Notitie Plan Vormgeving Transities

Vergelijkbare documenten
De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Burgemeester en Wethouders

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Workshop decentralisaties sociaal domein. 30 september 2013

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

naar een nieuw Wmo-beleidsplan

Financiën Sociaal Domein

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Regeerakkoord bruggen slaan en de transitie AWBZ

Presentatie inforaad 23 mei 2013 Decentralisaties

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Ontwikkelingen in het sociale domein

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

De Wmo en de decentralisaties

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop


Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Financieel overzicht behorend bij Beleidsplan 4D s DAL 18 september 2014

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

Sociale innovatie. Informatiebijeenkomst Sociale Innovatie voor Raads- en commissieleden. Delft, 10 april 2013

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeente Midden-Delfland

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Workshop transitiekompas sociaal domein. 21 november 2013

en compensatieregelingen

Raadsvoorstel. Koers in het sociale domein. Maatschappelijke participatie kaderstelling Koers in het sociale domein

Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3

DE VERKIEZINGEN STAAN

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Presentatie vergadering dorpsraad Gerwen 28 oktober 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Nieuwsflits 16 - Aandacht voor iedereen

Themabijeenkomst Keuzes in het kader van de drie transities. 1 september 2014

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

2012 actuele begroting op

Relevante ontwikkelingen

DECENTRALISATIES OOK IN HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA. Gezamenlijke raadsvergadering 20 maart 2012

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Startnotitie beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning

De Wmo en de decentralisaties

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s

Beleidsplannen Sociaal Domein

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Concept Visie gemeenten Midden- Holland op sociaal domein

Een doodgewone jongen

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

Nieuwe arrangementen. Workshop 5

Proces 3 Decentralisaties Samen optrekken in de Achterhoek

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Advies aan B&W 6 november 2012

ZO LOKAAL MOGELIJK. Transities sociaal domein per 2015

De gevolgen van het regeerakkoord VVD-PvdA 2012 voor het thema zorg.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Veranderende zorg. Participeren op z n Urkers. Samen leven, samen doen. samen de schouders eronder

Decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo: wat betekent dit voor ouderen

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Deze tijd vraagt om creativiteit

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Besluit: De subsidieaanvragen voor zorginfrastructuurmiddelen van Careyn en Catharina Stichting af te wijzen.

De welzijnskoers Gemeente Roermond - afdeling Welzijn 2013

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Strategische kaders Participatiewet. Aan de raad, Onderwerp Strategische kaders Participatiewet

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

De raakvlakken in de drie decentralisaties

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

Presentatie Nuenense buurt- en wijkverenigingen 17 november 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Transcriptie:

Notitie Plan Vormgeving Transities 1. Inleiding. Een vitaal Midden-Delfland vraagt om vitale inwoners. Inwoners die actief participeren in de samenleving, werken om in hun eigen onderhoud en dat van hun gezin te kunnen voorzien, de eigen regie over hun leven kunnen voeren en bijdragen aan het welbevinden van hun omgeving. Voor veel mensen is dat bijna vanzelfsprekend. Zij hebben een baan, leveren een bijdrage aan de economie en zijn actief als vrijwilliger, op school, als goede buur of als mantelzorger. Maar participeren gaat niet altijd vanzelf. Soms is daar ondersteuning bij nodig. Dat kan op verschillende manieren, maar steeds duidelijker wordt dat een integrale aanpak het meest effectief is. De overheid, de gemeente, speelt bij die ondersteuning een grote rol. Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen op het gebied van de begeleiding, persoonlijke verzorging, jeugdzorg en werk worden van het rijk gedecentraliseerd naar de gemeenten. In de beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning 2011-2015 is een eerste schets gemaakt van deze nieuwe taken die de gemeente krijgt. Echter, doordat het nieuwe kabinet kiest voor meer veranderingen, waardoor gemeenten verder worden gestimuleerd tot een integrale aanpak van de ondersteuning van hun kwetsbare inwoners. Zowel op het gebied van werk & inkomen, wonen, zorg en welzijn. De ervaring leert, dat als mensen tijdelijk of langdurig ondersteuning nodig hebben, zij vragen c.q. problemen hebben op verschillende terreinen. Bijvoorbeeld, als men geen werk heeft, is de kans op het maken van schulden groter, neemt de kans op psychische problemen toe en heeft men minder aandacht voor de kinderen, met als gevolg het dalen van de schoolprestaties en problemen met het opvoeden. Als één van de kinderen dan een licht verstandelijk handicap heeft en gebruik maakt van het speciaal onderwijs is ook de link met het passend onderwijs gemaakt. In deze notitie wordt u voorgesteld de beleidsterreinen, wonen, zorg, welzijn, werk en inkomen integraal te ontwikkelen en de omslag te maken van de decentralisatie van drie forse rijkstaken: de participatiewet, de overheveling van de begeleiding en persoonlijke verzorging en de jeugdzorg, naar de transitie en transformatie van het sociale domein als geheel. 2. Transformatie van het sociale domein. Nederland heeft een sterk zorgstelsel. Dat zorgstelsel staat echter onder druk. Het is complex, het wordt bedreigd door institutionele belangen, ongewenste financiële prikkels en een te hoge regel dichtheid. De eigen kracht van mensen en de civil society worden onvoldoende benut, de kosten en de stijging van die kosten zijn onhoudbaar geworden en te veel mensen raken maatschappelijk en economisch buitenspel. De complexiteit van de samenleving en van de sociale problematiek van mensen vraagt om een beleidsoplossing die uitgaat van de burger en van zijn of haar sociale omgeving. De 1

centrale vraag is wat mensen nodig hebben om hun eigen leven in goede banen te leiden. Om werk te vinden, om zelfstandig te blijven wonen als je ziek, gehandicapt of ouder bent, om kinderen groot te brengen. Om deze vragen te kunnen oppakken is een transitie, het technisch regelen van wettelijke maatregelen, niet voldoende. Wat nodig is, is een omslag in het denken van gemeente, maatschappelijke instellingen en inwoners: een transformatie. Dit gaat verder dan het alleen overnemen en technisch vertalen in regelgeving van rijkstaken. Om dan ook nog de vraagstukken integraal te kunnen aanpakken is een integrale brede beleidsoplossing nodig: het ontwikkelen van beleid op het gehele gebied van het sociale domein. De centrale vraag is: welke ondersteuning kunnen mensen in hun eigen omgeving mobiliseren en waar kan of moet de overheid stimulerend of ondersteunend optreden. Met deze vraagstelling wordt duidelijk dat niet alleen gemeenten een rol spelen in het sociale domein. Ook maatschappelijke partijen en inwoners moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Ondersteuning wordt immers deels gevonden in de civil society: eigen sociale netwerken, werkgevers die zich extra inspannen en het maatschappelijk middenveld. Niet alleen gemeenten, maar ook maatschappelijke instellingen en inwoners moeten zich te bezinnen op hun rol en positie in het sociale domein. 3. Wat gaat er veranderen de komende jaren in het sociale domein? Bepalend voor de decentralisatie van taken en de forse veranderingen in het sociale domein de komende jaren zijn het Lenteakkoord van juni 2012 en het Regeerakkoord van oktober 2012. De gemeenten krijgen er grote bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij. Veel inwoners van Midden-Delfland krijgen met de nieuwe maatregelen te maken. Het gaat om de volgende aantallen: Voor de doelgroep die vanuit de AWBZ naar de Wmo gaat zal het om rond de 500 cliënten gaan, Voor Jeugdzorg rond de 200, Voor de Participatiewet in totaal rond de 150. Dit heeft als gevolg dat elke inwoner van Midden-Delfland naar alle waarschijnlijkheid een familielid, vriend, bekende of buur heeft die op enige wijze te maken krijgt met de nieuwe maatregelen. De decentralisaties gaan gepaard met forse (efficiency) kortingen. AWBZ / Wmo Al bekend was dat de AWBZ-functie begeleiding zou worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. De datum van invoering is uitgesteld tot 1 januari 2015. Nieuw is dat ook de AWBZ functie persoonlijke verzorging ook met ingang van 2015 wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten. Met een bezuiniging voor beide taken van 1,6 miljard, is dat 25% van het huidige budget. Onderdeel van de AWBZ begeleiding is de dagbesteding. Het rijk is voornemens deze dagbesteding opnieuw inhoud te geven. De staatssecretaris komt 2

