Natuurkunde VWO. Syllabus centraal examen 2010

Vergelijkbare documenten
Examenprogramma natuurkunde havo/vwo

NATUURKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2015

Eindexamenprogramma havo natuurkunde

Vraag Antwoord Scores

Examenprogramma natuurkunde vwo

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging

Tentamen Golven en Optica

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO.

Correctievoorschrift VWO 2014

Samenvatting Natuurkunde 1,2 HAVO

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO

natuurkunde vwo 2017-I

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc

2.4 Oppervlaktemethode

Correctievoorschrift VWO 2015

Hoofdstuk 8 Polarisatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift HAVO 2017

Gebruik van condensatoren

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Correctievoorschrift VWO 2014

Examen beeldverwerking 30/1/2013

elektrotechniek CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 10

Deel 2. Basiskennis wiskunde

1 Inleidende begrippen

Dit examen bestaat uit 13 opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

X Y e. p n+ e. X Y e. Y(stabiel)

Beeldende vakken HAVO

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (ET3 019)

Hoofdstuk 7 Superpositie van Golven

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Soorten straling en stralingsbronnen

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden.

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I

Correctievoorschrift VWO 2017

formules havo natuurkunde

Correctievoorschrift VWO 2017

Beeldende vakken HAVO

Hoofdstuk 1: Rust en beweging

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Blok 4 - Vaardigheden

Inleiding Optica. dr. ir. F.A. van Goor dr. H.J.W.M. Hoekstra Prof dr V. Subramaniam Opleiding Technische Natuurkunde Universiteit Twente

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Labotekst. Meetsystemen

Logaritmen, Logaritmische processen.

Oplossingen van de oefeningen

Krommen in het platte vlak

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Natuurkunde VWO. Syllabus centraal examen 2011

natuurkunde bezem vwo 2016-I

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie:

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

wiskunde A pilot vwo 2015-I

Studiekosten of andere scholings uitgaven

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 10 december 2012

Labotekst. Meetsystemen

Studiekosten en andere scholings uitgaven

1 Herhalingsoefeningen december

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Uitslagen voorspellen

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Samenvatting Natuurkunde Samenvatting 4 Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen

Het tentamen bestaat uit 4 vraagstukken die bij de beoordeling even zwaar meewegen. en van

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et3 019)

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Rekenen banken te veel voor een hypotheek?

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO

Testen aan de voorkant

Studiekosten en andere scholings uitgaven

Outsourcing. in control. kracht geworden. Ad Buckens en Dennis Houtekamer

Evolueren met portfoliomonitoring

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Snelheid en richting

samenvatting interactie ioniserende straling materie ioniserende straling geladen deeltjes electromagnetische straling

wiskunde A vwo 2015-I

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z

Studiekosten of andere scholings uitgaven

Studiekosten en andere scholings uitgaven

NAAM: SaLVO! KLAS: Lesbrief Straling. en exponentiële verbanden NATUURKUNDE KLAS 5 VWO

Eindexamen vwo natuurkunde I

4.9 Berekening van dragend metselwerk onderworpen aan verticale belasting

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Master data management

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Sneller dan het licht?

Transcriptie:

Nauurkunde VWO Syllabus cenraal examen 00 Okober 008

Veranwoording: 008 Cenrale Examencommissie Vasselling Opgaven vwo, havo, vmbo, Urech Alle rechen voorbehouden. Alles ui deze uigave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauomaiseerd gegevensbesand, of openbaar gemaak, in enige vorm of op enige wijze, hezij elekronisch, mechanisch, door fookopieën, opnamen, of enige andere manier zonder voorafgaande oesemming van de uigever. CEVO commissie examenprogramma 008 nauurkunde vwo: Rober Bouwens (CEVO) Lamber Heijnen (SLO), secrearis Lieke Heimel (docen) Boy Kneepkens (Cio) Peer Koopmans (docen) Clemens Pouw (Universiei Twene), voorzier syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00

Inhoud Voorwoord 4. Inleiding 5. Verdeling examinering CE/SE 6 3. Specificaie van de globale eindermen voor he CE 8 Domein A vwo: Vaardigheden 8 Domein B vwo: Elekriciei en magneisme Domein C vwo: Mechanica 4 Domein E vwo: Golven en sraling 7 4. He cenraal examen Ziingen cenraal examen Vakspecifieke regels correcievoorschrif Hulpmiddelen Compueroesing Cenraal examen projec moderne nauurkunde Bijlage. Examenprogramma Nauurkunde vwo syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 3

Voorwoord Examenprogramma's veranderen van opze. De miniser sel een examenprogramma op hoofdlijnen vas en wijs in he examenprogramma Domeinen en subdomeinen aan, waarover he cenraal examen zich uisrek. De CEVO geef in een syllabus een beschrijving van en oeliching op de exameneisen voor een cenraal examen, en geef verdere informaie over he cenraal examen. Da kan gaan over een of meer van de volgende onderwerpen: oegesane hulpmiddelen, specificaies van examensof voorbeeldopgaven, bijzondere vormen van examinering (compuerexamens), oeliching op de vraagselling, begrippenlijsen, bekend veronderselde voorkennis ui de onderbouw, bekend veronderselde onderdelen van Domeinen die verplich zijn op he schoolexamen Ten aanzien van de specificaies is nog he volgende op e merken. De funcie ervan is een leraar in saa e sellen zich een goed beeld e vormen van wa in he cenraal examen wel en nie gevraagd kan worden. Naar hun aard zijn ze dus nie een volledig gesloen en afgegrensde beschrijving van alles wa op een examen zou kunnen voorkomen. He is mogelijk, al zal da maar in beperke mae voorkomen, da op een c.e. ook ies aan de orde kom da nie me zo veel woorden in deze syllabus saa, maar da naar he algemeen gevoelen daarvan in he verlengde lig. Een syllabus is zodoende een hulpmiddel voor degenen die andere of zichzelf op een cenraal examen voorbereiden. Een syllabus kan ook behulpzaam zijn voor de producenen van leermiddelen en voor nascholers. De syllabus is nie van belang voor he schoolexamen. Daarvoor besaa een handreiking die door de SLO geproduceerd word, en die in deze uigave nie is opgenomen. Volsaan word hier me de opmerking da alle Domeinen van he c.e. ook in he schoolexamen geoes mogen worden, en da da nie op dezelfde wijze behoef e gebeuren als op he cenraal examen. Hezelfde Domein kan dus in de Handreiking van de SLO op een andere, op he schoolexamen oegesneden wijze, worden uigewerk, als in deze syllabus van de CEVO is gedaan. Deze syllabus geld voor he eers bij he cenraal examen vwo van 00. Da wil zeggen voor leerlingen die in 007 in leerjaar 4 zijn ingesroomd in een ies aangepase profielsrucuur. Voor he vak nauurkunde, vwo is er in 00 geen afwijkend examen voor leerlingen die al eerder me he onderwijs in de weede fase van he vwo zijn begonnen: he cenraal examen nauurkunde, is in 00 (en 0) gelijk aan nauurkunde, nieuw programma. Voor nauurkunde is er in die jaren een apar examen volgens he programma van 998. Deze syllabus geld voor de reguliere examens. Voor de pilo-examens is er een werkversie van de syllabus gepubliceerd op www.cevo.nl. Deze is alleen in elekronische vorm beschikbaar In uizonderingsgevallen kan een syllabus na publicaie nog worden aangepas, bij voorbeeld als een in de syllabus beschreven siuaie feielijk veranderd is. De aan een cenraal examen voorafgaande Sepembermededeling is dan he momen waarop dergelijke veranderingen bekend worden gemaak. Kijk u voor alle zekerheid in sepember 009 op He Examenblad, www.eindexamen.nl De syllabus is onworpen door een commissie ad-hoc van de CEVO en in hoofdzaak geschreven door medewerkers van SLO en Cio. Een eerder concep van de syllabus is in februari 005 er inzage gelegd op www.cevo.nl, en is voor advies oegezonden aan de vakinhoudelijke vereniging, de VSNU, de HBO-raad, he Cio en de CEVO-vaksecie. Op grond van de onvangen reacies en adviezen is de eks vasgeseld, die u hierbij aanref. Voor opmerkingen over deze eks houd de CEVO zich seeds aanbevolen. U kun die zenden aan info@cevo.nl of aan CEVO, posbus 88, 3503 RC Urech. De voorzier van de CEVO, drs. H.W.Laan syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 4

