gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsnummer os.sz4.oor Inboeknummer osvoo84gar Beslisdatum BgtW xs november 2002 Dossiernummer a46.sss Raadsvoorstel tot het aanmerken van de nieuwbouw van de Voortgezet Vrije School als schoolbouwproject voor bijstelling normvergoeding nieuwbouw voortgezet onderwijs en als pilot energiebesparing en duurzaam bouwen van scholen 1 Inleiding Op het onderwijshuisvestingprogramma 2001 (aanvraagnummer 2000.117) is de vervangende nieuwbouw geplaatst voor de Gemeenschap van Scholen voor Voortgezet Vrije Schoolonderwijs (de vrije school), inmiddels het Novalis College. Het schoolbestuur ontwikkelt als bouwheer de bouwplannen voor de nieuwbouw aan de Sterrenlaan voor ruim 400 leerlingen met een bruto vloeroppervlakte van circa 3.800 m2, inclusief een inpandige gymzaal. Het schoolbestuur wordt bij de planontwikkeling ondersteund door Complan, een adviesbureau voor projectmanagement en huisvesting. 2 Probleemstelling I Normbedrag ontoereikend voor nieuwbouw. De bekostiging van nieuwbouw geschiedt op basis van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs (de verordening) op normatieve basis. Bij de ontwikkeling van het ruimtelijk Programma van Eisen en het voorlopig ontwerp is door Complan berekend dat het normbedrag circa 10 Yo te laag is voor de nieuwbouw van een school voor voortgezet onderwijs van een dergelijke omvang. Op basis van de geraamde overschrijding op de norm verzoekt de vrije school om een aanvullend krediet. Het betreft een overschrijding van de norm indien de nieuwbouw op conventionele wijze wordt uitgevoerd, met bijvoorbeeld een betonconstructie en platte daken. Als oorzaak van de geraamde kostenoverschrijding wordt gewezen op de veranderde wet- en regelgeving, waardoor andere eisen worden gesteld aan gebouwen. De maatregelen ten behoeve van de Energie Prestatie Norm (EPN) en verhoogde eisen op het gebied van bijvoorbeeld ventilatie, geluidhinder, ARBO en brandveiligheidsvoorschriften hebben een kostenverhogend effect. Een aanpassing van het normbedrag heeft echter niet plaatsgevonden. De landelijke Stichting Architecten Research Onderwijsgebouwen (Staro) bevestigt de discrepantie van gemiddeld circa 1096 tussen de norm en de werkelijke kosten.
Raadsmrmmer os.sz4.oor II Pilot energiebesparing en duurzaam bouwen. Naar aanleiding van de vaststelling van het Energiebesparingsprogramma door uw gemeenteraad in 2000 is door voormalig wethouder Van der Spek aan het onderwijsveld gevraagd om nieuwbouwprojecten aan te dragen ten behoeve van een pilot energiebesparing schoolgebouwen. De vrije school heeft als enige school ingestemd met deelname aan een dergelijke pilot. Gezien de antroposofische grondslag sluit de pilot aan bij de doelstelling van de vrije school om een energiezuinig gebouw te realiseren en duurzame materialen toe te passen. In navolging op het verzoek om mee te werken aan de pilot energiebesparing schoolgebouwen heeft het schoolbestuur bij de planvorming het bruto investeringsniveau van twee varianten laten berekenen op basis van een voorlopig ontwerp: conventionele nieuwbouw en de pilot School voor de toekomst. De conventionele bouwwijze leidt tot de geraamde overschrijding op de huidige normvergoeding (zie onder I). Toepassing van nieuwe technieken en maatregelen, zoals verwerkt in de school voor de toekomst, is duurder dan het toepassen van conventionele technieken. Om over te kunnen gaan tot een opdracht voor het definitief ontwerp verzoekt het schoolbestuur aan de gemeente om aan te geven of en zo ja op welk ambitieniveau de school voor de toekomst gerealiseerd kan gaan worden. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes l Het aanmerken van de nieuwbouw als proefprojectinzake een bijstelling van de norm heeft tot doel: te voorkomen dat de vrije school een nieuwbouw realiseert die op het moment van oplevering functioneel verouderd is als gevolg van een te krap budget; de ervaringen te gebruiken om mede het beleid te ontwikkelen voor een optimale afstemming tussen de onderwijskundige vernieuwingen en adequate huisvesting. Temeer omdat adviezen van de VNG om de modelverordening op dat vlak aan te passen zijn aangekondigd voor het najaar van 2003; te onderzoeken tot welke hoogte de signalen en berekeningen van Complan en Staro kloppen en op welke wijze bijstelling van het huidige normbedrag c.q. de normsystematiek nieuwbouw voortgezet onderwijs plaats moet vinden; het schoolbestuur de garantie te bieden dat het schoolbestuur geen financieel risico loopt ten aanzien van een overschrijding op de huidige norm. Door het aanmerken van nieuwbouw als schoolbouwproject, waarbij gezamenlijk met de gemeente wordt onderzocht in hoeverre de normsystematiek niet (meer) voldoet, wordt het financiele risico voor de vrije school weggenomen. Het resultaat is een nieuw en functioneel onderwijsgebouw voor de vrije school dat rekening houdt met onderwijskundige ontwikkelingen voor de vrije school en minimaal voldoet aan alle eisen voortkomend uit de wet- en regelgeving.
