De jonge onderzoeker in het VWO vakgerichte onderzoeksdidactiek WON-traject regio Zuid 2015-2016 derde bijeenkomst Vincent Jonker / Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht
DE ACTUALITEIT
PROGRAMMA
Programma bijeenkomst 3 1. Thuiswerk -> Boek 2. Thuiswerk -> Vraagstructuren 3. Oefening -> Feedback vraagstructuur 4. Intermezzo -> Onderwijs 2032 5. Oefening -> Startgesprek leerling 6. Intermezzo -> Onderzoekend leren op pabo 7. Spelregels onderzoek 8. Onderzoeksplan 9. Werkplan
Groep Clemens Bentlage, ec Manon Bontje, gs Robert Bregten, nt Ivanka Broer, gs Hans de Bruin, ec/ak Marleen Brummelink, manag. Leon Dahmen, bio Emiel van der Hart, gs Gusta de Hooge, kt vandaag afwezig: eva, annemieke, marleen Emrys Huntington, en Eva Klap, en Bram Poppe, ml Ine Raangs, fil Eline Rademakers, gs/ml Rembert Slotema, m&n/oo Tom Smit, muziek Rik Struiksma, ak Annemarie Bronneman, kt Annemieke Wicherink, bio jullie geven deels wetenschapsoriëntatie
Scholen Alkwin Kollege, Uithoorn Haags Montessori Lyceum, Den Haag Melanchthon, Bergschenhoek Ring van Putten, Spijkenisse Segbroek College, Den Haag Veurs Lyceum, Leidschendam
2 THUISWERK: BOEK
boek: EUREKA! Leren onderzoeken Een doorlopende leerlijn VWO 1. Wat is onderzoek? 2. De brug van po naar vwo 3. Een route van brugklas naar eindexamen 4. Onderzoekswerkproces 5. De rol van de docent 6. Beoordelen van leerrendement 7. Het schoolklimaat
4 - Onderzoekswerkproces 1. onderzoeksplan/werkplan 2. data verzameling 3. data analyse 4. definitieve verslaglegging
5 Rol van de docent Valkuil: De diep ingeslepen gewoonte binnen ons onderwijs om prioriteit te geven aan de vakinhoud Valkuil: De vaak voorkomende neiging om direct antwoord te geven op een vraag van de leerling
3 THUISWERK: VRAAGSTRUCTUUR
Thuiswerk: Vraagstructuur Een à twee vraagstructuren maken voor een onderzoekstaak die leerlingen in één van je vwo-klassen gaan uitvoeren na de kerst
Criteria vraagstructuur = hoofd-(onderzoeks-)vraag + deelvragen 1. Hoofdvraag en deelvragen vormen één hecht geheel Deelvragen zijn precies die vragen waarvan je de antwoorden nodig hebt om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden - niet meer, niet minder. Uit de hoofdvraag kun je de deelvragen afleiden Uit de deelvragen kun je de hoofdvraag afleiden 2. Hoofd- en deelvragen zijn taalkundig eenduidig geformuleerd 3. Uit de formulering van hoofd- en deelvragen is duidelijk wat de functie van elke vraag is (bv beschrijven, verklaren, toetsen) 4. De hoofdvraag maakt zo goed mogelijk duidelijk wat onderzocht gaat worden`: het wat, waar, wie en wanneer van het onderzoek Nb: soms leidt dat tot een erg omslachtige formulering, in dat geval biedt de formulering van de deelvragen uitkomst
NB: vraagstructuur = hoofd-(onderzoeks-)vraag + deelvragen De vraagstructuur wordt meestal gevolgd door een toelichting (in relatie tot het wat, waar, wie en wanneer) op: Functie onderzoeksvraag bv beschrijven, verklaren Soort onderzoek: literatuuronderzoek, veldonderzoek, experimenteel onderzoek Methode van dataverzameling: observeren, bevragen, analyse van teksten en beelden Plaats waar data verzameld worden bv: welke proef-/controlegroep, welke artikelen, welke gedichten.