. Inleiding Di herziene examenprogramma 007 is gebaseerd op he programma da geld vanaf de invoering van de Tweede Fase in 998. De Hersrucurering van de Tweede Fase 007 geef aanleiding o deze herziening. Een commissie vernieuwing nauurkundeonderwijs werk aan een geheel nieuw examenprogramma nauurkunde. De invoering van da nieuwe programma is zeker nie voor 00 e verwachen. De plaas van nauurkunde in de Tweede Fase vanaf 007 He vak is een verplich profielvak in he profiel Nauur en Techniek. He neem daar een plaas in naas wiskunde B, scheikunde en één profielkeuzevak, e kiezen ui wiskunde AB, biologie, informaica of he Nieuwe bèavak. In he profiel Nauur en Gezondheid is nauurkunde een profielkeuzevak, da er verdieping of verbreding in he profiel gekozen kan worden. In de profielen Economie en Maaschappij en Culuur en Maaschappij is nauurkunde een keuze-examenvak. He is aan een school oegesaan om he vak nauurkunde (of gedeelen daarvan, bijvoorbeeld in de vorm van modulen) ook in he vrije deel aan e bieden. De omvang van he programma Bij de Hersrucurering Tweede Fase 007 hebben we e maken me een nieuwe vakkensrucuur en een nieuwe verdeling van de sudielas. Voor nauurkunde beeken di da er geen deelvak N meer zal besaan. Voor he gehele vak nauurkunde vwo word de omvang gereduceerd van 560 SLU naar 480 SLU. Hiervan is 40 SLU nie ingevuld, da is vrije ruime die nodig is voor o.a. he pracicum. Van de reserende 440 SLU beslaa he CE deel ongeveer 330 SLU (75%). Toeliching bij de herziening van he programma De herziene examenprogramma s 007 zijn aangepas aan de nieuwe vakkensrucuur en he aanal sudielasuren zoals die gelden vanaf 007. Tengevolge van de reducie van de sudielas zijn sommige subdomeinen en eindermen vervallen. In enkele gevallen was he nodig om eindermen in een ander subdomein onder e brengen of om de eindermen opnieuw e formuleren, voor een beere consisenie van he programma. De subdomeinen zijn oegewezen aan he CE en/of he SE (zie hoofdsuk ). He schoolexamen moe in elk geval domein A: vaardigheden en di SE deel omvaen, maar mag daarnaas door he bevoegd gezag vas e sellen onderdelen omvaen, zoals in hoofdsuk omschreven. De subdomeinen voor he SE en suggesies voor de invulling van he schoolexamen komen in een apare handreiking van de SLO aan de orde. In bijlage saa he oale examenprogramma geformuleerd in globale eindermen. In hoofdsuk 3 van deze syllabus worden de subdomeinen voor he CE nader gespecificeerd. Aan he begin van een domein is een subdomein 0 oegevoegd, waar basiskennis vanui de onderbouw, alsmede kennis ui he SE word aangegeven. Boven elk subdomein saa de globale einderm. Per subdomein is vervolgens een specificaie van de leersof gemaak aan de hand van de eindermen ui 998. In de oeliching aan he einde van elk subdomein word seeds aangegeven welke veranderingen er zijn en opziche van he oude programma. Domein A: Vaardigheden is in zijn geheel in deze syllabus opgenomen, omda de vakinhoudelijke domeinen gekend moeen zijn in combinaie me de daarbij behorende vaardigheden ui domein A. Indien een vaardigheid nie bedoeld is voor he CE word da in de oeliching vermeld. Transfer van kennis Bij enkele eindermen ui he examenprogramma word de kennis gekoppeld aan een conex of siuaie. Van de kandidaa mag verwach worden da hij de bereffende kennis ook in andere conexen en siuaies kan oepassen, mis de bij een vraag aangeboden informaie voldoende houvas bied voor een correce beanwoording van die vraag. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 5