Raadsnummer 02.274.001 De resultaten van dit schoolbouwproject worden gebruikt voor een aanpassing van de Verordening voorzieningen huisvesting inzake de normvergoeding voor nieuwbouw voortgezet onderwijs. ll Het aanmerken van de nieuwbouw als pilot energiebesparing en duurzaam bouwen heeft tot doel: een onderzoek te verrichten naar de praktische toepasbaarheid van energiebesparende maatregelen en duurzame materialen in onderwijsgebouwen; ervaring op te doen met de realisering van de ambities die in ÃćâĆňâĂİ de nog vast te stellen - beleidsnota klimaat zijn opgenomen; het schoolbestuur toestemming te geven om de opdracht te verstrekken voor een definitief ontwerp met energiebesparende maatregelen en duurzame materialen; de voor- en nadelen van het instellen van een Fonds voor energiebesparende maatregelen bij scholen en vrijetijdsaccommodaties in beeld te brengen, waarbij een onderzoek wordt verricht naar subsidiemogelijkheden en de eigen bijdrage van het schoolbestuur; te dienen als voorbeeldfunctie voor overige onderwijsgebouwen en voor bedrijven en organisaties. De pilot kan tevens aangemerkt worden als een project in het kader van de stad aan zet. Met het project wordt binnen de ruimtelijke pijler uitvoering gegeven aan het Stedelijk Ontwikkelingsprogramma. Het project draagt binnen het domein duurzaamheid van de ruimtelijke pijler bij aan de doelstelling 10 samenwerkingsprojecten milieu en energie. Bovendien kan binnen dit project onderzoek worden gedaan naar de effecten van de motie energiebesparing bij scholen en vrijetijdsaccommodaties die tijdens de raadsvergadering d.d. 7 oktober 2002 is aangenomen. Op grond van de motie is het college gevraagd uit te zoeken wat de voor- en nadelen zijn van het instellen van een fonds om bij scholen en vrijetijdsaccommodaties besparingsmaatregelen uit te voeren (een scholen en vrijetijdsaccommodatiefonds ). 3a Milieutoets Het ontwerp levert een zeer positieve bijdrage aan de milieuthema s energie en materiaalgebruik. Het ontwerp voorziet in aanzienlijke energiebesparende maatregelen, meerdere toepassingen van duurzame energie (Koude-Warmteopslag in de bodem, zonnepanelen en -boilers) en vooruitstrevende toepassing van milieuvriendelijke en duurzame materialen (b.v. leem, houtskelet). Zie onderstaand, punt 4, onder II. 4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting I Onderzoek normsystematiek. De vrije school is bij de vaststelling van de ontwerpopgave voor het voortgezet onderwijs als autonoom instituut aangemerkt gezien de specifieke doelgroep en onder-
Raadsnummer os.sy4.oor 4+ wijskundige grondslag. Dit heeft tot gevolg dat de Verordening onderwijshuisvesting het beleidskader vormt op basis waarvan de nieuwbouw c.q. de unilocatie wordt bekostigd. Enerzijds is de normvergoeding op basis van de verordening taakstellend bij nieuwbouw, anderzijds heeft de gemeente de zorgplicht voor adequate onderwijshuisvesting en dient een schoolbestuur financieel in staat gesteld te worden de op het programma opgenomen voorziening te kunnen bekostigen. Het bedrag voor de vrije school is gebaseerd op de te realiseren normatieve bruto vloeroppervlakte van 3.800 m2, die correspondeert met het geprognosticeerde leerlingenaantal. Het bedrag is op basis van de verordening vastgesteld op 64.412.796,ÃćâĆňâĂİ (prijspeil 2002). De discrepantie tussen de normvergoeding en de investeringskosten bij toepassing van een conventionele bouwwijze heeft een negatief effect op de aard en omvang van onderwijsaccommodaties. Bij handhaving van de normvergoeding wordt het schoolbestuur gedwongen minder oppervlakte te realiseren en/of te kiezen voor het aanwenden van eigen