Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Transcriptie

1 Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: Voorlopige titel onderzoek / project:? Zie.1 de orie ntatiefase c. Het onderzoeksplan (blz 9) Voorwaardelijke criteria Indicator V/NV Opbouw Het onderzoeksplan is logisch opgebouwd v Stijl De schrijfstijl is objectief en zakelijk De stijl is afgestemd op de lezer, het onderwerp en het doel. v Goed Nederlands Het onderzoeksplan voldoet aan de criteria m.b.t. goed Nederlands: o Weinig typ-, spel- en taalfouten. o De zinsbouw is zorgvuldig. De volgende bijlagen zijn aanwezig en voldoen aan de volgende criteria: v Volledigheid Gegevens opdrachtgever: volledig en to the point. Orie ntatie op de opdracht Gemaakte afspraken: helder geformuleerd Gewenste begeleiding: komt overeen met beschikbare uren Hoeveel uur wordt je begeleid Afstudeerovereenkomst getekend door de opdrachtgever Nog niet getekend NV Criterium Indicator Punten 0/1// Inleiding Inhoud, context en afbakening Normering: 0 = onvoldoende, 1 = voldoet (net) niet aan de norm, = voldoet aan de norm, = voldoet ruimschoots aan de norm. Het onderwerp van het onderzoek wordt helder beschreven en geplaatst in de context van de organisatie. De afbakening van het onderwerp maakt het onderzoek uitvoerbaar. Er wordt in de inleiding gebruik gemaakt van relevante literatuur en bronnen (ook anderstalig) De literatuurkeuze is zodanig dat deze Literatuurkeuze o de actuele stand van de wetenschap / het vakgebied weerspiegelt o bijdraagt aan een beter begrip van de thematiek en de probleemstelling. Literatuurverwijzingen, citaten en de literatuurlijst zijn

2 volgens de Relevantie Probleemstelling en/of hoofdvraag APA-norm weergegeven. De betekenis en het belang van de opdracht voor de organisatie is beschreven en begrepen. De probleemstelling is gericht op het onderzoeken van een probleem. Hierbij is sprake van een nog niet beantwoorde vraag. In de formulering van de probleemstelling is de functie van het onderzoek zichtbaar. De (evt) deelvragen zijn consequent afgeleid van de hoofdvraag. De probleemstelling en deelvragen samen leiden tot Diepgang voldoende diepgang in het onderzoek. Argumentatie voor de puntentoekenning 1 Algemeen:Wat is de relatie tussen de hockeybond en de hockey Academi. Uit je inleiding maak ik in eerste instantie op dat de Hockey Bond de opdrachtegever is, maar later begrijp ik dat het de hockey academie is. - Alinea 5 pagina is de uitleg waarom je dit onderzoek gaat doen, dat vind ik no g niet helder omschrijven, probeer specifieker aan te geven en taalkundig nog goed naar te kijken. Je zegt dat voor veel andere sporten wel specifieke veldtesten zijn op het gebied van fysieke eigenschappen maar voor hockey nog niet (weet je hoe dat komt?) - Er zijn testen, staan die op de site? Worden/ kunnen die worden uitgevoerd? - Zin resultaten van deze sporttesten zijn valide en betrouwbaar is een wat rare zin. (pag alinea 5) - Hoofdvraag is helder, het kan blijken dat beide aspecten te veel zijn, en je je misschien beter op 1 van beide kunt richten. Is fysiek niet te breed? - Deelvragen: eerste: gaat het er dan om welke testen valide en betrouwbaar zijn? Misschien moet je dan dat vragen. Maar ik mis eigenlijk nog het punt aan welke specifieke vooraarden de test moet voldoen om geschikt te zijn voor de hockey sport. - Deel vraag : wat wil je daar precies weten en waarom wil je dat weten? Haal ik niet uit je inleiding. - Deelvraag : gaat over voorwaarden waaraan de test moet voldoen zodat iedere trainer deze kan uitvoeren, nu ga je er vanuit dat ze de test praktisch moeten vinden (wat bedoel je daar mee) en uitvoerbaar (in welk opzicht). Dit is een vrij uitgebreide deelvraag, misschien wel een apart onderzoek.. Literatuur: Zijn er nog meer bronnen die de 4 e alinea kunnen onderbouwen? Als ik je vraag lees verwacht ik dat je literatuuronderzoek gaat doen. Ik zou volgens experts toevoegen in de hoofdvraag, zodat het duidelijk is dat je experts gaat benaderen Deelvraag 1 moet je met literatuurstudie beantwoorden, dit moet je dan systematisch doen en helder in de methode beschrijven hoe je dat gaat doen. Deelvraag snap ik niet Bronnenlijst voor bijlagen. Let op je taal, met name in de alinea over Methode Soort onderzoek De onderzoeksopzet is passend bij de probleemstelling en deelvragen. Ja beschrijving is ten minste opgenomen: o kspopulatie Nee o steekproef Procedure De uitvoering van het onderzoek is stapsgewijs beschreven.