. Verdeling examinering CE/SE He examenprogramma besaa ui de volgende domeinen/subdomeinen. De nummers ussen haakjes in ondersaande abel verwijzen naar de eindermen ui de publicaie van mei 98. In de laase kolom is aangegeven of een domein/subdomein huishoor in he CE, SE of in beide. Domeinen Subdomeinen CE Moe in SE A Vaardigheden. Taalvaardigheden (-8) X X. Reken-/wiskundige vaardigheden (9-4) X X 3. Informaievaardigheden (5-, alsmede ui he X X vakinhoudelijk deel einderm 34 en 38) 4. Technisch-insrumenele vaardigheden 3-7) X X 5. Onwerpvaardigheden (8-34, alsmede ui he X X vakinhoudelijk deel einderm 8) 6. Onderzoeksvaardigheden (35-43 alsmede ui he X X vakinhoudelijk deel einderm 4, en 30) 7. Maaschappij, sudie en beroep (44-47) X X Mag in SE B Elekriciei en magneisme. Elekrische sroom (-3). Signaalverwerking (5-7) 3. Elekromagneisme (9-) 4. Inducie en wisselsromen (3-5) X X X X X X C Mechanica. Rechlijnige beweging (7-0) X X. Krach en momen (-6, 3) X X 3. Arbeid en energie (7-9) X X 4. Kromlijnige beweging (35-37) X X D Warmeleer. Gas en vloeisof (39-4) X. Thermische processen (43, 44, 46) X E Golven en sraling. Trilling en golf (48-53 en een deel van 54) X X. Lich (56-59 en deel van 60) X X 3. Elekromagneisch specrum (60-6, 67-69) X 4. Radioaciviei (63-66, 70-7) X X He cenraal examen He cenraal examen heef berekking op de subdomeinen B, B3, C, C, C3, C4, E, E en E4, in combinaie me de daarbij behorende vaardigheden ui domein A. De CEVO sel he aanal en de ijdsduur van de ziingen van he cenraal examen vas. De CEVO maak indien nodig een specificaie bekend van de examensof van he cenraal examen. Voor oegesane hulpmiddelen en ICT-oesing: zie hoofdsuk 4 van deze syllabus. He schoolexamen He schoolexamen heef berekking op domein A en: en minse de domeinen en subdomeinen waarop he cenraal examen geen berekking heef; indien he bevoegd gezag daarvoor kies: een of meer domeinen of subdomeinen waarop he cenraal examen berekking heef; indien he bevoegd gezag daarvoor kies: andere vakonderdelen, die per kandidaa kunnen verschillen. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 6

De examensof, zoals vermeld in bijlage, dien geheel e worden onderwezen. He is dus nie zo da he bevoegd gezag in de school vrij is een gedeele van de schoolexamensof e laen vervallen, omda deze nie cenraal geëxamineerd word. De regeling voor de weging van he behaalde cijfer in he schoolexamen en he cenraal examen voor he eindcijfer blijf vooralsnog 50%-50%. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 7

3. Specificaie van de globale eindermen voor he CE Domein A vwo: Vaardigheden Subdomein A: Taalvaardigheden De kandidaa kan adequaa schrifelijk en mondeling communiceren over nauurweenschappelijke onderwerpen. Specificaie De kandidaa kan zowel mondeling als schrifelijk:. correc formuleren.. convenies haneren bij eks- en alinea-opbouw, ekssoor en uierlijke presenaie..3 beknop formuleren..4 aalgebruik afsemmen op he doel en he publiek..5 informaie inhoudelijk logisch preseneren..6 op adequae wijze informaie overbrengen..7 een sandpun beargumeneren en verdedigen..8 verslag doen. Subdomein A: Reken-/wiskundige vaardigheden De kandidaa kan een aanal voor he vak relevane reken-/wiskundige vaardigheden oepassen om nauurweenschappelijke problemen op e lossen. Specificaie De kandidaa kan. basisrekenvaardigheden uivoeren: een (grafische) rekenmachine gebruiken; rekenen me verhoudingen, procenen, machen, worels; de oppervlake berekenen van een driehoek, cirkel en een bol; he volume berekenen van een cilinder en een bol; absolue waarde oepassen.. berekeningen uivoeren me bekende grooheden en relaies en daarbij de juise formules en eenheden haneren: formules zoals vermeld bij de vakinhoudelijke subdomeinen..3 wiskundige echnieken oepassen: omwerken van eenvoudige wiskundige berekkingen; rekenen me evenredigheden (rech en omgekeerd); oplossen van lineaire en weedegraadsvergelijkingen; wee lineaire vergelijkingen me wee onbekenden oplossen; selling van Pyhagoras oepassen; sinus-, cosinus- en angensfuncie oepassen; vecoren opellen, afrekken, onbinden en vermenigvuldigen me een scalar; berekeningen bij onbinden alleen bij wee onderling loodreche richingen; berekeningen van grooe en riching bij samensellen van vecoren alleen bij wee onderling loodreche assen; grafieken ekenen me behulp van een funcievoorschrif; inerpoleren en exrapoleren in grafieken, abellen en diagrammen; de grafiek ekenen en he funcievoorschrif opsellen bij rechevenredige verbanden; raaklijn ekenen aan een kromme en de richingscoëfficiën bepalen; de oppervlake onder een grafiek schaen of benaderen; relaies van de vorm y = ax, y = ax -, y = ax -, y = ax ½ door coördinaenransformaie weergeven als grafieken me een reche lijn; radiaal als hoekmaa; benadering van sinus en angens voor kleine hoeken; log x, ln x, e -ax, e ax, a x en x a. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 8

.4 afgeleide eenheden herleiden o eenheden van he SI..5 uikomsen schaen en beoordelen..6 uikomsen van berekeningen weergeven in een aanvaardbaar aanal significane cijfers: een uikoms mag één significan cijfer meer of minder bevaen dan op grond van de nauwkeurigheid van de vermelde gegevens veranwoord is. Toeliching A Vervallen: ui de oude einderm A- he differeniëren van polynomen, e-machen, goniomerische funcies en raionale funcies, alsmede de oppervlake door inegreren bepalen ; Gebruik van enkel- en dubbel-log-papier ; x - + y - = consan. Toegevoegd: aan A-3 y = ax ½. Subdomein A3: Informaievaardigheden De kandidaa kan, mede me behulp van ICT, informaie seleceren, verwerken, beoordelen en preseneren. Specificaie De kandidaa kan 3. informaie verwerven en seleceren ui schrifelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen, mede me behulp van ICT. 3. informanen kiezen en informanen bevragen. 3.3 benodigde gegevens halen ui grafieken, ekeningen, simulaies, schema's, diagrammen en abellen en deze gegevens inerpreeren, mede me behulp van ICT: onder andere he in abellen opzoeken van grooheden, symbolen, eenheden en formules 3.4 gegevens weergeven in grafieken, ekeningen, schema's, diagrammen en abellen, mede me behulp van ICT. 3.5 hoofd- en bijzaken onderscheiden. 3.6 feien me bronnen veranwoorden. 3.7 informaie en meeresulaen analyseren, schemaiseren en srucureren, mede me behulp van ICT. 3.8 de berouwbaarheid beoordelen van informaie en de waarde daarvan vassellen voor he op e lossen probleem of e maken onwerp. 3.9 gebruik maken van compuermodellen om bewegingen e beschrijven. Toeliching A3 Toegevoegd: Ui he oude domein C de eindermen 34 me een compuermodel de invloed van wrijving op bewegingen onderzoeken en 38 gebruik maken van compuermodellen om bewegingen e beschrijven" als A3-9. Subdomein A4: Technisch-insrumenele vaardigheden De kandidaa kan op een veranwoorde manier omgaan me voor he vak relevane organismen en soffen, insrumenen, apparaen en ICT-oepassingen. Specificaie De kandidaa kan 4. gebruik maken van soffen, insrumenen en apparaen: voor he in de prakijk uivoeren van experimenen en echnische onwerpen me berekking o de in de domeinen B / m E genoemde vakinhoud, voorzover veiligheid, milieu-eisen, kosen en beschikbaar insrumenarium di oelaen. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 9