4 OEFENING -> FEEDBACK VRAAGSTRUCTUUR
Oefening feedback vraagstructuur stap 1 in groepjes Vergelijk de vraagstructuur van de collega met de criteria 10 minuten per vraagstructuur
Oefening feedback vraagstructuur stap 2 Stel dat een leerling dit onderzoek heeft uitgevoerd: Een hoeveel betere / wijzere onderzoeker is hij/zij dan geworden? In welke opzichten?
5 ONDERZOEKEND EN ONTWERPEND LEREN
onderzoekend en ontwerpend leren op de pabo impuls wetenschap en technologie extra geld vanuit ocw (platform betatechniek) 5 clusters rekenen taal orientatie op jezelf en de wereld (natuur & techniek, geschiedenis, aardrijkskunde, economie) kunst onderwijskunde/pedagogie
6 OEFENING -> STARTGESPREK
Oefening startgesprek met lerende voeren Maak duo s verschillende vakken Formuleer de eerste nieuwsgierigheid van het onderzoek dat de lerende gaat uitvoeren Voer dan een gesprek met de lerende met als uitgangsvraag: HOE zou je dit nu kunnen uitzoeken? Kom zover als mogelijk met het formuleren van een eerste opzet van een vraagstructuur 5 minuten per persoon Reflectie: welke interventies hielpen de lerende verder bij het uitdenken van een onderzoek? 5 minuten
7 ONDERWIJS 2032
2032
8 SPELREGELS ONDERZOEK
Oefening spelregels goed onderzoek Trio s 20 minuten Pak de vraagstructuren Leg die naast de spelregels op pg 28 van Eureka.
kwaliteitskenmerken onderzoek Interne geldigheid Past onderzoeksopzet bij onderzoeksvraag Relatie deelvragen en onderzoeksvraag Externe geldigheid Geen eenzijdig beeld door eenzijdige keuze van objecten van onderzoek Betrouwbaarheid Nauwkeurige metingen, herhaalbaar onderzoek Transparantie controleerbaar Aanvaarbaarheid Geen schade/lijden toebrengen Toegankelijkheid Helder weergegeven verslaglegging/presentatie
9 ONDERZOEKSPLAN
Klaar voor de start van fase 2: data verzamelen Data verzamelen kan beginnen als je de voorbereidende fase hebt afgerond met twee werkdocumenten: Onderzoeksplan Werkplan
Onderzoeksplan Wat precies: vraagstructuur Bij klein en weinig complex onderzoek (onderbouw) is vraagstructuur met korte toelichting op de keuzes het onderzoeksplan Toelichting op: functie onderzoeks-vraag soort onderzoek methode van dataverzamelen wáár data verzameld worden (wordt ook wel object van onderzoek genoemd)
Criteria onderzoeksplan (bij klein onderzoek: vraagstructuur) Vraagstructuur Een precieze onderzoeksvraag, met naadloos daarop aansluitende deelvragen Deelvragen zijn precies die vragen waarvan je de antwoorden nodig hebt om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden niet meer, niet minder taalkundig eenduidig geformuleerde vraag en deelvragen waarin duidelijk herkenbaar is wat op welke manier waar onderzocht gaat worden v Functie van het onderzoek v Soort onderzoek: literatuuronderzoek (nb: theoretische literatuur), veldonderzoek, experimenteel onderzoek v Methode van dataverzameling: bv observeren, bevragen, bronnenanalyse Vergezeld van een toelichting op de keuze van functie, soort en methode van het onderzoek
Vraagstructuur tip 1 De formulering van de onderzoeksvraag (ook wel hoofdvraag) laat zien wat de functie van een onderzoek is: Wat is de huidige stand van zaken t.a.v.? Wat is het verschil (zijn verschillen) tussen en? Bij welke categorie hoort? Wat zijn de gevolgen van voor? Wat is de (een mogelijke) verklaring voor? Klopt de hypothese.?
Vraagstructuur tip 2 De formulering van de onderzoeksvraag (ook wel hoofdvraag) laat zien om welk soort onderzoek het gaat: Welk verschil tussen blijkt uit observaties van? Welke verklaring voor is af te leiden uit proefondervindelijke experimenten met drie verschillende katalysatoren? Welke criteria geven drie vooraanstaande recente theorieën uit verschillende disciplines voor de betrouwbaarheid van de bepaling van de ouderdom van?