middelen. Het ruimtelijk Programma van Eisen is evenwichtig opgebouwd zonder aantoonbare extra functionele of ruimtelijke voorzieningen, zodat het niet acceptabel is het schoolbestuur te verplichten hierop te bezuinigen. Dit strookt niet met de zorgplicht van de gemeente en met het rijksbeleid. Met ingang van 2002 worden extra middelen beschikbaar gesteld aan de gemeenten via het Gemeentefonds, bedoeld voor functionele aanpassingen in schoolgebouwen, om de onderwijskundige vernieuwingen beter tot hun recht te laten komen. Voor het voortgezet onderwijs gaat het onder andere om informatie- en communicatietechnologie, de invoering van het VMBO, de tweede fase voortgezet onderwijs (studiehuis) en werkplekken voor docenten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) erkent dat onderwijskundige ontwikkelingen niet volledig tot hun recht komen bij toepassing van de huidige verordening en de normbedragen, maar is niet in staat om in een korte tijdspanne te komen tot een aanpassing van de modelverordening. Voorstellen van de VNG worden medio najaar 2003 verwacht en bieden geen soelaas voor het onderhavige probleem. Middels het verlenen van een aanvullend bedrag voor de overschrijding van de norm bij conventioneel bouwen, wordt rekening wordt gehouden met de onderwijskundige ontwikkelingen op de minimale huisvestingsbehoefte van de vrije school. II Pilot energiebesparende maatregelen en duurzaam bouwen. De kosten voor het schoolbestuur die in het kader van de pilot worden gemaakt komen tot nu toe ten laste van het reguliere normbedrag conform de verordening. De beschikbare financiele middelen en de relatie tussen de maatregelen bepalen de bandbreedte van de definitieve energiemaatregelen en technieken. Een eerste verkenning van toepasbare milieumaatregelen, duurzame materialen en de kosten hiervan zijn verwerkt in het voorlopig ontwerp van de pilot School voor de
Raadsnummer os.spy.oor toekomst en in het rapport Het energiezuinige Novalis College, pilot nieuwbouw Gemeentelijke Gebouwen, d.d. 8 oktober 2002. Bij het verdere onderzoek naar de energiebesparende maatregelen wordt ÃćâĆňâĂİ voor zover mogelijk- rekening gehouden met de nieuwbouwprojecten op aangrenzende percelen. Op de aangrenzende percelen wordt een kinderdagverblijf op antroposofische basis voor gehandicapte kinderen gevestigd door Stichting Heimdal en een nieuwbouw voor het Regionaal Opleidingen Centrum Eindhoven (ROC). Daarnaast loopt er een onderzoek naar de mogelijkheid om ook bestaande gebouwen van het ROC aan te sluiten op de eventueel te realiseren warmtepomp. In de beleidsnota klimaat van Energiebesparing naar Klimaatbeleid welke op 12 november 2002 door ons college is vastgesteld, zijn ten aanzien van gemeentelijke gebouwen de volgende ambities gesteld. Aan deze ambities wordt met het voorliggende ontwerp ruimschoots voldaan: het uitvoeren van alle vaste en kostenneutrale maatregelen en 3096 van de variabele (niet kostenneutrale) energiemaatregelen uit het Nationaal Pakket Duurzame Utiliteitsbouw; toepassen van een met 109o verscherpte Energie Prestatie Coefficient (EPC); realisatie van de opwekking van duurzame energie op/bij een gemeentelijk gebouw (voorbeeldproject). Alvorens het beschikbaar te stellen bedrag kan worden vastgesteld moet inzicht worden gegeven in het ambitieniveau van de voorgestelde maatregelen en materialen. Hiervoor worden de ambitieniveaus uit de Gemeentelijke Menukaart Klimaatbeleid gehanteerd. actief: de ambitie die de gemeente in ieder geval moet nastreven; voorlopend: de ambitie voor gemeenten die iets extra s willen doen; innovatief: de ambitie voor gemeenten die zich wensen te onderscheiden In