Identificatiecode: Functiefamilie: Niveau: Functiebeschrijving: provinciaal consulent opvoedingsondersteuning Voor akkoord Naam leidinggevende(n): - - Datum + Handtekening(en) Beleidsdomein: Entiteit: Naam functiehouders/-woordvoerders - - - Handtekening(en)
Beste medewerker, Hierbij vind je het functieprofiel dat past bij jouw functie. Dit functieprofiel bevat de beschrijving van jouw functie alsook de vereisten (competenties) om deze functie succesvol te kunnen vervullen. Het is een belangrijk instrument voor jou en voor jouw leidinggevende, omdat het onder meer gebruikt wordt voor de jaarlijkse plannings- en evaluatiegesprekken, voor vorming, training en opleiding en voor loopbaanontwikkeling. Jouw inzet draagt bij tot de realisatie van de missie van Kind en Gezin namelijk voor elk kind waar en hoe het ook geboren is of opgroeit, zoveel mogelijk kansen creëren samen met de partners van Kind en Gezin. Wat jouw bijdrage concreet betekent, vind je terug in de functiebeschrijving. Voor Kind en Gezin staan bij de uitvoering van deze dienstverlening 2 waarden centraal respect voor de rechten van het kind en respect voor diversiteit. We verwachten dan ook van jou dat jij bewust rekening houdt met de diversiteit van onze klanten en jouw collega s, ongeacht hun geslacht, leeftijd, afkomst, geaardheid, levensvisie, levensstandaard, gezondheidstoestand, scholingsniveau, omdat Kind en Gezin gelooft in de kwaliteiten van elkeen. In het bijzonder verwachten we dat jij kinderen beschouwt als volwaardige personen, hoe klein en onmondig ze ook mogen zijn. De concretisering van deze houding vind je terug in het competentieprofiel bij de vier waardegebonden competenties: voortdurend verbeteren, klantgerichtheid, samenwerken en betrouwbaarheid. Om een functie succesvol te kunnen uitvoeren bij Kind en Gezin vragen wij eveneens van al onze medewerkers en dus ook van jou, een zekere kennis over de werking van Kind en Gezin en een aantal basisvaardigheden inzake informaticatoepassingen. Deze kennis en vaardigheden vormen samen met de waardegebonden competenties, de generieke competenties voor de medewerkers van Kind en Gezin. We noemen ze generiek omdat ze gelden voor alle medewerkers van de instelling. De kennis met betrekking tot de werking van Kind en Gezin omvat: - kennis van onze missie: Kind en Gezin wil samen met haar partners voor elk kind, waar en hoe het ook geboren is of opgroeit, zoveel mogelijk kansen creëren. - kennis van onze centrale waarden: respect voor kinderrechten en respect voor diversiteit - kennis van de kernactiviteiten van Kind en Gezin: - regie van de kinderopvang - organisatie van de preventieve gezinsondersteuning - kennis van de organisatiestructuur van Kind en Gezin en van de eigen afdeling - kennis van de dienstverlening van de eigen afdeling - kennis van de plaats van Kind en Gezin als entiteit binnen de Vlaamse Overheid De vaardigheden op het vlak van informatica zijn: - personal computer (pc), Windows, e-mailprogramma en Internet Explorer kunnen gebruiken Bijkomend gelden er voor jouw functie nog een aantal specifieke competenties die ook in het competentieprofiel werden opgenomen. Door het ter beschikking stellen van functieprofielen aan onze medewerkers willen we de transparantie vergroten inzake functiebeschrijvingen en competentieprofielen binnen onze organisatie. Hierdoor willen we nog beter zorgen voor jouw professionele ontwikkeling en jouw persoonlijk welzijn binnen Kind en Gezin. Ook kunnen we op die manier onze competenties bundelen om samen de missie, de waarden en de kernactiviteiten te realiseren en de klantgerichtheid en de kwaliteit van onze dienstverlening te versterken. Met vriendelijke groeten, Katrien Verhegge, administrateur-generaal 2
