden de betekenis van un slip af door strategieën in te zetten (context, prent, transparant woord). - De leerlingen kunnen n.a.v. een luisteroefening de kledingstukken tekenen die Mini Max draagt. 10

11 Fiche 5 - De leerlingen kunnen de kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures) herhalen en ze laten zien wanneer ernaar gevraagd wordt. (1. herhalen en 2. herkennen) - De leerlingen kunnen de correcte benaming geven van de kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures). - De leerlingen kunnen aan iemand vragen welke kledingstukken hij draagt ( Qu est-ce que tu portes? ) en ook zelf antwoorden op deze vraag ( Je porte + kledingstukken ). Fiche 6 - De leerlingen kunnen de correcte benaming geven van de kledingstukken (un pantalon, une chemise, un manteau, des chaussures, un T-shirt). - De leerlingen kunnen een beschrijving van de kledij bij een jongen of een meisje herkennen ( Il porte + kledingstuk / Elle porte + kledingstuk ). - De leerlingen kunnen aan iemand vragen welke kledingstukken iemand anders draagt ( Qu est-ce qu il/elle porte? ) en ook zelf antwoorden op deze vraag ( Il/Elle porte + kledingstukken ). Fiche 7 - De leerlingen kunnen aan iemand vragen welke kledingstukken iemand anders draagt ( Qu est-ce qu il/elle porte? ) en ook zelf antwoorden op deze vraag ( Il/elle porte + kledingstukken ). - De leerlingen kunnen de kledij van een jongen of een meisje beschrijven in de vorm van een modeshow. Fiche 8 - De leerlingen kunnen de kledij van een jongen of een meisje beschrijven. - De leerlingen kunnen aan iemand vragen welke kledingstukken iemand anders draagt ( Qu est-ce qu il/elle porte? ) en ook zelf antwoorden op deze vraag ( Il/elle porte + kledingstukken ). La météo Talige Doelen - De leerlingen begrijpen Il fait chaud en Il fait froid en kunnen de juiste tekening omhoogsteken of naar de juiste zone in de klas rennen. - De leerlingen spreken de zinnen juist uit. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de juiste zin zeggen naar aanleiding van een zomer- of winterkledingstuk. - Sommige leerlingen kunnen de juiste vraag stellen: Quel temps fait-il? 11

12 Fiche 2 - De leerlingen kunnen de juiste prent tonen bij het horen van de zin Il pleut. of Il y a du vent.. - De leerlingen spreken de zinnen goed uit en maken er de juiste gebaren bij. (1. herhalen) - De leerlingen stellen de vraag Quel temps fait-il? en antwoorden naargelang de prent die ze vasthouden ( Il pleut. / Il y a du vent. / Il fait froid. / Il fait chaud. ). Fiche 3 - De leerlingen associëren een tactiele perceptie met een tekening. - De leerlingen tekenen, bij het horen van een zin, de juiste tactiele boodschap op de rug van hun partner. - De leerlingen herhalen de zinnen Il neige. Il y a du vent. Il pleut. Il fait chaud. Il fait froid. en imiteren de bijbehorende gebaren. (1. herhalen) - De leerlingen stellen de vraag Quel temps fait-il? en antwoorden naargelang de tactiele boodschap die ze ontvangen ( Il pleut. / Il y a du vent. / Il neige. / Il fait chaud. / Il fait froid. ). - De leerlingen herhalen de zinnen Il neige. Il y a du vent. Il pleut. Il fait chaud. Il fait froid. en imiteren de bijbehorende gebaren. (1. herhalen) - De leerlingen zeggen de juiste zin bij het zien van de beweging. - De leerlingen maken de juiste beweging bij het horen van de zin. - Enkele leerlingen zeggen een meteozin, zodat hun medeleerlingen de juiste beweging erbij maken. - De leerlingen begrijpen de spelregels van Salade de fruits / Ouragan!. - De leerlingen stellen de vraag Quel temps fait-il?, één leerling antwoordt erop en de andere leerlingen reageren gepast (in het spel Salade de fruits / Ouragan! ). (2. herkennen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen stellen de vraag Quel temps fait-il? en antwoorden naargelang de tactiele boodschap die ze ontvangen ( Il pleut. / Il y a du vent. / Il neige. / Il fait chaud. / Il fait froid. ). Fiche 5 - De leerlingen herhalen alle reeds geleerde zinnen i.v.m. het weer en imiteren de bijbehorende gebaren. (1. herhalen) - De leerlingen zeggen de juiste zin bij het zien van de beweging. - De leerlingen stellen voor het bingospel de vraag Quel temps fait-il?. De leerkracht of een leerling antwoordt aan de hand van een bingokaart. De andere leerlingen leggen een papiertje op de juiste tekening. (2. herkennen en 3. actief gebruiken) Fiche 6 - De leerlingen benoemen mondeling de weerfenomenen bij het zien van de tekeningen. - De leerlingen associëren de woordkaarten met de juiste tekeningen. - De leerlingen lezen de woordkaarten hardop. (1. herhalen) - De leerlingen schrijven de zinnen correct over. (1. herhalen) - De leerlingen begrijpen de instructies voor het memoryspel. 12