daartoe in de zomer van 2013 met een voorstel. Een belangrijk onderdeel van de dagbesteding is het vervoer. Mensen moeten naar de dagbesteding worden gebracht en in de middag weer naar huis worden vervoerd. Met ingang van 1 januari 2013 is zeer fors gekort op de compensatie van deze vervoerskosten. Deze is teruggebracht van 22 miljoen naar 8 miljoen. Dit betekent een verlaging van het normbedrag per dag van ongeveer 18 in 2012 naar rond de 7 in 2013, afhankelijk van de doelgroep. De al bestaande huishoudelijke hulp (HH) uit de Wmo wordt met ingang van 2014 inkomensafhankelijk gemaakt voor nieuwe cliënten en vanaf 2015 ook voor bestaande cliënten. Het budget voor de HH wordt gekort met 1,2 miljard, dit is 75% van het huidige budget. De hulp bij het huishouden zal hiermee feitelijk voor ¾ vervallen. Het gevolg zal zijn dat er een groter beroep zal moeten worden gedaan op de mantelzorgers en vrijwilligers. Een schoon huis is immers een voorwaarde om zelfstandig en gezond te kunnen blijven. De AWBZ Zorgzwaartepakketten (ZZP) 1 tot en met 4 worden afgeschaft. Mensen en kinderen die intramuraal wonen, hebben zo n zorgzwaartepakket. Met ingang van 2013 verdwijnen de lichtste ZZP s 1 en 2. Volgens de decembercirculaire 2012 is ook per 1 januari 2013 de ZZP 3 geschrapt en met ingang van 2016 wordt ook de ZZP 4 afgeschaft. Deze maatregelen hebben op termijn verstrekkende gevolgen voor het het in het sociale netwerk en door de gemeente te ondersteunen diensten op het gebied van wonen, de zorg en het welzijnswerk. Er blijven immers mensen zelfstandig wonen, die zorg en ondersteuning nodig hebben. Op dit moment zijn er 26 mensen in de gemeente met een ZZP 1 en 2, 32 met een ZZP 3 en 25 met een ZZP 4. Voor mensen die niet meer zelfstandig kunnen blijven wonen en veel zorg nodig hebben (ZZP 5 en hoger) komt een landelijke voorziening. Participatiewet Op het gebied van werk en inkomen is het kabinet voornemens om de Wet Werken en Bijstand (Wwb), de Wet op de Sociale Werkvoorziening (Wsw) en Wajong samen te voegen tot één nieuwe wet: de Participatiewet, met een samengevoegd en ontschot budget. De wet wordt naar verwachting per 1 januari 2014 ingevoerd. De Participatiewet borduurt voort op het Wetsvoorstel werken naar vermogen van het vorige kabinet, maar kent een aantal belangrijke verschillen. De belangrijkste elementen van de nieuwe wet zijn: De Wajong is vanaf 1 januari 2014 alleen nog toegankelijk voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten. Gedeeltelijk arbeidsgeschikte jongeren vallen daarmee vanaf die datum onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. De door het vorige kabinet ingezette lijn wordt grotendeels voortgezet: zoveel mogelijk mensen gaan aan de slag bij gewone werkgevers. Het instrument loondispensatie komt beschikbaar voor gemeenten. Hierdoor krijgen gemeenten een nieuwe formele relatie met werkgevers, er wordt door de gemeente een financiële aanvulling op het inkomen verstrekt te grootte van de verminderde verdiencapaciteit. Hiermee kan de gemeente het loon aanvullen van medewerkers die te weinig productiviteit leveren om het minimumloon te kunnen verdienen. Werken onder het minimumloon is altijd tijdelijk. Het totaal van loon en aanvullende uitkering groeit toe naar loon op bijstandsniveau. Er wordt opnieuw gesneden in de hoogte van het re-integratiebudget van gemeenten, dat landelijk structureel zo n 200 miljoen lager uit zal komen. 3

