SECTOR: SOCIAL PROFIT SUBSECTOR: KINDEROPVANG PROFIEL: VERANTWOORDELIJKE In samenwerking met: Sectoriële Commissie Welzijns- en Gezondheidszorg & VIVO



Vergelijkbare documenten
Begeleider in de kinderopvang

KINDEROPVANG IN VLAANDEREN 2001

Competentieprofiel van een onthaalouder

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

Begeleid(st)er buitenschoolse opvang

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

ALGEMENE FUNCTIEGEGEVENS. Kinderbegeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang. Functiebeschrijving

FUNCTIEBESCHRIJVING MAATSCHAPPELIJK WERKER ONTHAALOUDERS. 1. Functienaam Maatschappelijk werker onthaalouders

Functieomschrijving begeleider ambulant centrum

Functiebeschrijving directeur basisonderwijs

DIRECTE LEIDINGGEVENDE (1e evaluator): teamverantwoordelijke, teamcoördinator HOGERE LEIDINGGEVENDE (2e evaluator): teamcoördinator, afdelingshoofd

Het ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid.

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: toezichter gebouwen groen reiniging wegen NIVEAU: WEDDENSCHAAL: C1/C3. Plaats in het organogram

1. Functienaam: centrumleider lokaal dienstencentrum Oud St. Jozef. Niveau : B1-B2-B3 Weddeschaal : B1- B2-B3

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven

Functiebeschrijving: controleur leidinggevend (m/v)

Functiebeschrijving VERPLEEGKUNDIGE OPNAMEBELEID BV1-BV3 / C3-C4

Maatschappelijk werker dienst budgetbeheer/ algemene sociale dienstverlening

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3

FUNCTIEBESCHRIJVING. Afdeling: Subafdeling:

KLIMKRACHT FUNCTIEPROFIEL IBO DE BALLON

Praktijk en inspiratie

Functiebeschrijving LOGISTIEK MEDEWERKER DIENSTENCENTRA E1-E3

Functiebeschrijving Coördinator kinderopvang Gemeente/OCMW Ravels

Het ondersteunen en mee uitvoeren van de boekhouding alsook het voeren van een verantwoord aankoopbeleid.

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan de coördinator (Vrije tijd - Kinderopvang)

Functiekaart. Subdienst:

Functiebeschrijving. Deskundige Personeelsdienst

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Functienaam: afdelingshoofd Omgeving. Dienst: Subdienst:

Functiebeschrijving 1. FUNCTIETITEL. Beleidsmedewerker woonzorgcentrum 2. GLOBAAL DOEL VAN DE FUNCTIE

1 Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatste verstuurde mededeling

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

O.C.M.W.-LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING ADMINISTRATIE WZC. 1. Plaats in de organisatie

Functiebeschrijving PARAMEDICUS WOON EN LEEF BEGELEIDING BV1 BV3

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking

Functiebeschrijving. Niveau

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

FUNCTIEBESCHRIJVING FUNCTIE: NIVEAU: adviseur financiën en begroting WEDDENSCHAAL: A1a-A2a. Plaats in het organogram. Hoofddoel van de functie

Functiebeschrijving. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Functienaam: Diensthoofd.

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Leidinggevend

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

LOKAAL DIENSTENCENTRUM Administratief medewerk(st)er dienstencentrum

KINDERBEGELEIDER VAN BABY'S EN PEUTERS

Coördinator buitenschoolse kinderopvang

Hoofdstuk 3. Het gebruik van kinderopvang Inleiding Modale gezinnen Specifieke doelgroepen 50

Functiebeschrijving DESKUNDIGE KINDEREN EN JONGEREN B1-B3

Functiebeschrijving. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan adjunct-diensthoofd (Welzijn / Kinderdagverblijf)

Dossier Functiebeschrijving :

PERSONEELSDIENST ADMINISTRATIEF CENTRUM ANTWERPSESTEENWEG KAPELLEN

F U N C T I E P R O F I E L

FUNCTIEBESCHRIJVING ADJUNCT TEAMVERANTWOORDELIJKE SPORT (ADJUNCT WERKLEIDER) (M/V)

Infosessie zelfstandige kinderopvangsector

Functiekaart. Subsector:

20/02/2014 VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS INHOUD. 1. Nieuwe namen. Nieuwe namen

KWALITEITSCOÖRDINATOR

Beroepscompetentieprofiel gastouder

Functiebeschrijving begeleider buitenschoolse kinderopvang

OPLEIDINGSPROGRAMMA ILW. DUUR: 36 maanden 24 maanden indien de competenties Logistieke hulp in de verzorgingssector reeds zijn verworven

O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING SECRETARIS-SECRETARIAAT. 1. Plaats in de organisatie

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: coördinator(burger en Welzijn, BKO)

Paritair leercomité 330 OPLEIDINGSPROGRAMMA LOGISTIEK ASSISTENT IN DE ZIEKENHUIZEN 12 maanden

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING

financiële- en sociale dienst O.C.M.W.

Functiebeschrijving. Deskundige Personeel (B1-3) Kerntaken en takengebied

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiebeschrijving. Graadnaam administratief medewerker Sector Burger- en Welzijnszaken Funtienaam begeleidster BKO Dienst BKO

DIENSTHOOFD. Netinfradiensten Domeindiensten/Technische diensten Asse, Brugge, Gent, Ronse

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiebeschrijving bibliothecaris nr 520/01

Functiebeschrijving DESKUNDIGE TEWERKSTELLING EN SOCIALE ECONOMIE B1-B3

FUNCTIEBESCHRIJVING ADVISEUR (M/V)

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. coördinerend/deskundig

Functiebeschrijving. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Vrije Tijd. Dienst: Sociale dienst

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: hoofddeskundige(ondersteuning, financiën)

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname

BEROEPSBRANDWEER - ONDERLUITENANT : FUNCTIEBESCHRIJVING 5. RESULTAATGEBIEDEN EN TAAKOMSCHRIJVING:

Deskundige omgevingsvergunning. Diensthoofd ruimtelijke ordening. Afdelingshoofd Ruimte

Opleiding: LOGISTIEK HELPER IN DE ZORGINSTELLINGEN

Kinderopvang in Vlaanderen

Woonzorgcentrum De Berk

FUNCTIEBESCHRIJVING: Directeur

De arbeidsbegeleid(st)er maakt deel uit van de sociale dienst van het O.C.M.W. en werkt onder leiding van de hoofdmaatschappelijk werker.

Functiebeschrijving. De dienst jeugd staat in voor het beleidsvoorbereidend en - uitvoerend werk inzake jeugd.

Functiekaart. Functionele loopbaan: B4 B5

CULTUURBELEIDSCOÖRDINATOR

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan coördinator(maatschappelijke dienstverlening, IBO)

Buurtwerk t Lampeke vzw zoekt 1 halftijds administratief medewerker (V/M) in een contract van onbepaalde duur vanaf 1 augustus 2018.

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan coördinator Afdeling opvoeden Buitenschoolse Kinderopvang)

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v)

FUNCTIEBESCHRIJVING. Graad: Deskundige Functietitel: Coördinator uitvoering

Bijlage bij de VACANTVERKLARING

VERANTWOORDINGSNOTA BBC STRATEGISCHE DOELSTELLING 2.

Functiebeschrijving Niveau C1-C3 Niet-Leidinggevend

Kinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012

Competentiegerichte functiebeschrijving. Administratief medewerk(st)er directiesecretariaat. Administratief medewerk(st)er

een geëngageerde en gemotiveerde begeleider (m/v) voor ons begeleidingstehuis t Vlierke.