specificaie apparauur: krachmeer, hefboom, karol en andwiel; videocamera (videomeen); sensor en compuer, lichpoorje, reedconac, sroboscopische foo; semvork, oongeneraor, luidspreker, microfoon, oscilloscoop; prisma, filers, opische bank, opische schijf, brekingslichamen, posiieve lens, glasvezels, foooesel, diaprojecor, overheadprojecor; vloeisofhermomeer, meelin, maaglas, sopwach en weegschaal; elekroscoop, baerij, voedingsapparaa, schuifweersand, sroommeer, spanningsmeer, kwh-meer, ohmse weersand, LDR, NTC, LED, permanene magneen, sroomspoel, dynamo, ransformaor. GM-eller. 4. bij he raadplegen, verwerken en preseneren van informaie en bij he inzichelijk maken van processen gebruik maken van oepassingen van ICT. 4.3 gebruik maken van micro-elekronica sysemen voor he suren, meen en regelen van grooheden. 4.4 aangeven me welke echnieken en apparaen de belangrijkse grooheden ui de nauurweenschappen worden gemeen. 4.5 veranwoord omgaan me soffen, insrumenen en organismen, zonder daarbij schade e berokkenen aan mens, dier en milieu. Toeliching A4 Vervallen: Ui de oude einderm A-3 decibelmeer. Toegevoegd: Ui de oude einderm C- plaassensor en compuer, lichpoorje, reedconac, sroboscopische foo aan A4-, waarbij plaassensor is vervangen door sensor. Meelin, maaglas, sopwach en weegschaal en "videocamera (videomeen)" aan A4-. Aan einderm 3 suren voor meen en regelen. Einderm 3 geld alleen voor he SE. Subdomein A5: Onwerpvaardigheden De kandidaa kan een echnisch onwerp voorbereiden, uivoeren, esen en evalueren. specificaie De kandidaa kan 5. een echnisch probleem herkennen en specificeren. 5. een echnisch probleem herleiden o een onwerpopdrach. 5.3 priorieien, mogelijkheden en randvoorwaarden vassellen voor he uivoeren van een onwerp. 5.4 een werkplan maken voor he uivoeren van een onwerp. 5.5 een onwerp bouwen. 5.6 onwerpproces en -produc evalueren, rekening houdende me onwerpeisen en randvoorwaarden. 5.7 voorsellen doen voor verbeering van he onwerp. Toeliching A5 Ondersaande oude einderm B-8, die ui he vakinhoudelijk deel is weggehaald, behoor aandach e krijgen als conex voor onwerpvaardigheden en geld alleen voor he SE: een eenvoudig geauomaiseerd mee-, suur- of regelsyseem onwerpen en bouwen: blokschema; aansuren van acuaoren; erugkoppeling. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 0

Subdomein A6: Onderzoeksvaardigheden De kandidaa kan een nauurweenschappelijk onderzoek voorbereiden, uivoeren, de verzamelde onderzoeksresulaen verwerken en hierui conclusies rekken. Specificaie De kandidaa kan 6. een nauurweenschappelijk probleem herkennen en specificeren. 6. verbanden leggen ussen probleemsellingen, hypohesen, gegevens en aanwezige nauurweenschappelijke voorkennis. 6.3 een nauurweenschappelijk probleem herleiden o een onderzoeksvraag. 6.4 hypohesen opsellen en verwachingen formuleren. 6.5 priorieien, mogelijkheden en randvoorwaarden vassellen om een nauurweenschappelijk onderzoek ui e voeren. 6.6 een werkplan maken voor he uivoeren van een nauurweenschappelijk onderzoek er beanwoording van een onderzoeksvraag. 6.7 relevane waarnemingen verrichen en (mee) gegevens verzamelen. 6.8 conclusies rekken op grond van verzamelde gegevens van uigevoerd onderzoek. 6.9 oplossing, onderzoeksgegevens, resulaa en conclusies evalueren. Toeliching A6 Ondersaande oude eindermen B-4, C- en C-30, die ui he vakinhoudelijk deel zijn weggehaald, behoren aandach e krijgen als conexen voor onderzoeksvaardigheden: proeven doen me elekrische schakelingen: onderzoek naar de invloed van lich en van emperauur op componenen; meing van sroom, spanning en weersand; oepassing van eenvoudige schakelingen bij alarmsysemen en bij bewaking van he milieu. me een aanal echnieken verplaasing, snelheid en ijd meen: plaassensor en compuer; lichpoorje, reedconac; sroboscopische foo. proeven doen om he rendemen van energie-omzeingen e onderzoeken: knikkergoo, suierbal, kar van helling, gedempe rilling; manieren om energie op e slaan; manieren om wrijvingsarbeid e verkleinen. Subdomein A7: Maaschappij, sudie en beroep De kandidaa kan oepassingen en effecen van nauurweenschappen en echniek in verschillende maaschappelijke siuaies herkennen en benoemen. Tevens kan hij een verband leggen ussen de prakijk van verschillende beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en aiude. Specificaie De kandidaa kan 7. oepassingen van de nauurweenschappen herkennen in verschillende maaschappelijke siuaies. 7. maaschappelijke effecen benoemen van nauurweenschappelijke en echnologische oepassingen in verschillende maaschappelijke siuaies. 7.3 een relaie leggen ussen nauurweenschappelijke kennis en vaardigheden en de prakijk van verschillende beroepen. 7.4 een relaie leggen ussen eigen vaardigheden, kennis en aiudes èn de eisen van opleidingen en beroepsuioefening. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00