13 Fiche 7 - De leerlingen begrijpen de instructies voor het knutselen van hun salière. - De leerlingen gebruiken de meteo-uitdrukkingen in de context van le jeu de la salière. Fiche 8 - De leerlingen tekenen op de rug van hun partner en vragen Quel temps fait-il? - De leerlingen antwoorden op deze vraag naargelang de tactiele tekening die ze hebben gevoeld op hun rug. - De leerlingen begrijpen de instructies voor het spel. Talige Doelen Les animaux - De leerlingen herkennen de dieren met behulp van de foto s en de dierengeluiden. - De leerlingen kunnen het juiste dier aanwijzen bij het horen van het dierengeluid. - De leerlingen kunnen het dier en zijn geluid herhalen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen het dierengeluid maken. - De leerlingen kunnen het dierengeluid en de foto s associëren. - De leerlingen begrijpen le numéro un, le numéro deux, le numéro trois, le numéro quatre. Fiche 2 - De leerlingen herkennen de dieren met behulp van de foto s en de dierengeluiden. - Sommige leerlingen kunnen delen van het versje meezeggen. (1. herhalen) - De leerlingen kunnen de dieren uitbeelden. - De leerlingen kunnen de dieren benoemen. ( C est la souris / l âne / le chien / le coq. ) - De leerlingen kunnen de dieren begroeten met Bonjour, Monsieur l âne / le coq / le chien / Madame la souris! 13

14 Fiche 3 - De leerlingen kunnen de dieren benoemen bij het horen van hun geluid. ( C est la souris / l âne / le chien / le coq. ) - De leerlingen kunnen verwoorden welk geluid een dier maakt. ( L âne fait hi-han. / La souris fait coui-coui. / Le chien fait ouaf ouaf. / Le coq fait cocorico. ) - De leerlingen kunnen de foto tonen van het genoemde dier. - De leerlingen kunnen de dieren benoemen bij het zien van hun foto. ( C est la souris / l âne / le chien / le coq. ) - De leerlingen kunnen de dieren benoemen aan de hand van een lichaamsdeel. ( C est la souris / l âne / le chien / le coq. ) - De leerlingen kunnen verwoorden welk geluid een dier maakt. ( L âne fait hi-han. / La souris fait coui-coui. / Le chien fait ouaf ouaf. / Le coq fait cocorico. ) - De leerlingen kunnen zichzelf voorstellen als een dier en vragen welk dier de buur is. ( Bonjour, je suis la souris / l âne / le chien / le coq. Et toi? ) Fiche 5 - De leerlingen kunnen verwoorden van welk dier ze (niet) houden ( J aime / Je n aime pas ). - De leerlingen kunnen zichzelf als dier voorstellen. ( Bonjour, je suis la souris / l âne / le chien / le coq. ) - De leerlingen kunnen een dier benoemen. ( C est la souris / l âne / le chien / le coq. ) - De leerlingen kunnen verwoorden welk geluid een dier maakt. ( L âne fait hi-han. / La souris fait coui-coui. / Le chien fait ouaf ouaf. / Le coq fait cocorico. ) - De leerlingen begrijpen de opdrachten bij het ganzenspel. Fiche 6 - De leerlingen begrijpen de instructies om vingerpopjes te maken. - De leerlingen zeggen het vingerversje mee op met de vingerpopjes. (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen verwoorden welk dier groter is dan het andere m.b.v. een vingerversje. ( L âne est plus grand que le chien. Le chien est plus grand que le coq. Le coq est plus grand que la souris. ) (1. herhalen en 3. actief gebruiken) Fiche 7 - De leerlingen kunnen verwoorden welk dier groter is dan het andere m.b.v. een vingerversje. ( L âne est plus grand que le chien. Le chien est plus grand que le coq. Le coq est plus grand que la souris. ) (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen begrijpen het verhaal Je suis plus grand que toi! - De leerlingen kunnen bepaalde zinnetjes van het verhaal herhalen en zelf gebruiken. ( Bonjour, Monsieur Julien, le chien / Monsieur Totoque, le coq / Madame Sophie, la souris. Je suis plus grand que toi. Gnagnagna! ) (1. herhalen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen leiden de betekenis van un loup af door strategieën in te zetten (context, prent). 14

