Nederlandse Zorgautoriteit Secretariaat Directie Ontwikkeling Postbus 3017 3502 GA UTRECHT. Geachte heer, mevrouw,



Vergelijkbare documenten
Aardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans!

Veranderende zorgvraag - de visie van VWS

Vijf vragen over zorgstandaarden

Antwoorden op consultatievragen NZa van Univé-VGZ-IZA-Trias

Verandering op komst: functionele, integrale bekostiging voor niet-complexe chronische zorgvormen. Wat betekent dit voor u!

Overzicht Financiering eerste lijn

Welke items spelen een rol

Inbreng van het KNGF bij het visiedocument NZa Functionele bekostiging vier nietcomplexe chronische zorgvormen.

Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 )

Zorgstandaarden en ketenzorg : integrale zorg voor chronisch zieken

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2, COPD 3 )

Tegelijkertijd zien wij, deels in lijn met de in het advies genoemde randvoorwaarden, op hoofdlijnen twee aandachtspunten:

Met elkaar voor elkaar, beleidskader chronische zorg

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-rokenprogramma leveren.

Ons kenmerk Onderwerp Datum LK/212 Reactie consultatiedocument Bekostiging van huisartsenzorg en geïntegreerde zorg

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care?

Overzicht Ketenzorg 2015

Functionele bekostiging vier niet-complexe chronische zorgvormen. Diabetes, COPD, cardiovasculair risicomanagement en hartfalen.

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

Gezondheidszorg in 2020

Rekenmodel voor integrale bekostiging

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

DO NOT COPY. Chronische ziekten. Inhoud. De maatschappelijke opgave. Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid. Preventie in de zorg

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw.

Op het verplichte en vrijwillige eigen risico zijn niet van toepassing: - de kosten van ketenzorg bij diabetes, vasculair risicomanagement en COPD.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-Rokenprogramma leveren.

VRM en de zorgverzekeraar

Fysiotherapie bij patiënten met Hart-, Vaat- en / of Longaandoeningen, een blik naar de toekomst

Overzicht Ketenzorg 2013

Functionele bekostiging: vier niet-complexe chronische zorgvormen

Zorgstandaarden dragen bij aan nieuwe ondernemingskansen

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

Van Diseasemanagement naar Gezondheidsmanagement

NIVEL Panels. Gezondheidszorgonderzoek. vanuit het perspectief van. de Nederlander. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

ONMISBAAR FUNDAMENT VOOR EEN TOEKOMSTBESTENDIGE ZORG VISIE OP LOKALE EN REGIONALE HUISARTSEN- EN EERSTELIJNSORGANISATIES

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

Multidisciplinaire zorg en huisartsenzorg Nza-bekostigingsregels vanaf 2015

Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012

Zorgen over de voorgenomen overheveling van het kortdurend eerstelijnsverblijf naar de Zvw per 2017.

Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol?

BELEIDSREGEL CV

Bijeenkomst Zorggroepen Inkoopkader Lucie Martijn & Bart Verhulst 8 juni 2015

Bij deze brief ontvangt u de herziene Beleidsregel toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars Zvw.

Patiëntenparticipatie in Diseasemanagement & Chronic Care Model. Margo Weerts

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Notitie. Dementie in Nederland. Waarom zorgverzekeraars de handen ineenslaan. Delegatie BO Casemanagement dementie Mevrouw J.G.W.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 mei 2015 Betreft Kamervragen. Geachte Voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Persoonsgerichte preventie: wie, wat, waar, hoe. Roderik Kraaijenhagen NIPED, Amsterdam

Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal Zorgverzekeraars Nederland

Disclosure belangen sprekers

Indicatiestelling bij de wijkverpleegkundige

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bekostiging ketenzorg. 18 november 2009

NIEUWSBERICHT. Uitgave 1, 7 juli Graag informeren wij u over het volgende:

Beleidsdocument

Populatie gerichte (eerstelijns) zorg: Bouwstenen voor de inrichting

Zorgverzekering en Publieke Gezondheid: Een paar apart? Geert van Hoof. arts Maatschappij en Gezondheid medisch adviseur Medisch Advies Groep CZ

