RAADSVOORSTEL. -Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" in die zin dat volgende artikelen worden ingevoegd:

Transcriptie

1 Gemeente Bergen op Zoom RVB ifcvirgadewng AUG RAADSVOORSTEL Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp Penaal \: : Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en nietuitkeringsgerechtigden" SMD/19 Aan de gemeenteraad, Voorstel -Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" in die zin dat volgende artikelen worden ingevoegd: Artikel 1 f. Regeling noodzakelijke scholing: Regeling noodzakelijke scholing van 25 september 1995, Stcrt Artikel 6a Lid 1 Geen recht op een incentive bestaat indien de eventuele scholing gedurende het reïntegratietraject niet voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. -De gewijzigde verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking hiervan. Inleiding Met de vaststelling van het gemeentelijk uitstroombeleid in de raadsvergadering van 28 februari 2002 onder nummer SMD/3, is tevens de verordening "Reïntegratie Anw-ers en nietuitkeringsgerechtigden" vastgesteld. Deze verordening regelt het verstrekken van subsidies aan personen met een Anw-uitkering dan wel personen zonder uitkering. Uiteindelijk doel is dat, met de ondersteuning vanuit de gemeente, de personen uit de doelgroep voldoende gekwalificeerd worden om zich een positie op de arbeidsmarkt te verwerven. Uitwerking voorstel De verordening maakt geen onderscheid in de duur van de noodzakelijk geachte opleiding of scholing. In theorie zou het dan ook kunnen voorkomen dat personen een dusdanig langdurige opleiding of scholing wensen te volgen waardoor het jaarlijkse budget onevenredig zwaar wordt belast. Een andere overweging hierbij is dat, ten behoeve van de reïntegratie van bijstandsgerechtigden, de maximale duur van de scholing is beperkt tot 2 jaar conform de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. In het kader van de rechtsgelijkheid is het niet zinvol hiervan

2 -2- af te wijken en tevens een beperking aan te brengen in het niveau van de scholing. Gelet op het voorgaande dient de verordening te worden aangepast waarbij de bepaling wordt opgenomen, dat geen subsidie wordt verstrekt indien de eventuele scholing gedurende het reïntegratietraject niet voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. Juridische overwegingen en referendum-mogelijkheid De voorgestelde wijziging van de verordening is, op grond van de Tijdelijke referendumwet, referendabel. Het voorgaande betekent dat de verordening in werking treedt, zes weken na bekendmaking van het besluit. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris, De burgemeester, Mr. P.B.J.M. Thomassen.

3 -3- De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 11 juni 2002, nr. SMD/19 ; gelet op; Gelet op het bepaalde in de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; BESLUIT: Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" in die zin dat volgende artikelen worden ingevoegd: Artikel 1 f. Regeling noodzakelijke scholing: Regeling noodzakelijke scholing van 25 september 1995, Stcrt Artikel 6a Lid 1 Geen recht op een incentive bestaat indien de eventuele scholing gedurende het reïntegratietraject niet voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. De gewijzigde verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking hiervan. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van *> De loco-secretaris, beoogd griffier, De voorzitter, F.P. devos

4 SM D/3 (behoort bij verzameling, nr SMD/3.) De raad van de gemeente Bergen op Zoom; overwegende dat ook de reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden alsmede personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet ondersteund dienen te worden bij het bevorderen van de zelfstandige voorziening in het bestaan hetgeen dient te worden neergelegd in een verordening; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 januari 2002, nr. SMD/3., gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inschakeling werkzoekenden; BESLUIT: vast te stellen de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom; b. incentive: de subsidie verstrekt aan de Anw-er cq. niet-uitkeringsgerechtigde ten behoeve van zijn reïntegratie; c. Anw-er: de persoon die een uitkering ontvangt op grond van de Algemene nabestaandenwet; d. niet-uitkeringsgerechtigde; de persoon die voor zijn levensonderhoud niet is aangewezen op een uitkering op grond van een of andere sociale zekerheidswet; e. budget: het jaarlijks, vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, toegekende bedrag ten behoeve van de reïntegratie van de Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden. Artikel 2. Het toekennen van de incentive geschiedt door of namens het college met inachtneming van de bepalingen van deze verordening. HOOFDSTUK II: DE AANVRAAG OM EEN INCENTIVE Artikel 3. Een aanvraag door de Anw-er of niet-uitkeringsgerechtigde voor een incentive dient te worden ingediend bij het college. Het verzoek dient schriftelijk te geschieden, door middel van een aanvraagformulier incentive reïntegratie. Artikel 4. De incentive kan door de Anw-er cq. niet-uitkeringsgerechtigde worden aangevraagd zodra door de 'gemeente de noodzakelijkheid van het reïntegratietraject is vastgesteld. Artikel 5. De Anw-er cq. niet-uitkeringsgerechtigde dient bij het verzoek de volgende bescheiden te overleggen: -een bewijsstuk waaruit de kosten en duur van het reïntegratietraject blijken.