De sociale werkvoorziening wordt afgebouwd, instroom kan met ingang van 1 januari 2013 niet meer. Wel kan de gemeente een vorm van beschutte werkvoorziening realiseren waarin plaats is voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt inclusief de mensen die nu deelnemen aan de dagbesteding vanuit de begeleiding. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt afgeschaft. In plaats daarvan komt een maatwerkvoorziening, uit te voeren door de gemeenten. Uitgangspunt in de participatiewet is dat gemeenten veel vrijheid krijgen om zelf te bepalen welke ondersteuning mensen met een arbeidsbeperking nodig hebben. Jeugdzorg De jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten. De decentralisatie omvat alle onderdelen: de jeugdzorg die nu een verantwoordelijkheid is van de provincie, de gesloten jeugdzorg onder regie van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), de jeugd-ggz die onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) valt, de zorg voor lichtverstandelijk gehandicapten jongeren op basis van de AWBZ en de jeugdbescherming en jeugdreclassering van Veiligheid en Justitie. De Wmo gedachte vormt de basis: de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente moeten beter worden benut. Het accent zal steeds liggen op participatie in de samenleving. Er wordt een aanvullende korting van 150 miljoen doorgevoerd. De eerder door het rijk aangekondigde eigen bijdrage in de jeugdzorg gaat niet door. De invoering van het passend onderwijs is een ontwikkeling die raakt aan deze transities. Uit deze opsomming blijkt dat de gevolgen voor de gemeenten ingrijpend zijn. De taken worden gedecentraliseerd, de totale omvang van de budgetten niet. De maatregelen grijpen op elkaar in. Zo liggen sociale werkvoorziening en dagbesteding in elkaars verlengde. De noodzaak om te werken aan vernieuwing en afstemming is groter dan voorheen. De ruimte daarvoor ook, de gemeente krijgt een grote mate van beleidsvrijheid. Kansen kunnen worden benut door een goede samenwerking tussen de verschillende partijen. 4. Visie op het sociale domein in Midden-Delfland. In het Wmo beleidsplan is als uitgangspunt beschreven dat uitgegaan wordt van de eigen kracht van mensen. Dat sluit goed aan bij de cultuur van de gemeente, van de dorpen. Mensen zijn bereid elkaar te helpen en bij staan. Het vrijwilligersleven in de dorpen bloeit. De dorpen zijn vitaal en onder andere met subsidies wordt de vitaliteit gestimuleerd en onderhouden. De civil society is sterk. Preventie staat hoog in het vaandel en de integraliteit van ondersteuning door het eigen sociale netwerk en de gemeente wordt uitgedrukt in het motto: één gezin, één plan. Verder is de basis sociale infrastructuur van belang. Mensen willen graag dicht bij huis geholpen worden, maar willen tegelijkertijd privacy en autonomie behouden. Herkenbare zorg is belangrijk en daarom wordt lichte hulp en ondersteuning zoveel als mogelijk lokaal aangeboden. Nabije 4

