VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 20 JANUARI 2005 OM 19.30 UUR ALDUS VASTGESTELD D.D. 17 MAART 2005 AGENDA 1. Verslagen van de vergaderingen van 16 en 17 december 2004 2. Toelating de heer H.L.G. Moïze de Chateleux; installatie raadsleden 3. Benoeming leden gemeentelijke commissies 4. Amendement op de Reïntegratieverordening 5. Diverse aangelegenheden a. Verzoek wijziging bestemmingsplan Ooijmanlaan 14 A b. Verzoek wijziging bestemmingsplan Zelhemseweg 4 A c. Voorbereidingsbesluit terrein Heelweg d. Beleidsplan werk, inkomen en zorg 2005 6. Ingekomen stukken 27
28
VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 20 JANUARI 2005 OM 19.30 UUR AANWEZIG PvdA : H.G.J.M. Wubbels, A.D. Boland, drs. D. Bos, mw. M. Duijn-Visser, P.J. Koning, mw. M-L. Moonen, mw. J.H.A. Putman, Th.H.J. Röttger, W.D. Stoel GroenLinks : drs. F.M. van Doesum, A. Arik, mw. G. Bouman, mw. B.B.M. Ebben, D.C. Kuipers D66 : mw. S.C. Katus, H.L.G. Moïze de Chateleux ChristenUnie-SGP : ir. A.C. Heij CDA : mr. W. Kuiper, B.H.M. Ernst, F.W.M. Ernst, W.H. Gotink, mw. J. Grootjans-Doornbos, V.B.H.M. Heuthorst, L.T.M. Steintjes, M.W.M. Thus VVD : mw. drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar, mr. H.M. Mourik, J.E.L. de Rechteren van Hemert, C.F.P.M. van Pul, mr. M.A.G. Rietbergen, A.J. Verhoeven Voorzitter : burgemeester M. Horselenberg Griffier : mr. A.C. van der Haar Afwezig met kennisgeving : - Wethouders : R.P.J. Blom, mr. O.E.T. van Dijk, mw. K.E. Huijink-van Halst, drs. R.J. de Redelijkheid Verslag : J.F.M. Hagendoorn 2 TOELATING DE HEER H.L.G. MOÏZE DE CHATELEUX; INSTALLATIE RAADSLEDEN De voorzitter van de onderzoekscommissie geloofsbrieven, de heer THUS deelt mee dat de geloofsbrieven van de heer Moïze de Chateleux zijn onderzocht en dat hij benoemd kan worden tot lid van deze raad. De VOORZITTER nodigt de heer Moïze de Chateleux en de heer Van Pul uit naar voren te komen en verzoekt de aanwezigen te gaan staan. Ze leest de volgende tekst voor: Ik zweer, dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer, dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer, dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen. De heer MOÏZE DE CHATELEUX en de heer VAN PUL antwoorden daarop: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig. De VOORZITTER wenst beiden heel veel succes toe in de gemeenteraad en feliciteert ze. 1 VERSLAGEN VAN DE VERGADERINGEN VAN 16 EN 17 DECEMBER 2004 29
Deze worden zonder opmerkingen goedgekeurd. 3 BENOEMING LEDEN GEMEENTELIJKE COMMISSIES De heer WUBBELS geeft aan dat in de voorbespreking van de vergadering aan de orde is geweest het feit dat er vanuit de samenwerkende coalitiepartijen de behoefte bestond om het werken van de eenmansfractie in de raad beter te faciliteren dan te doen gebruikelijk via de verordening en dat te doen door het aantal opvolgers voor de eenmansfractie uit te breiden tot twee. Daarnaast hebben ze geconstateerd dat opvolgende raadsleden wel geacht worden veel werk te verrichten en steeds beschikbaar te zijn, maar daar behalve met ict en de sleutel voor de fractiekamer er nauwelijks voor gefaciliteerd worden. Hij wil het college verzoeken onderzoek te doen naar de mogelijkheid om ook financieel daarvoor een tegemoetkoming tot stand te brengen. Daartoe dient hij de volgende motie in: MOTIE De raad van de gemeente Doetinchem in vergadering bijeen op 20 januari 2005 overwegende: - dat het wenselijk is dat eenmansfracties beter gefaciliteerd worden om aan het raadswerk mee te doen - dat het redelijk is dat ook de opvolgers een kostenvergoeding krijgen besluit: - aan de verordening toegang fractiekamer door niet-raadsleden een nieuw artikel toe te voegen, tw. artikel 1a: bij eenmansfracties worden de eerstvolgende twee personen vermeld op de kandidatenlijst van de betreffende groepering tot opvolger gekwalificeerd en - het college te verzoeken een voorstel te doen over het bieden van een vergoeding aan de opvolgers en gaat over tot de orde van de dag. Ondertekend door de fracties van: PvdA, GroenLinks, D66 en ChristenUnie-SGP De heer WUBBELS excuseert zich voor het feit dat door omstandigheden deze motie niet naar de fracties toegegaan is. Hij had aangekondigd dat deze er zou komen en heeft hem wel bij de fractievoorzitters verspreid. De VOORZITTER stelt voor tijdens de verspreiding van de motie en het uitdelen van de stembriefjes alvast agendapunt 4 te behandelen. 