overleg met de vrije school wordt een opzet afgesproken om in een matrix de voorgestelde energiebesparende maatregelen, kosten en terugverdieneffecten uit te werken en hierbij aan te geven in welk ambitieniveau de maatregelen ondergebracht (kunnen) worden. Op basis van de matrix kan het ambitieniveau voor deze specifieke nieuwbouw worden vastgesteld. Tevens zal onderzocht worden onder welke voorwaarden een Fonds energiebesparing voor scholen en vrijetijdsaccommodaties ingesteld kan worden, waarbij subsidiemogelijkheden en de eigen bijdrage van het schoolbestuur wordt betrokken. De nadere uitwerking van de pilot zal aan het college van burgemeester en wethouders ter besluitvorming worden voorgelegd. 5 Financiele gevolgen en risico s In de probleemstelling zijn twee aspecten opgenomen met financiele consequenties: 1 de effecten van het onderzoek naar de bijstelling van het normbedrag bij conventioneel bouwen voor de onderhavige nieuwbouw c.q. unilocatie;
Raadsnummer oe.ap.oor ++ 2 de effecten van het aanmerken van de nieuwbouw als pilot energiebesparing en duurzaam bouwen. Ad 1. Indien uit de aanbesteding blijkt dat de voorlopige conclusie met betrekking tot het ontoereikend zijn van de normvergoeding wordt bevestigd, zullen de resultaten worden meegenomen bij de eerstvolgende aanpassing van de verordening. De structurele lasten van de ophoging van de norm zijn binnen het reguliere budget op te vangen. Temeer omdat het Kabinet in de Voorjaarsnota 2002 heeft besloten om structureel 645 miljoen toe te voegen aan het Gemeentefonds ten behoeve van de gebouwelijke consequenties van onderwijskundige ontwikkelingen voor zowel primair als voortgezet onderwijs. Het aan de gemeente Eindhoven toe te rekenen bedrag vanuit de 6 45 miljoen bedraagt voor 2002 6 740.779,ÃćâĆňâĂİ, voor 2003 6 834.455,ÃćâĆňâĂİ, voor 2004 6 948.355,ÃćâĆňâĂİ, voor 2005 61.006.667,ÃćâĆňâĂİ en voor 2006 6 1.116.133,ÃćâĆňâĂİ. Deze bedragen zijn aan het budget voor huisvesting onderwijs toegevoegd conform het raadsbesluit d.d. 1 februari 1999. Vooruitlopend op de aanpassing van de verordening wordt voor de bekostiging van dit specifieke nieuwbouwproject voorgesteld een aanvullend krediet ad 6 500.000,ÃćâĆňâĂİ (prijspeil 2002) te verlenen. Op basis van de aanbesteding kan het definitieve bedrag worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. De daaruit voortvloeiende kapitaallasten kunnen ten laste worden gebracht van (de storting in) de reserve huisvesting onderwijs. Ad 2. Voor de realisatie van de pilot energiebesparing en duurzaam bouwen School voor de toekomst stellen wij u voor een budgettair kader vast te stellen van totaal maximaal 6 6.243.461,ÃćâĆňâĂİ. Dit betekent dat wordt voorgesteld een incidenteel bedrag te verlenen van maximaal 61.330.665,ÃćâĆňâĂİ boven op het bedrag volgens de huidige norm, zijnde 6 4.412.796,ÃćâĆňâĂİ exclusief de extra 6 500.000,ÃćâĆňâĂİ op basis van de ophoging van het normbedrag (ad 1). De vaststelling van het bedrag is afhankelijk van de resultaten van de pilot en de aanbesteding. De kapitaallasten voortvloeiende uit de pilot kunnen ten laste gebracht worden van (de storting in) de reserve huisvesting onderwijs. Conclusie De kapitaallasten voortvloeiende uit het maximaal beschikbaar te stellen bedrag van 6 1.830.665,ÃćâĆňâĂİ voor de ophoging van het normbedrag en de pilot, zijn op te vangen binnen het reguliere onderwijsbudget. Voor 2003 is de resterende budgetruimte berekend op 6 2.337.000,ÃćâĆňâĂİ. Hierbij is rekening gehouden met de financiele consequenties van het programma onderwijshuisvesting 2003 en overige onttrekkingen en toevoegingen. Als gevolg van de nieuwbouw kan de vrije school het gebruik van de huidige locaties aan de Woenselsestraat en Jan Heijnslaan beeindigen. Als gevolg van het economisch