Transcriptie:

SECTOR: SOCIAL PROFIT SUBSECTOR: KINDEROPVANG PROFIEL: VERANTWOORDELIJKE In samenwerking met: Sectoriële Commissie Welzijns- en Gezondheidszorg & VIVO De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website : www.serv.be, via de link beroepsprofielen. D/2002/4665/26 Juni 2002 AO_BK/Kinderopvang_verantwoordelijke_def Wetstraat 34-36 1040 Brussel Tel: 02.20.90.111 Fax: 02.21.77.008 E-mail: serv@serv.be www.serv.be

1. INHOUDSTAFEL INLEIDING 3 1. AFBAKENING EN OMSCHRIJVING 5 1.1 DOMEIN: SCHETS VAN HET OPVANGLANDSCHAP 5 1.1.1 FORMELE KINDEROPVANG 5 1.1.2 INFORMELE KINDEROPVANG 8 1.2 AFBAKENING 9 1.3 BEROEPSINHOUD 10 1.4 DOORGROEIMOGELIJKHEDEN 12 2. TAKEN EN COMPETENTIES 13 2.1 UITVOERENDE TAKEN 15 PEDAGOGISCHE EN BEGELEIDENDE OPDRACHTEN (TABELLEN 2.1.1 TOT 2.1.6) 15 2.1.1 DE (DAGELIJKSE) KINDEROPVANG VERZEKEREN 15 2.1.2 INSTAAN VOOR HET CONTACT MET DE OUDERS 16 2.1.3 LEIDEN, BEGELEIDEN EN ONDERSTEUNEN VAN MEDEWERKERS 18 2.1.4 ONDERHOUDEN VAN CONTACTEN MET BELANGRIJKE DERDEN 19 2.1.5 OPBOUWEN VAN DE EIGEN DESKUNDIGHEID 19 2.1.6 KWALITEITSZORG 20 ORGANISATORISCHE EN ADMINISTRATIEVE OPDRACHTEN (TABELLEN 2.1.7 TOT 2.1.10) 21 2.1.7 UITVOEREN VAN HET BEDRIJFSECONOMISCH BELEID 21 2.1.8 VOEREN VAN EEN LOGISTIEK BELEID 22 2.1.9 INTERNE COMMUNICATIE 22 2.1.10 DE ADMINISTRATIE DOEN (MET O.A. PERSONEELSADMINISTRATIE) 23 2.2 ONDERSTEUNENDE TAKEN 24 2.2.1 VEILIGHEID 24 2.2.2 HYGIËNE 24 2.2.3 MILIEU 24 3. COMPETENTIES 25 3.1 BEROEPSKENNIS 25 3.2 SLEUTELVAARDIGHEDEN 27 4. BIJZONDERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 29 Inhoudstafel

2. 5. ARBEIDSORGANISATIE 30 6. KNELPUNTEN 32 7. TOEKOMSTIGE EVOLUTIES 33 7.1 ALGEMEEN 33 7.2 TAKEN 33 7.3 COMPETENTIES 34 LIJST VAN ORGANISATIES EN BEDRIJVEN DIE DEEL UITMAAKTEN VAN DE CONFERENTIES VERANTWOORDELIJKE KINDEROPVANG 35 BIJLAGE 37 BRONNEN - LITERATUURLIJST 43 Inhoudstafel

3. INLEIDING In dit profiel wordt het beroep verantwoordelijke in de kinderopvang beschreven. In Hoofdstuk 1 bakenen we het beroep verantwoordelijke in de kinderopvang af. Op de eerste plaats wordt het domein van de kinderopvang verkend. Daarna volgt een afbakening voor de verdere uitwerking van het beroepsprofiel. Waar is de verantwoordelijke tewerkgesteld? Er wordt aangeduid hoe dit beroepsprofiel precies zal worden opgevat, wat eronder kan worden verstaan en wat niet? Vervolgens wordt de beroepsinhoud nader omschreven. Een laatste paragraaf is gewijd aan de doorgroeimogelijkheden. In Hoofdstuk 2 komen we tot de eigenlijke kern van het beroepsprofiel. Wij gaan dieper in op de taken en competenties van de verantwoordelijke. Het doel van de gedetailleerde takenanalyse is het detecteren van de onderliggende competenties die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep. We wensen er nu reeds de aandacht op te vestigen dat deze beroepsprofielen slaan op de doorsnee beroepsuitoefening. Hierbij maken we abstractie van verschillen die kunnen voorkomen naargelang het type van opvangvoorziening. In de tabellen wordt tevens aangeduid welke activiteiten een beginnende beroepsbeoefenaar uitvoert en over welke competenties zij moet beschikken na het volgen van een basisopleiding. In hoofdstuk 3 komt een overzicht van de vereiste competenties aan bod. Er wordt een overzicht gemaakt van de beroepskennis en de sleutelvaardigheden die noodzakelijk zijn om het beroep van verantwoordelijke te kunnen uitvoeren. Hoofdstuk 4 maakt melding van de bijzondere arbeidsomstandigheden die met het uitoefenen van het beroep gepaard gaan. De mate waarin het werk kan leiden tot lichamelijke en psychische belasting en mogelijke voorzorgsmaatregelen worden beschreven. De arbeidsorganisatie waarmee de verantwoordelijke te maken krijgt, bespreken we in hoofdstuk 5. Hierbij wordt weer abstractie gemaakt van de eigenheid van elke opvangvoorziening. Inleiding

4. Hoofdstuk 6 behandelt de knelpunten die voor het beroep van verantwoordelijke in de kinderopvang worden aangetroffen. Er tekent zich daarbij zowel een kwantitatief als een kwalitatief probleem af. Wat de toekomstige evoluties voor het beroep van de verantwoordelijke betreft, verwijzen we naar hoofdstuk 7. In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de vrouwelijke vorm te gebruiken. Waar zij of haar staat, wordt uiteraard ook hij of hem bedoeld. De sector doet inspanningen om ook mannen te laten instromen. Inleiding

5. 1. AFBAKENING EN OMSCHRIJVING 1.1 Domein: schets van het opvanglandschap De opvang van kinderen door andere personen dan de ouders is al lang een maatschappelijk aanvaarde realiteit. Maar de manier waarop deze kinderopvang georganiseerd en geïnstitutionaliseerd is, evolueert. Hierna schetsen we het huidige kinderopvanglandschap. Dit landschap krijgt vorm vanuit de verschillende opvangnoden. Kinderopvang is veelal nodig omdat ouders een optimale combinatie zoeken tussen gezin en arbeid. Maar meer en meer wordt vastgesteld dat kinderopvang ook ruimere functies opneemt. Soms gaat het om opvoedings - en gezinsondersteuning of richt de aandacht zich naar specifieke doelgroepen. Er groeit ook behoefte aan kinderopvang op onregelmatige tijdstippen, gedurende de dag, de nacht, in de week of in het weekend. Voor al deze opvangnoden kunnen de ouders beroep doen op uiteenlopende vormen van kinderopvang. Het informele circuit (grootouders bijvoorbeeld) heeft nog steeds een belangrijk aandeel binnen de opvang. Daarnaast bestaat een formeel circuit, waar opvang zowel in groepsverband als in gezinsverband wordt aangeboden. Iedereen die op een systematische manier kinderen opvangt buiten het thuismilieu en geen familie is, moet dit minstens melden aan Kind en Gezin. Als Vlaamse openbare instelling heeft Kind en Gezin de opdracht om de zorg voor en het welzijn van het jonge kind in Vlaanderen en in Brussel te behartigen. Kind en Gezin heeft een rol binnen het stimuleren en bewaken van de kwaliteit van kinderopvang. Dit wordt geconcretiseerd in een attest van toezicht of een erkenning die Kind en Gezin toekent. In het eerste geval gaat het om de particuliere sector, in het tweede geval spreken we van de erkende sector. Aan deze erkenning kan een subsidiëring verbonden zijn; deze erkenning is wel een voorwaarde voor subsidiëring. 1.1.1 Formele kinderopvang (Kind en Gezin (2000) Jaarverslag Kinderopvang) Kinderdagverblijven: Het gaat om opvang in groepsverband erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin. Er zijn twee soorten kinderdagverblijven: enerzijds de crèches die voorzien in opvang van kinderen voor ze naar de basisschool gaan en in de overgangsperiode tussen de kinderopvang en de basisschool, met een minimum capaciteit van 23 plaatsen; en anderzijds de peutertuinen die voorzien in opvang van kinderen voor ze naar de basisschool gaan en in de overgangsperiode tussen de kinderopvang en de basisschool, en dit voor kinderen vanaf 18 maanden, met een minimum capaciteit van 20 plaatsen. Sommige kinderdagverblijven hebben