15 Fiche 8 - De leerlingen begrijpen het verhaal Je suis plus grand que toi! en kunnen de tekeningen van het verhaal in chronologische volgorde zetten. - De leerlingen kunnen twee dieren vergelijken op het vlak van hun gestalte ( est plus grand / petit que ). (2. herkennen en 3. actief gebruiken) - De leerlingen kunnen twee dieren beschrijven door hun naam te geven, hun gestalte te vergelijken en te zeggen welk geluid ze maken. 15

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie.

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie. Salut! Voor het eerst leer je een nieuwe taal, Frans. Dat is best spannend. Misschien denk je ook dat het moeilijk is, maar dat valt best mee. En dit groeiboek maakt Frans leren niet alleen makkelijker,

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9 Unité Diagnoe Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Al je een antwoord niet goed hebt of niet wit,

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

Les salutations didactische fiche 1

Les salutations didactische fiche 1 didactische fiche 1 Leerlijnen De leerlijnen kunt u vinden op de website www.uitgeverijaverbode.be/minimaxine. Doelstellingen Talige doelen De leerlingen luisteren naar het verhaal van Mini Maxine à la

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister

Nadere informatie

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U heeft vorige week de kick-off van het onderzoekstraject Dans en Taal bijgewoond. Hopelijk heeft het u een goede indruk gegeven van hoe de dansopdrachten eruitzien. In deze lesbrief

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam 1 Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam. 19 (chatter) Amina 1 avec Barry. (danser) Madame Renard, vous 2 avec moi? ité (écouter) Nic et moi,

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U bent nu al twee weken bezig met de lesbrief van het onderzoekstraject Dans en Taal. Hopelijk verloopt alles naar wens en genieten de kinderen van het Frans middels dans. Mochten er

Nadere informatie

Le logement. In deze les leert u

Le logement. In deze les leert u Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

discipline competenties Samengevat verloop media Leren met de expo: Labels begrijpen Lezen

discipline competenties Samengevat verloop media Leren met de expo: Labels begrijpen Lezen Leren met de expo: Labels begrijpen discipline Lezen competenties Samengevat verloop media Betekenissen achterhalen: - Afleiden (de impliciete betekenis vinden) - De algemene betekenis zien - Associatiespel:

Nadere informatie

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet - Noodgeval Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet Je me sens malade. Je dois voir un médecin immédiatement! Om ogenblikkelijke medische hulp vragen Au secours! Om onmiddelijke

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet - Noodgeval Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet Je me sens malade. Je dois me rendre à l'hôpital. Je me sens malade. Je dois voir un médecin immédiatement! Je dois voir

Nadere informatie

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Lesbrief Mon Vlog In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Je hebt nodig: deze lesbrief met stappenplan de voorbeeldvlog van David (www.thiememeulenhoff.nl/monvlog)

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U heeft vorige week de kick-off van het onderzoekstraject Dans en Taal bijgewoond. Hopelijk heeft het u een goede indruk gegeven van hoe de dansopdrachten eruitzien. In deze lesbrief