Raadsnummer oz.z74.oor claimrecht komt het eigendom van de terreinen en gebouwen terug naar de gemeente. De toekomstige bestemming en eventuele opbrengsten zijn op dit moment nog niet bekend. REGULIER ONDERWIJSBUDGET IN E Reguliere vrije budgetruimte Af: ruimte efficiencykorting Meerjarenraming (indicatief) 2003 2004 2005 2.924 3.545 4.179-642 -642-642 Af: begrotingswijziging 82-14 -14-14 Bij: per saldo vrijgevallen kapitaallasten Aanvulling programma 2002 inrichting Aanpassing gefaseerd VO 2002 Spoedaanvraag 2001.163 642 629 616-57 40 40 40-4 Spoedaanvragen na juli 2002 Pm Pm Pm (Waarschijnlijke) wijziging verordening -15 Overboeking (5)BO verrijking 2002 Kapitaallasten 190 187 183 Beschikbaar budget 3.064 3.732 4.349 Verwachte lasten: Kapitaallasten aankoop Begoniastraat -19-18 -18 Vervallen huur Begoniastraat 25 25 25 Regulier programma 2003 Kapitaallasten Eerste inrichting -330-650 -309-635 Huurvergoedingen -69-69 -69 Indexering programma s erc. -25-25 -25 Totaal verwachte uitgaven excl. Pm -727-737 -722 Restant budgetruirnte na programma 2003 2.337 2.995 3.627 Sa Bestuurlijke kaders Het Stedelijk Ontwikkelingsplan, het energiebesparingsprogramma en de bestuurlijke visie Samen Stad gelden als bestuurlijke kaders voor het onderhavige voorstel. In Samen Stad heeft onderwijshuisvesting en klimaatbeleid een hoge prioriteit gekregen. Met het project wordt in de ruimtelijke pijler uitvoering gegeven aan het Stedelijk Ontwikkelingsprogramma. Het project draagt binnen het domein duurzaamheid van de ruimtelijke pijler bij aan de doelstelling 10 samenwerkingsprojecten milieu en energie.
Raadsnummer os.sy4.oox W ++ 6 Overige gevolgen van de aanpak Op basis van de resultaten van de onderzoeken is het mogelijk de Verordening voorzieningen huisvesting aan te passen met betrekking tot de normvergoeding voor nieuwbouw voortgezet onderwijs, waarbij rekening wordt gehouden met onderwijskundige ontwikkelingen. De pilot School voor de toekomst geeft inzicht in de mogelijkheden, effecten en financiele consequenties van de toepassing van milieubesparende maatregelen en duurzaam bouwen bij onderwijsgebouwen. Deze resultaten worden gebruikt voor het vaststellen van onderwijshuisvestingsbeleid op het terrein van milieu en duurzaamheid bij realisatie van onderwijsgebouwen. Daarnaast is het een voorbeeldproject voor het bedrijfsleven en andere instellingen, waaruit blijkt dat de gemeente niet alleen stimuleert om maatregelen te treffen, maar ook zelf investeert in maatregelen en duurzaam bouwen. 7 Resultaten van overleg /inspraak De ontwikkeling van het Programma van Eisen en de voorlopige ontwerpen voor de conventionele bouw en de pilot School voor de toekomst heeft plaatsgevonden in opdracht van het schoolbestuur (bouwheer) in nauwe samenwerking met de gemeente. 8 Communicatie Met het schoolbestuur van de vrije school is het voorgenomen besluit besproken. Het schoolbestuur stemt in met de voorgestelde handelswijze. De resultaten van de projecten worden in het kader van een aanpassing van de verordening gecommuniceerd met het totale onderwijsveld. 9 Ter inzage gelegde stukken 1 Programma van Eisen Vrije School Eindhoven, d.d. 2 juli 2002. 2 Voorlopig ontwerp Vrije School Eindhoven, d.d. 15 augustus 2002. 3 Pilot: School voor de toekomst, d.d. 19 augustus 2002. 4 Het energiezuinige Novalis college, pilot nieuwbouw Gemeentelijke Gebouwen, d.d. 8 oktober 2002. 10 Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de Tijdelijke Referendumwet. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.