6. een bijkomend aanbod voor buitenschoolse kinderopvang, ofwel in dezelfde lokalen (kinderen uit het kleuteronderwijs), ofwel in aparte lokalen (kinderen van de basisschool). Diensten voor opvanggezinnen: Het gaat om opvang in gezinsverband, georganiseerd vanuit een dienst die door Kind en Gezin erkend en gesubsidieerd is. De dienst groepeert minimum 14 opvanggezinnen. Elk opvanggezin kan maximum 8 kindjes gelijktijdig opvangen, en gemiddeld 4 voltijds. De dienst zorgt voor vorming en begeleiding van de opvanggezinnen. Diensten voor opvanggezinnen voorzien in opvang van kinderen voor ze naar de basisschool gaan en in de overgangsperiode tussen de kinderopvang en de basisschool. Ze kunnen ook kinderen van de basisschool buitenschools opvangen. Flexibele dag en nachtopvang en weekendopvang zijn mogelijk. Particuliere opvangvoorzieningen: Particuliere opvanginstellingen (POI s) voorzien in opvang in groepsverband; particuliere opvanggezinnen in opvang in gezinsverband. Het onderscheid wordt gemaakt naargelang de capaciteit én het al dan niet gebruiken van de eigen woonruimte. Particuliere voorzieningen moeten minstens gemeld zijn bij Kind en Gezin. Het is namelijk zo dat iedereen die op bestendige wijze en al dan niet tegen betaling kinderen beneden twaalf jaar opvangt, gehouden is dit aan Kind en Gezin te melden. Onder opvang op bestendige wijze wordt verstaan: de gewone, geregeld georganiseerde en niet-occasionele opvang buitenshuis van kinderen beneden twaalf jaar tijdens de gehele of een gedeelte van de dag en/of de nacht en/of tijdens het gehele of een gedeelte van het weekend. In de enkel-gemelde voorzieningen hebben de daartoe aangewezen personeelsleden van Kind en Gezin tijdens de opvangmomenten in principe toegang tot alle plaatsen of ruimten die voor de opvang bestemd zijn of ermee verband houden. Het merendeel van de particuliere opvanginstellingen en opvanggezinnen opteert evenwel voor een attest van toezicht van Kind en Gezin. Kind en Gezin biedt de voorzieningen met een attest van toezicht een aantal voordelen: zo worden bepaalde opleidingen terugbetaald en men ontvangt informatie en ondersteuning van Kind en Gezin. Ook particuliere opvanginstellingen kunnen buitenschoolse kinderopvang aanbieden. Vanaf 2001 is er een beperkte financiële ondersteuning voor sommige POI s.

7. Buitenschoolse kinderopvang: Buitenschoolse opvang wordt in verschillende opvangvormen aangeboden. Zoals hoger reeds gezegd kunnen erkende voorzieningen (kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen) en particuliere voorzieningen buitenschoolse opvang organiseren. Ook zijn er heel wat scholen die buitenschoolse opvang aanbieden. Zij moeten dit melden aan Kind en Gezin. Het jeugdwerk, met onder andere speelpleinwerking, vakantie-initiatieven, jeugdbewegingen, taal - en sportkampen, is voor vele ouders ook een vorm van opvang. Maar omdat de oorspronkelijke bedoeling van het jeugdwerk anders is (bijvoorbeeld gelegenheid geven om te spelen met andere kinderen of ook bepaalde vaardigheden aanleren), wordt het jeugdwerk niet als een opvangvorm beschouwd. Het jeugdwerk is daarom vrijgesteld van melding aan Kind en Gezin. Daarnaast zijn er de initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO s) die specifiek en exclusief gericht zijn op de buitenschoolse opvang van kinderen uit het basisonderwijs. Ze kunnen zowel voor - als naschools, op woensdagnamiddag, gedurende vrije schooldagen en gedurende één of meer vakantieperiodes buitenschoolse opvang bieden. IBO s worden erkend door Kind en Gezin en worden vanaf dit jaar (2001) ook gesubsidieerd door Kind en Gezin. Voorheen was de erkenning van Kind en Gezin een groen licht om subsidies aan te vragen bij het Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten (FCUD) en weerwerk-gesco s bij de Vlaamse administratie Werkgelegenheid. Deze financieringsstromen zijn nu bevroren. Erkenning of attest van toezicht: Het voordeel van een erkenning of een attest van toezicht voor de ouders van de opgevangen kinderen, is dat er een kwaliteitscontrole is en dat de opvangkosten voor kinderen jonger dan 3 jaar fiscaal aftrekbaar zijn. Een erkenning heeft bovendien als voordeel dat de ouderbijdragen wettelijk geregeld zijn en gebaseerd op het inkomen van de ouders. De particuliere initiatieven bepalen hun prijs vrij. Dit kan soms forfaitair zijn, los van het inkomen en/of van de effectieve aanwezigheid van het kindje. Doelgroepen: Sommige formele opvangvoorzieningen richten zich ook op bepaalde doelgroepen: Kinderen met een specifieke zorgbehoefte: sommige voorzieningen staan open voor de opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte en andere voorzieningen bieden zelfs een structureel aanbod aan deze kinderen;

8. Kinderen uit kansarme en/of allochtone gezinnen: diverse lokale en buurtgerichte initiatieven werken multicultureel. In bepaalde opvanginitiatieven worden allochtone personeelsleden tewerkgesteld, of worden allochtone ouders op vrijwillige basis mee ingeschakeld in de opvang van hun kinderen. Autochtone personeelsleden moeten aandacht hebben voor diversiteit. De opvang van zieke kinderen bestaat in diverse vormen. Soms komt er opvang aan huis, soms is er opvang voor zieke kinderen in aparte lokalen binnen de opvangvoorziening. Er bestaan ook enkele projecten voor de opvang van zieke kinderen die naar de basisschool gaan. Ook zijn er mutualiteiten, VZW s en/of OCMW s die een aanbod hebben voor de opvang van zieke kinderen. Opvangaanbod: Sommige formele opvangvoorzieningen hebben een specifiek opvangaanbod. Ze bieden flexibele dag-, nacht- en/of weekendopvang aan. In dit kader is er o.a. sprake van kinderhotels. Kinderopvang geregeld door de bedrijfswereld: Een nieuwe tendens binnen het kinderopvanglandschap is de stijgende interesse van ondernemingen en bedrijven voor kinderopvang. Wellicht als gevolg van de schaarste op de arbeidsmarkt zoekt men soms wegen om kinderopvang als een extra voordeel voor werknemers aan te bieden. Of wil men kinderopvang uitbouwen voor klanten van het bedrijf (bijv. warenhuizen, luchtvaartmaatschappijen, ). Zoals reeds gezegd moeten ze, indien ze kinderopvang op een bestendige wijze willen organiseren, dit minstens aan Kind en Gezin melden. In de meeste gevallen worden externe kinderopvangvoorzieningen aangesproken. 1.1.2 Informele kinderopvang Naast de formele opvang is er de informele opvang door grootouders, familie, vrienden of kennissen, door een babysit, een au-pair, of... Het gaat dikwijls om kinderopvang bij de ouders thuis. Soms gaat het om het begeleiden van de kinderen naar ontspannings-, culturele- of schoolactiviteiten. Wanneer deze opvang zich situeert in het thuismilieu is men vrijgesteld van melding. Verder is het zo dat grootouders of verwanten tot en met de vierde graad die kleinkinderen of kinderen van de familie opvangen, dit niet hoeven te melden aan Kind en Gezin, evenmin als initiatieven die op niet-bestendige wijze kinderopvang organiseren of die thuisopvang doen. Alhoewel Kind en Gezin bij deze opvangvormen geen directe rol speelt, houdt ze er in haar beleid inzake kinderopvang wel rekening mee: zo wordt bekeken hoe

