HANDLEIDING PRAKTIJKLEREN BLOK 1.4 VERKORT STUDIEJAAR

Vergelijkbare documenten
Blokboek Verplegen op Hbo-niveau, een oriëntatie

Rollen en competenties

De Haagse Hogeschool. Academie voor Gezondheid. Opleiding HBO-Verpleegkunde Duaal en Deeltijd 2. Blokboek Praktijkleren

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

De Haagse Hogeschool Academie voor Gezondheid. HBO-Verpleegkunde - Deeltijd Studiejaar: Jaar/periode:

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Instituut voor Gezondheidszorg

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Blokboek Kwaliteit van Zorg Deel Ervaringsreflectielijn

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

STARTDOCUMENT Praktijk/werk leerjaar 1 OVM Kwartaal 1 en 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

STARTDOCUMENT STAGE VMH Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

FORMULIER TUSSENEVALUATIE STAGE 4 In te vullen door de werkbegeleider

Studiehandleiding Praktijkleren plp 1 Reflecteren

PRAKTIJKLEREN. DUAAL DERDE JAAR HBO-V periode 1 en 2. J. Damoiseaux A. van Vuuren

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

PRAKTIJKLEREN. DERDE JAAR HBO-V VOLTIJD EN DUAAL Periode 3 en 4. D. Oldenhuis J. Damoiseaux

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

Gedragsindicatoren HBOV cohort en VMH

Instituut voor. Gezondheidszorg. Naam student. Studentnummer. Jaar. Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam

Algemene informatie afstudeerfase

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Instituut voor Gezondheidszorg

PRAKTIJKLEREN. TWEEDE JAAR HBO-V DUAAL Periode 3 en 4. J. Damoiseaux A. van Vuuren

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

Blokboek Propedeusestage: Bekijk de Praktijk

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Instituut voor Gezondheidszorg

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

Handleiding. Propedeusestage

Praktijkleerplan format

Standaard-actieplan stage 4 (PL4)

Begeleidingsdocument

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 2 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

HBO-V duaal 2e jaar. Handleiding praktijkleren periode 1 & Academie voor Gezondheid. J. Damoiseaux A. van Vuuren

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Standaard-actieplan stage 3 (PL3)

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

BPV Styling Design 3e jaars cohort

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 3 Kwartaal 3 en 4 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Eindverslag stage jaar 1

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

Beoordelen in het HBO

2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Nikki van der Meer. Stage eindverslag. Stage Cordaan Thuiszorg.

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

Opleiding Verpleegkunde. Onderwijsgroep (OWG)

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Beoordeling en evaluatie

Handleiding Coaching/stagereflectie

Kwaliteitszorg en eigen deskundigheids bevordering ~Beroepsopdracht 27 ~

PRAKTIJKLEREN. VOLTIJD TWEEDE JAAR HBO-V STAGE 10 weken. J. Damoiseaux A. van Vuuren

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO)

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Kennismakingsgesprek

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

Rubrics vaardigheden

Inhoud. Voorwoord 11 DEEL 1 HET BEROEP VAN DE MBO-VERPLEEGKUNDIGE 13

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Rubrics vaardigheden

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Handleiding voor praktijkbegeleiders van niveau 2 en 3 cursisten

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

MZ-PBSD-B-K1-W4 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Hogeschool van Utrecht Opleiding Huidtherapie. Competentieboekje. 31 augustus 2004

Persoonlijk Ontwikkelplan Fase 1 - portfolio Opleiding tot hooggevoeligheidsdeskundige

Verpleegkundig specialist (MANP)

Kies Actief Rapportage van Femke Peeters

Portfolio vrijstellingsverzoek op grond van praktijkervaring

Zorg & Welzijn Opleiding Verzorgende IG Periode 3-1 integrale opdracht

Transcriptie:

1 Introductie HANDLEIDING PRAKTIJKLEREN BLOK 1.4 VERKORT STUDIEJAAR 011 01 De ervarings- reflectieleerlijn voor praktijkleerperiode 4 bestaat uit de volgende onderdelen: Voorbereiding op de praktijkleerperiode Begeleiding tijdens de praktijkleerperiode Maken van een praktijkleerplan Praktijkopdrachten Reflectiebijeenkomsten ( MPB) tijdens de praktijkleerperiode In de leerlijn leer je : hoe je je voorbereidt op de praktijk een planning maakt voor je leerproces in de praktijk hoe je reflecteert op je handelen in de praktijk Na afloop van de praktijkleerperiode en de reflectiebijeenkomsten kun je: beschrijven welke leerpunten voor jou relevant zijn bij de voorbereiding op praktijk je ontwikkeling ten aanzien van de verpleegkundige competenties op niveau 5 beschrijven activiteiten selecteren, die bijdragen aan het ontwikkelen van de competentie die je deze praktijkleerperiode dient te behalen onderdelen van behandelde theorie in de praktijk toepassen noodzakelijke bronnen raadplegen om zicht te krijgen op het functioneren van de verpleegafdeling deelnemen aan relevant overleg, zodat je het verpleegkundig handelen optimaal voorbereidt, uitvoert en evalueert; je leerervaringen schriftelijk vast leggen praktijksituaties analyseren Te gebruiken literatuur Boeken tijdens de gehele praktijkleerperiode: Groen, M. (008). Effectief handelen door reflectie. Groningen: Noordhoff. Pool e.a. ( 004). Met het oog op de toekomst beroepscompetenties van hboverpleegkundigen. Utrecht: NIZW. Wilkinson, J. M. (008). Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces. Amsterdam: Pearson Education. Jong van der. e.a. (00). Handboek verpleegkunde. Houten: BSL Voorbereiding op praktijkleerperiode 4 Om effectief te kunnen leren tijdens de praktijkleerperiode ga je je voorbereiden op de volgende punten: de competenties die je moet behalen in praktijkleerperiode 4 duidelijk hebben wie je werk- en/of praktijkbegeleider is tijdens deze praktijkleerperiode. het schrijven van een praktijkleerplan (de basis is je PLP uit blok 1) en laten goedkeuren door de MPB- docent en praktijkopleider. Als je op een nieuwe afdeling komt, dan verzamel je en bestudeer je informatie over de afdeling en doelgroep door middel van de uitvoering van de voorbereidingsopdrachten, die in blok 1 onder de reflectieleerlijn beschreven staan. Begeleiding tijdens de praktijkleerperiode Inleiding

Je krijgt tijdens de praktijkleerperiode begeleiding vanuit de opleiding en de zorginstelling. Hierdoor wordt de integratie theorie en praktijk bevorderd en het reflecteren op het verpleegkundig handelen en het leerproces gestimuleerd. Hieronder wordt de begeleiding toegelicht en komen de onderdelen evaluatie en de bewaking van continuïteit van het leerproces aan de orde. Begeleiding vanuit de opleiding tijdens reflectie (MPB) bijeenkomsten Binnenschools word je tijdens de reflectiebijeenkomsten, ook wel Methodische Praktijkbegeleiding genoemd, begeleid door je MPB- docent. Tijdens deze bijeenkomsten besteedt de MPB- docent samen met jou en je groepsgenoten, aandacht aan het werken en leren in de praktijk en de ervaringen die je daarbij op doet. Centraal staat de manier waarop je ervaringen kunt gebruiken bij je groei als professional. Begeleiding in de instelling Binnen de instelling krijg je begeleiding van een werkbegeleider, praktijkopleider (begeleidt op afstand en is verantwoordelijk voor de leervoorwaarden op een afdeling). De werkbegeleider is je eerste aanspreekpunt bij vragen en onduidelijkheden. De begeleider zorgt er op die manier voor dat je kunt werken aan het behalen van je (persoonlijke) doelen en de opdrachten. Contact stage-instelling en de Haagse Hogeschool Wanneer er tijdens de praktijkleerperiode problemen of vragen zijn bij je praktijkbegeleider neemt deze, na overleg met jou, contact op met je docent. Vermeld daarom altijd de naam (en het telefoonnummer) van je MPB- docent en praktijkbegeleider op je praktijkleerplan. Wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft, kan de docent besluiten derden in te schakelen. De docent neemt in de periode rondom tussen -, en eindevaluatie contact op met de begeleider in de praktijk. In bijzondere gevallen kan de MPB- docent aanwezig zijn bij de (tussen) beoordeling. Beoordeling praktijkleerperiode 4 Jouw functioneren in de praktijk wordt aan de hand van de competentiekaart (zie BB) beoordeeld door je praktijkbegeleider. Tijdens deze praktijkleerperiode wordt het minimale beheersingsniveau van de competenties, waar in periode 1, en aan gewerkt is, verhoogd naar. De competenties van de rollen regisseur, ontwerper en coach worden toegevoegd. Voor deze rollen geldt niveau. Halverwege de praktijkleerperiode (na 5 weken) vindt een tussenbeoordeling plaats. Criteria voor de tussenbeoordeling Om voor een voldoende tussenbeoordeling in aanmerking te komen dient de student: - Het definitieve praktijkleerplan uiterlijk week afgerond te hebben en ingeleverd waarbij de feedback van de MPB- docent en de begeleider is verwerkt. - Te kunnen verwoorden welke resultaten bereikt zijn m.b.t. het behalen van persoonlijke leerdoelen en het vereiste competentieniveau en dit toe te kunnen lichten aan de hand van concrete voorbeelden, waaruit groei blijkt. De studiepunten voor de praktijkleerperiode 4 worden toegekend, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: - Het functioneren in de praktijk is met een voldoende beoordeeld - Het beoordelingsformulier (competentiekaart) is ingeleverd (in de eerste week na beëindiging van de praktijkleerperiode ). - Voldoende aanwezigheid van en actieve participatie tijdens, de reflectiebijeenkomsten/ MPB - De praktijkopdrachten zijn door de docent met een voldoende beoordeeld.