4 AMENDEMENT OP DE REÏNTEGRATIEVERORDENING De heer BOLAND verwijst naar het amendement dat de PvdA-fractie op 3 januari 2005 heeft ingediend, mede ondertekend door de fracties van D66, GroenLinks en ChristenUnie-SGP, dat toen teruggenomen is en thans hergeformuleerd op de agenda van vandaag is opgenomen. Het heeft thans de status van motie. Het is onderbouwd met een omschrijving waarin drie scenario s worden aangegeven, welke de inhoud van het amendement toelichten. Het amendement is een aanvulling op het artikel in de Reïntegratieverordening en de uitleg van het college in de drie scenario s geeft een toelichting. De strekking van het amendement was niet wat in scenario 1 staat, want daarin staat dat de reïntegratiegelden zouden worden gebruikt voor een vorm van financiering van reguliere arbeid en het heeft naar zijn mening ook een oneigenlijk karakter. Scenario 1 is wat hem betreft niet van toepassing. Scenario 2 komt wel wat overeen met de strekking van het amendement; daarin staat namelijk aangegeven dat het college gevraagd wordt er naar te streven dat zij met de instanties waarmee ze overleg heeft of waarop ze invloed heeft, wil bereiken dat de taken die nu door additioneel werk worden gedaan, ingebed worden in de taakstelling van een organisatie. 30
Scenario 3, waarvan het college ook voorstelt om mee akkoord te gaan - en dat kan hij geeft aan dat gesubsidieerde arbeid gebruikt kan worden met een kortlopende duur om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te equiperen of voor te bereiden op terugkeer naar arbeid. In het koersdocument, maar ook in andere beleidsdocumenten staat aangegeven dat het belangrijk is voor mensen om deel te nemen aan de samenleving middels werk of middels andere activiteiten, om betrokken te worden bij de maatschappelijke participatie. De PvdA-fractie gaat akkoord met de strekking van scenario 3 om middels een vorm van subsidie een werkervaringsplek te creëren van kortdurend karakter met de intentie om die te gebruiken als opstapelement of als verrijkingselement om mensen voor te bereiden op een arbeidssituatie. Ze kunnen daarmee akkoord gaan. De heer VERHOEVEN deelt mee dat de VVD-fractie gelukkig is dat op hun verzoek op 3 januari geen besluit is genomen. Het feit dat een deel van de raad niet op de hoogte was van de inhoud van het amendement en het feit dat het amendement op meerdere manieren uitgelegd kon worden, onderschrijft dat. De doelstelling is dat iedereen die kan werken, moet werken. Daarnaast heeft de raad besloten op initiatief van de PvdA-fractie en overgenomen door andere fracties de gesubsidieerde arbeid in drie jaar af te bouwen. Dat traject is bijna afgerond. De VVD-fractie is van mening dat maximaal moet worden ingezet om iedereen naar een baan te leiden. Daarbij kan het noodzakelijk zijn middels bijvoorbeeld loonkostensubsidie, stage of werkervaringsconstructies van beperkte duur de drempel voor uitkeringsgerechtigden te verlagen en daarmee te komen tot een reguliere baan. Op dit moment wordt gewerkt aan een notitie hierover waarin de verschillende mogelijkheden en de daaraan verbonden consequenties in beeld worden gebracht. De VVD-fractie wil daar niet op vooruitlopen. Daarnaast kan de voorliggende motie zo uitgelegd worden dat de oplossing voor mensen die weer aan het werk willen door uit te gaan van zorg en veiligheid beperkt wordt tot slechts twee sectoren. Dat kan niet de bedoeling zijn. De VVD-fractie zal, omdat ze eigenlijk vindt dat de motie overbodig is, omdat de notitie eraan komt waarin integraal wordt gekeken naar mogelijkheden om uitkeringsgerechtigden aan een reguliere baan te helpen, deze motie niet steunen. De heer ARIK schetst de gang van zaken die tot deze motie heeft geleid. De motie bestaat nu louter uit de bijzin: waarbij het college zich inzet de voor de organisaties belangrijke werkzaamheden op het gebied van zorg en veiligheid mogelijk te blijven maken. Nu wordt door het college terecht gevraagd hoe de motie moet worden geïnterpreteerd. Gezien het kostenaspect, waarbij ongeveer 70% van alle gelden voor reïntegratie op gaat aan gesubsidieerde arbeid, moet de gesubsidieerde arbeid oude stijl hoe dan ook worden afgebouwd. Reguliere arbeid moet regulier gefinancierd worden. Gesubsidieerde arbeid moet resulteren in uitstroom. Met de eerste twee interpretaties kan niet worden voldaan aan deze drie uitgangspunten. Daardoor vallen deze interpretaties voor de GroenLinksfractie af. Er moet echter hoe dan ook aan een nieuwe vorm van gesubsidieerde arbeid worden gedacht en dat moet worden geïmplementeerd. Dit is als opdracht ook destijds meegegeven toen de Wet werk en bijstand in Doetinchem vorm kreeg. Het college zegt toe hierover in het tweede kwartaal met een voorstel te komen. Het college wil met het opzetten van een nieuwe vorm van gesubsidieerde tijdelijke arbeid aan de in het amendement genoemde doelgroepen zorg en veiligheid, alsmede aan de doelgroep onderwijs speciale aandacht schenken. Dit is de derde variant van de interpretatie van de motie. Dit ligt in het verlengde van het koersdocument. GroenLinks kan hiermee instemmen. Ze vertrouwen erop dat de gemeente en Wedeo samen op een juiste manier vorm zullen geven aan de gesubsidieerde arbeid nieuwe stijl. Als suggestie willen ze meegeven om deze vorm