5 HOOFDSTUK III: HET RECHT OP EEN INCENTIVE Artikel 6. Lid 1 De incentive dient te worden besteed aan het noodzakelijk geachte reïntegratietraject. Lid 2 Na afloop van het traject dient een bewijsstuk te worden overlegd waaruit blijkt dat het traject succesvol is afgerond. Lid 3 Indien de incentive niet besteed wordt conform het gestelde in het eerste lid of niet is voldaan aan het gestelde in het tweede lid kan deze van de aanvrager worden teruggevorderd. Artikel 7. De jaarlijks te verstrekken incentives bedragen niet meer dan het budget. Voor 2002 bedraagt dit ,=. HOOFDSTUK IV: OVERIGE BEPALINGEN Artikel 8. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college. Artikel 9. Deze verordening wordt binnen 2 jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. Artikel 10. Deze verordening treedt zes weken na vaststelling hiervan in werking Artikel 11. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van28 februari De secretaris, De burgemeester,

6 Toelichting De reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet behoort ook tot de competentie van de gemeente. Aangezien er tussen de gemeente en voornoemde doelgroep geen formele relatie bestaat dient de subsidieverhouding op een andere wijze te worden geformuleerd zodat helder is welke verplichtingen over en weer bestaan. Uitgangspunt is dat slechts die reïntegratietrajecten worden gesubsidieerd die door de gemeente noodzakelijk worden geacht. Indien de subsidie niet besteed wordt aan het reïntegratietraject kan deze worden teruggevorderd van de aanvrager. In verband met de Tijdelijke Referendumwet treedt de verordening in werking nadat een periode van zes weken, na vaststelling door de Raad, is verstreken.

7 Besluitformulier commissie Maatschappelijke Dienstverlening & Cultuur Datum Agendapunt Nummer raadsvoorstel Naam: 20 augustus C SM D/19 Wijziging van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet uitkeringsgerechtigden" Fractie Lijst Linssen Voor Tegen Voorbehoud Opmerkingen GB/WP CDA VVD Leefbaarheid PvdA D66/BSD Groen Links VLD A/B-stuk B-stuk

8 Gemeente Bergen op Zoom RAADSVOORSTEL De Commissie voor., Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : SMD/19 : Wijzigen van de verordening "Rei uitkeringsgerechtigden" han zich mat dit vouialel Bergen op Zoom.M...ftAy... tegratie Anw-ers er» n/er; De commissie voornoemd, ~?i ^, voorzitter, secretaris Aan de gemeenteraad, Voorstel -Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" in die zin dat volgende artikelen worden ingevoegd: Artikel 1 f. Regeling noodzakelijke scholing: Regeling noodzakelijke scholing van 25 september 1995, Stcrt Artikel 6a Lid1 Geen recht op een incentive bestaat indien de eventuele scholing gedurende het reïntegratietraject niet voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. -De gewijzigde verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking hiervan. Inleiding Met de vaststelling van het gemeentelijk uitstroombeleid in de raadsvergadering van 28 februari 2002 onder nummer SMD/3, is tevens de verordening "Reïntegratie Anw-ers en nietuitkeringsgerechtigden" vastgesteld. Deze verordening regelt het verstrekken van subsidies aan personen met een Anw-uitkering dan wel personen zonder uitkering. Uiteindelijk doel is dat, met de ondersteuning vanuit de gemeente, de personen uit de doelgroep voldoende gekwalificeerd worden om zich een positie op de arbeidsmarkt te verwerven. Uitwerking voorstel De verordening maakt geen onderscheid in de duur van de noodzakelijk geachte opleiding of scholing. In theorie zou het dan ook kunnen voorkomen dat personen een dusdanig langdurige opleiding of scholing wensen te volgen waardoor het jaarlijkse budget onevenredig zwaar wordt belast. Een andere overweging hierbij is dat, ten behoeve van de reïntegratie van bijstandsgerechtigden, de maximale duur van de scholing is beperkt tot 2 jaar conform de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. In het kader van de rechtsgelijkheid is het niet zinvol hiervan

9 -2- af te wijken en tevens een beperking aan te brengen in het niveau van de scholing. Gelet op het voorgaande dient de verordening te worden aangepast waarbij de bepaling wordt opgenomen, dat geen subsidie wordt verstrekt indien de eventuele scholing gedurende het reïntegratietraject niet voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. Juridische overwegingen en referendum-mogelijkheid De voorgestelde wijziging van de verordening is, op grond van de Tijdelijke referendumwet, referendabel. Het voorgaande betekent dat de verordening in werking treedt, zes weken na bekendmaking van het besluit. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De burgemeester, Mr. P.B.J.M. Thomassen M. van der Velden.