Vraagstructuur tip 3 De formulering van de onderzoeksvraag (ook wel hoofdvraag) en/of deelvragen laat zien wat de methode(s) van dataverzameling is (zijn): - Welk verschil tussen blijkt uit analyse van meetgegevens van? - Zou het beleid van (bv: de school inzake huiswerkvrije weekends) gewijzigd moeten worden naar aanleiding van (bv: de argumentatie van leerlingen, ouders, docenten en schoolleiding? ) Nb: soms heb je voor methode van dataverzameling zoveel woorden nodig dat het geen zin heeft dat in de onderzoeksvraag te formuleren. In de deelvragen wordt dan zichtbaar wat die methode(s) is (zijn).
10 WERKPLAN
Voorwaarde voor een realistisch werkplan: taak><tijdanalyse 1. Maak een taakanalyse: welke grote en kleine klusjes moet ik doen bij dit onderzoek Meenemen: de tijd die nodig is eventueel om nog iets te leren/oefenen; bv interviewen of werken met gevaarlijke stoffen Idem: overleg met groepsgenoten en begeleidend docent Idem: tijd die nodig is om verslag te schrijven en presentatie voor te bereiden 2. Zet achter iedere activiteit hoeveel tijd je schat nodig te hebben 3. Bepaal wat samen moét en wat apart kán; beslis wie wat gaat doen 4. Bereken totaal benodigde tijd 5. Voeg daar aan toe 25% ruis 6. Vergelijk dit totaal met beschikbare tijd (les- en huiswerkuren) 7. (bijna altijd nodig)stel voorlopig onderzoeksplan bij 8. Stel definitief taak><tijdplan op, met namen: het werkplan
Werkplan Wat precies doet wie, wanneer en met wie? Taakinventarisatie taken en taakvolgorde, af te leiden uit het onderzoeksplan Tijdanalyse per deeltaak bepalen hoeveel tijd die vergt Bepalen taakverdeling wat alleen, wat samen, wat met docent? Inschatting maken van uitvoerbaarheid onderzoeksplan (gegeven het bovenstaande). Ook van belang: weten hoe je met een werkplan omgaat: middel om voortgang te monitoren flexibel: zo nodig aanpassen
Functie werkplan Een goed werkplan is een efficiënt instrument om taakuitvoering te monitoren 1. Zitten we op schema? 2. Als achterstand, hoe gaan we dat repareren Extra tijd vinden Onderzoeksplan (dus werkplan) bijstellen; bv minder data verzamelen, minder theorie raadplegen 3. Als tijd over: onderzoek uitbreiden Bv meer data verzamelen Meer manieren van dataverzamelen inzetten (triangulatie)
Oefening van onderzoeksplan naar parallel werkplan eureka pg 59 onderaan en pg 60 Vakverwant duo of trio Gebruik een van de drie opzetten van hiervoor of het eigen onderzoek dat je na kerst met de klas gaat doen Maak een taakanalyse: welke klussen moeten er allemaal gebeuren Maak een taak><tijdinventarisatie: hoeveel tijd kost iedere klus Eventueel daarbij: wat moet er nog geleerd worden (bv: interviewschema maken en testen) Alles optellen en dan een kwart erbij optellen Benodigde tijd en beschikbare tijd vergelijken Onderzoeksopzet aanpassen aan beschikbare tijd nb: nu is de onderzoeksopzet pas echt klaar
THUISWERK
Thuiswerk voorbereidend voor vierde keer 1. Lezen 1. Blader eens door de dropbox (je moet spieken bij je collega's) 2. Hoofdstuk 1 2. Maken: een keuze uit: 1. Bijgestelde onderzoeksopzet van onderzoek dat je tussen 15-11 en 30-1 met de klas gaat doen. In feite dus: onderzoeksplan en werkplan (zie hoofdstuk 4, mag ook in elkaar geschoven) 2. Beschrijving van 3 tot 5 werkvormen die je in je eigen lessen kunt gebruiken (hebt gebruikt) 3. Heel graag: vragen/opmerkingen over de literatuur noteren 2.1 of 2.2 graag uiterlijk 1 december opsturen of plaatsen in dropbox