van gesubsidieerde arbeid nieuwe stijl aflopend te subsidiëren zodat er meer een link wordt gelegd met de reguliere arbeid. Mevrouw KATUS geeft aan dat de fractie van D66 het heel belangrijk vindt dat mensen in de bijstand een kans krijgen om weer in het reguliere arbeidsproces terug te komen. Het is belangrijk om zo n punt te bespreken, juist ook omdat het input geeft aan verder beleid dat we gaan uitstippelen. De ID-regeling was juist gericht op de herintreding in het arbeidsproces en kende een tijdelijk karakter. Toen deze ID-banen als onmisbaar werden gezien, hadden deze functies het etiket moeten krijgen van regulier werk en regulier werk moet regulier worden betaald. D66 is van mening dat aan mensen nu nog steeds kansen moeten worden geboden. Het is goed om het er op dit moment even goed over te hebben. Dit is vanuit sociaal, maar ook vanuit economisch oogpunt van 31
belang. Omdat ze toch al een uitkering krijgen vraagt het financieel gezien naar haar mening enkel een aanvullende loonsubsidie. Uitgegeven wordt het geld toch. Het heeft ook een sociaal karakter en daar staat ze hier voor. Het komt alleen uit een ander potje. Sociaal gezien vindt D66 aldus eveneens dat er genoeg reden is om het voort te zetten en ook op dit moment even aan te stippen hoe belangrijk ze het vinden. Het is een verantwoordelijkheid van de gemeente dat deze kansen waar dat mogelijk is ook in de toekomst geboden worden. We moeten met de bezuinigingen aan de slag, maar dit soort zaken is ook belangrijk in de tijd dat er bezuinigd moet worden. De manier waarop is als volgt: door relevante budgetten aan te spreken, zoals onderwijs en veiligheid en andere. Welke relevante budgetten dit dan nog zijn, zijn voor D66 zaken die door moeten gaan en waarop niet bezuinigd moet worden. Voor hen zijn dit de kaders van de raad: kijk heel goed welke zaken door moeten gaan en probeer deze aspecten daarin door te vertalen als het gaat over integraal beleid. Daarom kan D66 meegaan en daarom willen ze dit punt nog even aanstippen. Waar het volgens mevrouw GROOTJANS om gaat, is de extra aandacht die in dit voorstel gevraagd wordt voor de sectoren zorg en veiligheid om daar een stukje extra energie op in te zetten. In feite is dat de enige vraag die voorligt, want een aantal andere aspecten hebben we allang aan de orde gehad. We zijn al bezig met het afbouwtraject van drie jaar, er zal al een vervolgnotitie komen op het huidige beleid dat nu is ingezet, dus wat dat betreft heeft het voorliggende voorstel geen verdere grote aanvulling dan het gegeven dat we ons richten op een enkele doelgroep in dat beleid. Daarom heeft de CDA-fractie er ook geen moeite mee. Ze wil af van de term gesubsidieerde arbeid en spreken over reïntegratietrajecten. Het is ook deels onze wettelijke taak om op die manier alle mensen aan het werk te helpen. Ze vraagt het college om bij het voorstel dat het gaat ontwikkelen niet meer te spreken over gesubsidieerde arbeid maar over reïntegratietrajecten met een extra inzet op de genoemde sectoren. Wethouder VAN DIJK is blij met de raadsbrede gemeenschappelijke visie op de reïntegratie van werkzoekenden. Het amendement/de motie geeft als duidelijke lijn aan een tweetal sectoren, veiligheid en zorg, waar het college nog als derde sector het onderwijs aan wil toevoegen, waar het met name de reïntegratietrajecten op wil richten, omdat daar de behoefte bestaat aan een additionele vorm van arbeid. Het doet recht aan twee elementen, enerzijds het reïntegreren van mensen richting de arbeidsmarkt, anderzijds voorzie je in knelpunten zoals ook bedoeld in de motie/het amendement en voldoe je in behoeften in bepaalde sectoren om die additionele arbeid vorm te geven. Daarbij komt uitleg 3 het beste naar voren, zij het dat het college ook bezig is in samenspraak met de raad om nieuwe instrumenten te ontwikkelen, waarbij zoveel mogelijk dat begeleiden naar werk tot zijn recht komt. Deze nieuwe instrumenten staan nog niet in de verordening. De verordening zal nog opnieuw en aangevuld bij de raad terugkomen, waarbij ook de motie zal worden meegenomen en bijzondere aandacht zal worden geschonken aan deze drie doelgroepen. De heer VERHOEVEN begrijpt uit de woorden van de wethouder dat er integraal gekeken zal worden naar mogelijkheden om mensen naar werk toe te leiden. Dat daarin een aantal gebieden extra aandacht kunnen krijgen vindt de VVD-fractie prima, maar in eerste instantie moeten integraal zaken in kaart gebracht worden op basis waarvan de raad een besluit kan nemen. Wethouder VAN DIJK zegt die integrale notitie toe. Wanneer ze deze motie steunen geven ze een kader mee aan het college van zaken waar het bijzonder op moet letten. De VOORZITTER brengt het voorstel in stemming. Tegen stemmen de fracties van CDA en VVD (totaal 14 stemmen). Vóór stemmen de fracties van GroenLinks, ChristenUnie-SGP, D66 en PvdA (17 stemmen). Daarmee is het voorstel aangenomen. 3 BENOEMING LEDEN GEMEENTELIJKE COMMISSIES (vervolg) De VOORZITTER stelt vast dat ieder inmiddels de motie van de heer Wubbels heeft ontvangen. 32