10 -3- De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 11 juni 2002, nr. SMD/19 ; gelet op; Gelet op het bepaalde in de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; BESLUIT: Wijzigen van de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" in die zin dat volgende artikelen worden ingevoegd: Artikel 1 f. Regeling noodzakelijke scholing: Regeling noodzakelijke scholing van 25 september 1995, Stcrt Artikel 6a Lid 1 Geen recht op een incentive bestaat indien de eventuele scholing gedurende het reïntegratietraject niet voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn noodzakelijke scholing. De gewijzigde verordening treedt in werking zes weken na bekendmaking hiervan. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De loco-secretaris, beoogd griffier, De voorzitter, F.P. de Vos

11 SMD/3 (behoort bij verzameling, nr SMD/3.) De raad van de gemeente Bergen op Zoom; overwegende dat ook de reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden alsmede personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet ondersteund dienen te worden bij het bevorderen van de zelfstandige voorziening in het bestaan hetgeen dient te worden neergelegd in een verordening; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 januari 2002, nr. SMD/3.; gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inschakeling werkzoekenden; BESLUIT: vast te stellen de verordening "Reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden" HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom; b. incentive: de subsidie verstrekt aan de Anw-er cq. niet-uitkeringsgerechtigde ten behoeve van zijn reïntegratie; c. Anw-er: de persoon die een uitkering ontvangt op grond van de Algemene nabestaandenwet; d. niet-uitkeringsgerechtigde; de persoon die voor zijn levensonderhoud niet is aangewezen op een uitkering op grond van een of andere sociale zekerheidswet; e. budget: het jaarlijks, vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, toegekende bedrag ten behoeve van de reïntegratie van de Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden. Artikel 2. Het toekennen van de incentive geschiedt door of namens het college met inachtneming van de bepalingen van deze verordening. HOOFDSTUK II: DE AANVRAAG OM EEN INCENTIVE Artikel 3. Een aanvraag door de Anw-er of niet-uitkeringsgerechtigde voor een incentive dient te worden ingediend bij het college. Het verzoek dient schriftelijk te geschieden, door middel van een aanvraagformulier incentive reïntegratie. Artikel 4. De incentive kan door de Anw-er cq. niet-uitkeringsgerechtigde worden aangevraagd zodra door de 'gemeente de noodzakelijkheid van het reïntegratietraject is vastgesteld. Artikel 5. De Anw-er cq. niet-uitkeringsgerechtigde dient bij het verzoek de volgende bescheiden te overleggen: -een bewijsstuk waaruit de kosten en duur van het reïntegratietraject blijken.

12 HOOFDSTUK III: HET RECHT OP EEN INCENTIVE Artikel 6. Lid 1 De incentive dient te worden besteed aan het noodzakelijk geachte reïntegratietraject. Lid 2 Na afloop van het traject dient een bewijsstuk te worden overlegd waaruit blijkt dat het traject succesvol is afgerond. Lid 3 Indien de incentive niet besteed wordt conform het gestelde in het eerste lid of niet is voldaan aan het gestelde in het tweede lid kan deze van de aanvrager worden teruggevorderd. Artikel 7. De jaarlijks te verstrekken incentives bedragen niet meer dan het budget. Voor 2002 bedraagt dit ,=. HOOFDSTUK IV: OVERIGE BEPALINGEN Artikel 8. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college. Artikel 9. Deze verordening wordt binnen 2 jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. Artikel 10. Deze verordening treedt zes weken na vaststelling hiervan in werking Artikel 11. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening reïntegratie Anw-ers en niet-uitkeringsgerechtigden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van28 februari De secretaris, De burgemeester,

13 Toelichting De reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet behoort ook tot de competentie van de gemeente. Aangezien er tussen de gemeente en voornoemde doelgroep geen formele relatie bestaat dient de subsidieverhouding op een andere wijze te worden geformuleerd zodat helder is welke verplichtingen over en weer bestaan. Uitgangspunt is dat slechts die reïntegratietrajecten worden gesubsidieerd die door de gemeente noodzakelijk worden geacht. Indien de subsidie niet besteed wordt aan het reïntegratietraject kan deze worden teruggevorderd van de aanvrager. In verband met de Tijdelijke Referendumwet treedt de verordening in werking nadat een periode van zes weken, na vaststelling door de Raad, is verstreken.