Domein B vwo: Elekriciei en magneisme Basiskennis B0: De kandidaa heef kennis van: eenvoudig aoommodel; sroomgeleiding door vrije elekronen; geleiders en isolaoren; geleiding in vloeisoffen; he omrekenen van kwh in joule en omgekeerd. Subdomein B: Elekrische sroom De kandidaa kan elekrische schakelingen onwerpen en analyseren. Specificaie De kandidaa kan 8. schakelingen onwerpen om lampen, elekromooren, verwarmingselemenen en sensoren op de juise spanning e laen werken:. schakelschema s ekenen; spanningsbron;. weersanden in serie: weersanden parallel; korsluiing, smelveiligheid; aarding, aardlekschakelaar; spanningsdeling. 8. spanning, sroom en weersand bepalen aan de hand van gegeven grafieken, abellen en formules: ohmse weersanden; halfgeleiderdiode, LDR, NTC; gloeilamp, LED, verwarmingselemen, soorelijke weersand. 8.3 he vermogen en he rendemen van energieomzeingen in een elekrische kring berekenen: elekrische energie; warmeonwikkeling; kwh-meer. 8.4 de volgende formules oepassen: ΔQ l I =, U = IR, U = U, Δ + U +... Rv = R+ R +..., I = I+ I +..., = + +..., R = ρ, Rv R R A ΔE P =, P = UI Δ Toeliching B Toegevoegd: gloeilamp, LED, verwarmingselemen aan B-. schakelschema s ekenen aan B-. ΔQ I = en U = U aan B-4. Δ + U +... Verplaas: De oude einderm B-4 proeven doen me elekrische schakelingen is weggelaen en word geach e behoren o subdomein A6: Onderzoeksvaardigheden. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00

Subdomein B3: Elekromagneisme De kandidaa kan elekrische en magneische velden beschrijven, elekromagneische verschijnselen verklaren en analyseren. Specificaie De kandidaa kan 0. de effecen beschrijven van de aanwezigheid van elekrische lading: posiieve en negaieve lading; homogeen elekrisch veld; veldlijnen, veldserke; onladingen, onweer. 0. energieverandering van een geladen deelje in een elekrisch veld berekenen: verband ussen spanning en kineische energie; omrekenen ev naar joule en omgekeerd; elekronenkanon van beeldbuis en oscilloscoop; röngenbuis; lineaire versneller. 0.3 magneische verschijnselen verklaren in ermen van magneisch veld: veldlijnen; serke van he magneische veld; permanene magnee, reche sroomdraad, spoel; relais, reedconac. 0.4 de riching en de grooe van de lorenzkrach bepalen op sroomdraden en op geladen deeljes: elekromoor en draaispoelmeer; afbuiging elekronenbundel; hallsensor. 0.5 de volgende formules oepassen Fel Toeliching B3 = qe, Δ Ek = qu, FL = BIl, FL = Bqv, B = μ NI 0 l Toegevoegd: omrekenen ev naar joule en omgekeerd aan B3-; Δ E = qu aan B3-5. k Vervallen: van de oude einderm B-9 veldserke en poeniaal en krach en arbeid in he veld ussen wee plaen ; daarmee word bedoeld da de relaie ussen veldserke en poeniaal nie meer gekend hoef e worden; van de oude einderm B-0 versnelling van een geladen deelje in een elekrisch veld berekenen ; van de oude einderm B- flux ; ΔV van de formules E = en W Δ A B = q( VA VB). x syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 3

Domein C vwo: Mechanica Basiskennis C0: De kandidaa heef kennis van remweg, veilige snelheid, sopafsand. Subdomein C: Rechlijnige beweging De kandidaa kan rechlijnige bewegingen beschrijven en analyseren. Specificaie De kandidaa kan. rechlijnige eenparige bewegingen en rechlijnige eenparig versnelde bewegingen vanui rus wiskundig beschrijven: plaas, verplaasing, afgelegde weg; snelheid, gemiddelde snelheid, relaieve snelheid; versnelling.. plaas-ijd-diagrammen inerpreeren: snelheid bepalen me behulp van een raaklijn; schesen van he verloop van he snelheid-ijd-diagram; vergelijking van wee verplaasingen in één diagram..3 snelheid-ijd-diagrammen inerpreeren: verplaasing bepalen me behulp van oppervlake; versnelling bepalen me behulp van een raaklijn; schesen van he verloop van he versnelling-ijd-diagram; eindsnelheid en luchweersand..4 berekeningen maken bij een vrije val vanui rus: valversnelling, valijd, hooge, snelheid bij he bereiken van de grond..5 de volgende formules oepassen: v gem Toeliching C Δx =, s() = v, Δ Δv a =, Δ s() = a Verplaas: Ui he subdomein: rechlijnige beweging is de oude einderm C- Me een aanal echnieken verplaasing, snelheid en ijd meen (sensor en compuer, lichpoorje, reedconac, sroboscopische foo). als geheel weggelaen en word geach e behoren o subdomein A4: Technisch-insrumenele vaardigheden en subdomein A6: Onderzoeksvaardigheden. Vervangen: De formule s = vgem door vgem Δx =. Δ Subdomein C: Krach en momen De kandidaa kan krachen weergeven als vecoren en de eerse, weede en derde we van Newon en de momenenwe oepassen. Specificaie De kandidaa kan 3. krachen op een syseem weergeven als vecoren: aangrijpingspun, drager/ werklijn; samensellen in parallellogram; onbinding langs wee onderling loodreche assen; berekenen van de grooe van de componenen. 3. de eerse we van Newon uileggen aan de hand van voorbeelden: raagheid bij snelheidsverandering; evenwich van krachen bij consane snelheid. 3.3 me de weede we van Newon de resulerende krach of de versnelling berekenen: definiie eenheid van krach; massa, dichheid en zwaarekrach. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 4

3.4 krachween oepassen: aciekrach en reaciekrach op verschillende lichamen aanwijzen, derde we van Newon; normaalkrach; krachen op lichamen op een hellend vlak; spankrach, wrijvingskrach en veerkrach. 3.5 de werking van hefbomen uileggen: oepassing van momenen; vergelijking van de arbeid van de uigeoefende krachen. 3.6 me de hefboomwe krachen berekenen: zwaarepun als aangrijpingspun van de zwaarekrach; hef- en hijswerkuigen, andwielen, karol, V-snaren. 3.7 de volgende formules oepassen: F r r = ma, F z = mg, M = Fr, M = 0, m= ρv, Fveer = Cu Toeliching C Toegevoegd: de oude einderm C-3 ui he subdomein krach en impuls als C-4; de oude einderm C-34 aan subdomein A3: Informaievaardigheden als A3-9; de begrippen dichheid en veerkrach aan C-3 resp. C-4; F = Cu en m= ρv aan C-7. veer Vervallen: De res van he oude subdomein C4: krach en impuls. Subdomein C3: Arbeid en energie De kandidaa kan he begrip arbeid bij energieomzeingen en de we van behoud van energie oepassen en he rendemen van energieomzeingen bepalen. Specificaie De kandidaa kan 4. he begrip arbeid oepassen bij energieomzeingen: arbeid door de zwaarekrach; negaieve arbeid van wrijvingskrach en warmeonwikkeling; de arbeid van een krach bepalen ui een krach-verplaasingsdiagram. 4. de we van behoud van energie oepassen: de energiebalans van een syseem; aangeven van energievormen; bewegingsenergie, zwaare-energie, veerenergie; snelheid, krach en verplaasing berekenen; periodieke bewegingen verklaren: slinger, rilling ussen veren, suieren zonder wrijving. 4.3 berekenen hoeveel energie word omgeze in warme bij verplaasingen: energie per ijd en energie per afsand; oprekken en afremmen in sadsverkeer; verband ussen snelheid en brandsofverbruik; rendemen van moor; vorm van he voeruig; oale warmeafgife aan he milieu. 4.4 de volgende formules oepassen: W = Fscosα, W =ΔE, Wui η = 00% E in o k ΔE W P = = = Fv, E Δ k = mv, E z = mgh, E veer = Cu, syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 5