Zorgverlener Regisseur Ont werp Het maken van het praktijkleerplan Inleiding Aan het begin van de praktijkleerperiode maak je na bestudering van de ervarings-reflectieleerlijn een praktijkleerplan. Hierin beschrijf je waar je tijdens de komende tien weken aan gaat werken. Het praktijkleerplan is een hulpmiddel om je leerproces goed te laten verlopen. Het maakt je leerproces inzichtelijk voor jou en je begeleiders. Vanaf de eerste lesdag start je met het maken van een praktijkleerplan. Gedurende de volgende twee weken specificeer je het plan naar de doelgroep (zorgcategorie) en de mogelijkheden van de afdeling waar je werkt. Je levert je (concept)praktijkleerplan voor aanvang van de eerste MPB- bijeenkomst in en bij je praktijkbegeleider en docent. Je krijgt feedback van je docent op de eerst MPB- bijeenkomst. Ook je werk/praktijkbegeleider geeft feedback. De feedback wordt gegeven aan de hand van de criteria van het praktijkleerplan ( zie BB ). Je verwerkt deze feedback en levert begin week drie je definitieve praktijkleerplan in bij je praktijkbegeleider. Je voegt het feedbackformulier van de docent toe aan de versie voor je begeleider in de praktijk. Je begeleider beoordeelt het plan op haalbaarheid. Inhoud van het praktijkleerplan: - Introductie van jezelf, inclusief CV - Een actuele SWOT- analyse met daarbij de implicaties van de sterke en zwakke punten voor het functioneren tijdens de stage. - De uitwerking van de voorbereidende opdracht. - Persoonlijke leerdoelen. Bij de doelen formuleer je activiteiten, waarmee jij je doelen wilt behalen en evaluatiecriteria waaraan de activiteiten moeten voldoen. De doelen zijn SMART (zie BB) geformuleerd en gebaseerd op de SWOT analyse. - De opdrachten tijdens de stage. Je geeft korte een beschrijving van de opdrachten en de wijze waarop je de opdrachten wilt gaan behalen. - Je geeft een beschrijving van de activiteiten, waarmee je het gewenste competentie niveau van de minimaal te behalen kern- en deelcompetenties wilt behalen. Maak hiervan een schematisch overzicht. De ontwikkeling van de volgende competenties van de vijf rollen van de HBO- verpleegkundige staan centraal in praktijkleerperiode 4: Rol Nr. Competentie niveau 1.1 Om de last van ziekte, handicap op sterven te verlichten, verleent de hboverpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op maat. 1. Om de risico s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek en behandeling te verminderen, past de hbo-verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe. 1. Om een gezonde leefstijl van patiënten en hun familie te bevorderen geeft de hboverpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie voorlichting en advies aan individuen en groepen..1 Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat is gericht op het welzijn van de zorgvrager, coördineert de hbo-verpleegkundige de zorg.. Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hbo-verpleegkundige de afgesproken activiteiten..1 Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de hbo-verpleegkundige mee aan ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma s.

