Raadsvoorstel inzake de tariefstructuur van de toeristenbelasting

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Algemene en Publiekszaken Raadsnummer 04.R842.OOI Inboeknummer o4looo3gr Beslisdatum Bikw x juni 2004 Dossiernummer Raadsvoorstel inzake de tariefstructuur van de toeristenbelasting 1 Inleiding Op 30 oktober 2003 heeft uw raad een motie van de VVD (nummer M01) aangenomen over de tariefstructuur van de toeristenbelasting, Over hetzelfde onderwerp heeft uw raad op 13 april 2004 een motie van Liberaal Eindhoven (nummer M35) aangenomen. Middels deze moties is ons college van burgemeester en wethouders uitgenodigd om met een voorstel te komen dat, uiterlijk met ingang van 1 januari 2005, voorziet in een tariefstructuur in de toeristenbelasting, waarbij het tarief in verhouding staat tot de overnachtingsprijs en/of de prijsklasse van de verschillende hotels/ pensions e.d. In dit dossier wordt een voorstel uitgewerkt. 2 Probleemstelling Vanaf de invoering van de toeristenbelasting in 1999 in Eindhoven wordt een vast bedrag per overnachting geheven. Dit wordt ook wel een eenheidstarief genoemd. Voor 2004 gaat het om een bedrag van E 3,50 per overnachting. Dit tarief geldt derhalve voor iedereen die gelegenheid tot verblijf in Eindhoven biedt, als bedoeld in de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting. Doel van beide bovengenoemde moties van 30 oktober 2003 en 13 april 2004 is het hanteren van een tarief dat in verhouding staat tot de overnachtingsprijs en/of de prijsklasse van een hotel, pension e.d., zodat belastingplichtigen die opereren in een lagere prijsklasse relatief minder zwaar worden belast. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Een gemeente kan toeristenbelasting heffen op grond van artikel 224 van de Gemeentewet. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van deze wetsbepaling blijkt dat de toeristenbelasting moet worden gezien als een bijdrage door de "toerist", in verband met het profijt dat deze heeft van de algemene voorzieningen in een gemeente. De "toerist" profiteert immers van allerhande openbare voorzieningen in de gemeente. De wetgever acht het juist dat een gemeente daarvoor een bijdrage in de kosten van die voorzieningen kan vragen. De term "toerist" is overigens tussen aanhalingstekens geplaatst om aan te geven dat toeristenbelasting niet alleen wordt geheven voor toeristisch verblijf. De belasting wordt immers geheven terzake van het overnachten door niet-eindhovenaren (diegenen die niet als ingezetenen staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadmini-

2 Âńfi Raadsnummer 04.R842.00I stratie) in hotels, pensions, vakantieonderkomens e.d., ongeacht het motief van het verblijf. Ook verblijf om zakelijke redenen wordt derhalve belast met toeristenbelasting. 3a Milieutoets Niet van toepassing. 4 Wijze van aanpak l oplossingsrichting De beleidsvrijheid van gemeenten bij de keuze van de tariefstructuur ofwel heffingsmaatstaf is groot. Toch is enige voorzichtigheid bij de keuze van een heffingsmaatstaf op zijn plaats. Het is onzeker hoe belastingrechters zullen oordelen over de heffingsmaatstaven en of zij zullen afwijken van de tot dusver gevolgde lijn, Toekomstige jurisprudentie zal dit moeten uitwijzen. Gezien de aard van de toeristenbelasting ligt het echter voor de hand dat de te betalen toeristenbelasting zich richt naar de duur van het verblijf en het aantal personen dat verblijf houdt. In het algemeen wordt uitgegaan van een eenheidstarief in de toeristenbelasting (vast bedrag per overnachting). Als mogelijke maatstaven van heffing voor de toeristenbelasting noemt de memorie van toelichting bij de Wet materiele belastingbepalingen: differentiaties naar leeftijd of groepsgrootte, een percentage van de overnachtingsprijs en een tarief afhankelijk van de aan het hotel verbonden sterclassificatie. Dit kan als volgt worden uitgewerkt. a Eenheidstarief. Gelet op het doel van de toeristenbelasting wordt een eenheidstarief het meest juist geacht. Toeristenbelasting is immers een bijdrage door de toerist in verband met het profijt dat hij heeft van de algemene voorzieningen in een gemeente. De wetgever heeft het juist geacht dat een gemeente daarvoor een bijdrage in de kosten van die voorzieningen kan vragen. Aangezien het profijt van de gemeentelijke voorzieningen geen verband houdt met de vraag of men erin is geslaagd al dan niet goedkoop onderdak te vinden, is het eenheidstarief het meest juist en het meest zuiver. Ook sluit een dergelijk tarief naadloos aan bij de aard van de toeristenbelasting, omdat een eenheidstarief zich richt naar de duur van het verblijf en de het aantal personen dat verblijf houdt. Een eenheidstarief zal dan ook een rechterlijke toets kunnen doorstaan. b Differentiatie naar leeftijd of groepsgrootte. Tariefsdifferentiaties naar leeftijd, zoals een jongerentarief (bijvoorbeeld tot 16 jaar) en een seniorentarief (bijvoorbeeld vanaf 65 jaar), groepsgrootte worden in het algemeen aanvaardbaar geacht. Het hanteren van een dergelijke tariefstructuur brengt echter een grote(re) administratieve last voor de hotelier met zich mee, Het is (nog) niet duidelijk hoe een rechter deze tariefstelling zal beoordelen. Aangezien redelijkerwijs geen verband bestaat tussen de leeftijd van de hotelgast of de groeps-