en vertrouwde hulpverlening is essentieel. Omdat het vrijwilligerswerk en de mantelzorg een wezenlijk deel uitmaakt van de Middendelflandse samenleving is het belangrijk dat professionals en zij goed met elkaar samenwerken. Toekomstige vraag en integrale aanpak De toekomstige vraag naar ondersteuning is moeilijk te beantwoorden. Het landelijke beeld is dat 80% van de inwoners in staat is om actief te participeren in de samenleving. 15% heeft tijdelijk te maken met regieverlies en 5% van de inwoners heeft langdurig geen regie over zijn of haar eigen leven. Gelet op deze cijfers wordt als uitgangspunt gehanteerd dat vooral wordt ingezet op preventie. De basis sociale infrastructuur is daarvoor toegerust. Ingezet wordt op preventie om het verlies van de regie te voorkomen en het eigen netwerk te versterken. De rol van de gemeente is stimulerend en faciliterend. Voor de inwoners die te maken krijgen met tijdelijk regieverlies is er de sociale infrastructuur en wordt zorg op maat aangeboden. De rol van de gemeente is dan uitvoerend en organiserend. Wettelijke taken worden uitgevoerd en zonodig wordt ondersteuning gegeven. De ondersteuning wordt zo vroeg als mogelijk ingezet, is gericht op zelfredzaamheid, is tijdelijk en niet vrijblijvend. Er moet sprake zijn van wederkerigheid of het leveren van een tegenprestatie. Voor de meest kwetsbare inwoners die te maken hebben met langdurig regieverlies is er dan nog het vangnet. Voor deze groep is professionele hulp noodzakelijk, soms zelfs specialistische zorg. De rol van de gemeente is uitvoerder van wettelijke taken en financier van de professionals. De gemeente draagt zorg voor verknoping van netwerken. De integrale aanpak is vooral te realiseren door: het inrichten van één duidelijk herkenbare, laagdrempelige front-office waar inwoners terecht kunnen voor alle vragen over ondersteuning op de terreinen werk, inkomen, wonen, zorg, welzijn. een andere wijze van indicatiestelling, het aanboren van de eigen kracht van de inwoner en de inzet van vrijwilligers door maatwerk en oplossingsgericht werken, door vraag gericht te werken in plaats van gebruik te maken van een aanbod van aparte voorzieningen per doelgroep en intensieve samenwerking tussen zorgaanbieders. 5. Waar staat Midden-Delfland? In hoog tempo voltrekken zich een aantal fundamentele veranderingen. Maatregelen van het rijk op diverse beleidsterreinen grijpen op elkaar in. Dat maakt het noodzakelijk om te kiezen voor één integrale aanpak van het sociale domein. De gemeente krijgt hierbij te maken met nieuwe maatschappelijke partners. De op elkaar ingrijpende rijksmaatregelen en de beperkte financiële middelen maken de noodzaak om het komen tot nieuwe verhoudingen tussen gemeenten onderling en de vaak regionaal werkende maatschappelijke partners groot. Ook de noodzaak om samen te werken aan vernieuwing komt hier uit voort. 5

Samenwerking op lokaal niveau Midden-Delfland werkt samen op lokaal niveau met lokale en regionale partners. In het Centrum voor jeugd en Gezin wordt met behulp van pilots de de coördinatie van zorg verder vorm gegeven. Er wordt naar een structuur toegewerkt waarin snel en vroegtijdig hulp kan worden geboden. Professionals gezinsondersteuners signaleren en geven zo nodig ook lichte vormen van ondersteuning. Er worden tussen organisaties afspraken gemaakt over de directe inzet van andere hulpverleners. Op deze wijze is een start gemaakt met de ontschotting als voorbereiding op de komst van de jeugdzorg. Verder wordt samen met de Stichting Welzijn een pilot voorbereid om uitkeringsgerechtigden te reactiveren. De lokale pilot is een opmaat naar de nieuwe participatiewet en de dagbestedingstaak die de gemeente als onderdeel van de begeleiding als nieuwe verantwoordelijkheid krijgt. Het doel is om een groep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt via samenwerking tussen werk, welzijn en zorg de eerste stappen richting werk te laten zetten. Om de potentie in deze mensen te benutten en ze in plek te geven in de maatschappij in plaats van dat ze buitenspel te laten staan. Met alle gevolgen van dien. Samenwerking op regionaal niveau Op regionaal niveau wordt samengewerkt met regionale maatschappelijke organisaties en gemeenten. Ook in de samenwerking met andere gemeenten volgt de samenwerking de inhoud. Voor wat betreft de begeleiding en de persoonlijke verzorging wordt samengewerkt in DWO verband met Delft, Westland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland. De begeleiding bestaat uit twee onderdelen: begeleiding individueel en begeleiding groep. Begeleiding groep is de dagbesteding en in Midden-Delfland maakt 100% van diegenen die naar de dagbesteding gaan, gebruik van vervoer om daar toe komen. Omdat het vervoer een onderwerp is dat op Haaglanden niveau, in het Stadsgewest wordt besproken, werkt de DWO werkgroep vervoer nauw samen met de werkgroep vervoer van Haaglanden noord (Den Haag, Voorburg-Leidschendam, Wassenaar, Zoetermeer en Rijswijk). De jeugdzorg wordt met de negen gemeenten van de regio Haaglanden voorbereid. Bestuurlijk is inmiddels van verschillende kanten aangegeven dat men ook de voorbereidingen rond de beleidsontwikkeling rond de Participatiewet en met name de sociale werkvoorziening gezamenlijk wil doen binnen het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid. Regionale samenwerking of naar uitvoering door 100.000+ gemeenten? Een prangend vraagstuk is nog het volgende: in het regeerakkoord is opgenomen dat de gelden voor de drie decentralisaties worden uitgekeerd aan de 100.000+ gemeenten. Het kabinet geeft aan dat die gemeentelijke omvang een passende schaal is om de decentralisatie van taken en bevoegdheden richting gemeenten vorm te geven. In de regio DWO is er één 100.000+ gemeente, namelijk de gemeente Westland. In haaglandenverband is ook Den Haag een belangrijke 100.00+gemeente. De kaarten zijn op punt echter zeker nog niet geschut. Wel gaan gemeenten in de regio 6