Nadere informatie

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:... T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING Naam jongere:... Naam beoordelaar:... Mondelinge interactie LUISTEREN Instructie begrijpen van leerkracht, medeleerling, begeleider Lk zegt: Maak de materialen proper en

Nadere informatie

!"#$%#&'('!"#$%#$)'('*#+,-$'('!"#$%#./"!"#$%#&$"'('*#+"&/'('*##%+0--'('*#/+"-/!"#$%1/"'(' '859:;<8= X

!#$%#&'('!#$%#$)'('*#+,-$'('!#$%#./!#$%#&$'('*#+&/'('*##%+0--'('*#/+-/!#$%1/'(' '859:;<8= X X 30 t Spelregels Leeftijd: 2,5 tot 5 jaar 2 tot 4 spelers Duur van het spelletje: 10 min. Inhoud: 3 dieren (1 konijn, 1 kikker, 1 koe) 3 omgevingskaarten (de moestuin, de vijver, de wei) 30 kaarten met

Nadere informatie

Piramide 4: muzische vorming

Piramide 4: muzische vorming Piramide 4: muzische vorming Muziek 1. Welkom Kriebels - De kinderen kunnen spontaan vakantieherinneringen ophalen. - De kinderen kunnen herkenbare passages vergelijken met situaties uit hun leefwereld.

Nadere informatie

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015. 2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U bent nu al twee weken bezig met de lesbrief van het onderzoekstraject Dans en Taal. Hopelijk verloopt alles naar wens en genieten de kinderen van het Frans middels dans. Mochten er

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Spreek Nederlands tijdens je volgende telefoongesprek. Parlez

Nadere informatie

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191 5 Leerwerkboek Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Auteur : E. Tant Tekeningen : Alexandra Pillaert Herdruk : 2010 234 /2010 ISBN : 978

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ ) Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke

Nadere informatie

Je n ai pas reçu le dépliant.

Je n ai pas reçu le dépliant. 1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service

Nadere informatie

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1- LESMATERIAAL ONDERBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 4 Groep 1- ACTIVITEIT 1: AANGENAAM KENNIS TE MAKEN In deze handleiding staat de activiteitenbeschrijving voor groep 1-4. Hier

Nadere informatie

Reuze JUMBO potten in PE Pots géants JUMBO en PE

Reuze JUMBO potten in PE Pots géants JUMBO en PE Reuze JUMBO potten in Pots géants JUMBO en 51 JUMBO reuze bloempotten Pots géant JUMBO 52 JUMBO DECO in 1 kleur en 1 couleur ENKELE WAND / SIMPLE AU DECO - Marie diam. A (boven. diam. B (onde diam. A (supér.)

Nadere informatie

ACTIVITEITENFICHE LE GENIE DE LA BOITE DE RAVIOLIS

ACTIVITEITENFICHE LE GENIE DE LA BOITE DE RAVIOLIS CINÉ-MINIS Kortfilms in de Franse les ACTIVITEITENFICHE LE GENIE DE LA BOITE DE RAVIOLIS A. TAALACTIVITEITEN Les 1: Vous désiréz? Doelen - Ik kan de betekenis van geschreven woorden in het Frans achterhalen.

Nadere informatie

Kennismaken met AIM Introductie. Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016

Kennismaken met AIM Introductie. Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016 Kennismaken met AIM Introductie Janny Spreen Dr. Nassau College, loc. Gieten 31 maart 2016 PROGRAMMA 1. Kennismaken 2. AIM zelf ervaren I 3. Kenmerken AIM: didactiek, succesfactoren, wat vraagt het van

Nadere informatie

Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF

Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF 1 Grande enquête IPCF - Grote enquête BIBF Pression fiscale, médias sociaux ou encore législation anti-blanchiment : les comptables-fiscalistes nous disent tout! Fiscale druk, sociale media en witwaswetgeving

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

Het enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord: mon/ma ton/ta son/sa

Het enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord: mon/ma ton/ta son/sa LESVOORBEREIDING A. Identificatiegegevens Student(e): Stageschool: Klas: Stageklas: 5 Stageles nr.: Vaklector: Mentor: Datum stageles: Stagelector: Begin- en einduur: 13u30-13u55 LEERGEBIED: Frans ONDERDEEL:

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis 1 TTO Gym Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Hoe ziet jouw droomhuis eruit? Maak een poster waarop je dit laat zien en presenteer jouw huis aan de rest van de klas. Étape

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U bent nu al twee weken bezig met de lesbrief van het onderzoekstraject Dans en Taal. Hopelijk verloopt alles naar wens en genieten de kinderen van het Frans middels dans. Mochten er

Nadere informatie

En route! Handleiding. En route! Handleiding 5. De reeks En route! voor het vijfde leerjaar bestaat uit : En route! tekstboek 5

En route! Handleiding. En route! Handleiding 5. De reeks En route! voor het vijfde leerjaar bestaat uit : En route! tekstboek 5 En route! Étape 1 Étape 2 Étape 3 Étape 4 Étape 5 Handleiding 5 De reeks En route! voor het vijfde leerjaar bestaat uit : Pierre Bailly Danielle Damey En route! leerwerkboek 5 Mireille Defreyne Christel

Nadere informatie

17609_Manual_zet in en win.indd :03

17609_Manual_zet in en win.indd :03 17609_Manual_zet in en win.indd 1 18-07-12 10:03 NL Spelregels Een vraag- en antwoordspel, waarbij je niet zélf alle antwoorden hoeft te weten; als je goed in kunt schatten wat je medespelers weten, scoor

Nadere informatie

Polo s Polos. Langue. Taal. Nederlands. Français

Polo s Polos. Langue. Taal. Nederlands. Français Polo s Polos Taal Langue Polo s De basis voor pololiefhebbers: onze polo in basic uitvoering. Met stevige kraag en drie knopen, uitgevoerd in dezelfde kleur als het shirt. De stevige kwaliteit garandeert

Nadere informatie

BrailleStudio. Beschrijving oefeningen

BrailleStudio. Beschrijving oefeningen BrailleStudio Beschrijving oefeningen Inhoud Voorbereidend Aanvankelijk Braille... 2 Aanvankelijk Braille... 3 Voorbereidend revalidatiebraille... 4 Revalidatiebraille... 5 Rekenen... 6 groep 3... 6 Voorbereidend

Nadere informatie

Wim De Grieve Page 1. Blok Les H/N Lesdoelen Socles Compter, dénombrer, classer Calculer

Wim De Grieve Page 1. Blok Les H/N Lesdoelen Socles Compter, dénombrer, classer Calculer 2 1 Betekenis geven aan de zuivere tientallen. Hoeveelheden van zuivere tientallen leggen. Zuivere tientallen t.e.m. 100 lezen en schrijven. Het symbool T herkennen en gebruiken. 3.1.1. Compter, dénombrer,

Nadere informatie

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4 Unité 7 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna Nog even oefenen Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

ACTIVITEITENFICHE LA QUEUE DE LA SOURIS

ACTIVITEITENFICHE LA QUEUE DE LA SOURIS CINÉ-MINIS Kortfilms in de Franse les ACTIVITEITENFICHE LA QUEUE DE LA SOURIS A. KERNVRAGEN Personages - Wie zijn de belangrijkste personages in de film? - Welke personages zijn nevenpersonages en waarom?

Nadere informatie

Cahier d exercices. 3 e editie

Cahier d exercices. 3 e editie Cahier d exercices 3 e editie 1 VMBO-GT/HAVO A1 Lysel Ebbinge Planchon Marie-Louise Elamri Laura Fontijne Els van Galen Heleen Jansen Simone Magnée Cara-Ella Schulte Nordholt Bouwman Zosia Szwed eindredactie

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 24.12.2009 BELGISCH STAATSBLAD 81461 VLAAMSE OVERHEID Internationaal Vlaanderen N. 2009 4144 [C 2009/36132] 27 NOVEMBER 2009. Ministerieel besluit tot bepaling van de herkenningstekens voor

Nadere informatie

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Tamara Buyck Liezelotte De Schryver Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag VOORWOORD Deze Lexique de base is bestemd voor leerkrachten lager onderwijs en

Nadere informatie

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...