9. grootouders en andere betrokkenen beter geïnformeerd kunnen worden over veiligheidsaspecten en kwaliteit binnen kinderopvang. 1.2 Afbakening In dit document onderzoeken we de taken en competenties van de verantwoordelijke kinderopvang. Dit wil zeggen dat de studie zich richt op het formele kinderopvanglandschap. Ons baserend op de bovenstaande schets van het opvanglandschap, treffen we de verantwoordelijke kinderopvang in de volgende opvangvoorzieningen aan: Kinderdagverblijven (crèches en peutertuinen) Initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) Diensten voor opvanggezinnen Particuliere opvanginstellingen (POI). De drie eerste opvangvoorzieningen behoren tot de erkende sector. De laatste opvangvoorziening behoort tot de particuliere sector. Om dit profiel uit te werken gaan wij op zoek naar de grootste gemene deler in het takenpakket van de verantwoordelijken die in deze verschillende settings aan het werk zijn. Hierbij verwijzen wij naar de wijze waarop wij een beroep definiëren (SERV - handleiding, 2001). Een beroep is namelijk een samenhangend geheel van taken met bijhorende competenties dat min of meer gestandaardiseerd is en waarover een maatschappelijke consensus bestaat. Bij het beschrijven van een beroep wordt abstractie gemaakt van organisatie- of bedrijfsspecifieke kenmerken. Ook in functie van een opleiding-, onderwijs- en HRM-beleid is het noodzakelijk een zuiver beroepsbegrip te hanteren. Naargelang de grootte van de opvangvoorziening, de inbedding in structuren en het behoren tot de erkende of particuliere sector kan het takenpakket van de verantwoordelijke verdeeld worden over verschillende mensen. Voor het administratieve gedeelte van haar taken kan de verantwoordelijke bijvoorbeeld beroep doen op een administratieve medewerker. Het profiel wordt over deze verschillende aspecten heen opgesteld en bevat daarom twee grote luiken, enerzijds pedagogische en begeleidende opdrachten (de zogenaamde kern van het beroep), en anderzijds de organisatorische en administratieve opdrachten (taken met een transversaal karakter). Tot slot merken we nog op dat sommige zelfstandigen die een POI runnen naast de taken van de verantwoordelijke ook dagelijks de taken van de begeleid(st)er uitvoeren. Deze laatste taken worden niet opgenomen in dit profiel. Wij verwijzen naar het profiel van de begeleid(st)er kinderopvang (SERV, 2001) zelf, dat in dit kader werd uitgewerkt.

10. 1.3 Beroepsinhoud De verantwoordelijke kinderopvang in kleine en middelgrote opvanginstellingen vervult een dubbele opdracht. De essentie van het beroep van de verantwoordelijke is te zorgen voor een vlot georganiseerde kinderopvang die aan de wensen en behoeften van alle belanghebbende partijen tegemoet komt. Deze belanghebbende partijen zijn in de eerste plaats de kinderen en de ouders, maar ook belangrijke derden (Kind en Gezin, Raad van Bestuur, e.a.). De kern van het takenpakket van een verantwoordelijke kinderopvang bestaat uit pedagogische en begeleidende opdrachten. De verantwoordelijke verwelkomt nieuwe ouders en verschaft hen de nodige informatie. In functie van de wensen van de ouders en de behoeften van het kind zorgt de verantwoordelijke mee voor de meest geschikte opvang van het kind en verwijst ze eventueel door. De verantwoordelijke houdt voor elk kind een dossier bij en volgt besprekingen van de ontwikkeling van het kind op. De verantwoordelijke ondersteunt de medewerkers in de dagelijkse begeleiding van de kinderen. De verantwoordelijke hecht veel belang aan de contacten met de ouders, zal hen als partners beschouwen en hen stimuleren tot participatie. De verantwoordelijke organiseert formele contacten met de ouders zoals ouderavonden. Ze ziet toe op de naleving van het huishoudelijk reglement door de ouders. Ook de samenwerking met de medewerkers is een belangrijke opdracht voor de verantwoordelijke. De verantwoordelijke leidt, begeleidt en ondersteunt de medewerkers. Dit betekent onder andere dat de verantwoordelijke nieuwe medewerkers aanwerft, dat ze zorgt voor vorming en opleiding van de medewerkers en geregelde evaluatiemomenten inbouwt. De verantwoordelijke stelt samen met de medewerkers een werkplanning op en organiseert en leidt de teamvergaderingen. De verantwoordelijke onderhoudt contacten met belangrijke derden. Ze verstrekt de nodige informatie aan externe instanties, woont vergaderingen bij en bouwt een netwerk van samenwerkingsverbanden op. Een ander onderdeel van de pedagogische en begeleidende opdrachten heeft betrekking tot de verantwoordelijke zelf. Ze bouwt haar eigen deskundigheid op door nieuwe ontwikkelingen in de kinderopvangsector te volgen en door opleidingen en vormingsdagen bij te wonen. Ten slotte zal de verantwoordelijke de kwaliteit van de opvang bewaken. In de erkende opvangsector betekent dit dat de verantwoordelijke een kwaliteitsopvangsysteem moet uitwerken in navolging van het

11. Kwaliteitszorgdecreet 1. Maar ook in de Particuliere Opvanginstellingen staat kwaliteit bovenaan en zal de verantwoordelijke aan kwaliteitsmanagement doen. De verantwoordelijke kinderopvang vervult binnen de opvangvoorziening ook een organisatorische en administratieve functie. Deze taken hebben een transversaal karakter in die zin dat ze in elke organisatie kunnen voorkomen. Zo staat de verantwoordelijke in voor een bedrijfseconomisch beleid. Ze stelt de begroting op en beheert het budget. De verantwoordelijke zal de contracten met de ouders afsluiten en de ouderbijdragen bepalen. Andere bedrijfseconomische taken zijn o.a. het optreden bij achterstallige betalingen, het werven van klanten, het voorbereiden van inspecties en zo meer. De verantwoordelijke voert tevens het logistiek beleid. Ze zorgt voor de nodige aankopen en bevoorrading en ziet toe op de huishoudelijke activiteiten. Om dit alles te realiseren neemt de verantwoordelijke heel wat administratieve taken (waaronder personeelsadministratie) op zich. Tenslotte zal de verantwoordelijke ter ondersteuning van haar werk de veiligheid en de hygiëne in de opvanginstelling nauwlettend in het oog houden. Het is opvallend hoe de verhouding tussen pedagogische en organisatorische opdrachten als een rode draad doorheen het hele takenpakket loopt. Een belangrijke opdracht voor de verantwoordelijke is om hierin een gepast evenwicht te vinden. Samenvattend: De verantwoordelijke kinderopvang staat in voor de dagelijkse coördinatie van de opvang ten overstaan van kinderen, ouders en belangrijke derden. De verantwoordelijke bewaakt de kwaliteit van de opvang. Ze begeleidt en ondersteunt het personeel. De verantwoordelijke staat in voor het bedrijfseconomisch beleid en het logistiek beleid. Ze neemt heel wat administratieve taken op zich en houdt hygiëne en veiligheid nauwlettend in het oog. De verantwoordelijke respecteert over het ganse takenpakket steeds het beroepsgeheim. Het takenpakket van de verantwoordelijke krijgt een specifieke invulling naargelang de setting, de aanwezigheid van een overkoepelende directiefunctie en de inbedding in een organisatiestructuur (OCMW, VZW, ). 1 Decreet inzake kwaliteitszorg van 29 april 1997 (BS 11 juni 1997)