Toeliching C3 Verplaas: De oude einderm C-30 proeven doen om he rendemen van energieomzeingen e onderzoeken (knikkergoo, suierbal, kar van helling, gedempe rilling, manieren om energie op e slaan, manieren om wrijvingsarbeid e verkleinen) is als geheel weggelaen en word geach e behoren o subdomein A6: Onderzoeksvaardigheden. Toegevoegd: Eveer = Cu aan C3-4. Subdomein C4: Kromlijnige beweging De kandidaa kan de kenmerken van een eenparige cirkelbaan beschrijven en de daarbij opredende krachen analyseren en de beweging van voorwerpen in een graviaieveld beschrijven en modelleren. Specificaie De kandidaa kan 5. een beschrijving geven van de baan van een voorwerp in he zwaarekrachveld: horizonale worp, snelheid als vecor. 5. berekeningen uivoeren me de formules over de eenparige cirkelbeweging: baansnelheid, hoeksnelheid, sraal, omloopijd, frequenie; middelpunzoekende versnelling en krach. 5.3 de voorwaarden bepalen om een saellie in een baan om de aarde e kunnen brengen: graviaiewe van Newon; bepaling van de sraal van de baan; omloopijd bij polaire en geosaionaire banen. 5.4 de volgende formules oepassen: π x() = vx en y() = g, s () = ϕ() rme ϕ() in rad, ϕ() = ω, ω =, v = ωr, T v mv mm ampz = = ω r, Fmpz = = mω r, Fg = G r r r Toeliching C4 Verplaas: De oude einderm C-38 gebruik maken van een compuermodel. naar domein A3 informaievaardigheden als einderm A3-9, hierui verval Analogie me geladen deelje in elekrisch veld.g.v. de wijzigingen in domein B. Vervallen : r r De formules p = mv en r r FΔ = mδv syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 6

Domein E vwo: Golven en sraling Basiskennis E0: De kandidaa heef kennis van: divergene, convergene en evenwijdige bundels; schaduwvorming; spiegelende en diffuse erugkaasing; convergerende werking van een posiieve lens. Subdomein E: Trilling en golf De kandidaa kan golf- en rillingsverschijnselen beschrijven en analyseren en resonanie- en inerferenieverschijnselen verklaren. Specificaie De kandidaa kan 8. door eenvoudige proeven vassellen da harmonische rillingen plaasvinden onder invloed van een erugdrijvende krach die evenredig is me de uiwijking: veerconsane; massaveersyseem; slinger. 8. ui de uiwijking-ijd-grafiek van een mechanische of elekrische rilling de rillingsijd, frequenie, ampliude en he soor rilling (harmonisch of nie) bepalen: oscillogram van semvork, rillende snaar, menselijke sem, zuivere oon; cardiogram. 8.3 een wiskundige beschrijving geven van rillingsverschijnselen in de nauur, de echniek en bij nauurkundige proeven: periode, rillingsijd, frequenie, uiwijking, ampliude, fase, gereduceerde fase en faseverschil; sinusfuncie als plaasfuncie. 8.4 de energie van een harmonisch rillend voorwerp berekenen: kineische en poeniële energie; energieverlies; demping; overdrach van energie; resonanie. 8.5 een beschrijving geven van golfverschijnselen in de nauur, de echniek en bij nauurkundige proeven: lopende ransversale en longiudinale golven; golflenge, golfsnelheid; faseverschillen en gereduceerde fase. 8.6 geluidsverschijnselen in de nauur, de echniek en bij eenvoudige proeven beschrijven: inerferenieparonen bij saande golven, knopen en buiken (nie de wiskundige beschrijving van he onsaan ervan); muziekinsrumenen; grondoon en bovenonen; anigeluid. 8.7 onderzoeken hoe geluidshinder beperk kan worden: absorpie, reflecie, breking en inerferenie. 8.8 de volgende formules oepassen: πa f =, u () = Asin(π f), vmax =, ϕ Δ r r Δ =, F() = Cu(), Emax = CA = mv max, T T T T π m l Δx =, T = π, λ = vt, Δ ϕ =, l = n λ ( n=,,... ), l = (n ) λ ( n=,,... ) 4 C g λ syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 7

Toeliching E Verplaas: Ui de oude einderm E-48 gebruik van sensoren, compuer, oscilloscoop. Di onderdeel word geach e behoren o subdomein A4: Technisch-insrumenele vaardigheden. Toegevoegd: Ui he oude subdomein geluid de eindermen E-53 en een deel van E-54 als E-6 en E-7. De res van he oude subdomein E: Geluid verval. De formule Fv r r = Cu is vervangen door F() = Cu(). Subdomein E: Lich De kandidaa kan de eigenschappen van lich en oepassingen daarvan beschrijven en analyseren. Specificaie De kandidaa kan 9. berekeningen maken me de brekingsween en de spiegelween: ekenen van de lichweg; spiegelbeeld; hoek van inval, hoek van breking, brekingsindex, kleuren; grenshoek; oale erugkaasing; gebruik van glasvezels. 9. de plaas en de grooe van he beeld bepalen bij he gebruik van een posiieve en negaieve lens door ekening (alleen bij een posiieve lens) en berekening (geen lenzenselsels): reële en viruele beelden; lenzenformule, lineaire vergroing: beeldvorming in he menselijk oog, foooesel, overheadprojecor en diaprojecor; loep. 9.3 de nauurkundige aspecen van he oog beschrijven: accommodaievermogen van de ooglens; diafragmafuncie van de pupil; nabijheidpun, verepun; normaal-, ver-, bij- en oudziend, bril, conaclens. 9.4 de inerferenie van lich onderzoeken aan de hand van eenvoudige proeven: golfmodel van he lich; dubbelsplee kwaliaief; bepaling van de golflenge me een ralie; ralieconsane. 9.5 de volgende formules oepassen: sini n sin r =, sin g =, S =, b beeldgrooe c = +, N = =, f =, n f f b v v voorwerpgrooe λ nλ sin α = ( n =,,...) d Toeliching E Bij E- word bedoeld geen lenzenselsels in opische insrumenen, zoals elescoop, microscoop, e.d., maar nadrukkelijk wel he oog in combinaie me een bril of conaclenzen. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 8