Deel 1: Contextinformatie 0. Identificatiecode 1. Functietitel (M/V) provinciaal consulent opvoedingsondersteuning 2. Organisatie Het intern verzelfstandigd agentschap Kind en Gezin met rechtspersoonlijkheid in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 3. Context 3.1. Hoofdactiviteit van de afdeling / dienst De provinciale afdelingen zijn integraal verantwoordelijk voor de praktische organisatie en de uitvoering van de dienstverlening in hun provincie: - preventieve gezinsondersteuning (PGO) - dienstverlening aan meerlinggezinnen - de zelfstandige kinderopvangsector - het lokaal beleid en het lokaal overleg kinderopvang Ze hebben daarnaast een inbreng bij de opdrachten die onder de centrale verantwoordelijkheid vallen. De provinciale dienst PGO staat in voor: 1. het meewerken aan een kwaliteitsvolle organisatie en een efficiënte ondersteuning van de PGOdienstverlening in de provinicie: - concretiseren en opvolgen van de provinciale PGO-doelstellingen - het opzetten van acties, het monitoren en het bijsturen van de uitvoering van het beleid - een doelmatige en kwaliteitsvolle ondersteuning bieden aan de RTV en RTL voor de uitvoering van de dienstverlening oa. op volgende domeinen: o het ondersteunen bij de toepassing en/of de implementatie van wijzigingen op het vlak van richtlijnen, procedures, werkwijzen en het gebruik van instrumenten o het ondersteunen en begeleiden van dienstverleners op het vlak van opvoedingsondersteuning o het ondersteunen en begeleiden van dienstverleners op het vlak van inschatting van zorgwekkende (opvoedings-) situaties ter preventie van kindermishandeling - 2. het leveren van een inbreng bij en afstemmen met het centrale beleid PGO: - terugkoppelen naar het centraal PGO beleid omtrent de doelmatigheid van het beleid en de verwachtingen en behoeften van klanten en doelgroepen - zelf ideeën aanbrengen gericht op een mogelijke optimalisatie van het PGO beleid en het beleidsinstrumentarium, gericht op de ontwikkeling van de dienstverlening van het agentschap en gericht op een verbetering van de operationele werking - bewaken dat provinciale activiteiten conform verlopen aan de voor K&G van toepassing zijnde interne principes, procedures, werkwijzen en gebruik van instrumenten - leveren van inhoudelijke input en de nodige gegevens voor het beantwoorden van externe en 3
parlementaire vragen en het opmaken van vereiste rapporteringen - waar nodig leveren van input voor de opvolging op beheers- en beleidsmatig vlak 3. het uitbouwen en onderhouden van de externe relaties in de provincie: - ontwikkelen van goede externe relaties en samenwerken met alle betrokken partijen en overlegorganen in de provincie - verzorgen van de externe communicatie en informatieverstrekking m.b.t. PGO met een zuiver provinciaal karakter 3.2. Omgeving: factoren die het functioneren beïnvloeden Het aantal geboorten in de Vlaanderen Het aantal geboortes in maatschappelijk kwetsbare gezinnen in Vlaanderen Het aantal problematische opvoedingssituaties in Vlaanderen Het aantal te begeleiden spreekuurteams De grootte van de te begeleiden teams en de af te leggen afstand naar de teams toe 4
3.3. Interne organisatie 3.3.1. Rapporteringslijnen Aan welke functie rapporteert de coördinator provinciale dienst preventieve functiehouder? gezinsondersteuning (PGO) Welke andere functies rapporteren aan diezelfde functie? provinciaal stafmedewerker preventieve gezinsondersteuning provinciaal consulent doelgroepen provinciaal medewerker kleuterparticipatie Welke functies rapporteren aan de functiehouder? / 3.3.2. Organogrammen Toe te voegen als bijlage. 4. Kwantitatieve gegevens Aantal personeelsleden waaraan wordt leiding gegeven: Budgetten (met vermelding van het type impact dat de functiehouder heeft): Bijkomende kwantitatieve gegevens: / / 5