12. 1.4 Doorgroeimogelijkheden De verantwoordelijke start onmiddellijk als verantwoordelijke kinderopvang. Binnen de erkende sector zijn de voorwaarden om te kunnen starten bij besluit 2 geregeld. In de particuliere sector zijn geen vereisten vastgelegd. Hier hangt alles af van de motivatie en de capaciteiten van de persoon in kwestie. Wel organiseert het VIZO een opleiding beheerder van particuliere opvanginstelling. Iemand die als verantwoordelijke kinderopvang start, heeft meestal reeds ervaring in de kinderopvangsector. Het is niet gebruikelijk dat een verantwoordelijke kinderopvang doorgroeit tot een ander beroep binnen de kinderopvangsector (SERV beroepenstructuur, 2001). 2 Zie bijlage.

13. 2. TAKEN EN COMPETENTIES Het takenpakket zal telkens ingedeeld worden in takenclusters op basis van taken die bij elkaar horen. Per taak worden tevens de competenties vermeld, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren verantwoordelijke toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding. Het takenpakket is opgedeeld in uitvoerende en ondersteunende taken. De uitvoerende taken maken de kern van het beroep uit. Ze zijn hier opgedeeld in pedagogische en begeleidende opdrachten enerzijds en organisatorische en administratieve opdrachten anderzijds. De ondersteunende taken maken dat de uitvoering van het werk vlot en ongestoord kan plaatsvinden. Het gaat om hoofdzakelijk om veiligheid en hygiëne. De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden: Uitvoerende taken Pedagogische en begeleidende opdrachten De (dagelijkse) kinderopvang verzekeren (tabel 2.1.1) Instaan voor het contact met de ouders (tabel 2.1.2) Leiden, begeleiden en ondersteunen van medewerkers (tabel 2.1.3) Onderhouden van contacten met belangrijke derden (tabel 2.1.4) Opbouwen van de eigen deskundigheid (tabel 2.1.5) Bewaken van de kwaliteit van de opvang (tabel 2.1.6)

14. Organisatorische en administratieve opdrachten Uitvoeren van het bedrijfseconomisch beleid (tabel 2.1.7) Voeren van een logistiek beleid (tabel 2.1.8) Interne communicatie (tabel 2.1.9) De administratie doen (tabel 2.1.10) (met o.a. personeelsadministratie) Ondersteunende taken Veiligheid (tabel 2.2.1) Hygiëne (tabel 2.2.2) Milieu (tabel 2.2.3)

15. 2.1 Uitvoerende taken Pedagogische en begeleidende opdrachten (tabellen 2.1.1 tot 2.1.6) 2.1.1 De (dagelijkse) kinderopvang verzekeren Taken Bijhouden van dossiers van de kinderen - (medische) informatie (voor zover noodzakelijk voor de werking) - coördinatie van registratie van aanwezigheden Verdelen van kinderen over de groepen/ opvanggezinnen Toezicht houden op de (individuele) begeleiding van kinderen Verantwoordelijkheid opnemen bij ziekte van een kind 4 Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties kunnen opzetten van een registratiesysteem en een rapportagesysteem kunnen verzamelen van de informatie via medewerkers 3 kunnen terugkoppelen van de nodige gegevens naar de medewerkers kunnen werken met softwaretoepassingen op PC (tekstverwerking, rekenblad, database) het beroepsgeheim kunnen respecteren nauwgezet zijn kunnen rekening houden met de wensen van ouders (voor zover de werking dit toelaat) kunnen rekening houden met de eigenheid van het kind kunnen overleggen met medewerkers kennis hebben van pedagogie en ontwikkelingspsychologie de pedagogische visie kunnen doen toepassen door de medewerkers praktische kennis hebben van (kinder)ziekten kunnen beoordelen of er een gevaar voor de andere kinderen is en de gepaste handelingen kunnen stellen kunnen beoordelen of de ouders en/of een dokter moet(en) verwittigd worden procedure kunnen uitwerken en opvolgen 3 Opvanggezinnen of begeleid(st)ers

16. Regelen van uitstapjes met de kinderen Coördineren van de programmatie en de organisatie van spelactiviteiten Stimuleren van de participatie van kinderen Verantwoordelijkheid opnemen bij vermoeden van erge feiten 5 zowel intern als extern kunnen contact opnemen met externe instanties kunnen zorgen voor veilige verplaatsingen van de kinderen kennis hebben van diverse speltechnieken en spelvormen het spelaanbod kunnen afstemmen op de inbreng en individuele kenmerken van kinderen zich bewust zijn van het belang van samenwerking met kinderen kennis hebben van methoden om de participatie van kinderen te stimuleren kunnen ondersteunen van de medewerkers bij kinderparticipatieprocessen kunnen omgaan met vertrouwelijke gegevens en het beroepsgeheim kunnen respecteren de ernst van een situatie kunnen beoordelen gepaste acties kunnen ondernemen (indien mogelijk, met betrokken partijen spreken, indien nodig, bevoegde personen of instanties inlichten) 2.1.2 Instaan voor het contact met de ouders Taken Verwelkomen van nieuwe ouders en informatie verschaffen over de opvang Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties kunnen voeren van een intakegesprek kunnen overbrengen van de pedagogische visie van de opvangvoorziening kunnen openstaan voor en respecteren van de normen en waarden van de ouders (indien deze sociaal en maatschappelijk aanvaardbaar zijn) het vertrouwen van de 4 5 Bij opvanggezinnen zal de opvangouder zelf de verantwoordelijkheid opnemen bij ziekte van een kind Onder erge feiten verstaan we situaties die de psychologische en fysische integriteit van het kind bedreigen (kindermishandeling, misbruik)

17. Onderhouden van contacten Optreden bij het niet naleven van het huishoudelijk reglement door ouders (o.a respecteren van uurregeling, gemachtigde afhaalpersonen, ) Organiseren van formele contacten met ouders (vb. ouderavonden, ) Stimuleren van de participatie van ouders (o.a. ondersteunen van de werking van de oudergroep, communiceren over de ontwikkeling en de evolutie van het kind) Ouders kunnen inlichten over het gedrag van de kinderen Samen met de ouders naar oplossingen zoeken voor eventuele problemen met de opvang ouders kunnen winnen indien nodig, kunnen doorverwijzen van de ouders bij het maken van een keuze van opvang sociaal vaardig zijn zich bewust zijn van het belang van contact met ouders kunnen luisteren naar eventuele behoeften en klachten kunnen opvolgen van vragen en klachten sociaal vaardig zijn kennis hebben van het huishoudelijk reglement kunnen actualiseren van het huishoudelijk reglement ouders kunnen wijzen op afspraken assertief zijn kunnen peilen naar behoeften aan informatie bij ouders kunnen voorbereiden van formele contacten in overleg en samenwerking met de medewerkers communicatief vaardig zijn zich bewust zijn van het belang van samenwerking met ouders kunnen luisteren naar de behoeften en wensen van ouders en eraan gevolg kunnen geven (voor zover de werking dit toelaat) communicatief vaardig zijn kunnen omgaan met vertrouwelijke gegevens en het beroepsgeheim kunnen respecteren zich bewust zijn van het belang van samenwerking met ouders