3 Raadsnummer 04..R84.2.OOI grootte en de prijsklasse van het hotel, wordt deze tariefstelling hier verder buiten beschouwing gelaten. c Percentage van de overnachtingsprijs. Enkele gemeenten hanteren als tarief een percentage van de overnachtingsprijs. Uit uitspraken van het Gerechtshof te Amsterdam blijkt inmiddels dat deze tariefstructuur geaccepteerd wordt. Het is echter nog onduidelijk hoe de Hoge Raad hierover oordeelt. Duidelijk is dat onder overnachtingsprijs de "kale" overnachtingsprijs dient te worden verstaan. Uit de overnachtingsprijs moet derhalve de waarde van het ontbijt te worden afgesplitst, die van hotel tot hotel verschillend is. Ook vergoedingen voor het gebruik van garages, zwembaden etc. moeten in beginsel uit de overnachtingsprijs worden gelicht. De perceptiekosten van het uitvoeren van een Verordening toeristenbelasting zullen daardoor toenemen. Bovendien kunnen meer bezwaar- en beroepsprocedures ontstaan. Ook wordt de kanttekening geplaatst dat, bij deze tariefstructuur, het realiseren van de begrote opbrengst onzeker is. Bij tegenvallend bezoek kan namelijk prijsdumping optreden. Daarnaast spelen factoren als seizoenen, prijsstrategie en touroperators een rol bij de totstandkoming van de overnachtingsprijs. Gelet op deze nadelen wordt een percentage van de overnachtingsprijs verder buiten beschouwing gelaten. d Tarief afhankelijk van de sterciassificatie, Sommige gemeenten hanteren een klasse-indeling aan de hand van het aantal sterren dat aan een hotel is toegekend. De toekenning dient plaats te vinden aan de hand van objectieve criteria. Op grond van de Benelux Hotelclassificatie zijn alle Nederlandse hotels ingedeeld. Dit classificatiesysteem wordt gedragen door de ANWB, Bedrijfschap horeca, Horeca Nederland en de Nederlandse Bond voor Toerisme. De hotels worden elke twee jaar geinspecteerd om te zien of de hotels nog voldoen aan de gestelde objectieve criteria. De categorieen (camping, jeugdherberg e.d.) waarop de Benelux Hotelclassificatie geen betrekking heeft, worden in de Verordening toeristenbelasting doorgaans afzonderlijk benoemd. Er is overigens een vervangend, moderner en flexibeler hotelclassificatiesysteem ontwikkeld. Vanaf januari 2004zal de classificatie van alle hotels in Nederland in dat kader volledig opnieuw worden beoordeeld. Onlangs heeft het Gerechtshof te Leeuwarden de heffing van toeristenbelasting aan de hand van het sterrenclassificatiesysteem geaccepteerd. Het is niet duidelijk hoe de Hoge Raad zal oordelen. Uit het bovenstaande volgt dat handhaving van de huidige tariefstructuur de voorkeur geniet. Deze structuur sluit immers het beste aan bij de doelstelling en de aard van de toeristenbelasting. Mocht handhaving van het eenheidstarief niet aan de orde zijn, dan zou het sterclassificatiesysteem een alternatief kunnen zijn. In dat geval wordt uitgegaan van een maximaal tarief van 6 3,50 per overnachting (exclusief indexering voor 2005).