Hoe sluit het COMIC model aan bij vragen over waarde en implementatie van integrale zorg? Anna Huizing ZIO en Maastricht University

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij hart- en vaatziekten! Optimale zorg bij hart- en vaatziekten door samenwerkende zorgverleners

VGE-congres 2012 Duurzaamheid zorguitgaven. Ketenfinanciering. Erik Schut. Goede coördinatie zorgverlening steeds belangrijker, als gevolg van:

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

Beleidsplan Samen voor aandacht, kennis & zorg

Regeling multidisciplinaire zorg

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

Ketenzorg inleiding. Ph.E. de Roos

Chemie in de zorg: evolutie of schepping? Joop Raams, Lucas Fraza, huisartsen, 29 juni 2012

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

Aan het bestuur van: - algemene ziekenhuizen (010); - ActiZ, Alzheimer NL, BTN, NPCF, VGVK, VNG, V&VN, ZN; - Zorgverzekeraars.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEGRIPPEN EN DEFINITIES ZORGSTANDAARDEN

STAATSCOURANT. Nr Regeling multidisciplinaire zorg. 1. Begripsbepalingen. 24 juli 2017

Onderhandelaarsresultaat eerste lijn 2014 tot en met juli 2013

Kwaliteit van casemanagement in de regio Haarlemmermeer. Anita Peters en Esther Tetteroo Ketenzorg dementie Haarlemmermeer,

Zelfmanagement Programma NPCF - CBO

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Behandeld door adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure JWES/escs/EZK/ 09d Huisartsenbekostiging 12 november 2009

2.4 Samenwerking Welke belang hechten potentiële partners aan samenwerking?

Nederlandse Zorgautoriteit T.a.v. mr. F.G.H. de Grave Postbus GA UTRECHT. Geachte heer De Grave,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1 e lijnszorg aan zet. Veronique Esman- Peters Directeur Curatieve Zorg en plv. Directeur-generaal Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kwaliteitsverbetering Continentie Hulpmiddelen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 oktober 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

NHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn

De patiënt en cardiovasculair risicomanagement Koos van Staveren en Karin Idema.

Nederlandse Zorgautoriteit

ZORGSTANDAARD TABAKSVERSLAVING

Regiebehandelaar & Kwaliteitsstatuut

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2009 Betreft ziekenhuisverplaatste zorg

Transcriptie:

Nederlandse Zorgautoriteit Secretariaat Directie Ontwikkeling Postbus 3017 3502 GA UTRECHT datum Utrecht, 27 mei 2009 ons kenmerk 2009-366/DSB/01.01.01/fv/tk voor informatie F. Vogelzang uw kenmerk -- onderwerp Reactie visiedocument `Functionele bekostiging vier niet-complexe chronische aandoening Geachte heer, mevrouw, In uw brief van 17 april j.l. nodigt u de NPCF uit om te reageren op uw visiedocument Functionele bekostiging vier niet-complexe chronische aandoening. Hierbij maken we graag gebruik van de mogelijkheid om onze zienswijze op de functionele bekostiging van de zorg voor chronische aandoeningen bij u onder de aandacht te brengen. En passant zullen we in onze reactie het merendeel van uw consultatievragen bij het visiedocument beantwoorden. (Het nummer van de betreffende consultatievragen is telkens tussen haakjes weergegeven). Functionele bekostiging: het best passende antwoord op een zorgvraag (vraag 1) In ons visiedocument Eerstelijnszorg voorop! 1 staat de mens in haar sociale context met al haar zorgvragen, wensen en behoeften centraal. De organisatie, inrichting en financiering van de eerstelijnszorg moeten hierop aansluiten. Functionele bekostiging lijkt hiervoor een passende benadering, omdat daarbij wordt gezocht naar het best passende antwoord op een zorgvraag. Wie welk onderdeel van de zorg levert, is voor de bekostigingssystematiek niet van belang. De NPCF verwacht dat de functionele bekostiging van chronische aandoeningen een positieve bijdrage zal leveren aan de samenhangende zorg voor mensen met een chronische aandoening. De programmatische aanpak van chronische aandoeningen die door de functionele bekostiging wordt gestimuleerd levert naar verwachting een belangrijke bijdrage aan het voeren van regie op de eigen aandoening door de patiënt en zorg op maat volgens een persoonlijk zorgplan. Ook de betrokkenheid van (categorale) patiëntenorganisaties bij de ontwikkeling van zorgstandaarden, als grondslag voor de functionele bekostiging, biedt onze achterban mogelijkheden om inhoudelijke inbreng vanuit patiëntenperspectief te leveren. Gedeelde conclusies in beide visies In het verlengde van onze visie op de eerstelijnszorg herkennen we ons in een aantal conclusies 1 NPCF (2006). Eerstelijnszorg voorop! Op weg naar een geïntegreerde eerstelijnszorg vanuit patiëntenperspectief.