Coach Beroepsbeoefenaar 4. Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt en goed mogelijk te laten verlopen levert de hbo-verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.. Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de hboverpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau. 4.1 Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma s te realiseren kan de hboverpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgende helpen en ondersteunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies. 4. Om stagiaires en collega verpleegkundigen en ziekenverzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde. 5.1 Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de 1-ste eeuw, vervult de hbo-verpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn. 5. Om de kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil te houden zodat het kan voldoen aan de maatschappelijke criteria, werkt de hbo-verpleegkundige actief mee aan de bevordering van de deskundigheid van de beroepsgroep. Toelichting uitwerking competenties - je werkt aan de bovenstaande rollen, kern- en deelcompetenties en laat hierbij ook minimaal het gedrag zien dat beschreven is bij de aangegeven niveau van de competentiekaart (zie BB ) - je bepaalt in overleg met je begeleider in de praktijk met welke activiteiten je de competenties wilt behalen - je neemt de uitwerking hiervan op in je praktijkleerplan. Voorbeelden van activiteiten staan beschreven in het document uitwerking kerncompetenties de beschreven competenties zijn minimum eisen. Je kunt natuurlijk altijd aan meer competenties werken, of streven naar een hoger niveau. - aan het eind van praktijkleerperiode 4 dien je bovengenoemde kerncompetenties wat betreft vakbekwaamheid, samenwerken en oordeelsvorming op de aangegeven niveaus uitgevoerd te hebben. Let op: de HBO-eisen effectieve leerhouding en reflecteren dienen op niveau gehandhaafd te blijven - De rollen werk je uit volgens de volgende methodiek: kerncompetentie, domein, domeinspecificatie een korte beschrijving van je beginsituatie per kerncompetentie de deelcompetentie het niveau dat je wilt behalen beschrijving van de activiteiten, waarmee je de competentie wilt behalen. formuleren van persoonlijke leerdoelen en de activiteiten, waarmee je deze doelen wilt behalen je tijdsplanning je voorstel voor bewijsmateriaal wat, wanneer en met wie je wilt evalueren welke begeleiding je nodig hebt wat de begeleider van jou, als stagiaire, kan verwachten.

5 De praktijkopdrachten Naast het werken aan de kerncompetenties van diverse rollen maak je in blok 4 twee praktijkopdrachten. Opdracht 1: Kwaliteitstoetsing en -bevordering In periode 4 komt de theorie over kwaliteit van zorg aan de orde. Verschillende kwaliteitssystemen, -modellen en methoden worden aangeboden. In de praktijk ga je hiermee aan de slag. En je gaat je pijlen richten op het verbeteren van een verpleegkundige interventie. Om de kwaliteit van een interventie (of deel van een interventie) te verbeteren is de afdelingsgebonden toetsing of intercollegiale toetsing een geschikte methode. Aan de hand van een stappenplan doorloop je de cyclus van kwaliteitsverbetering. Door het uitvoeren van deze opdracht ontwikkel je je competenties van de rol van ontwerper en beroepsbeoefenaar. Er zijn diverse pogingen ondernomen om het begrip kwaliteit voor de sector zorg en welzijn te definiëren; steeds vanuit een voor die tijd te begrijpen perspectief. Daarmee is het begrip aan verandering onderhevig. Tegenwoordig wordt onder kwalitatief goede zorg verstaan: Verantwoorde zorg die tegemoet komt aan de reële wensen en behoeften van de patiënt en die doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend. (Vrije vertaling Kwaliteitswet zorginstellingen) In vrijwel alle zorgsectoren wordt aan kwaliteitsbevordering gedaan. Voorbeelden hiervan zijn: accreditatie, visitatie, benchmarking, FONA- of MIP-commissie, functioneringsgesprekken, intervisie en intercollegiale toetsing. Verschillende systemen, modellen en methoden worden gebruikt. Kwaliteit betekent de juiste dingen doen en de juiste dingen goed doen. Bij kwaliteitstoetsing staat de vraag centraal: wat kan beter? Intercollegiale toetsing is een vorm van interne toetsing door de zorgverleners zelf op basis van door hen opgestelde criteria en is dus een middel om de kwaliteit van het professionele handelen te bevorderen. De essentie van intercollegiale toetsing is: Het beoordelen van de werkelijkheid aan de hand van criteria gevolgd door het aanbrengen van veranderingen die systematisch worden geëvalueerd. (Verbeek, 199) Opdracht: Kies een onderwerp voor kwaliteitstoetsing. Beschrijf hierbij eerst wat een landelijk onderwerp is en laat dat aansluiten op een interventie die jezelf selecteert. Deze interventie of onderdeel van een interventie voldoet volgens jou en/of het afdelingsteam niet, niet juist of kan nog beter worden uitgevoerd én komt dus voor verbetering in aanmerking. Analyseer wat er beter kan. Sta goed stil bij deze analyse. Denk aan het veel gebruikte model hiervoor: visgraatmodel. Gebruik je een ander model, prima, motiveer dan je keuze! Bespreek deze analyse met 4 collega s en beschrijf wat hun aanvulling is op je eigen analyse. Na een zorgvuldige analyse (ga niet over 1 nacht ijs!) stel je de wenselijke situatie vast. Denk in product / proces / structuur! Let op: hierbij maak je uiteraard gebruik van het stuwmeer aan evidence based / best-good practice op het gebied van de gekozen interventie. Denk aan de richtlijnen van v&vn, van het kwaliteitsinstituut in oprichting, de Regieraad voor de zorg, portals zoals die van het RIVM (loket gezond leven: honderden interventies!). Kortom: aan de slag ermee. Schrijf naar aanleiding van bovenstaande je verbetervoorstel met aanbevelingen. Denk daarbij aan de relevantie en haalbaarheid voor de praktijk. Je onderbouwt je bronnen m.b.v. de APA-stijl. De opdracht is afgesloten met een kritische, persoonlijke reflectie op de gevolgde werkwijze en het resultaat. Ben je tevreden over je werk? Lever je hiermee nu een bijdrage aan de kwaliteit van zorg, direct of op termijn? Was het leuk / moeilijk / inspirerend om collega s erbij te betrekken? Ontmoette je enthousiasme of weerstand? Stel je daarbij ook telkens de vraag welke rol jij daarbij hebt gespeeld en hoe je daartoe bent gekomen. De opdracht wordt de maandag in week 10 van periode 4 uiterlijk 17.00 uur ingeleverd bij je tutor