Subdomein E4: Radioaciviei De kandidaa kan eigenschappen en onsaan van ioniserende sraling beschrijven, oepassingen daarvan verklaren en de effecen beschrijven van ioniserende sraling op mens en milieu. Daarnaas kan hij kernreacies beschrijven en de werking van een kerncenrale bespreken. Specificaie De kandidaa kan. de verschillende sooren ioniserende sraling en hun eigenschappen beschrijven: achergrondsraling, röngensraling, α-, β- en γ-sraling; ioniserend en doordringend vermogen; isoopen; röngenbuis; nauurlijke en kunsmaige bronnen van sraling; deecie: GM-buis, bellenva, dradenkamer, badge; foonenergie.. berekeningen maken waarbij de halveringsijd een rol speel: vervalkromme, aciviei..3 een vervalvergelijking van een radioacieve kern opsellen als gegeven is welke sraling word uigezonden en reacievergelijkingen aanvullen voor beschreven kern- en deeljesreacies door gebruik e maken van behoudsprincipes: aoomnummer, massageal, isooop; + α-, β -, β -, γ-, n-sraling, K-vangs..4 de effecen bespreken van ioniserende sraling op de mens en he milieu: schema: bron, sraling, onvanger; absorpie; halveringsdike; besraling en besmeing; sralingsdosis en dosisequivalen; sralingsnormen; beschermingsmaaregelen; afwegen van risico's..5 de energie berekenen die vrijkom bij kernsplijing en kernfusie: bindingsenergie per nucleon; equivalenie van massa en energie; massadefec..6 kwaliaief de werking en regeling van een kernreacor beschrijven in samenhang me veiligheidsaspecen en de invloed op nauur en milieu: kernsplijing, keingreacie; moderaor, regelsaven, kriische reacor; kernafval..7 de volgende formules oepassen: A N Z = +, ( ) N () = N(0), Esr H = QD, D =, Ef m = hf ΔN () A () =, Δ ln A() N() =, ( I( x) I(0) ) d x =, E = mc, Toeliching E4 Vervallen: He oude domein F: Moderne fysica me dien versande da: ui he oude subdomein F: Aoomfysica de eindermen 67, 68 en 69 in kwaliaieve vorm zijn oegevoegd aan subdomein E3: Elekromagneisch specrum. Di subdomein behoor bij he SE; ui he oude subdomein F: Kernfysica delen van de eindermen 70, 7 en 7 zijn oegevoegd aan subdomein E4: Radioaciviei; he oude subdomein F3: Asrofysica ; Ui de oude einderm F-70 kernbom. He principe van de kernreacor saa onder E4-6; Ui de oude einderm F-7 Annihilaie en creaie van maeriedeeljes; ani-deelje, paarvorming. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 9

Toegevoegd: De formules ln Esr A() = N(), H = QD en D =. m. Me de opname van deze formules, die nie in he examenprogramma saan, word aangesloen bij de prakijk van de examens van de laase jaren. Da wil zeggen da de begrippen dosis, dosisequivalen en aciviei gekend en hun onderlinge samenhang begrepen moe worden. Wanneer een van de genoemde formules bij de beanwoording van een vraag nodig is, zal deze explicie in de examenopgave worden vermeld. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 0

4. He cenraal examen Ziingen cenraal examen He cenraal examen word afgenomen in één ziing van drie uur. Vakspecifieke regels correcievoorschrif Voor nauurkunde zijn de volgende vakspecifieke regels vasgeseld: Een afwijking in de uikoms van een berekening door accepabel ussenijds afronden word de kandidaa nie aangerekend. De uikoms van een berekening mag één significan cijfer meer of minder bevaen dan op grond van de nauwkeurigheid van de vermelde gegevens veranwoord is, enzij in de vraag is vermeld hoeveel significane cijfers de uikoms dien e bevaen. 3 He laase scorepun, aangeduid me compleeren van de berekening, word nie oegekend in de volgende gevallen: - een fou in de nauwkeurigheid van de uikoms - een of meer rekenfouen - he nie of verkeerd vermelden van de eenheid van een uikoms, enzij gezien de vraagselling he weergeven van de eenheid overbodig is. In zo'n geval saa in he anwoordmodel de eenheid ussen haakjes. 4 He laase scorepun word evenmin oegekend als juise anwoordelemenen fouief me elkaar worden gecombineerd of als een onjuis anwoordelemen een subsaniële vereenvoudiging van de berekening o gevolg heef. 5 In he geval van een fouieve oplossingsmehode, waarbij geen of slechs een beperk aanal deelscorepunen kunnen worden oegekend, mag he laase scorepun nie worden oegekend. Hulpmiddelen Bij he examen is naas he basispakke hulpmiddelen oegesaan he gebruik van: Een grafische rekenmachine van een door CEVO goedgekeurd ype. Binas 5 e druk Compueroesing Van he nauurkunde-examen word ook een versie geproduceerd waarbij he examen voor een deel me behulp van een compuer word afgenomen. Alle scholen kunnen aan deze examinering meedoen. Cenraal examen projec moderne nauurkunde In 00 is er geen afzonderlijk examen Projec moderne nauurkunde meer. De bereffende examensof is voor een deel vervallen, en maak voor he overige deel ui van he schoolexamen. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00

Bijlage. Examenprogramma Nauurkunde vwo He eindexamen He eindexamen besaa ui he cenraal examen en he schoolexamen. He examenprogramma besaa ui de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Elekriciei en magneisme Domein C Mechanica Domein D Warmeleer Domein E Golven en sraling He cenraal examen He cenraal examen heef berekking op de subdomeinen B, B3, C, C, C3, C4, E, E en E4, in combinaie me de daarbij behorende vaardigheden ui domein A. De CEVO sel he aanal en de ijdsduur van de ziingen van he cenraal examen vas. De CEVO maak indien nodig een specificaie bekend van de examensof van he cenraal examen. He schoolexamen He schoolexamen heef berekking op domein A en: - en minse de domeinen en subdomeinen waarop he cenraal examen geen berekking heef; - indien he bevoegd gezag daarvoor kies: een of meer domeinen of subdomeinen waarop he cenraal examen berekking heef; - indien he bevoegd gezag daarvoor kies: andere vakonderdelen, die per kandidaa kunnen verschillen. De examensof Domein A: Vaardigheden Subdomein A: Taalvaardigheden. De kandidaa kan adequaa schrifelijk en mondeling communiceren over nauurweenschappelijke onderwerpen. Subdomein A: Reken-/wiskundige vaardigheden. De kandidaa kan een aanal voor he vak relevane reken-/wiskundige vaardigheden oepassen om nauurweenschappelijke problemen op e lossen. Subdomein A3: Informaievaardigheden 3. De kandidaa kan, mede me behulp van ICT, informaie seleceren, verwerken, beoordelen en preseneren. Subdomein A4: Technisch-insrumenele vaardigheden 4. De kandidaa kan op een veranwoorde manier omgaan me voor he vak relevane organismen en soffen, insrumenen, apparaen en ICT-oepassingen. Subdomein A5: Onwerpvaardigheden 5. De kandidaa kan een echnisch onwerp voorbereiden, uivoeren, esen en evalueren. Subdomein A6: Onderzoeksvaardigheden 6. De kandidaa kan een nauurweenschappelijk onderzoek voorbereiden, uivoeren, de verzamelde onderzoeksresulaen verwerken en hierui conclusie rekken. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00