Mevrouw VAN DER MEIJS was deze middag zo verbouwereerd dat de heer Wubbels haar persoonlijk de motie kwam overhandigen dat ze vergat hem een kop koffie aan te bieden. Die houdt hij tegoed. De VVD-fractie kan instemmen met de inhoud van de motie. Ze heeft in de vorige periode ook waargenomen hoeveel werk het is voor een opvolger om hun taak uit te voeren. Ze is het ermee eens dat gekeken wordt of er mogelijkheden zijn om ook de opvolgers een financiële tegemoetkoming te geven. De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Deze wordt unaniem aangenomen. Er is een lijst ingediend met namen, waarop de heer Bulten als tweede opvolger staat vermeld. Er kan nu gestemd worden over het voorstel. De heren Kuipers en Rietbergen worden tot leden van het stembureau benoemd. Wie het eens is met het voorstel zet bij de naam op het stembriefje conform, in het andere geval moet de betreffende naam worden doorgehaald. Mevrouw GROOTJANS merkt op dat bij de commissie beleidsontwikkeling bij de PvdA-fractie drie namen zijn genoemd, waaruit geconcludeerd zou kunnen worden dat er ook drie leden in de commissie zitting kunnen nemen. Dat is volgens haar niet de bedoeling. De heer WUBBELS geeft toe dat de conclusie van mevrouw Grootjans juist is. De PvdA-fractie heeft nagegaan op welke wijze de mensen het beste ingezet zouden kunnen worden waarbij dient te worden aangetekend dat hij zelf geen zitting zal nemen in een commissie en qua verdeling van de werkzaamheden en gelet op het gewicht dat de afgelopen maanden op de leden van deze commissie drukte, heeft zijn fractie gemeend een drietal leden te kunnen voordragen. De verordening als zodanig verzet zich hier niet tegen. Er zijn maximaal 15 leden toe te laten in deze commissie. Vandaar dit voorstel. Mevrouw GROOTJANS vraagt schorsing voor beraad binnen haar fractie. Na de schorsing merkt de heer KUIPER op, dat over een aantal zaken wel vooroverleg geweest is, maar dat de PvdAfractie met drie leden in die commissie gaat zitten, is wel een verrassing. Formeel is het mogelijk, maar hij had overleg vooraf daarover wel op prijs gesteld. De CDA-fractie stelt voor om mevrouw Grootjans ook aan deze commissie toe te voegen met als extra argument dat ze op deze manier ook wat wordt ingewerkt in het commissiewerk, omdat ze in algemene zin ook plaatsvervangend voorzitter is voor alle commissies. De VOORZITTER verzoekt de leden om de naam Grootjans bij de commissie beleidsontwikkeling toe te voegen en de stembriefjes in te vullen. De heer RIETBERGEN deelt de uitslag van de stemming mee. Er zijn 31 stemmen uitgebracht, waarvan er drie blanco zijn en 28 conform, inclusief mevrouw Grootjans. Daarmee is het voorstel aangenomen. 5 DIVERSE AANGELEGENHEDEN a. Verzoek wijziging bestemmingsplan Ooijmanlaan 14 A b. Verzoek wijziging bestemmingsplan Zelhemseweg 4 A c. Voorbereidingsbesluit terrein Heelweg d. Beleidsplan werk, inkomen en zorg 2005 ad a. Verzoek wijziging bestemmingsplan Ooijmanlaan 14 A De heer VAN DOESUM deelt mee dat de fractie van GroenLinks akkoord gaat met het voorstel van het college, maar het verzoek van de heer Joling namens mevrouw Keuper plaatste hen voor een dilemma. Enerzijds is er een vigerend bestemmingsplan dat zulke initiatieven verbiedt. Dat bestemmingsplan is nog vrij recent vastgesteld. Anderzijds vermeldt het koersdocument van deze coalitie dat recreatieve activiteiten in het buitengebied in de toekomst mogelijk worden. Daar is weliswaar sprake van agrarische nevenactiviteiten, maar het is wat kunstmatig om verschil te maken tussen agrarische gebouwen en voormalige agrarische gebouwen. Als mevrouw Keuper niet twee paarden voor de deur had lopen, maar twee koeien die ze elke dag molk in het kader van een 33
agrarisch bedrijf met een agrarische bestemming, dan had ze nu wel toestemming kunnen krijgen. GroenLinks heeft vanwege die wat arbitraire onderscheiding agrarisch/niet agrarisch een motie opgesteld die verwoordt dat het beleid in het buitengebied inzake recreatie en toerisme heroverweging behoeft, zonder aan het verzoek van mevrouw Keuper tegemoet te kunnen komen. Omdat je de opgestelde regels ook moet uitvoeren zal GroenLinks meegaan met het voorstel van het college, maar tegelijkertijd in een motie voorstellen om opnieuw naar de regels te kijken. De motie kan worden opgevat als een operationalisering van een onderdeel van het koersdocument. De motie is door alle partijen in de raad ondersteund. MOTIE De raad van de gemeente Doetinchem, in vergadering bijeen op donderdag 20 januari 2005 overwegende het verzoek, behandeld in de algemene commissie op 6 januari 2005 om bij een woning in het buitengebied