6 De criteria van de opdracht vind op BB. Opdracht : Reflectie op de praktijkleerperiode Inleiding Aan de hand van deze opdracht kijk je terug op je ontwikkeling gedurende dit eerste jaar van je opleiding. Dit ga je doen door middel van een reflectie opdracht. Kijk eens terug naar blok 1.1. Welke leerontwikkeling heb je vanaf het begin van het schooljaar, tot nu, aangeland in blok 1.4, doorgemaakt? En welke inspiratie voel je voor het vervolg van de opleiding, welke leerpunten op het vlak van het praktijkleren zie je voor de komende blokken van het tweede jaar? 1. Kijk terug naar blok 1.1, 1. en 1. en wat je daarin hebt geleerd.. Beschrijf concrete situaties van afgelopen jaar m.b.v. een zelf gekozen reflectiemodel.. Benoem de bevorderende en belemmerende factoren voor je leerproces. Geef aan op welke factoren je zelf invloed kunt uitoefenen. 4. Beschrijf naar aanleiding van bovenstaande punten tenminste drie ontwikkelpunten of acties die je in het vervolg van de opleiding gaat oppakken. De opdracht wordt beoordeeld op waarheid (BB) door je begeleider in de praktijk en op de criteria door de tutor. De opdracht wordt de maandag in week 10 van periode 4 uiterlijk 17.00 uur ingeleverd bij de tutor. Reflectiebijeenkomsten (MPB) tijdens de praktijkleerperiode De bijeenkomsten staan in het kader van methodische praktijkbegeleiding (MPB). Een goede voorbereiding op en een actieve rol tijdens de bijeenkomsten zorgen voor een daadwerkelijke ondersteuning van je leren in de praktijk. Ook leer je dan optimaal van elkaar. Alle groepsleden bereiden een inbreng voor. Op grond van prioriteit, gezamenlijke belangstelling en evenredig verdeelde inbreng per student wordt een keuze bepaald voor de bespreking. Na afloop van de 4 e bijeenkomst schrijf je een reflectieverslag dat je opneemt in je portfolio. Op deze wijze verzamel je bewijzen voor je portfolio. In periode 4 gaan we meer aandacht besteden aan het totale reflectieproces en andere methoden die je in verschillende situaties kunnen helpen om effectief te reflecteren. In overleg met de tutor wordt een keuze gemaakt uit andere methoden om op praktijksituaties en opdrachten te reflecteren. Op de volgende site: http://www.reflectietools.nl/ vind je verschillende reflectietools om je eigen handelen (mezelf) en de opdracht (methode) te bespreken. Je kunt voor reflectie op het handelen en de opdracht elk een tool kiezen om te gebruiken gedurende de resterende bijeenkomsten MPB. Je kunt er ook voor kiezen om elke bijeenkomst een andere tool te kiezen. Lees ter voorbereiding op de MPB-bijeenkomsten hoofdstuk 1 t/m en maak de opdrachten aan het eind van elk hoofdstuk uit het boek Effectief handelen door reflectie, geschreven door Mirjam Groen. Vragen die je hebt naar aanleiding van het bestuderen van de genoemde hoofdstukken neem je mee naar de eerste MPB-bijeenkomst, waar deze in de groep worden besproken. De ingebrachte praktijksituaties worden in periode 4 besproken op basis van een zelfgekozen reflectiemethode. Voor het bespreken van de opdrachten dienen de criteria van de opdracht als leidraad. Te gebruiken literatuur Groen, M. (008). Effectief handelen door reflectie. Groningen: Noordhoff.