kenmerk: 2009-366/DSB/01.01.01/fv/tk datum: 27 05 09 blad: 2 van 5 uit uw visiedocument over de functionele bekostiging. Onze gedeelde opvattingen hebben onder meer betrekking op: een functionele benadering van de regierol in het zorgproces; het verbreden en verfijnen van de functionele bekostiging. de ontwikkeling van ketenindicatoren; In het vervolg van deze brief zullen we onze opvattingen over deze thema s nader toelichten. Een functionele benadering van de regierol in het zorgproces (vraag 2) Vooral bij complexe en meervoudige zorgvragen zijn er vaak meerdere zorgverleners bij de zorg voor een patiënt betrokken. Door de toename aan zorgverleners ontstaat er meer behoefte aan coördinatie en regie. Het aanwijzen van een bestaande zorgverlener als casemanager kan dan uitkomst bieden. De casemanager is als eerstverantwoordelijke zorgverlener het aanspreekpunt voor vragen van de zorggebruiker of zijn familie. Bij het kiezen van een casemanager zou de voorkeur van een patiënt een belangrijke rol moeten spelen. Op grond van hun competenties kunnen verpleegkundigen naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren aan het beantwoorden van de zorgvragen in de eerste lijn. Zorggebruikers en patiënten zijn over het algemeen zeer positief over hun ervaringen met wijk en praktijkverpleegkundigen. Ze besteden veel tijd en aandacht aan de patiënt en beschikken over specifieke kennis en vaardigheden. Wat ons betreft zouden verpleegkundigen juist bij chronische aandoeningen ook een belangrijke rol kunnen vervullen bij de coördinatie van de zorg. Een gelijkwaardige positie van verpleegkundigen en andere zorgverleners bij eerstelijnszorgaanbieders (m.n. zorggroepen) is daarvoor een belangrijke voorwaarde. We onderschrijven het voornemen van de NZa om de onderhandelingspositie van zorgverleners binnen zorggroepen en de inkoopmacht van deze eerstelijnszorgaanbieders nauwlettend in de gaten te houden, zodat er een gezonde basis voor samenwerking ontstaat tussen zorgverleners onderling en met zorgverzekeraars. Patiënten en verzekerden met een chronische aandoening zijn immers afhankelijk van een gezamenlijke aanpak. Het verbreden en verfijnen van de functionele bekostiging (vragen 7 en 8) De NPCF pleit voor een systeem waarbij het geld de patiënt volgt. Voor de zorggebruiker is het onderscheid tussen de cure en care, eerstelijnszorg en tweedelijnszorg niet van belang. Schotten in de zorg zouden moeten verdwijnen door verbreding van programmatische aanpak richting tweedelijnszorg, geneesmiddelen, hulpmiddelen en AWBZ. We stellen voor om spoedig te beginnen met het opheffen van financieringsschotten tussen eerste- en tweedelijnszorg. We moeten voorkomen dat patiënten vanuit financiële motieven te lang worden vastgehouden in de eerste lijn. Het risico van het te lang vasthouden in de eerste lijn blijft aanwezig zolang de overheveling van specialistische zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn niet of nog onvoldoende is gerealiseerd (zie bijvoorbeeld het recente onderzoek naar de poliklinische zorg voor mensen met hartfalen). Vooral bij chronische aandoeningen met een recidiverend karakter, zoals decompensatie bij hartfalen of exacerbaties bij COPD zou de financiering voldoende mogelijkheden moeten bieden voor het bieden van specialistische zorg in de tweede lijn.