een minicamping temogen beginnen en een deel van de bijgebouwen te mogen gebruiken als recreatiewoning; gezien het economisch belang van ontwikkeling van toerisme en recreatie in het buitengebied; gezien de vermelding in het koersdocument van recreatieve bedrijvigheid in het buitengebied; overwegende dat het bestemmingsplan Buitengebied nu geen mogelijkheid biedt om minicampings te vestigen, anders dan bij gebouwen met een agrarische bestemming, draagt het college op in het kader van de toekomstige structuurvisie inzichtelijk te maken of het mogelijk is binnen bepaalde gebiedsgrenzen en onder stringente voorwaarden van visuele inpasbaarheid, voorkoming van hinder voor bewoners en behoud van natuurwaarden kleinschalige bedrijfsrecreatie toe te staan bij zowel agrarische als bij voormalige agrarische gebouwen; en gaat over tot de orde van de dag. De fracties van GroenLinks, PvdA, D66, ChristenUnie-SGP, VVD en CDA De heer VERHOEVEN deelt mee dat de VVD-fractie de motie van GroenLinks heeft gesteund, maar dat de aanvraag zelf op dit moment vanwege de precedentwerking niet gehonoreerd kan worden. Zijn fractie is van mening dat in het buitengebied, door afname van de agrarische sector behoefte is aan andere economische activiteiten. Op dit moment zijn die onvoldoende voorhanden. Daarnaast heeft de gemeente nauwelijks beleidsruimte; in principe wordt alles bepaald door de provincie. Of het nu gaat over de reconstructie of het concept streekplan, de provincie houdt alle touwtjes strak in eigen hand. De VVD landelijk legt de verantwoordelijkheden bijvoorbeeld via de nota Ruimte binnen algemene kaders daar waar ze horen. De gemeente, in dit geval Doetinchem heeft de meeste kennis van haar eigen grondgebied en kan daarmee het maatwerk leveren dat gevraagd wordt. Hij vindt het daarom verstandig een visie op te stellen voor het Doetinchemse buitengebied met de mogelijke economische dragers naast de agrarische sector. De VVD werkt aan een voorstel om de mogelijkheden voor werkelijke alternatieve economische dragers, dus breder dan alleen recreatie, vorm te geven. Daarbij dienen het agrarische, maar ook rechten van bewoners niet aangetast te worden. Daarnaast dringt de VVD-fractie aan om bij de provincie nadrukkelijk te vragen de gemeente veel meer dan nu zeggenschap te geven over haar eigen buitengebied. Ze nodigen het college uit om met een voorstel te komen om mogelijk in gezamenlijkheid er over na te denken of aan te werken. Binnen die algemene doelstellingen past de motie van GroenLinks prima en daarom gaat de VVD-fractie daarmee akkoord. Mevrouw KATUS wil benadrukken dat D66 veel sympathie heeft voor dit verzoek om een minicamping. Het kenmerk van dit soort campings is veelal dat die kampeerders houden van de natuur en van rust. Maar ook de agrarische activiteiten, zoals genoemd door de VVD vinden ze enorm belangrijk. Sinds de invoering van de Wet openluchtrecreatie is een agrarische koppeling niet meer noodzakelijk. D66 wil dit verzoek gebruiken om te kijken of er in Doetinchem meer behoefte is aan vormen van kleinschalig kamperen waar dit ruimtelijk is toegestaan. Verder kan ze zich vinden in wat hiervoor is gezegd. Het zou bijzonder servicegericht en klantvriendelijk zijn wanneer 34
dat nog vóór het kampeerseizoen zou kunnen, maar dat zal wel heel erg snel zijn. De heer HEUTHORST zegt namens de CDA-fractie ook de motie te ondersteunen gezien het nieuwe beleid dat daarop kan komen o.a. door het toekomstige streekplan van de provincie. Gezien deze specifieke aanvraag wil de CDA-fractie nagaan hoe met het gebouw misschien het bed en breakfastidee te realiseren is. Wethouder DE REDELIJKHEID dankt voor de ondersteuning van de motie die ook de ideeën van het college volgt. Binnen enkele maanden wil het college met een voorstel komen om met elkaar in dialoog na te gaan denken over het buitengebied en daar een meer integrale visie voor op te stellen dan het koersdocument nu aangeeft. De mogelijkheden moeten college en raad dan met elkaar uitdiscussiëren. Bij de provincie kan op zeer korte termijn een eigen mening worden neergelegd in het kader van de reactie op het ontwerpstreekplan. Vóór het kampeerseizoen dit jaar nog zaken regelen lijkt hem erg moeilijk; misschien dat we volgend jaar een eind verder zijn. We moeten ons wel realiseren dat een nieuwe visie op het buitengebied ook nog een doorvertaling moet krijgen in een bestemmingsplan. Dat kost ook tijd. De heer VERHOEVEN merkt nog op over het concept streekplan en het feit dat het college daarop mogelijk wil reageren, - iemand sprak van gestold wantrouwen dat er erg weinig verantwoordelijkheid bij de gemeenten zelf gelegd wordt. De VVD-fractie vindt het ontzettend belangrijk dat ze in de Doetinchemse situatie het maatwerk kunnen leveren dat nodig is in een zo moeilijk proces als de plattelandsvernieuwing met alles