DEEL 2: DOEL EN RESULTAATSGEBIEDEN 5. Doel Procesmatig en inhoudelijk adviseren en/of begeleiden van regioteamleden regioteams, vertrekkend vanuit de specialisatie en binnen het algemeen beleid van PGO, om de regioteamleden te ondersteunen in hun dagelijkse werking en zo bij te dragen aan een kwaliteitsvolle dienstverlening 6. Resultaatgebieden 6.1. Procesmatig en inhoudelijk ondersteunen van de regioteamleden/-teams in het werken met gezinnen om de dienstverlening naar de gezinnen verder te professionaliseren. Dit houdt o.a. in: Voorbeelden van activiteiten: - fungeren als aanspreekpunt voor de regioteamleden en de regioteamverantwoordelijken voor wat betreft het thema opvoedingsondersteuning - vervolledigen, verhelderen, analyseren van de vraag of de problematiek m.b.t. opvoedingsondersteuning in een regioteam - aanbieden van en/of meewerken aan diverse vormen van werkbespreking (intervisie, casusbespreking, werkoverleg, coachingsgesprek) rond vragen in de regioteams - methodisch ondersteunen van regioteamleden - stimuleren van regioteams om samen te werken met externe partners - samen met de regioteams op regelmatige basis reflecteren op het professioneel handelen - inwerken van nieuwe medewerkers m.b.t. opvoedingsondersteuning i.s.m. de K&G academie - begeleiden van spreekuurteams -. 6.2. Begeleiden van de regioteams bij de consolidatie en implementatie van beleidsrichtlijnen, concepten en instrumenten m.b.t. opvoedingsondersteuning om hen te helpen ze op een correcte, kwaliteitsvolle wijze toe te passen in hun dagelijkse werking. Dit houdt o.a. in: Voorbeelden van activiteiten: - samen met de collega s opzetten en uitwerken van ondersteuningsacties voor de regioteams - concretiseren van acties voor een vlotte, geïntegreerde implementatie en consolidatie in de provincie samen met de regioteamverantwoordelijken - toelichten van beleidsrichtlijnen, nieuwe concepten en instrumenten aan de regioteamleden en regioteamverantwoordelijken - meewerken aan het proces van kwaliteitsverbetering o.a. o.b.v. de provinciale monitoring van de (proces)-indicatoren - in samenspraak met de regioteamverantwoordelijke inschatten van opleidingsnoden in de regioteams m.b.t. bepaalde thema s - adviseren op tweede niveau rond opvoedkundige vragen - 6.3. 6
Deelnemen aan provinciale netwerken m.b.t. opvoedingsondersteuning om de standpunten van Kind en Gezin m.b.t. opvoedingsondersteuning in te brengen en een meerwaarde voor de provinciale werking te realiseren Dit houdt o.a. in: Voorbeelden van activiteiten: - stimuleren van de samenwerking met externe partners op bovenlokaal niveau - deelnemen aan bovenlokale netwerken om vanuit de specialisatie opvoedingsondersteuning een inbreng te doen o.a. over de visie van Kind en Gezin - op vraag inbrengen van expertise en afstemmen met partners - deelnemen aan overlegorganen m.b.t. bepaalde thema s - schrijven, aanbieden van teksten voor lokale kranten, streekbladen, - 6.4. Formuleren van adviezen/voorstellen om de dienstverlening m.b.t. opvoedingsondersteuning te verbeteren, alsook input te leveren aan het centrale beleid PGO Dit houdt o.a. in: Voorbeelden van activiteiten: - deelnemen aan functioneel werkgroepoverleg - stimuleren van regioteamleden om knelpunten te signaleren en voorstellen tot verbetering te formuleren m.b.t. opvoedingsondersteuning - exploreren, aftoetsen en bespreken van nieuwe instrumenten, processen, procedures, op relevantie in het werkveld en bij de RTV s - formuleren van voorstellen en verbeteracties op basis van reële behoeften uit het werkterrein via functioneel werkgroepoverleg en via de coördinator provinciale dienst PGO naar het centrale beleid - opnemen en uitvoeren van ad hoc opdrachten n.a.v. het functioneel werkgroepoverleg -. 6.5. Rapporteren en uitwisselen van informatie over ondernomen acties om enerzijds af te stemmen en anderzijds om input te geven aan het beleid. Dit houdt o.a. in: Voorbeelden van activiteiten: - continu afstemmen met de collega s in de provinciale dienst PGO - deelnemen aan overleg in de provinciale dienst PGO - rapporteren over ondernomen acties naar regioteams - opmaken van verslagen van overleg - afstemmen met de regioteamverantwoordelijken -. 7