Nadere informatie

joepla 2 De Cartoons hoogte van je stemming

joepla 2 De Cartoons hoogte van je stemming De Cartoons hoogte van je stemming je pen lichaam en papier alleen Alle leerlingen gaan per twee zitten en nemen pen en papier. Ze bekijken hun partner aandachtig en proberen deze zo goed mogelijk na te

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: Frans 1,2 Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 06 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

De leerling kan in het Frans praten over zijn/haar familie en vrienden. Hoe ze zijn, eruit ziet en wat hen samenbrengt. Q,H2 ik ben kennen.

De leerling kan in het Frans praten over zijn/haar familie en vrienden. Hoe ze zijn, eruit ziet en wat hen samenbrengt. Q,H2 ik ben kennen. Voorbereiding Taalreis naar Namen Hieronder de onderwerpen die we gaan behandelen en de leerstof plus het oefenmateriaal dat hierbij bestudeerd dient te worden. Tijdens de eerste les ontvang je: Le carnet

Nadere informatie

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep

Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Bijlage 14 Registratie- en planningsformulier gehele groep Toelichting In de kolom aanbieding vult u de datum in waarop u de activiteit aan de gehele groep heeft aangeboden. U hoeft dit dan niet bij iedere

Nadere informatie

E G U L O A T A C S G U O A T A L C Te l : + 3 2 5 1 2 5 0 6 8 7 sales@supremebelgium.com w w w. s u p r e m e b e l g i u m. c o m Drinkflessen/Bidons Alle drinkflessen zijn vervaardigd in de UK. De flessen

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U heeft vorige week de kick-off van het onderzoekstraject Dans en Taal bijgewoond. Hopelijk heeft het u een goede indruk gegeven van hoe de dansopdrachten eruitzien. In deze lesbrief

Nadere informatie

Moet Je Doen Drama - Lessen per groep

Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Moet Je Doen Drama Lessen per groep pagina 1 van 9 Moet Je Doen Drama - Lessen per groep Pagina 1 van 9 groep 1 1 poezenpantomime

Nadere informatie

Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm

Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 Afspreekspel - - 2 6 2 1 4 5 Associatiespel 3 1 2 - - - 2 - Dialoogspel - - 1 1-2 3 2 bewegingsspel

Nadere informatie

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop: Pak de jas! Spel Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes De leerkracht gooit met de dobbelsteen. De leerlingen nemen om ter snelste dezelfde kleur jas als de kleur van de dobbelsteen. De leerlingen verwoorden

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

Wijn- en geschenkverpakkingen Emballages vin et cadeau

Wijn- en geschenkverpakkingen Emballages vin et cadeau Wijn- en geschenkverpakkingen Emballages vin et cadeau SEIZOEN SAISON Open golfkarton turquoise Carton ondulé ouvert turquoise LD4901 902033 220x150x75 mini 1,39 st/pc LD4901 120133 360x180x90 2 fl / bt

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO Correctievoorschrift HAVO 2010 tijdvak 1 Frans tevens oud programma Frans 1,2 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...

Nadere informatie

WIJ ZIJN IN-LITE. In deze stand ziet u de LED buitenverlichting van in-lite. Eenvoudig te installeren, veilig en energiezuinig.

WIJ ZIJN IN-LITE. In deze stand ziet u de LED buitenverlichting van in-lite. Eenvoudig te installeren, veilig en energiezuinig. WIJ ZIJN IN-LITE In deze stand ziet u de LED buitenverlichting van in-lite. Eenvoudig te installeren, veilig en energiezuinig. HET IN-LITE SYSTEEM Alle in-lite verlichting is gebaseerd op laagspanning

Nadere informatie

Lesbrief Dans en Taal

Lesbrief Dans en Taal Beste leerkracht, U bent nu al een aantal weken bezig met de lesbrief van het onderzoekstraject Dans en Taal. Hopelijk verloopt alles naar wens en genieten de kinderen van het Frans middels dans. Mochten

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

maandag 8 oktober tot vrijdag 12 oktober 2018

maandag 8 oktober tot vrijdag 12 oktober 2018 maandag 8 oktober tot vrijdag 12 oktober 2018 maandag 8 oktober: facultatieve verlofdag. zaterdag 13 oktober: afhaalspaghetti! Wat doen de kleuters deze week? Bij juf Nathalie in de instap- 1 e kleuterklas:

Nadere informatie

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17, Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist

Nadere informatie