Move To Match To Play On The Edge Kenneth Bastiaens VTV-Congres december 2011 Play To Win!!! 1. SPEL- en COMPETITIEBELEVING Hoe beleeft de sporter het spelen van een wedstrijd als persoon Hoe beleeft de sporter een wedstrijd in specifieke omstandigheden 2. TACTISCHE KEUZES EN STRATEGIE Welke stijl typeert de sporter en wat is de wedstrijdstrategie Welke tactische KEUZES neemt de sporter in specifieke spelsituaties 3. TACTISCHE UITVOERING ~ situationele sportspel eisen in RUIMTE en TIJD Met welke effectiviteit en consistentie voert de sporter de tactiek uit Positiespel en handelen in relatie tot specifieke spelsituaties 4. TECHNISCH FUNCTIONELE UITVOERING ~ specifieke sporteisen bepalen techniciteit De sporter beweegt steeds intentioneel d.w.z. in functie van wat hij/zij wil realiseren in het spel BIO (motoriek) MECHANICA (statica en dynamica): grondreactiekracht > lichaam > hoofdactie PAS 5. MOTORISCHE VAARDIGHEDEN~ algemene en specifieke conditio-nele vaardigheden Coördinatieve vaardigheid van de sporter (bewegingscontrole) Bewegingsfunctionaliteit van de speler (functie van het bewegingsapparaat) Fysieke vaardigheid van de speler (bewegingsvermogen en -capaciteit) HOE ONTSTAAT BEWEGING? Move!!! 1. CONTEXT Wedstrijdomstandigheden Wedstrijdbeleving 2. SITUATIE (motorische vraagstelling) Spelsituatie waarin de speler zich bevindt Relevante betekenis voor de speler = aanleiding voor antwoordkeuze 3. INTENTIE (bedoeld motorisch antwoord) Doel van de bewegingsorganisatie Extern resultaat met bal en positiespel 4. COGNITIEVE REPRESENTATIE Interne bewegingsprogrammatie in de situatie Cognitieve actieconcepten die werden geleerd 1
Match What? DE PERFORMANTE SPELER Attitude van een winnaar Stabiele wedstrijdbeleving Persoonlijke strategie en tactiek Effectieve en consistente uitvoering Efficiënte technische vaardigheid > Zie presentatie Max Devylder «Where tennis is going?» Techniek BIO MECHANICS IN PLAY BIO = menselijk organisme MECHANICA = wetten van de fysica Bio Mechanics In Play RACKET: PAS + CONTACTPUNT BALGEDRAG TRAJECT PATH: baan van de racketkop ANGLE: horizontale en verticale inclinatie SPEED: snelheid van het racket CONTACTPUNT: plaats van het contactpunt HOOFDACTIE: Rechtlijnige slagfase i.f.v. richtingscontrole en verticale spin Hoge snelheid bij balcontact i.f.v. balsnelheid geven / nemen 2
Bio Mechanics In Play LICHAAM-RACKET = greep POLS: vrij om te bewegen, hand-racket-gewricht gefixeerd GREEP: bepaald vrijheidsgraden hoofdactie ~ bewegingsvrijheid POWER: Ek = ½ massa x (snelheid)² M laatste segment > rotatieactie laatste schakel tot ultieme versnelling: <> F laatste segment > hoofdactie CONTROLE: Gepaste krachtimpuls in relatie tot de spelintentie translatieactie laatste segment in synergie met de Bio Mechanics In Play HOE BEWEEGT HET MENSELIJK ORGANISME ZICH IN EEN OPEN SITUATIE Move To Match ORGANISME BEWEEGT GERICHT IN OPEN SITUATIE < EFFICIËNTIE > BEWEGINGSORGANISATIE = EXTERN X INTERN 3
Gerichte Aandacht In Match Play? POSITIESPEL BREED GEVOEL VAN BALANS EXTERN INTERN BALTRAJECT ONBEWUST VAARDIG SMAL External Match Spelsituatie TACTISCHE CONTEXT WORDT BEGREPEN DOOR BALTRAJECT X POSITIESPEL Beweging zal organiseren in een betekenisvolle situatie als (re-)actie op de motorische vraagstelling Internal Match SPELEN IN BALANS, een GEVOEL met spelbetekenis VRIJE ARM: vrij bewegen in functie van ontvangen<>zenden RITMEVENWICHT: Guest of Gravity met steun op de grond Lichaam beweegt dynamisch met ritme in evenwicht Diagonale ketens TECHNIEK: onbewust vaardig 4
BALANS ONTVANGEN ONBEWUST VAARDIG ORGANISATIE EXTERN X INTERN ZENDEN BEWUST VAARDIG BEWUST ONVAARDIG ONBEWUST ONVAARDIG VORM RITME Interne Organisatie ANATOMIE Vrijheidsgraden Bewegingsassen ONTWIKKELING 1. Buigen/strekken 2. Axiale rotaties 3. Lateraliteit KETENS 1. Diagonalen (gekruiste ketens) 2. PNF: coördinatie ledematen ifv hoofdactie Bewegingsconcepten 1 KINETISCHE ENERGIE voor de Guest of gravity Zwaartekracht, steunpunt & grondreactiekracht Elastische banden en weefsel hangt lichaam op Krachtlevering: actieve en passieve spiercomponent Staircase effect: transfer van kinetische energie 5
Bewegingsconcepten 1 KINETISCHE KETEN Bewegingsamplitude: versnellingsweg & afremweg Unload < > Load < > Unload < > Load (Reciproke inhibitie) Opeenvolgende proximo-distale stretch-shortening Anatomische houding en bewegingspotentieel Technische Actie Concepten Interne organisatie ligt vervat in cognitieve actie structuur = opeenvolging van actie concepten Aangeleerde blauwdruk voor organisatie beweging Situatief anders bewegen, maar actieconcepten dezelfde Performante Actie Concepten Op basis van natuurlijke bewegingspatronen Spelgeoriënteerd = Dynamisch linken met BAL en POSITIE Gericht op hoofdactie in balans Onderling gekoppeld voor optimale bewegingsefficiëntie Gepaste kinetische output Bewegen op de grond Behandelen van het racket In relatie tot de bal 6
Move To Match, To Play On The Edge RITMEVENWICHT via techniek van S4 RACKET- HANDELING 1. Op 2. Val 3. Stuw 4. Slinger ARMBEWEGINGEN EN PNF-DIAGONALEN 1. D1 2. D2 3. D1 4. D2 BENENSPEL EN GRONDREACTIE 1. STOP 2. STAP 3. STEUN 4. SLA Train To Match TIPS: Slagbewegingen met focus op balcontact Soepel Ruim bewegen met Ritme Versnel racketkop: hoge snelheid bij raakpunt Afstand creëren voor vrije arm Steun met voeten plat 7