DEEL 3: COMPETENTIEPROFIEL 7. Waardegebonden en gedragscompetenties 7.1. Voortdurend verbeteren Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen Niveau 2: ontwikkelt zich binnen de eigen functie en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van de taken - Maakt zich vertrouwd met nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak (bv. nieuwe inhouden, informaticatoepassingen, werkmethoden ) - Informeert zich over nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de eigen functie (leest vakliteratuur, volgt opleidingen, ) - Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk - Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te verbeteren en werkt die mogelijkheden verder uit tot concrete voorstellen - Neemt deel aan intervisie met collega consulenten opvoedingsondersteuning 7.2. Samenwerken Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van de provinciale dienst PGO, de provinciale afdeling, de centrale beleidsafdeling PGO of de organisatie, ook als dat niet onmiddellijk van persoonlijk belang is Niveau 3: stimuleert de samenwerking tijdens intervisies, - behandelt anderen met respect ongeacht hun positie, achtergrond of opvattingen - moedigt regioteamleden aan, partners, om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen - moedigt regioteamleden, partners, aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen - Steunt in de provinciale dienst PGO de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk resultaat te komen - Stemt de eigen inbreng/prioriteiten/aanpak af op de behoeften van de groep 7.3. Klantgerichtheid Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren Niveau 3: onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan regioteams te optimaliseren - Verleent een correcte service aan alle klanten, ongeacht hun afkomst, geslacht, handicap enz. (bv. houdt de wachttijd voor een klant minimaal, voert stipt uit wat werd vastgelegd, levert duidelijke producten af, neemt een lagedrempelhouding aan, is beschikbaar en bereikbaar) - kiest een aangepaste aanpak gezien de mogelijkheden en beperkingen van de klant. - Gaat kritisch na op welke punten de eigen dienstverlening aan de regioteams kan worden verbeterd - Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van regioteamleden 8
7.4. Betrouwbaarheid Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg ) Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid opnemen Niveau 2: brengt sociale en ethische normen in de praktijk - Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau - Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen - Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan. - Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid 7.5. Probleemanalyse (analytisch denken) Een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante informatie Niveau 3: maakt eenvoudige analyses van complexe dossiers - houdt bij zijn/haar analyse rekening met verschillende aanknopingspunten - is in staat inzicht te verwerven in een complexe problematiek 7.6. Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Spreken in een taal zodat het publiek tot wie je je richt je begrijpt Niveau 3: communiceert vlot met verschillende doelgroepen - Gebruikt herkenbare voorbeelden en vergelijkingen om voorstellen en boodschappen meer kracht bij te zetten - Past zijn woordenschat en spreektempo aan de doelgroep aan - Stemt zijn communicatiestijl af op de specifieke relatie met de doelgroep (bv. formeel, informeel, meer of minder interactief) - Communiceert selectief vanuit zijn inzicht in en inschatting van de situatie, om zo sneller zijn doel te bereiken 7.7. luisteren tonen (non)verbale boodschappen op te nemen en te begrijpen, en doorvragen bij onduidelijkheden Niveau 3: stimuleert een open dialoog - luistert actief naar mensen, neemt de tijd en dialogeert met hen - vraagt door op gegeven informatie - stelt vragen als iemand er in een gesprek blijk van geeft dat hij/zij nog niet alle gedachten heeft uitgesproken - reageert inhoudelijk op wat de gesprekspartner zegt - integreert de inbreng van anderen in zijn/haar uiteenzetting 7.8. flexibel gedrag de eigen gedragstijl kunnen veranderen teneinde een gesteld doel te bereiken. In verschillende situaties ten aanzien van verschillende personen op een efficiënte wijze zijn/haar gedrag kunnen aanpassen Niveau 3: blijft soepel en doelgericht functioneren in situaties die bijzonder onderhevig zijn aan veranderingen 9