kenmerk: 2009-366/DSB/01.01.01/fv/tk datum: 27 05 09 blad: 3 van 5 Er moet een passende financieringsstructuur gevonden worden die aansluit bij het soms grillige verloop van chronische aandoeningen en waarborgt dat de patiënt altijd bij de juiste zorgaanbieder terecht komt (ongeacht of deze zich in de eerste of tweede lijn bevindt). Dit betekent dat de functionele bekostiging van de programmatische zorg voor mensen met een chronische aandoening verbreed zou moeten worden tot en met de tweede lijn. Wellicht kan de introductie van een zorgzwaarte-indeling bij de ontwikkeling van zorgstandaarden (bijvoorbeeld een onderscheid in hartfalen klasse I-IV) onbedoeld en ongewenst gedrag van zorgaanbieders voorkomen. De onderscheiden zorgzwaartecategorieën zouden daartoe verdisconteerd moeten worden in de functionele bekostiging van de zorg voor de betreffende subgroepen van chronische aandoeningen (bijvoorbeeld hartfalen klasse III). De ontwikkeling van ketenindicatoren (consultatievraag 4 en 5) De NPCF onderschrijft het belang van het ontwikkelen van prestatie-indicatoren voor de functionele bekostiging van eerstelijnszorg. De prestatie-indicatoren moeten inzicht geven in de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg voor mensen met een chronische aandoening. Volgens de NPCF zouden de beoogde indicatoren zouden zowel betrekking moeten hebben op aandoeningspecifieke indicatoren, als op de generalistische geïntegreerde eerstelijnszorg. De uitkomsten van diseasemanagement programma s in het buitenland bieden mogelijk een goede basis voor het meten van de uitkomsten van ketenzorg, bijvoorbeeld het aantal ziekenhuisopnames en het voorkomen van complicaties en vervolgaandoeningen (bijvoorbeeld voetamputaties bij diabetes en cardiovasculaire accidenten bij cardiovasculair risicomanagement). Voor het verantwoord leveren van ketenzorg zal de zorgaanbieder daarbij aan een aantal randvoorwaarden moeten voldoen, zoals het beschikken over een elektronisch patiëntendossier, doelmatig voorschrijven en een eenduidig aanspreekpunt etc. De basisset die op verzoek van Zorgverzekeraars Nederland door Plexus werd ontwikkeld biedt aanknopingspunten om deze basiseisen in kaart te brengen. Door in eerste instantie gebruik te maken van bestaande indicatorensets moet het mogelijk zijn om op korte termijn een eerste basisset op te leveren. Deze basisset zou in elk geval moeten bestaan uit proces- en structuurindicatoren. Tegelijkertijd willen we afspraken maken over een minimale informatieset met uitkomstindicatoren vastgelegd met een tijdslijn waarin duidelijk is aangegeven wanneer de data beschikbaar zijn. Net als in andere Zichtbare Zorgtrajecten zou hierbij sprake moeten zijn van een combinatie van medisch-inhoudelijke indicatoren, patiëntervaringen en etalageplus informatie (feitelijke informatie over het zorgaanbod die patiënten kunnen betrekken bij het keuzeproces). Aanvullingen op het visiedocument Naast de gedeelde conclusies blijft in uw visiedocument vanuit patiëntenperspectief een aantal zaken onderbelicht. Wij vragen uw aandacht voor: het belang van verzekerde aanspraken op de zorg volgens zorgstandaarden; de inbedding van ketenzorg in de geïntegreerde generalistische eerstelijnszorg. Deze aspecten staan hieronder nader omschreven. Het belang van verzekerde aanspraken op de zorg volgens zorgstandaarden (vraag 6) De zorgstandaarden beschrijven waar goede zorg voor mensen met een chronische aandoening minimaal aan moet voldoen. Als zodanig zou de zorg volgens zorgstandaarden aangemerkt kunnen worden als 'noodzakelijke zorg' en daarmee de grondslag moeten vormen voor