18. 2.1.3 Leiden, begeleiden en ondersteunen van medewerkers 6 Taken Ondersteunen en begeleiden van de medewerkers in de dagelijkse werking (o.a. pedagogische visie overbrengen, waarborgen dat medewerkers instaan voor de praktische ondersteuning van ouders bij de opvoeding van kinderen) Voorbereiden en organiseren van kindbesprekingen Aanwerven (en ontslaan) van medewerkers Begeleiden van stagiair(e)s/nieuwe medewerkers Functionerings- en/of evaluatiegesprekken houden (o.a. voorbereiden van de gesprekken, uitwerken van functieprofielen, het functioneren beoordelen en feedback geven) Voorzien in vorming van de medewerkers (o.a. deelname van medewerkers aan vormingsinitiatieven organiseren, opvolgen van de implementatie van vorming) Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties kennis hebben en kunnen toepassen van groepsdynamica kunnen motiveren oor kunnen hebben voor professionele noden van de medewerkers adequaat kunnen omgaan met probleemsituaties verantwoordelijkheid kunnen geven aan de medewerkers kennis van ontwikkelingspsychologie en pedagogie vergaderingen kunnen leiden kennis hebben van de kanalen om geschikte kandidaten te vinden verantwoordelijkheid kunnen opnemen bij het slecht functioneren van een medewerker het functioneren van de stagiaire/nieuwe werknemer kunnen beoordelen feedback kunnen geven over het functioneren kennis hebben van gesprekstechnieken kennis hebben van evaluatiemethoden naar vormingsbehoeften van medewerkers kunnen peilen kunnen opzoeken van een vormingsaanbod in functie van de behoeften 6 Al naargelang de opvangvorm bestaan de medewerkers uit begeleid(st)ers kinderopvang, verpleegkundigen, opvanggezinnen, kwaliteitscoördinatoren,

19. 2.1.4 Onderhouden van contacten met belangrijke derden 7 Taken Relatie met beheersinstanties onderhouden Opstellen/verwerken van rapporten en verslagen van/voor overkoepelende instanties Bijwonen van vergaderingen - lokaal overleg - adviesgroepen Opbouwen van een netwerk en onderhouden van samenwerkingsverbanden Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties kunnen rapporteren voorstellen en adviezen kunnen formuleren kunnen implementeren van beslissingen assertief zijn kennis hebben over de gevraagde informatie per overkoepelende instantie kunnen samenbrengen van de nodige informatie (personeel, kinderen, financiën, enz.) kunnen omgaan met vertrouwelijke gegevens en beroepsgeheim kunnen respecteren kunnen werken met softwaretoepassingen op PC de vergadering kunnen voorbereiden een verslag kunnen maken de belangen van de opvangvoorziening/sector kunnen verdedigen intern kunnen rapporteren eigen belangen kunnen overstijgen en het gemeenschappelijk belang kunnen zien kennis hebben over belangrijke externen voor de opvangvoorziening sociaal vaardig zijn contacten kunnen leggen en onderhouden 2.1.5 Opbouwen van de eigen deskundigheid Taken Nieuwe ontwikkelingen volgen Beginnende Competenties beroepsbeoefenaar Taken Competenties kennis hebben van de te raadplegen informatiebronnen 7 Belangrijke derden kunnen zijn: Kind en Gezin, scholen, gemeentebesturen, VDAB, jeugd- en sportdiensten,

20. Bijwonen van opleidingen en vormingsdagen Integreren van het geleerde in de dagelijkse werksituatie (tijdschriften, boeken, internet, ) kunnen raadplegen van vakliteratuur kunnen opzoeken van een vormingsaanbod in functie van de eigen behoeften kunnen maken van een eigen sterkte/zwakteanalyse in functie van de eigen opleidingsbehoeften nieuwe (theoretische) kennis in praktijk kunnen brengen 2.1.6 Kwaliteitszorg 8 Taken Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties Een pedagogische visie ontwikkelen in functie van de eigen instelling Het huishoudelijk reglement opstellen Kwalitatieve doelstellingen voor de opvangvoorziening formuleren Kwaliteitsbevorderende acties neerschrijven en implementeren Evalueren en bijsturen van de opvangkwaliteit (toetsen of de pedagogische visie in de praktijk gehaald wordt) kennis hebben van pedagogie en ontwikkelingspsychologie kunnen luisteren naar en integreren van de inbreng van medewerkers, kinderen, ouders en anderen kennis hebben van kwaliteitscriteria (vb. van Kind en Gezin) kennis hebben van het kwaliteitsdecreet (niet voor POI s) kunnen uitschrijven en opvolgen van procedures kennis hebben van het kwaliteitsdecreet (niet voor POI s) kunnen uitwerken van een kwaliteitshandboek (niet voor POI s) kunnen overleggen met medewerkers, kinderen, ouders en anderen kennis hebben van evaluatiemethoden kunnen omgaan met (zelf-) 8 Voor de erkende sector houdt dit het uitwerken van een kwaliteitssysteem in, in navolging van het Decreet kwaliteitszorg van 29 april 1997 (BS 11 juni 1997). Hoewel de POI s niet aan dit kwaliteitsdecreet gebonden zijn, vormt kwaliteitszorg ook voor de verantwoordelijke in een POI een belangrijk onderdeel van haar takenpakket.

21. Klachten opvangen en behandelen evaluatie-instrumenten kunnen analyseren van sterke en zwakke punten van de opvang kunnen inspelen op de dynamiek van de maatschappij en haar ontwikkelingen een klachtenprocedure kunnen uitwerken en implementeren Organisatorische en administratieve opdrachten (tabellen 2.1.7 tot 2.1.10) 2.1.7 Uitvoeren van het bedrijfseconomisch beleid Taken De boekhouding uitbesteden en opvolgen Opstellen van de begroting en beheren van het budget Contracten afsluiten met ouders Beginnende Competenties beroepsbeoefenaar Taken Competenties basiskennis van boekhoudkundige verplichtingen basiskennis van boekhoudkundige verplichtingen inzicht in verschillende financieringsvormen kunnen werken met softwaretoepassingen op PC (tekstverwerking, rekenblad, database) kunnen opstellen van een contract volgens wettelijke verplichtingen Ouderbijdragen bepalen kennis hebben van de vastgelegde tarieven een tariefbeleid kunnen uitwerken Fiscale verplichtingen nakomen Optreden bij achterstallige betalingen Klanten werven voorbereiden en opvolgen van inspecties kunnen lezen en invullen van een aanslagbiljet kennis hebben van de mogelijkheden om op te treden kennis van de klant en het opvangaanbod kunnen peilen naar behoeften van potentiële klanten kunnen werken aan de PR van de opvangvoorziening dossiers kunnen voorbereiden professioneel kunnen ontvangen

22. 2.1.8 Voeren van een logistiek beleid Taken Zorgen voor de aankoop van voeding, speelgoed, medicijnen, Huishoudelijke activiteiten organiseren Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties leveranciers kunnen contacteren bestellingen kunnen plaatsen instructies kunnen geven 2.1.9 Interne communicatie Taken Opstellen van een werkplanning Organiseren en leiden van teamvergaderingen Richtlijnen aan de medewerkers geven Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties éénieders capaciteiten kennen in overleg kunnen afspreken van een taakverdeling kunnen opvolgen van deze taakverdeling kunnen reorganiseren bij onvoorziene gebeurtenissen specifiek voor kinderdagverblijven: in noodgevallen kunnen inspringen bij de dagelijkse werking in de groepen kennis hebben van en kunnen toepassen van vergadertechnieken kunnen opstellen van een vergaderagenda kunnen geven van toelichtingen, informatie en korte themagerichte vorming kunnen maken van een verslag kunnen opvolgen van afspraken kunnen leiding geven communicatief vaardig zijn