wat daaraan vast zit. Ze zouden het op prijs stellen als de reactie voor de raad ter inzage komt (leesmap) en ze daarop ook zou kunnen reageren. Dat vindt wethouder DE REDELIJKHEID vanzelfsprekend. De VOORZITTER stelt vast dat de motie en het voorstel zijn aangenomen. ad b. Verzoek wijziging bestemmingsplan Zelhemseweg 4 A De heer VERHOEVEN merkt op dat de VVD-fractie op zich kan instemmen met het voorstel betreffende Zelhemseweg 4A, maar in de commissie ontstond onduidelijkheid over de totstandkoming van de bestemmingsplanwijziging van de gronden. De familie Van Kooten heeft in overleg in 1996 met de gemeente haar terrein laten herinrichten, wat is uitgevoerd in 1997 en in 2000 is daarover een overeenkomst ondertekend. Die overeenkomst die onderhoud c.q. aanleg landschappelijke elementen heet en met de gemeente is aangegaan, is een overeenkomst waarin o.a. staat dat deze geldt voor 10 jaar met telkens stilzwijgende verlenging van 5 jaar tenzij de gemeente of de eigenaar tussentijds anders aangeven. In het geval van de familie Van Kooten dat staat ook in de nagezonden ambtelijke toelichting na de commissie wordt gesproken over het feit dat in het bestemmingsplan een nieuwe bestemming is gegeven aan het betreffende terrein. Daarna is ook nog eens een overeenkomst afgesloten. Dat bevreemdt hem, want dat is eigenlijk dubbel. De concrete vraag van de VVD-fractie aan het college is om uit te zoeken waarom er naast een overeenkomst onderhoud c.q. aanleg landschappelijke elementen een bestemmingsplanwijziging heeft plaatsgevonden in het algemeen en voor de familie Van Kooten in het bijzonder en of dit beleid is of een incident. Dat is wel heel wezenlijk, want vooral bij agrariërs en voormalige agrariërs zijn er stukjes tuinen en erven die via een overeenkomst met de gemeente opnieuw worden ingericht. Daarbij is juist de duidelijkheid en het feit dat het teruggebracht kan worden naar de oorspronkelijke bestemming cruciaal om het draagvlak te krijgen en te houden. In dit geval lijkt het, mede geconcludeerd op grond van een persoonlijk gesprek, dat de familie Van Kooten het absoluut niet eens is met het feit dat ze ingestemd zouden hebben om een bestemmingsplanwijziging toe te passen. Wel zijn ze het ermee eens dat gekeken wordt naar de situatie en wat de dichtstbijzijnde natuur is - in dit geval het park Overstegen en dat bij de inrichting getracht wordt het erop aan te laten sluiten. Het vervolgens formaliseren via een bestemmingsplan lijkt hem een verkeerde ontwikkeling. Hij verwacht op korte termijn hierover helderheid van het college. Mevrouw KATUS stelt dat D66 van mening is dat de Zelhemseweg echt een harde lijn moet zijn. 35
Het overschrijden van de Zelhemseweg met bebouwing gaat hun te ver. De overgang tussen stad en land moet in de huidige staat juist gehandhaafd blijven. Naast deze argumenten ligt het bebouwingsplan in de ecologische hoofdstructuur waarbinnen bebouwing op dit moment echt uitgesloten is. Ze hebben veel waardering voor de inspanningen van de eigenaar dat de grond zo n prachtig natuurkarakter heeft gekregen, maar het verzoek van de indiener strookt niet met het afgesproken en door de gemeente vastgestelde beleid. De hele totstandkoming is ondanks de notitie daarover ook voor haar niet duidelijk geweest. Ze begrijpen de structuur en de werkwijze ook niet. Als de raadsleden het al niet begrijpen is de vraag in hoeverre de burgers het begrijpen. Ze ziet dit als een leerpunt. De heer HEIJ sluit aan bij de voorgaande sprekers. Zijn fractie steunt het college in zijn standpunt maar merkt het volgende op. Ze betreuren het buitengewoon, gezien het voorstel, dat men er vanuit dit huis niet in geslaagd is om op één duidelijke lijn met de bewoners te komen. Als we kijken naar het contact over de gebruikersovereenkomst met de bewoners, dan is er een contract uit 1997 en een uit 2000 die niet gelijk zijn. Welke de goede is, is niet duidelijk. Het ene komt van de bewoners, het andere uit dit huis uit het dossier. Graag wil hij daar helderheid over. De toelichting die door de betrokken ambtenaar is verstrekt, heeft dit punt niet kunnen oplossen. Verder betreurt zijn fractie dat er geen duidelijkheid is over het bestemmingsplan. Of de bestemming nu natuurontwikkeling is, dan wel weiland volgens de familie en de notaris in beide gevallen mag je niet bebouwen, zoals ook in de gebruikersovereenkomst staat. Zijn fractie verzoekt bij volgende wijzigingen te proberen wel op een lijn te komen met de aanvrager, zodat er niet zulke vraagpunten overblijven op het moment dat de raad erover moet stemmen. Wethouder DE REDELIJKHEID zegt toe dat een en ander nog eens zal worden uitgezocht en dat het college aan de raad een notitie zal zenden met de uitleg. In een vroeg stadium is er met de familie overleg geweest en in feite is conform de wensen gehandeld. Er is een bestemming