7 Week Onderwerp Week MPB 1 Bespreking inhoud en samenwerking MPB - bijeenkomsten Feedback praktijkleerplan. Vragen opdrachten periode Vragen hfdst. 1 t/m Effectief handelen door reflectie Inleveren praktijkleerplan voor feedback van tutor Week 4 MPB Reflectie op praktijksituatie en uitvoering opdracht 1 en, inbreng en leervragen conform afspraak en tijdstip op BB, inleveren definitief praktijkleerplan in de praktijk Week 6 MPB Reflectie op praktijksituatie en uitvoering opdracht 1 en, inbreng en leervragen conform afspraak en tijdstip op BB.. Evaluatie. WEEK Act..1 Duur: 4 SBU Werkvorm: zelfstudie - Je leest de handleiding praktijkleren periode - Je leest hfdst. 1 t/m uit Effectief handelen door reflectie. - Je maakt de opdrachten hfdst. 1 t/m uit Effectief handelen door reflectie. - Je formuleert vragen n.a.v. bovenstaande hoofdstukken - Je heb zover mogelijk het praktijkleerplan af. Act.. Duur: SBU + Werkvorm: MPB-bijeenkomst 1 In een begeleide bijeenkomst kun je vragen stellen over de inhoud van de ervaringsreflectielijn en de opdrachten, zodat je verder kunt gaan met het maken van je praktijkleerplan. Ook kun je vragen stellen over de inhoud van gelezen hoofdstukken en gemaakte opdrachten uit: Effectief handelen door reflectie. Samengevat komen in deze bijeenkomst de volgende zaken aan de orde: - Vragen over de inhoud van de ervaringsreflectielijn van deze periode. - Specifieke leeractiviteiten voor de zorgcategorie op de afdeling - Vragen n.a.v. de praktijkopdrachten - Vragen n.a.v. hoofdstuk 1 t/m uit: Effectief handelen door reflectie. In het laatste deel van de bijeenkomst worden afspraken gemaakt over: - samenwerkingsafspraken binnen de reflectiebijeenkomsten - de volgorde van schriftelijk inbrengen van een praktijkervaring in periode. Week 4, 6 Activiteit 4.1 en 6.1: Reflectie op praktijksituaties en praktijkopdrachten Bij het reflecteren wordt als uitgangspunt een reflectiemodel gekozen (naar keuze). Belangrijk is daarbij dat je je bewust wordt van de essentiële aspecten die een rol spelen in de situatie ofwel het onderliggende probleem. In de bijeenkomsten ga je op de inhoud van de beroepssituatie in, maar ook ga je aan de slag met het leren reflecteren. Je beschrijft een meegemaakte situatie. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: - Achtergrondschets van de gebeurtenis - Wat wilde je bereiken? - Wat heb je gedaan? - Wie waren erbij betrokken? - Een geformuleerde leervraag

8 Je kunt eigen relevante vragen toevoegen. Tijdens de bijeenkomst worden reflectieve vragen gesteld, door medestudenten en de docent. Iedere student participeert op actieve wijze in de bespreking. Doel is de situatie en het probleem te verhelderen. Het gaat er o.a. om of je ermee verder kunt, wat en hoe je ervan geleerd hebt, welke alternatieven er zijn en wat je daarbij nodig hebt. Voorbereiding Voor de student, die de schriftelijke inbreng heeft: - Selecteer een praktijksituatie, waarop jij wilt reflecteren - Beschrijf deze situatie concreet, waarin bovengenoemde aspecten aan de orde komen. Voor de medestudenten: Lees de schriftelijke inbreng - Voorzie deze inbreng van reflectieve vragen - Denk na over de aspecten, die in deze situatie een rol spelen - Denk na over handelingsalternatieven in de situatie Uitvoering allen: - Bespreek de schriftelijke inbreng(en) aan de hand van een reflectiemethode. - Benoem de leerervaringen n.a.v. de bespreking - Ruimte voor bespreken van de leervragen over de opdrachten