23. 2.1.10 De administratie doen (met o.a. personeelsadministratie) Taken Verzorgen van regelmatige bereikbaarheid Beheren van verzekeringen Opvolgen en verwerken van facturen en kostennota s Opvolgen van de ouderbijdragen Opstellen en bijhouden van personeelsdossiers Opvolgen van personeelszaken zoals o.m. loopbaanonderbreking, arbeidsovereenkomsten, fiscaal en sociaal statuut Berekenen en betalen van de lonen Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Competenties klantgericht kunnen telefoneren stipt en nauwgezet zijn kennis van noodzakelijke en verplichte verzekeringspolissen kunnen opvolgen van het invullen van aangifteformulieren kunnen werken met softwaretoepassingen op PC (tekstverwerking, rekenblad, database) een systeem kunnen opzetten voor het opvolgen van ouderbijdragen kunnen werken met softwaretoepassingen op PC (tekstverwerking, rekenblad, database) basiskennis hebben van sociale wetgeving kunnen werken met softwaretoepassingen op PC (tekstverwerking, rekenblad, database) basiskennis hebben van sociale wetgeving en arbeidswetgeving basiskennis hebben van CAO s kunnen opzoeken van informatie basiskennis hebben van sociale wetgeving basiskennis hebben van CAO s kunnen werken met een loonpakket op PC kunnen invoeren van de nodige gegevens a.d.h.v de personeelsdossiers kennis hebben van en kunnen beroep doen op de diensten van een sociaal secretariaat

24. 2.2 Ondersteunende taken 2.2.1 Veiligheid Taken Beginnende beroepsbeoefenaar Taken Competenties Toezien op de veiligheid Competenties kennis hebben van de vigerende regelgeving op speeltuigen kennis van de vigerende regelgeving m.b.t. brandveiligheid defecten kunnen detecteren en laten herstellen 2.2.2 Hygiëne Taken Toezien op regelmatig onderhoud van de accommodatie en de lokalen Toezien op de hygiëne in de keuken Beginnende Competenties beroepsbeoefenaar Taken Competenties kunnen opvolgen van het onderhoud basiskennis van voedselhygiëne kennis hebben van de vigerende regelgeving m.b.t. voedingshygiëne kunnen opvolgen van de werking in de keuken 2.2.3 Milieu Taken Beginnende Competenties beroepsbeoefenaar Taken Competenties Toezien op milieu kennis hebben van de vigerende regelgeving m.b.t. milieu Sorteren van afval kennis hebben van de principes van gescheiden afvalverwerking

25. 3. COMPETENTIES Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de verantwoordelijke kinderopvang. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de beroepskennis en de sleutelvaardigheden, waarover de verantwoordelijke kinderopvang moet beschikken. 3.1 Beroepskennis Kennis van pedagogie Praktische kennis van opvoedingsbehoeften bij kinderen. Kennis van het belang van veiligheid en geborgenheid, van structuur en rituelen, van grenzen. Kennis van opvoedingsmethoden en middelen. Belang van het spel voor kinderen. Kennis van de leefruimte van kinderen Kennis van ontwikkelingspsychologie Kennis van de ontwikkeling van kinderen en hun leefwereld. Kennis over de mogelijke eigen inbreng van de kinderen bij activiteiten. Kennis over achtergrond van en omgaan met (probleem)gedrag. Kennis van groepsdynamica M.b.t. het team: Kennis van processen die zich in een groep afspelen. Kennis van de leidersrol en conflicthantering. Kennis van vergader- en onderhandelingstechnieken. M.b.t. de kinderen: Kennis van methoden om structuur aan te brengen, inzicht te hebben in conflicthantering. Kennis van processen die zich in een groep afspelen. M.b.t. de ouders: Belang van samenwerking met ouders. Kennis van communicatie Kennis van schriftelijk en mondeling rapporteren. Kennis van communicatieregels (bijv. ik-boodschap, neen zeggen, ). Inzicht in een respectvolle en empathische basishouding. Kennis over de invloed van het eigen gedrag op anderen. Kennis van actuele vormen van kinderopvang Kennis van de verschillende opvangvormen. Kennis over de functie van opvang binnen de samenleving. Kennis van actuele visies op kinderopvang Kennis van de rol van verschillende actoren t.a.v. opvangvoorzieningen.

26. Basiskennis van de sociale kaart Basiskennis van de organisatie, de structuur, de terminologie, de beleidsvoering, de actuele ontwikkelingen en de knelpunten van de sector. Kennis van de dagelijkse verzorging van kinderen Kennis van verzorgingstechnieken. Kennis van EHBO bij kinderen. Elementaire kennis van ziektebeelden en symptomen. Kennis van hef- en tiltechnieken. Kennis van gezonde voeding. Basiskennis van financieel beleid Kennis van enkelvoudige boekhouding, kennis van dubbele boekhouding. Kennis van een financieringsplan, kostprijsberekening, het opstellen van een begroting, balansrekenen. Basiskennis van fiscaliteit Kennis van aangifteformulieren, bedrijfsinkomsten, voorafbetalingen, investeringsaftrek, fiscale voordelen. Basiskennis van het juridisch kader Kennis van de Conventie van de Rechten van het Kind. Kennis van de structuur van het organiserend kader. Kennis van de wetgeving m.b.t. kinderopvang, hygiëne, voeding, personeel, gebouwen, veiligheid. Kennis van verzekeringen (aansprakelijkheid). Kennis van het opmaken van contracten met ouders. Kennis van de huurwet. Kennis van samenwerkingsverbanden. Basiskennis van commercieel beleid Kennis van marktonderzoek, marktposities, reclame, PR. Basiskennis van personeelsbeleid Basiskennis van human resources management. Kennis van arbeidsovereenkomsten en CAO s. Basiskennis van personeels- en loonadministratie. Kennis van vorming en opleiding. Kennis van PC-gebruik Kennis van het gebruik van software (tekstverwerking, rekenblad, database, e-mail, loonpakket). Kennis van het opslaan en beheren van bestanden. Kennis van het gebruik van internet. Kennis van kwaliteitszorg Kennis van de kwaliteitsvereisten en kwaliteitsschalen. beoordelingssysteem. Kennis van de pedagogische visie. Kennis van het kwaliteitsdecreet (niet voor POI s). Kennis van het

27. Kennis van deontologie Kennis van principes van de omgang met vertrouwelijke informatie. Kennis van het reglement van de opvangvoorziening (regels, klachtenprocedure). Kennis van hygiëne Kennis van HACCP-normen. Kennis van technieken om te reinigen en te desinfecteren. Kennis van richtlijnen inzake persoonlijke hygiëne. Kennis van veiligheid Kennis van veiligheid inzake speelterreinen en omgeving, kennis van brandveiligheid, kennis van de veiligheidsreglementen van Kind en Gezin. Kennis van milieu Kennis van de principes van gescheiden afvalverwerking en recyclage. 3.2 Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden, attitudes, persoonlijkheids- en gedragskenmerken die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep als verantwoordelijke kinderopvang. De sleutelvaardigheden die op de conferentie als zeer belangrijk werden aangeduid, zijn gemarkeerd met een *. Sleutelvaardigheid Assertief zijn Bereid zijn te leren* Betrokkenheid bij kinderen hebben* Beslissingen kunnen nemen Communicatief vaardig zijn* Discreet zijn* Kunnen organiseren* Omschrijving In staat zijn om voor zichzelf en de belangen van de opvangvoorziening op te komen, maar met respect voor de ander (teamleden, ouders, externen, ). Bereid zijn en in staat zijn om nieuwe ontwikkelingen binnen kinderopvang op te volgen en toe te passen. Zien wat kinderen bezighoudt en daarop adequaat inspelen (sensitieve responsiviteit 9 ). In staat zijn om beslissingen te nemen doorheen het hele takenpakket. In staat zijn om in verschillende situaties (werkoverleg, vergaderingen, telefoongesprekken, ) en tegen verschillende personen (teamleden, kinderen, ouders, derden, ) zich vlot uit te drukken, zowel mondeling als schriftelijk. In staat zijn in dialoog met ouders te treden. In staat zijn om met vertrouwelijke informatie over kinderen, ouders, personeelsleden om te gaan. Het beroepsgeheim kunnen respecteren. In staat zijn om de coördinatie en de planning van de werkzaamheden in de opvangvoorziening op zich te nemen, kunnen leggen van prioriteiten, in staat zijn om de verschillende deelaspecten van de opdacht te integreren, methodisch kunnen werken. 9 Zie bijlage