4 Raadannmmer O4.R842.OOI 5 Financiele gevolgen en risico s In Eindhoven wordt sedert medio 1999 toeristenbelasting geheven. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Vanuit de algemene middelen wordt een bedrag, ter grootte van de opbrengst toeristenbelasting, aangewend voor uitvoering van evenementenbeleid. Vanaf de invoering van de toeristenbelasting in Eindhoven is het tarief een vast bedrag per overnachting (eenheidstarief). Voor 2004 wordt per overnachting een bedrag van 6 3,50 geheven. De begrote opbrengst voor 2004 bedraagt < ,ÃćâĆňâĂİ. Bij handhaving van de huidige tariefstructuur zijn er geen financiãńle consequenties. Indien uitgegaan wordt van een sterclassificatiesysteem, met een maximumtarief van het huidige E 3,50, zal de opbrengst toeristenbelasting dalen met naar verwachting een bedrag van < ,ÃćâĆňâĂİ. Hierbij is uitgegaan van de navolgende tariefstelling: Oen1 ster: < 2,10 per overnachting; 2 sterren: < 2,50 per overnachting; 3 sterren: < 3,ÃćâĆňâĂİ per overnachting; 4 sterren/5 sterren: 6 3,50 per overnachting. Sa Bestuurlijke kaders Toeristenbelasting wordt geheven op grond van de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting. De Verordening toeristenbelasting 2004 is door uw raad vastgesteld op 30 oktober De door uw raad op 30 oktober 2003 vastgestelde motie van de VVD (nummer M01) en de op 13 april 2004 vastgestelde motie van Liberaal Eindhoven (nummer M35) vormen tevens bestuurlijke kaders. Sb Fiscale gevolgen Er zijn geen gevolgen voor het BTW-compensatiefonds. 6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing. 7 Resultaten van overleg /inspraak Met de hoteliers is een gesprek aangegaan. Uit het overleg met de relatief kleinere hotels blijkt dat een wisselend beeld bestaat. Een aantal hoteliers zouden graag de huidige tariefstructuur willen handhaven. Anderen geven de voorkeur aan wijziging van de tariefstructuur. Uit het overleg met de grotere hoteliers blijkt dat sterk wordt gehecht aan handhaving van de huidige tariefstructuur. 8 Communicatie Vanaf het moment dat de tariefstructuur voor 2005 vast staat zal er worden gecommuniceerd met de belastingplichtigen over deze structuur. Ook zal op basis van de Voorjaarsnota een indicatie worden gegeven van het tarief toeristenbelasting voor 2005, zodat de desbetreffende hoteliers e.d. de tarieven tijdig en onder voorbehoud

5 Raadsnummer 04..R I kunnen hanteren bij bijvoorbeeld foldermateriaal of bij contractbesprekingen met touroperators. 9 Ter inzage gelegde stukken Geen. 10 Referendabiliteit Het voorstel is niet referendabel in het kader van de lijdelijke Referendumwet. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, M. Mittendorff, loco-burgemeester. C. Langerwerf, secretaris.

6 R-a. umm- O4.R842.OOI Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juni 2004; overwegende dat de toeristenbelasting moet worden gezien als een bijdrage door een niet-ingezetene, in verband met het profijt dat deze heeft van de algemene voorzieningen in de gemeente; overwegende dat een eenheidstarief het beste past bij deze doelstelling, aangezien het profijt van de gemeentelijke voorzieningen geen verband houdt met de vraag of men er in is geslaagd al dan niet goedkoop onderdak te vinden; besluit: de tariefstructuur, van een vast bedrag per overnachting, in de toeristenbelasting te handhaven. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 juli mw E. Joosten, waarnemend voorzitter. J. Verheugt, griffier. ED

7 gemeente Bndhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Retouradres Postbus goxso, S6oo RB Eindhoven Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven. Raadsnummer Q4 RQ4g QQP Behandeld door F Biemans Telefoon (o4o) Ons kenmerk griffie Verzenddatum 23 juni 2004 C o m m i s s i cad vies Betreft cie. SEp: Raadsvoorstel inzake de tariefstructuur van de toeristenbelasting. De commissie Sociaal-Economische pijler heeft in haar vergadering van 17 juni 2004 beraadslaagd over bovengenoemd onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: leefbaar eindhoven. akkoord; wenst geen systeem van differentiatie; CDA: niet akkoord; vooralsnog; na fractieberaad komt er een definitief standpunt; is vooralsnog voorstander van differentiatie via het sterrensysteem; PvdA: akkoord; omdat voorlopig geen beter alternatief kan worden ingevoerd; is eigenlijk voor invoering van differentiatie via het percentagesysteem; VVD: niet akkoord; wenst een systeem van differentiatie; SP: niet akkoord; is voorstander van het sterrensysteem; GroenL)nks: niet akkoord; is voorstander van het sterrensysteem; D66: niet akkoord; is voorstander van het sterrensysteem; Ouderen Appel akkoord; wenst geen differentiatie via een sterrensysteem; De Stadspartij: niet akkoord; is voorstander van het percentagesysteem; (na de vergadering schriftelijk medegedeeld); Liberaal Eindhoven niet akkoord; is voorstander van differentiatie, te bereiken via het sterrensysteem of het percentagesysteem. De secretaris van de commissie, F. Biemans. Bijlage(n) : 0. FBI. Bezoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingstijden ma t/m vr g.oo-x6.oo uur Postadres Postbus goxso s6oo RB Eindhoven Telefonisch bereikbaar