natuurontwikkeling op het perceel gekomen op nadrukkelijk verzoek en na veel overleg. Dat is dus de bestemming. Dat is meegenomen in de integrale aanpak van het bestemmingsplan Overstegen, geheel volgens de spelregels. De familie heeft niet gereageerd tegen het bestemmingsplan en de aangegeven bestemming, dus tot voor kort is het allemaal in goed overleg verlopen. Het is normaal om een inrichting in overeenstemming met de bestemming te brengen, maar hij zal laten uitzoeken hoe het proces precies verlopen is en hoe alle stappen zijn gegaan. Hij zegt de raad daarover een notitie toe. De heer VERHOEVEN geeft aan dat in het buitengebied veel gebruik gemaakt wordt van de betreffende regeling. Op het moment dat de gemeente beleid maakt om de bestemming aan te passen, vreest hij dat iedereen de motorzaag uit het vet haalt, omdat je daarmee een waardevermindering van je gronden krijgt. Dat was juist de kracht van die regeling dat het een tijdelijke overeenkomst is; er zijn legio andere mogelijkheden om je bestemming te wijzigen, zoals bijvoorbeeld de landgoedregeling. Dit is een mogelijk wezenlijk andere interpretatie dan zoals tot op heden is aangehouden. Of er goed overleg gevoerd is, daar wordt verschillend over gedacht. Of het nu weiland was en er een overeenkomst lag of dat het nieuwe natuur is, dat er in beide gevallen geen woning gebouwd mag worden, daarover is geen discussie. De heer WUBBELS betreurt dat de discussie afdwaalt. Waar het hier om gaat is a. Er is aangegeven dat de bestemming aangepast zou worden. b. Daarbij is de normale procedure gevolgd waarbij iedereen de mogelijkheden heeft gehad om zich daartegen te verzetten. Dat is niet gebeurd. Datgene wat nu gevraagd wordt, past niet in het bestemmingsplan dat via de reguliere weg tot stand gekomen is. De heer VERHOEVEN doet hier niets aan af, maar omdat er een bestemmingsplanwijziging is geweest en het als natuur is bestemd betekent dat, dat de eigenaar daar niets mee kan zonder de gemeente daarvan in kennis te stellen. Je kunt niet alles zomaar omzagen en ook niet de vijver dichtgooien. Dat kon op basis van de eventuele overeenkomst wel. Het bestemmingsplan is vastgesteld in 1998, maar ergens daarna is er ook nog een overeenkomst gesloten. Dat was ook de basis om te komen tot dit hele traject. Hij wil de discussie daarover hier niet helemaal voeren, maar 36
er wel op korte termijn duidelijkheid over hebben. Wethouder DE REDELIJKHEID gaat ervan uit dat twee partijen zonder dwang een overeenkomst sluiten, dus daar bewust mee bezig geweest zijn. Hij zou het met de sprekers eens zijn als er geen overleg was geweest. Dat is er echter wel geweest. Dat de familie nu andere ideeën heeft over het perceel, zij zo. Het voortraject is volgens zijn informatie heel zorgvuldig verlopen. Hij herhaalt zijn toezegging van een notitie waarin stap voor stap het verloop wordt beschreven. Hij erkent dat van het college en ambtelijk zorgvuldig handelen verwacht mag worden. De VOORZITTER stelt vast dat de raad unaniem instemt met het voorstel en met de toezegging van de wethouder. ad c. Voorbereidingsbesluit terrein Heelweg De raad stemt hier zonder discussie mee in. ad d. Beleidsplan werk, inkomen en zorg 2005 De heer ARIK deelt mee dat GroenLinks akkoord gaat met het heronderzoeksplan Wet werk en bijstand 2005. Ze kunnen het eens zijn met de gemaakte afwegingen; enerzijds niet overmatig belasten van de personen bij wie over het algemeen weinig mutaties plaatsvinden, anderzijds het tijdig opsporen van mogelijke problemen waarbij hulp geboden kan worden, schulddienstverlening of bijzondere bijstand of het opsporen van onrechtmatigheden, fraudebestrijding etc. Verder heeft de afweging om te kiezen voor een bepaalde bandbreedte in plaats van vaste termijnen hun voorkeur. Dit geeft de klantmanagers de mogelijkheid om te individualiseren en de periode van hercontrole af te stemmen op de persoonlijke omstandigheden van de klant. De in het heronderzoeksplan beschreven heronderzoeken bevatten rechtmatigheid en doelmatigheid. Aanvankelijk vroeg zijn fractie zich af of doelmatigheid niet nog frequenter moest worden onderzocht. Gelukkig gebeurt dit al. Reïntegratieprocessen worden volledig gevolgd. Veelvuldige contacten zijn onderdeel van de functie van de klantmanagers. Het heronderzoeksplan is een onderdeel van het beleidsplan Wet inkomen en zorg. Over het grote beleidsplan wordt vandaag niet besloten, maar hij wil wel daarover iets zeggen. Het is een goed leesbaar plan. De betekenis van de gebruikte afkortingen, zoals RIB en ROF wordt gelukkig uitgelegd in de lijst van afkortingen. GroenLinks vindt dat het beleidsplan nog wel moet worden getoetst aan het koersdocument 2005-2010 ook wat betreft het tegengaan van niet gebruik van de voorzieningen. Ze noemen dat outreachend minimabeleid. Ze zijn blij met wat er is geschreven in de na de commissie ter inzage gelegde stukken. Daarin staat dat over het outreachend minimabeleid een aparte notitie komt overeenkomstig het koersdocument. De VOORZITTER stelt vast dat de raad instemt met dit voorstel. 