28. Leiding kunnen geven* Nauwkeurig kunnen werken Omgaan met diversiteit Omgaan met stress Problemen kunnen oplossen Psychologisch doorzicht hebben Sociaal vaardig zijn Taalvaardig zijn Verantwoordelijkheidszin hebben* Zelfstandig kunnen werken* (Zelf-)kritisch zijn Visie kunnen ontwikkelen In staat zijn om de begeleid(st)ers kinderopvang en andere teamleden te sturen en te begeleiden zodanig dat ze doeltreffend kunnen instaan voor de opvang van de kinderen. In staat zijn om dossiers (personeel, kinderen), de boekhouding en andere rapporten precies en nauwgezet bij te houden. Beschikken over het vermogen om efficiënt en respectvol om te gaan met verscheidenheid (sociale, etnische, religieuze achtergrond, seksuele geaardheid, anders-validiteit, gedragsmoeilijkheden, ). Kunnen werken onder een zeker niveau van werkdruk, ook in moeilijke omstandigheden (o.m. bij personeelstekort, noodsituaties). Kunnen zien en openstaan voor de rapportering van allerhande problemen en knelpunten, deze kunnen situeren, en er (al dan niet in overleg) oplossingen kunnen voor aanbieden. Analyse- en synthesevaardigheden hebben en methodisch kunnen werken. Beschikken over het vermogen om de persoonlijkheid en het gedrag van mensen in te schatten en te doorgronden met het oog op het omgaan met kinderen, ouders en personeel. Op een aangename manier kunnen omgaan met de teamleden, kinderen en ouders; gevoel of begrip hebben voor de belangen en noden van anderen; empathie hebben. Een verzorgde taal gebruiken, algemeen Nederlands gebruiken. In staat zijn om de verantwoordelijkheid op te nemen voor het eigen functioneren en vooral voor de teamleden; bereid zijn om zorg te dragen voor andermans kinderen (veiligheid, gezondheid, hygiëne). In staat zijn om zonder hulp gedurende lange tijd aan een taak te werken. Een kritische ingesteldheid hebben ten aanzien van het eigen functioneren. Doelstellingen en prioriteiten kunnen bepalen.

29. 4. BIJZONDERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico s die hiermee verbonden zijn. Typische omstandigheden waarin wordt gewerkt zijn: Bureauwerk / Thuisbezoeken. Werken met kinderen. Hoge werkdruk. Er wordt een grote flexibiliteit verwacht. Tevens geven we een overzicht van een aantal beroepsspecifieke risico s en hun mogelijke preventie. Om verkoudheden en andere ziekten bij kinderen en personeel te voorkomen is het belangrijk om goed te onderhouden, te verluchten en te ontsmetten in de opvangvoorziening. Ter preventie van bepaalde infectieziekten (zoals tbc, hepatitis, enz.) kan het ook aangeraden zijn preventief in te enten. Onder bepaalde voorwaarden is er een terugbetaling van deze inentingen voorzien door het Fonds voor Beroepsziekten, in zoverre dat deze ziekten voorkomen op de lijst van beroepsziekten. Voor zwangere vrouwen geldt op advies van de arbeidsgeneesheer het verplicht aanbieden van een andere job, of wanneer dit niet mogelijk is binnen de opvangvoorziening, een verwijdering van het werk. Het optillen van de kinderen kan belastend zijn voor de rug en tot rugklachten leiden. Daarom is het van belang om de juiste hef- en tiltechnieken toe te passen. Verantwoordelijken kunnen met een reeks stressfactoren geconfronteerd worden. Om met deze problemen om te gaan is het belangrijk dat de verantwoordelijke op een goede ondersteuning kan terugvallen. Mogelijke stressfactoren: Leiding kunnen geven in panieksituaties, bijv. bij brand Omgaan met de gevolgen van een tragische gebeurtenis van een kind in de opvang (bijv. ernstige verwonding of sterfgeval), voeren van een verwerkingsproces bij de beleid(st)ers Een grote werkdruk door de veelheid van taken Toenemende verwachtingen over de kwaliteit van de opvang door de ouders, de overheid Het opvangaanbod voldoet niet aan de opvangvraag

30. 5. ARBEIDSORGANISATIE Verantwoordelijken kinderopvang staan zoals reeds eerder vermeld - aan het hoofd van een kinderdagverblijf, een initiatief voor buitenschoolse opvang, een dienst voor opvanggezinnen of een particuliere opvanginstelling. De eerste drie opvangvoorzieningen behoren tot de erkende sector, de laatste tot de particuliere sector. De arbeidsorganisatie van de verantwoordelijke kinderopvang ziet er naargelang de opvangvorm meer of minder verschillend uit. Wat betreft de openingsuren, de tewerkstelling, de opvangcapaciteit e.d. is dit voor de erkende sector bij besluit 10 vastgelegd. De particuliere sector bepaalt dit vrij. Kinderdagverblijven: In een kinderdagverblijf werkt de verantwoordelijke samen met een team van begeleid(st)ers, sociaal-pedagogisch en medisch-preventief personeel en ondersteunend personeel dat instaat voor huishoudelijke en administratieve taken. Soms is de verantwoordelijke ook eindverantwoordelijke van het kinderdagverblijf. De verantwoordelijke dient steeds te rapporteren aan het organiserend bestuur. De werkplaats van de verantwoordelijke kan al dan niet gevestigd zijn in hetzelfde gebouw als de kinderopvang. De verantwoordelijke is op regelmatige tijdstippen bereikbaar voor kinderen, ouders en personeel. IBO s of Initiatieven voor Buitenschoolse Opvang: De verantwoordelijke staat aan het hoofd van een team van begeleid(st)ers. De verantwoordelijke dient steeds te rapporteren aan het organiserend bestuur. De werkplaats van de verantwoordelijke kan al dan niet gevestigd zijn in hetzelfde gebouw als de kinderopvang. De verantwoordelijke is op regelmatige tijdstippen bereikbaar voor kinderen, ouders en personeel. Diensten voor opvanggezinnen: De arbeidsorganisatie van een verantwoordelijke in een Dienst voor Opvanggezinnen is het meest specifiek en verschillend van de andere opvangvormen. De verantwoordelijke is werkzaam vanuit een secretariaat. Zij werkt immers met opvangouders, die kinderen opvangen in hun woning en die niet via een arbeidscontract aan de Dienst verbonden zijn. Dit brengt andere arbeidsrelaties met zich mee. De verantwoordelijke heeft geen dagelijks contact met de kinderen, ouders of opvangouders. Zij kent het werkterrein via thuisbezoeken en is wel op regelmatige tijdstippen bereikbaar voor de opvangouders, kinderen en ouders. 10 Zie bijlage