samenwerkingsverbanden met elkaar aan. Zo wordt bijvoorbeeld de samenwerking tussen Zoetermeer en Pijnacker-Nootdorp geïntensiveerd. Wassenaar en Voorschoten werken toe naar één ambtelijke organisatie. Delft en Rijswijk zijn met elkaar in gesprek over gezamenlijke uitvoering van de regintegratietaken. Het kabinet spreekt behalve over de 100.000+ gemeenten ook van fusies tussen gemeenten. In dat kader ziet het kabinet rondom de decentralisaties van taken van het sociale domein drie keuzemogelijkheden: 1. In de eerste variant krijgen alleen gemeenten met minimaal 100.000 inwoners de taken en het geld toebedeeld. Gemeenten worden gedwongen een 100.000+ gemeente als centrumgemeente te accepteren. De centrumgemeente gaat alles voor de kleine gemeenten regelen, die hun beleidsvrijheid op dit terrein helemaal kwijtraken. 2. De tweede variant gaat uit van hetzelfde principe, met dit verschil dat kleinere gemeenten moeten fuseren met een grote broer, die ze wel zelf mogen uitkiezen. 3. De derde variant is dat gemeenten via een gemeenschappelijke regeling gaan samenwerken op een schaal van minimaal 100.000 inwoners. De discussie vindt volop plaats, maar zeker is dat het kabinet in het regeerakkoord ook een eindbeeld van schaalvergroting schetst dat leidt tot 100 tot 150 gemeenten met een inwoneraantal van 100.000+ in Nederland. Dat is op dit moment weliswaar niet zo hard, maar vanaf 2015 wordt 60 miljoen ingeboekt voor lagere apparaatskosten als gevolg van schaalvergroting, in 2016 120 miljoen euro en in 2017 180 miljoen euro. Dit staat volgens het regeerakkoord financieel gelijk aan een vermindering van 75 gemeenten in 2017. Inmiddels heeft ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten eind vorig jaar een discussienota ontwikkeld, die wordt voorgelegd aan de leden en daarna als strategie voor de onderhandelingen met het kabinet wordt gebruikt. De VNG heeft de lijn van de het kabinet afgewezen. Maar duidelijk is volgens de VNG wel dat de lokale overheid de nodige uitvoeringskracht zal moeten organiseren en tonen. De vraag is hoe voor specifieke taken de lokale uitvoeringskracht gewaarborgd kan worden. De VNG heeft een stappenplan opgezet om de gemeenten daarbij te begeleiden. Als insteek heeft de VNG gekozen voor samenwerking op het niveau van Arbeidsmarktregio. Midden-Delfland maakt onderdeel uit van de Arbeidsmarktregio Haaglanden. Deze regio wordt gevormd door twee zelfstandige arbeidsmarktregio s die met elkaar hebben afgesproken te blijven samenwerken binnen het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) Haaglanden. De regio waar Midden Delfland toe behoort bestaat verder uit Den Haag, Westland, Rijswijk en Delft. 6. Voorwaarden voor het effectief transformeren van het sociale domein (1) : de Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl. De Kanteling is een project van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten dat zich richt op de relatie tussen inwoners en gemeente door het ondersteunen van de gemeenten bij de invulling van de compensatieplicht uit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het gaat niet meer om het bieden van voorzieningen, maar om het gewenste resultaat: de 7