kenmerk: 2009-366/DSB/01.01.01/fv/tk datum: 27 05 09 blad: 4 van 5 verzekerde aanspraken. Dit betekent dat zorg volgens de zorgstandaard, inclusief zelfmanagement en alles wat er bij hoort (interventies, begeleiding, centrale zorgverlener en zelfzorgdossier), tot het verzekerde pakket zouden moeten behoren. De aanspraken van verzekerden gaan dus verder dan een enkelvoudige beweegkuur of een cursus stoppen met roken. De NPCF pleit er voor om de zorg volgens de zorgstandaarden, waaronder zelfmanagement, op te nemen in het verzekerde aanspraken. We roepen u op ons pleidooi voor verzekerde zorg volgens de zorgstandaarden in uw contacten met het Ministerie van VWS en het College voor Zorgverzekeringen onder de aandacht te brengen, zodat uw prestatiebeschrijvingen hierop kunnen worden afgestemd. De onlosmakelijke koppeling tussen ketenzorg en generalistische eerstelijnszorg In haar visie op de eerstelijnszorg gaat de NPCF een stap verder dan de huidige samenwerking bij de zorg rond chronische aandoeningen. Mensen hebben behoefte aan zorg die niet alleen gericht is op hun aandoening, maar vooral op hun persoonlijke situatie. Dit onderscheid heeft belangrijke gevolgen voor de organisatie van de eerstelijnszorg. De zorg moet samenhangend rond zorggebruikers worden georganiseerd in geïntegreerde samenwerkingsverbanden, dichtbij in de eigen woonomgeving en het liefst onder één dak. De voorgenomen programmatische aanpak van chronische aandoeningen 2 zou daarom onlosmakelijk verbonden moeten zijn met de geïntegreerde generalistische eerstelijnszorg. Alleen door de programmatische aanpak goed in te bedden in de geïntegreerde generalistische eerstelijnszorg, weten mensen zich verzekerd van een goede afstemming tussen de zorg voor verschillende chronische aandoeningen en aanvullende zorgvragen. Door de scores op prestatie-indicatoren met betrekking tot geïntegreerde generalistische eerstelijnszorg te beschouwen als een noodzakelijke voorwaarde voor het leveren van multidisciplinaire zorgprogramma s op basis van zorgstandaarden, kan de koppeling tussen beide volgens een functioneel ordeningsprincipe tot stand worden gebracht. De samenhang zou wat ons betreft in nieuwe beleidsregels voor de vier zorgketens tot uitdrukking moeten komen 3. 2 Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Programmatische aanpak chronische aandoeningen d.d. 13 juni 2008 3 Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. De patiënt centraal door omslag naar functionele bekostiging d.d. 22 december 2008

kenmerk: 2009-366/DSB/01.01.01/fv/tk datum: 27 05 09 blad: 5 van 5 Afsluitend dilemma: keuzevrijheid versus kwaliteit Onze reactie op uw visiedocument willen we afsluiten met een dilemma waarvoor we de oplossing nog niet hebben gevonden. In uw visie op de functionele bekostiging gaat u uitvoerig in op de gevolgen van een programmatische aanpak van chronische aandoeningen voor de keuzevrijheid van patiënten en zorgconsumenten. U constateert terecht dat de sturing binnen zorgprogramma s kan leiden tot een beperking van de keuzevrijheid. Ook binnen de patiëntenbeweging is de keuzevrijheid van patiënten van oudsher een belangrijk issue. Anderzijds biedt de programmatische aanpak van chronische aandoening kansen voor kwaliteitsverbetering, zoals meer samenhangende zorg voor chronisch zieken en ruimte voor de eigen regierol van de patiënt. De kansen voor betere kwaliteit van de zorg en de mogelijke beperkingen van de keuzevrijheid lijken met elkaar op gespannen voet te staan. Graag blijven we met u in gesprek over dit dilemma en de overige aandachtspunten die in onze reactie op uw visiedocument de revue passeren. Vertrouwende u hiermee van dienst te zijn geweest. Met vriendelijke groet, Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Mw. A.L. Schipaanboord Directeur Beleid & Innovatie cc: VWS, M. Berg en N. Schell CvZ, C. Mastenbroek LVG, L. Kliphuis ZN, M. Bouwmans en T. Lamping)