3 Daarin is ten minste opgenomen (indien van toepassing): o afstemming onderzoekers (intersubjectiviteit) Meetinstrumenten o meetmomenten De aanpak van het onderzoek is logisch en consequent De methode van dataverzameling is verantwoord op grond van regels m.b.t. validiteit en betrouwbaarheid. Deze verantwoording is gebaseerd op literatuur. Methode van data- analyse en interpretatie De methode van data-analyse en interpretatie is beschreven en verantwoord. De methode van data-analyse sluit aan bij het soort onderzoek en de meetinstrumenten. Argumentatie voor de puntentoekenning Onderzoeksopzet: enquête die de relatie in kaart brengt van de trainer m.b.t. fysieke en conditionele sporttesten: wat bedoel je met relatie???? Kwalitatief onderzoek: 1. Literatuur om de testen te bepalen, aan de hand van welke criteria ga je dat doen?. Interview: waarom verschillende momenten de test laten afnemen, met als doel? Waarom kies je hier voor kwalitatief onderzoek en bij het eerste onderdeel kwantitatief?. Populatie en steekproef: waarom zijn 00 deelnemers relevant, wat is er met de andere aan de hand en hoe zorg je dat je juist deze deelnemers benaderd. is heel veel data is dat realistisch? Maakt het nog uit welke leeftijd er getraind wordt? Of gaat het om alle trainers, zijn alle testen ook bij alle leeftijden af te nemen? Of kan dat van invloed zijn op de uitslag, wat zegt dat over je onderzoek? Op basis van welke criteria selecteert de opdrachtgever de trainers? Wordt dan ook weer gekeken naar welke teams deze trainer traint en welke leeftijd (zie bovenstaande opmerking), hoeveel teams traint deze trainer, heb je enig idee hoeveel verschillende testen je ze wilt laten uitvoeren en hoe bepaal je op welke items je te trainers gaat bevragen? Dan heb ik het over waar moet een test aan voldoen? Procedure: Op basis van welke aspecten wordt de doelgroep vastgesteld? 1 januari is veel te snel. Ik vind het doel van de enquête (wat je precies wilt weten,) niet duidelijk uit je onderzoeksplan komen. Wanneer ga de pilot enquête afnemen? Je gaat zelf de testen afnemen (waarom?), hoe weet de trainer dan of het een test is die hij/zij zelf makkelijk en goed kan uitvoeren??? Hier ook weer wat wil je precies weten? Het uitschrijven van een interview tijdens het interview is niet realistisch en zal het gesprek teveel verstoren. Je geeft aan dat het gaat om: resultaten (heel breed wat dan precies) uitvoerbaarheid en praktische toepasbaarheid. Factoren: weer, veld, materi alen en tijdbestek. Hoe kom je aan deze categorieën? Ik mis bij de variabelen de leeftijd van de sporters: heb ik je nog nergens iets over horen zeggen? Kun je alle testen bij alle leeftijden afnemen? Kwantitatief onderzoek: welke test hoort hierbij? Ga je nog een membercheck uitvoeren bij je kwalitatief onderzoek? Eigenlijk doe je drie soorten onderzoek: 1) Literatuur ) Cross-sectioneel ) Kwalitatief Maak deze drie kopjes in de methode en beschrijf bij alle drie steeds hoe je dat systematisch gaat doen (waar ga