zelfredzaamheid en participatie van inwoners met een beperking. Deze nieuwe manier van werken wordt kantelen genoemd. Het programma Welzijn Nieuwe Stijl is een project van het ministerie van VWS, de VNG en de MO-groep (de landelijke groep van welzijnsorganisaties). Het biedt ondersteuning aan instellingen en gemeenten om nieuwe verhoudingen te creëren in het sociale domein. Werkend in een coalitieaanpak om de maatschappelijke ondersteuning anders en beter te organiseren: beter beantwoordend aan de vraag, meer gericht op het behalen van resultaten en efficiënter in de aanpak. Hoewel de aanvliegroute van beide projecten een andere is geweest, is het gezamenlijk doel er voor te zorgen dat mensen en hun sociale netwerken worden aangesproken op hun eigen kracht. Niet de hulpverlening staat centraal, maar de inwoner. Het begrip kantelen heeft inmiddels een bredere reikwijdte gekregen: het is synoniem geworden voor de beoogde nieuwe werkwijze in het veld. De gemeentelijke Wmo klantmanagers en de Stichting Welzijn hebben al een flinke slag gemaakt in het hanteren van deze gekantelde werkwijze. Dat is immers een belangrijke stap in een effectief transformatieproces. Met de transformatie van rijkstaken krijgt de gemeente ook met nieuwe partners te maken die nu nog hulp verlenen op basis van de AWBZ en met een aanbodgerichte AWBZ bril naar de cliënt kijken. Het kunnen kijken met een resultaat gerichte Wmo bril vormt de basis van de uitvoering van taken in het sociale domein. 7. Voorwaarde voor het effectief transformeren van het sociale domein (2): de financiën. Begroting transformatie Sociaal Domein 2013 Baten per transitie Kosten Totaal: Lasten per transitie Kosten Totaal: Jeugdzorg 23.600 AWBZ / Wmo 85.700 Participatiewet 0 Jeugdzorg 34.800 23.600 Participatiewet 50.100 AWBZ / Wmo 68.000 170.600 Ondersteunend Kosten Totaal Nodig voor dekking 156.600 Financiën 9.600 9.600 Baten Sociaal Domein 180.200 Lasten Sociaal Domein 180.200 Deze begroting betreft alleen het jaar 2013. Er blijven voorlopig een flink aantal onzekerheden. Het daarom op dit moment niet goed mogelijk om een financiële doorkijk in meerjaren perspectief te geven. Dit zal in de programmabegroting begroting 2014 zoveel mogelijk inzichtelijk gemaakt worden. Uitgangspunt is dat de gemeente Midden- Delfland de voorbereidingen voor de transitie van het sociale domein zelf ter hand neemt en waar noodzakelijk regionaal en met andere samenwerkingspartners voorbereid. De kosten zijn per transitie weergegeven. Het gaat hierbij om eigen kosten voor projectleiding en tijdelijke inhuur, ondersteuning door Kubiek bij de het regionale project voor begeleiding/persoonlijke verzorging en AEF voor het regionale project voor de de 8

