Week 3 MODULE KIK 3 Onderwerpen Aandachtspunten Voorbereiding ±2 min Absentie controleren. evident ±15 min Diagnostische overhoring geven over de theorie van de vorige week (les 2). ± 1 min Inleiding van LES 3 Toon DIA 1. 3 stiften van verschillende kleur; beamer; de eprs LES 3 KIK-Module; fotokopieën van de samenvatting LES 3 De ordner van de leerlingen om de fotokopieën IK er in te verzamelen. De overhoring geven, ophalen en voor het einde van de les nakijken, uitdelen, bespreken qua inhoud en resultaat en in de ordner stoppen. ±10 min Het Black Box Principe (teken dit plaatje op het bord) N.B.: Laat de leerlingen dit plaatje tekenen in hun schrift. Niet van een Dia laten overschrijven. Bouw het plaatje samen met ze op in een vraag en antwoord spel. Er blijft dan veel meer hangen. Vanzelfsprekend geldt als je onzin in een Black Box systeem stopt, krijg je ook onzin eruit. Een black Box kan van foutieve informatie die ingevoerd wordt geen correcte informatie maken. Garbage in, garbage out! Terugkoppelen met de Gaatjes-Theorie! Non-informatie wil zeggen dat de informatie onjuist kan zijn of pure onzin is. In geval van non-informatie kan de Black Box niet of niet goed werken. Voorbeeld 1 Elke les is een Black Box Principe: de leerling krijgt informatie - doet er (n)iets mee - de docent vraag informatie terug bij b.v. een proefwerk. De gaatjes theorie! Voorbeeld 2 Voorbeeld 3 Je agenda. Je schrijft je huiswerk op. Je agenda doet er niet mee, dus als je het huiswerk leest om je voor te bereiden en je hebt het huiswerk slecht opgeschreven, kun je er niets mee. De schooladministratie. De informatie moet kloppen, b.v. je telefoonnummer, je adres,... Laat de leerling ook zelf met een voorbeeld komen van een Black Box Principe die met informatie werkt.
±10 min De werking van een Black Box: Terugkoppelen met de Gaatjes-Theorie! ±10 min Wat is een Bericht? Toon DIA 3. Alle mogelijkheden van het Black Box Principe bespreken aan de hand van het voorbeeld leren. Jij bent de Black Box. Voorbeeld 1 - je let op, werkt en doet je best Jij krijgt goede informatie van de docent (school) - jij werkt goed - jij krijgt goede cijfers en je weet precies wat er op school gebeurt. Toon DIA 4. Voorbeeld 2 - je let op, werkt en doet je best Jij krijgt foute informatie van de docent (school) - jij werkt goed - jij krijgt waarschijnlijk geen goede cijfers en je weet niet precies wat er op school gebeurt. Toon DIA 5. Voorbeeld 3 - je let niet op, werkt niet en doet niet je best Jij krijgt goede informatie van de docent (school) - jij werkt niet goed - jij krijgt soms geen goede cijfers en je weet niet precies wat er op school gebeurt. Toon DIA 6. Voorbeeld 4 - je let niet op, werkt niet en doet niet je best Jij krijgt foute informatie van de docent (school) - jij werkt niet goed - jij krijgt geen goede cijfers en je weet niet wat er op school gebeurt. Een bericht is informatie (een inlichting of mededeling) en kan zowel mondeling, schriftelijk, gebaren als elektronisch zijn. Dia 7 Toon DIA 7. Vraag aan de leerlingen: kun je de vier vormen van een bericht in dit plaatje terugvinden? : mondeling - tekst in de ballon schriftelijk - de tekst ATM gebaren (ook lichaamstaal) - zoals hier de hand) digitaal: - de tekst op het beeldscherm Nu DIA 8 tonen met dezelfde vraag. Dia 8
±5 min Wat is Communicatie? Wat is berichtenverkeer? Laat de klas zeker 3 keer het woord entiteit hardop zeggen. Daarna en paar leerlingen. Zo blijft het woord hangen. Dia 9 Toon DIA 10. Vraag (klasse gesprek) aan de leerlingen: is hier sprake van communicatie - intuïtief houden! -? Ja! Gebarentaal. Toon DIA 11. is hier sprake van communicatie - intuïtief houden -? NEEN! Er is misschien sprake van het uitvoeren van een bevel. N.B. Als de ATM gebruikt wordt is er sprake van communicatie tussen een apparaat en een mens! Toon DIA 12. Toon DIA 13. is hier sprake van communicatie? Ja! Tussen de computers, hub en Server. Ze reageren op elkaars berichten. is hier sprake van communicatie? Ja, tussen apparaat en mens. Dia 11 Nu de Definitie: Toon DIA 14. Communicatie is berichtenverkeer tussen 2 of meerdere entiteiten (dingen die echt bestaan - iets dus). ±3 min Wat is een Zender? Wat is een Ontvanger? Dia 12 N.B. Entiteit: je kunt niet over dingen praten, want mensen zijn geen dingen. Bij berichtenverkeer heb je te maken met een Zender en een Ontvanger. Toon de Dia s 15 en 16. Vraag wie/wat is de Zender en wie/wat is de Ontvanger. Een zender is een entiteit die berichten verstuurt. Een ontvanger is een entiteit waarvoor berichten betekenis hebben. Opdracht: Toon DIA 17. De entiteiten zijn Mensen en Apparaten. Schrijf op waartussen communicatie kan optreden.
±3 min Eigenschappen informatie Een belangrijke vraag: Toon DIA 18. Wanneer heeft informatie betekenis voor de ontvanger? ±2 min Resumé Toon DIA 20. Informatie moet Op tijd zijn / tijdig zijn (b.v begin 1 ste lesuur); Volledig zijn (b.v. maandag heb je het 1 ste lesuur vrij dus begint je 1 ste lesuur later) Nauwkeurig zijn (b.v. de 1 ste les begint niet om ongeveer 8 uur maar om 7 uur 45) Overzichtelijk zijn van inhoud en vorm als je een rooster-overzicht hebt gekregen met alle klassen en tijden door elkaar, dan is het voor jouw een puzzel om precies te weten te komen wanneer je lessen beginnen. anders heeft de ontvanger er niets aan. Dit zijn de eigenschappen van informatie. Opdracht:: Toon DIA 19 Ga deze eigenschappen na voor een proefwerk. ± 1 min Huiswerk Volgende week proefwerk over LES 1 en LES 2;
± 20 min Diagnostische toets nakijken en bespreken. Vervolgens de cijfers in het LVS opnemen en de leerlingen daarop attent maken. GA NA HOEVEEL LEERLINGEN GEEN PC THUIS HEBBEN EN DIE NOG NOOIT MET EEN PC GEWERKT HEBBEN. Hopelijk heeft de systeembeheerder deze mogelijkheid opgenomen in het LVS. Laat de leerlingen tijdens het nakijken hun schriften contoleren bij hun buren of ze alles opgenomen en begrepen hebben. Verder kunnen ze op http://www.aim4me.info de les nog een keer doorlopen. Bij de onvoldoenden in het LVS opnemen (rapportage) of de leerling de vorige les niet begrepen heeft, niet geleerd heeft, enz... rest Herhalen & Ontspanning Les 2; b.v. op Internet.