4 je literatuur zoeken, met welke termen etc.) Nu loopt het beetje door elkaar, dat maakt het lastig te lezen. Ik vind het begin van de procedure wat vaag. Doelgroep en organisatie. Ga jij mailen of iemand anders? Moeten de trainers van de interviews juist trainers zijn van hoof niveau of minder hoog niveau en van jeugd of senioren? Of van alles wat? Hoe ga je bepalen welke fysieke testen die je in de literatuur hebt je gaat uitvoeren? Je moet de vragenlijsten aanpassen als mensen de vragen niet goed begrijpen in de pilot (niet als de uitkomst anders is dan jij dacht) Let op typfouten bij meetinstrument Kwantitatief ga je gebruik maken van beschrijvende statistiek (aantallen en percentgaes) Bijlagen Planning Er is een concrete planning De planning is realistisch Er is in de tijdsplanning rekening gehouden met beschikbare personele en materie le mogelijkheden Er zijn evaluatiemomenten en tussentijdse rapportages gepland 1 Opdracht De opdracht van de opdrachtgever is helder beschreven. Beroepsproducten Opdrachtgever Door de opdrachtgever gewenste beroepsproducten zijn adequaat beschreven. De gegevens van de opdrachtgever De afspraken rondom begeleiding Totaal aantal punten Hoe kan je de eerste enquêtes versturen wanneer je onderzoeksplan nog niet is beoordeeld is? Ik vind de planning niet realistisch, ik mis het invoeren van de gegevens uit de enquete, je wilt de enquete te snel afnemen, je kwantitatief en kwalitatief onderzoek zullen naast elkaar gaan lopen, dat kan niet anders. Je neemt dagen voor het afnemen van het interview dat gaat niet lukken, buiten het feit dat men dan moet kunnen, kijk nog eens heel goed naar de planning. In Bijlage B lees ik opeens iets over een speler volg systeem?? Dat de testen daar voor gebruikt kunnen worden? Men moet dus lid zijn van de hockey academie, wanneer kan men lid worden? De testen moeten zo duidelijk zijn dat ze door een willekeurige trainer uitgevoerd kunnen worden, hoe houdt je daar rekening mee tijdens het onderzoek? Testen moeten geschikt zijn voor het webbased programma, dat moet je als eerste bepalen, anders hoef je ze niet uit te proberen, dat vind ik niet terug in je deelvragen. 8 Handleiding Afstudeeronderzoek Studiejaar (groep 4a, versie 1, september 014) Cijferbepaling Punten Cijfer 1 1,5,5,5 4 4,5 5

5 ,5 7 7,5 8 8,5 9 9, ,5 Let op: 1. 1) Het onderzoeksplan dient voldoende(>5.5) te zijn voor een go. Indien enkele onderdelen onvoldoende zijn, kan de student een go onder voorbehoud krijgen, afhankelijk van de onderdelen.. ) De competenties worden apart beoordeeld in het portfolio door de SLB-er Totaal aantal behaalde punten onderzoeksplan: 8 Punten Akkoord docent 1 afstudeercommissie: Datum: Beoordeling afstudeerbegeleider: Datum: Akkoord docent afstudeercommissie: Datum: Opmerkingen m.b.t onderzoeksopzet: Handleiding Afstudeeronderzoek Studiejaar (groep 4a, versie 1, september 014) 4 Enquête: - vr 15: wat als antwoord nee is, dan is men klaar? vr 19: hoe kom je tot deze categorieën? - Vr 0) wat voor soort testen zijn dit, als je kijkt naar de categorieën van vr 19? Vr 0: welke kennis heeft men, ook hier hoe heb je deze testen bepaald? Vr : wat zegt deze vraag? Wat doet men met de uitslag van een test, wil je dat niet weten? Waar zou men de test voor willen gebruiken?