jeugdzorg. Verder zijn er kosten voor deskundigheidsbevordering en ICT (voor de participatiewet) opgenomen. Van het rijk ontvangt de gemeente voor het jaar 2013 een bedrag van 23.600 als voorbereidingskosten voor de jeugdzorg. Als voorbereidingskosten voor de begeleiding ontvangt de gemeente 68.000. De kosten voor de jeugdzorg zijn opgenomen in de gemeentebegroting, de 68.000 maakt onderdeel uit van de algemene uitkering in het gemeentefonds. Al met al resulteert dat er in dat de benodigde kosten voor 2013 zijn geraamd op 180.200 en dat er een bedrag van 156.600 gedekt wordt vanuit de algemene reserve. 8. Conclusies en aanbevelingen De gemeente moet zich voorbereiden op drie nieuwe taken in het sociale domein, te weten de invoering van de participatiewet, de overheveling van de AWBZ begeleiding & persoonlijke verzorging naar de Wmo en de transitie van de Jeugdzorg. De transities gaan gepaard met grote financiële kortingen door het rijk, waardoor gemeenten met minder middelen de taken moeten vormgeven. Dat kan, door de taken slim aan elkaar te verbinden, zodat de mogelijkheden worden benut om zaken anders te regelen en te organiseren dan in de huidige (meer versnipperde en verkokerde) situatie het geval is. De gemeente heeft de regie in de transformatie van het sociale domein. De beschikbare tijd om voorbereidingen te treffen is kort. Voldoende personele inzet is van groot belang. Op basis daarvan worden in de begroting de voorbereidingskosten voor het jaar 2013 in beeld gebracht en wordt een voorstel tot dekking daarvan gedaan. Uitgangpunten die aan de transformatie van het sociale domein ten grondslag liggen zijn: De nadruk ligt op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van inwoners. De ondersteuning is gericht op participeren in de Midden-Delflandse samenleving en het gebruik maken van sociale netwerken; Investeren in preventie is gericht op alle inwoners en is lonend doordat de regie en de financiering in één hand liggen; De vraag van de inwoners. Omdat de context van de vraag nooit dezelde zal zijn, is geen enkele vraag dezelfde. Daarom is het essentieel dat inwoners een grote rol krijgen in het benoemen van de eigen vraag; Er wordt integraal gewerkt met één huishouden/gezin, één plan, één ondersteuner De ondersteuning vindt zo veel als mogelijk lokaal plaats. Die moet plaats vinden binnen de wettelijke kaders. Er moet sprake zijn een financieel gezonde begroting. De omslag in het sociale domein moet in de lokale praktijk vorm krijgen. Alle partijen moeten een omslag maken naar denken in resultaat voor de burger en de rol die zij daarin hebben. De gemeenten in de regio werken daarin op verschillende niveaus samen. Die samenwerkingsrelaties zijn ingegeven door de inhoud van de taken. Zo wordt de AWBZ decentralisatie vooral uitgevoerd op het niveau van Delft, Westland en Oostland, maar is 9

er tevens een samenwerking ontstaan over het vervoer op het niveau van het Stadsgewest, omdat het Stadgewest het openbaar vervoer als taak heeft. Aandacht verdient het plan van het kabinet om samenwerking tussen gemeenten af te dwingen. De zogeheten 100.000+ maatregel wordt niet gesteund door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), maar de VNG vindt wel dat gemeenten er over moeten nadenken of er voldoende waarborgen op gemeentelijk niveau zijn om de uitvoering van taken goed te kunnen organiseren. Met het regeerakkoord van het kabinet Rutte II, zijn er weer nieuwe ontwikkelingen op het sociale domein en wijzigingen van voorgenomen plannen. Aangekondigd is dat het oude wetsontwerp voor de Wet maatschappelijke ondersteuning niet zal worden behandeld, maar dat een nieuw wetsvoorstel in de maak is. Dat betekent dat de behandeling nog even op zich zal laten wachten. Maar de voorbereidingstijd voor de invoering van de nieuwe taken is kort en de operatie sociaal domein is groot. Daarom kan geen onnodige tijd worden verspild en worden de voorbereidingen in 2013 voortgezet. Daar waar nodig worden bestuurders en management geïnformeerd over de actuele situatie. 10