Subdomein A7: Maaschappij, sudie en beroep 7. De kandidaa kan oepassingen en effecen van nauurweenschappen en echniek in verschillende maaschappelijke siuaies herkennen en benoemen. Tevens kan hij een verband leggen ussen de prakijk van verschillende beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en aiude. Domein B: Elekriciei en magneisme Subdomein B: Elekrische sroom 8. De kandidaa kan elekrische schakelingen onwerpen en analyseren en de volgende formules oepassen: ΔQ l I =, U = IR, U = U Δ + U +..., Rv = R+ R +..., I = I+ I +..., = + +..., R = ρ, Rv R R A ΔE P =, P = UI Δ Subdomein B: Signaalverwerking 9. De kandidaa kan een geauomaiseerd syseem onwerpen en de werking van de componenen beschrijven. Subdomein B3: Elekromagneisme 0. De kandidaa kan elekrische en magneische velden beschrijven, elekromagneische verschijnselen verklaren en analyseren en de volgende formules oepassen: Fel = qe, Δ Ek = qu, FL = BIl, FL = Bqv, B = μ NI 0 l Subdomein B4: Inducie en wisselsromen. De kandidaa kan he principe van elekromagneische inducie oepassen, he gedrag van wisselspanningen en sromen beschrijven en analyseren en enminse de volgende formules oepassen: ΔΦ Up Np Φ= Bn A, Uind = N, =, Δ Us N P p = P s, U () = Umax sin(π f), I () = Imax sin(π f), s P nuig Ueff = U max, Ieff = I max, η = 00% P in Domein C: Mechanica Subdomein C: Rechlijnige beweging. De kandidaa kan rechlijnige bewegingen beschrijven en analyseren en enminse de volgende formules oepassen: Δx Δv vgem =, s() = v, a =, s() = a. Δ Δ Subdomein C: Krach en momen 3.De kandidaa kan krachen weergeven als vecoren en de eerse, weede en derde we van Newon en de volgende formules oepassen: F r r = ma, F = M = Fr, Fveer = Cu. z mg, Subdomein C3: Arbeid en energie 4. De kandidaa kan he begrip arbeid bij energieomzeingen en de we van behoud van energie oepassen, he rendemen van energieomzeingen bepalen en de volgende formules oepassen: W = Fscos α, W o =Δ E k, ΔE W P = = = Fv, E k = mv, E z = mgh, E veer = Cu, Wui η = 00%. E in syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 3

Subdomein C4: Kromlijnige beweging 5. De kandidaa kan de kenmerken van een eenparige cirkelbaan beschrijven en de daarbij opredende krachen analyseren, de beweging van voorwerpen in een graviaieveld beschrijven en modelleren en de volgende formules oepassen: x() = v en y() = g, s () = ϕ() rme ϕ() in rad, ϕ() = ω, x mv mpz ω, mm F = = m r Fg = G. r r π ω =, v = ωr, T a v mpz = = ω r, r Domein D: Warmeleer Subdomein D: Gas en vloeisof 6. De kandidaa kan macroscopische verschijnselen verklaren aan de hand van de eigenschappen en wisselwerking van moleculen en de algemene gaswe en enminse de volgende formules oepassen: F pv p =, Tkelvin = Tcelsius + 73,6, nr consan. A T = = Subdomein D: Thermische processen 7. De kandidaa kan de hoeveelheid warme berekenen die bij verwarming en afkoeling ussen sysemen word uigewisseld, de vormen van energieranspor bij warme beschrijven en enminse de volgende formules oepassen: Pnuig Q= cmδ T, Q= CΔT, η = 00%. P in Domein E: Golven en sraling Subdomein E: Trilling en golf 8. De kandidaa kan golf- en rillingsverschijnselen beschrijven en analyseren, resonanie- en inerferenieverschijnselen verklaren en de volgende formules oepassen: f =, u () Asin(π f), v T l T = π, λ = vt, g = max = π A, Δ ϕ = Δ T T, Δx Δ ϕ =, = n λ ( n=,,... ), λ F v = Cu, l l n 4 E max CA mv m = = max, T = π, C = ( ) λ ( n=,,... ). Subdomein E: Lich 9. De kandidaa kan de eigenschappen van lich en oepassingen daarvan beschrijven en analyseren en de volgende formules oepassen: sini n, sin r = sin g = n, b beeldgrooe c nλ S =, = +, N = =, f =, sin α = ( n =,,...). f f b v v voorwerpgrooe λ d Subdomein E3: Elekromagneisch specrum 0. De kandidaa kan he elekromagneisch specrum en oepassingen daarvan beschrijven, absorpie en emissie van lich in verband brengen me de specraallijnen van aomen, he foo-elekrisch effec en de golf-deelje dualiei oelichen en en minse de volgende formule oepassen: c E = hf = h, Δ E = hf. λ syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 4

Subdomein E4: Radioaciviei. De kandidaa kan eigenschappen en onsaan van ioniserende sraling beschrijven, oepassingen daarvan verklaren en de effecen beschrijven van ioniserende sraling op mens en milieu. Daarnaas kan hij kernreacies beschrijven, de werking van een kerncenrale bespreken en enminse de volgende formules oepassen: ΔN () ln A= N + Z, N () = N(0) ( ), A () =, A() N() Δ =, ( ) d ( ) (0) x, I x = I E = mc, E sr H = QD, D =, Ef = hf. m Domein F: Moderne fysica Subdomein F: Aoomfysica. Vervallen. (Kwaliaief oegevoegd aan E3.) Subdomein F: Kernfysica 3. Vervallen. (Gedeelelijk oegevoegd aan E4.) Subdomein F3: Asrofysica 4. Vervallen. syllabus nauurkunde vwo cenraal examen 00 5