- blijft doelmatig handelen in situaties waar de eigen kennis en ervaring ontoereikend is - blijft rustig en doelmatig handelen in situaties waar meerder variabelen plots veranderen - weet de impact van de wijziging van één variabele op de andere aspecten snel en correct in te schatten 7.9 Organisatiebetrokkenheid Zich verbonden tonen met de organisatie, taak en beroep; de belangen ervan verdedigen bij anderen Niveau 1: handelt overeenkomstig de waarden en doelstellingen van de organisatie - Staat achter beslissingen die voor Kind en Gezin nuttig zijn, zelfs als die minder populair of controversieel zijn - Voert richtlijnen uit, ook al komen die niet overeen met de eigen belangen - Reageert correct en loyaal als regioteamleden, buitenstaanders, klanten enzovoort kritiek uiten op de organisatie - Respecteert de binnen de Kind en Gezin bestaande afspraken en procedures 7.10 Coachen (ontwikkelingsgericht coachen) Regioteamleden expliciet helpen en ondersteunen bij hun professionele ontwikkeling en op die wijze mee verantwoordelijkheid opnemen voor het leren binnen de organisatie Niveau 2: Biedt hulp en steun bij het ontwikkelen van de gewenste gedragsvaardigheden - Stimuleert regioteamleden om zelf oplossingen te vinden - Onderneemt acties om het inzicht van regioteamleden in hun eigen functioneren te versterken - Heeft vertrouwen in het potentieel en de zelfsturing van de regioteamleden en stimuleert dat ook - Is in staat om zijn advies en coachingstijl aan te passen aan het ontwikkelingsniveau en de eigenheid van regioteamleden - Richt zich niet alleen op de taak of het doel dat gerealiseerd moet worden, maar ook op de persoon die de taak moet uitvoeren 10
8. Vaktechnische competenties 8.1. Diploma masterdiploma/ licentiaatsdiploma pedagogische of psychologische wetenschappen of een aanverwant diploma 8.2. Ervaring 8.3. Functiespecifieke kennis Kennis hebben van: - de plaats van Kind en Gezin als entiteit binnen de Vlaamse Overheid - de missie, de waarden en de kernactiviteiten van Kind en Gezin - het beleidskader van de preventieve gezinsondersteuning m.b.t. de 5 kernthema s Inzicht hebben in: - de organisatie- en beslissingsstructuur van Kind en Gezin, de provinciale afdeling en de beleidsafdeling PGO - de dienstverlening van de provinciale afdeling en de beleidsafdeling PGO - de organisatie van de preventieve gezondheidszorg en de welzijnszorg in Vlaanderen - ontwikkelingspsychologie - pedagogiek - visies opvoedingsondersteuning - kansarmoedeproblematiek, migratiethematiek (migratiecultuur, migratieprocessen, ), uitsluitingsdynamieken - de binnen Kind en Gezin gebruikte kwaliteitsnormen en indicatoren kunnen toepassen van: - PC, Windows, Lotus Notes, Internet Explorer, Word, excel, powerpoint - opvoedingsmodellen - gesprekstechnieken - observatievermogen - groepsdynamica - sociale kaart - veranderingsmanagement 8.4. Strekt tot aanbeveling 9. Functiefamilie 9.1. Functiefamilie 9.2. Niveau 11
10. Opmerkingen Specifieke werkomstandigheden: glijdende werkuren, mogelijkheid tot alternatief werken, frequente verplaatsingen in de provincie 12
Provinciaal Afdelingshoofd Administratieve cel Provinciaal Adviserend Arts PSM Databeheer PSM HR cel Databeheer cel Dossierbeheer personeel Coördinator Provinciale Dienst KO Coördinator Provinciale Dienst PGO Regioteamverantwoordelijke Regioteamverantwoordelijke Consulent lokaal beleid KO Dossierbeheer Zelfst. KO Prov. Consulent Doelgroepen Prov. Consulent Opvoedingsond. PSM PGO Prov. medewerker Kleuterpartic. Regioverpleegkundige Gezinsondersteuner Regioverpleegkundige Gezinsondersteuner 13