Raadsnnmmer 02.274.00I M +4 Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november en 3 december 2002; besluit: 1 a de nieuwbouw voor de vrije school aan te merken als schoolbouwproject ten behoeve van een onderzoek naar de bijstelling van het normbedrag voor nieuwbouw voortgezet onderwijs; b vooruitlopend op de aanpassing van de verordening voor de bekostiging van het schoolbouwproject een aanvullend krediet ad maximaal 500.000,ÃćâĆňâĂİ (prijspeil 2002) te verlenen; c het definitief ontwerp te toetsten aan de bereikbaarheid en toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking; d op basis van de aanbesteding het definitief bedrag vast te laten stellen door het college van burgemeester en wethouders; e de kapitaallasten ten laste van (de storting in) de reserve huisvesting onderwijs te brengen; f de resultaten van la te verwerken in de eerstvolgende aanpassing van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs; 2 a de nieuwbouw voor de vrije school aan te merken als pilot energiebesparende maatregelen en duurzaam bouwen van onderwijsgebouwen; b voor de bekostiging van de pilot energiebesparende maatregelen en duurzaam bouwen in principe een krediet van maximaal 6 1.330.665,ÃćâĆňâĂİ beschikbaar te stellen; c Het daadwerkelijk beschikbaar te stellen bedrag afhankelijk te stellen van de resultaten van de pilot, waarbij uw raad het definitief ontwerp, toe te passen maatregelen, materialen en kosten beoordelen en goedkeuren op basis van een matrix met de onderstaande projecten: 1 het rubriceren van de maatregelen en materialen volgens de ambitieniveaus: actief, voorlopend en innovatief; 2 het resultaat van een onderzoek naar het Fonds energiebesparende maatregelen voor scholen en vrijetijdsaccommodaties, waarbij de eigen bijdrage van het schoolbestuur wordt betrokken; 3 subsidiemogelijkheden; 4 de toetspunten die gelden voor projectformats (impulsprojecten) in het kader van de stad aan zet (Stedelijk Ontwikkelingsprogramma); d de uit de pilot voortvloeiende kapitaallasten ten laste te brengen van (de storting in) de reserve huisvesting onderwijs.
Raadsnummer 02.274.001 3 de begroting 2003 en volgende jaren dienovereenkomstig te wijzigen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2002. R. Welschen, voorzitter. J. Verheugt, loco-secretaris. of02014724
gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Retouradres Postbus goxso, s6oo RB Eindhoven Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven. Raadsnummer 02.274.002 Behandeld door M. Honing Telefoon (o4o) 238 24 88 Ons kenmerk griffie Verzenddatum zy november 2002 Commis sic advies Betreft cie Sp: Raadsvoorstel tot het aanmerken van de nieuwbouw van de Voortgezet Vrije School als schoolbouwproject voor bijstelling normvergoeding nieuwbouw voortgezet onderwijs en als pilot energiebesparing en duurzaam bouwen van scholen De commissie Sociale pijler heeft in haar vergadering van 26 november 2002 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: leefbaar eindhoven : CDA: Akkoord; PvdA: Stemvoorbehoud (fractie-overleg); VVD: Stemvoorbehoud (fractie-overleg); SP: Stemvoorbehoud (in afwachting van aanpassingen); GroenLinks: Akkoord; D66: Stemvoorbehoud (in afwachting van aanpassingen); OuderenAppel: Stemvoorbehoud; De Stadspartij: Stemvoorbehoud. Toezeggingen wethouder: 1. Bij beslispunt 1b wordt toegevoegd "maximaal" (( 500.000,-); 2. In het besluit wordt opgenomen dat de raad, aan de hand van een matrix, het krediet (maximaal < 1.330.665,-) voor duurzaam bouwen en energiebesparing pas beschikbaar zal stellen nadat de terugverdientijden, de kosten, de subsidiemogelijkheden en de eigen bijdrage van de school in beeld zijn gebracht; 3. Het college kijkt of er op het gebied van energiebesparing iets gedaan kan worden bij grootschalige renovaties. Hoe verhoudt zich dat tot de verordening. De scholen, waarvan bekend is dat er renovatieplannen zijn, worden in kennis gesteld nadat dit uitgezocht is. 4. Het punt van toegankelijkheid en bruikbaarheid van het gebouw voor mensen met een lichamelijke handicap wordt meegenomen; Bezoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden ma t/m vr g.oo-x6.oo uur Bereikbaar per openbaar vexvoer Postadres Postbus goxso 96oo RB Eindhoven Telefonisch bereikbaar 9.00-x2.30 eli x3.30-x6.00 uur
Ons kenmerk griffie 5. In de toelichting op het raadsvoorstel wordt aandacht besteed aan de positie van het Novalis College in het kader van de Ontwerpopgave Voortgezet Onderwijs. De secretaris van de commissie, Bijlage(n) : 0