6 INGEKOMEN STUKKEN 1. Woonbond, 13 december 2004, verontrusting over voorgenomen huurbeleid van het rijk. De heer WUBBELS merkt op dat ook de PvdA-fractie niet zo gelukkig is met dit huurbeleid. Het antwoord op de brief ziet hij graag op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering. Dat wordt toegezegd door de VOORZITTER. 2. Gemeenteraad Oirschot, 14 december 2004, protest tegen het afwentelen van rijkslasten op de gemeenten. 3. Commissaris van de Koningin, 16 december 2004, benoeming mevrouw M. Horselenberg tot waarnemend burgemeester per 1 januari 2005. 4. Esperanto Nederland, 20 december 2004, suggestie voor straatnaam wegens jubileum Nederlandse esperantisten. 37
5. Commissaris van de Koningin, 20 december 2004, mededeling dat mevrouw M. Horselenberg per 1 januari 2005 is ontslagen als burgemeester van de oude gemeente Doetinchem. 6. Ed Veldhorst, 24 december 2004, verontrusting over stijging gemeentelijke woon- lasten. 7. Steunfonds verwanten druggebruikers, 27 december 2004, appèl om aandacht voor verslaafden en hun directe omgeving. Aangezien deze onderwerpen binnen de bevoegdheidssfeer van het college vallen, stemt de raad ermee in de afhandeling aan het college over te laten. 8. Projectplan Nederland, 14 december 2004, zienswijze ontwerpbestemmingsplan Dichteren Landelijk Wonen 1e herziening. 9. W. Kloosterboer en A.M. Gerritsen, 22 december 2004, zienswijze ontwerpbestemmingsplan Dichteren Landelijk Wonen 1e herziening. 10. Projectplan Nederland, 4 januari 2005, verzoek om planschadevergoeding voor familie Houwers. 11. Stichting Noodopvang Achterhoek, 6 januari 2005, appèl om de noodopvang te blijven subsidiëren. De beoordeling van deze zienswijzen en verzoeken is een bevoegdheid van de raad. De raad besluit deze brieven om advies aan het college voor te leggen. 12. Commissaris van de Koningin, 6 januari 2005, procedure vervulling vacature burgemeester. De heer WUBBELS meldt dat deze brief in het seniorenconvent is besproken. Namens dat overleg deelt hij mee dat de fracties in de gelegenheid zullen worden gesteld hun inbreng te leveren via de fractievoorzitters in het seniorenconvent en dat vanuit dat overleg een voorstel aan de raad zal worden gedaan, zodat daarover op 17 maart, als de wnd. commissaris van de koningin hier is door de raad kan worden beslist of zoveel eerder als noodzakelijk is. De VOORZITTER wacht wat dit betreft af hoever de commissie komt en wanneer het geagendeerd kan worden. 7 VOORSTEL BURGERINITIATIEF HET STRAATJE De heer WUBBELS bevestigt dat dit voorstel de raadsleden betrekkelijk laat bereikt heeft. Het behoort nu behandeld te worden omdat het in de eerstvolgende raadsvergadering besproken moet worden. Aanvankelijk was de PvdA-fractie van mening dat de wijze van behandelen correct was en dat niet de noodzaak aanwezig was om medewerking te verlenen aan dit burgerinitiatief. Nadere overweging bracht ze echter op andere gedachten. Het voorstel dient gesplitst te worden in de procedurele en de inhoudelijke kant. Als je puur naar de procedure kijkt voldoet het voorstel van de heer Lebbink aan de criteria, maar is het naar zijn mening te vroeg om er ook inhoudelijk iets van te vinden. Het voorstel zou door de raad in overweging moeten worden genomen, zij het dat hij zich kan voorstellen dat het college mede gelet op wat inhoudelijk hier al over gesteld wordt daar nog eens kritisch naar kijkt om te bezien wanneer en op welke wijze een voorstel aan de raad zal worden gedaan om te bekijken of dit voorstel toch haalbaar zou kunnen zijn, respectievelijk of die zaken met elkaar verbonden zouden kunnen worden. De VOORZITTER vat samen dat hij eigenlijk stelt dat dit burgerinitiatief eerst op de agenda geplaatst had behoren te worden om te kijken of de gemeenteraad het accepteert en daarna terug had moeten komen met de opmerkingen zoals de heer Wubbels die plaatste. Mevrouw GROOTJANS geeft ook te kennen dat het voorstel haar, gezien de korte termijn van indiening heeft verrast. De opsplitsing naar de procedurele en de inhoudelijke kant vindt ze een goede. Ter toelichting merkt ze op dat dit gebied al een heleboel problemen kent. Daar moet zorgvuldig naar gekeken worden. Ze vraagt het college in overleg te gaan en de mogelijkheden te bezien en dan bij de raad terug te komen. Dit voorstel is wel heel erg kort door de bocht. De VOORZITTER stelt eerst ter behandeling voor het burgerinitiatief dat door de heer Lebbink is 38
ingebracht. Ze stelt vast dat de raad daarmee akkoord gaat. Ze zegt toe dat het college de gemaakte opmerkingen zal betrekken bij de verdere afweging. De VOORZITTER sluit de vergadering. 39
40