AVANS Hogeschool, Academie voor Marketing, s-hertogenbosch



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

AVANS Hogeschool, Breda

AVANS Hogeschool, Tilburg

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Besluit. Raad van bestuur Avans Hogeschool Postbus AS S-HERTOGENBOSCH

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Christelijke Hogeschool Nederland Locatie: Leeuwarden

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Christelijke Hogeschool Windesheim

Avans Hogeschool, Tilburg

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

AVANS Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda

Avans Hogeschool, Breda

Management & Organisatie

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Vrijetijdsmanagement, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd. Visitatiedatum: 4 juni 2007

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Avans Hogeschool, Breda

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool Zeeland Opleiding: Algemene Operationele Techniek (AOT) Varianten: voltijd en duaal

AVANS Hogeschool, Den Bosch

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool Zuyd, Sittard

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Hanzehogeschool Groningen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

Hogeschool HBO Nederland

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Fontys Hogeschool, Tilburg

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Fontys Hogeschool, Venlo

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

BEOORDELING BESTAANDE EXPERIMENTEN LEERUITKOMSTEN

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Small Business and Retail Management Niveau: HBO-bachelor Croho: Varianten: voltijd en duaal

AVANS Hogeschool, Breda

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Hanzehogeschool Groningen

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Technische Bedrijfskunde, bachelor Locatie: Arnhem Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Nijmegen Opleiding: Opleidingskunde, hbo bachelor Varianten: Voltijd en deeltijd

Transcriptie:

AVANS Hogeschool, Academie voor Marketing, s-hertogenbosch Opleiding: Varianten: Small Business and Retail Management hbo-bachelor voltijd/duaal Visitatiedatum: 11 mei 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, augustus 2006

2 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 11 1.7 Totaaloordeel 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 27 Onderwerp 4 Voorzieningen 29 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 31 Onderwerp 6 Resultaten 34 Deel C: Bijlagen 37 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 38 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 43 Bijlage 3 Bezoekprogramma 46 Bijlage 4 Kengetallen 47 Bijlage 5 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 49 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 3

4 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 5

6 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat de opleiding Small Business and Retail Management van Avans Hogeschool in Den Bosch heeft onderzocht, in opdracht van NQA. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek begon in januari 2006, toen de opleiding het eerste concept van haar zelfevaluatierapport aan NQA toezond. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleidingen. Dit bezoek vond plaats op 11 mei 2006. Het panel bestond uit: De heer P.M.C. Cloin MMC De heer J. P.D. Riegen RM Mevrouw A. Daniëls (studentlid) Mevrouw R. van Empel (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid zowel wat betreft de meest recente ontwikkelingen als wat betreft lesgeven en beoordeling op het betreffende onderwijsniveau en de oriëntatie-, onderwijs- en visitatiedeskundigheid en studentgebonden deskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau zijn weergegeven, met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens is hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: het Facetrapport, waarin op facetniveau de oordelen en argumenten ter onderbouwing van die oordelen zijn weergegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Het facetrapport is de basis van het Onderwerprapport. Deel C: de relevante bijlagen. 1.2 Inleiding AVANS-Hogeschool kent negentien Academies, domeingericht en vrijwel steeds locatiegebonden. In s-hertogenbosch biedt de Academie voor Marketing drie opleidingen aan in het domein economie: afgezien van de opleiding Small Business and Retail Management (SBRM), verzorgt de Academie ook de opleidingen Commerciële Economie en International Business and Languages. In totaal zijn er ongeveer 1100 studenten ingeschreven bij de Academie; het onderwijs wordt verzorgd door een team van 60 docenten. De opleidingen van de Academie worden geleid door de directeur; een team van drie docenten behartigt de dagelijkse gang van zaken bij de opleiding SBRM. De opleiding SBRM dateert van 2001; in 2005 zijn de eerste studenten afgestudeerd. Er is geen eerdere visitatie geweest. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 7

In september 2001 ging de opleiding van start in een duale opzet, waarbij de studenten in de eerste twee studiejaren een voltijds programma volgen, met stages en praktijkopdrachten. In de periode 2002-2004 is in overleg met het werkveld besloten dat de opleiding ook als voltijdse variant moet worden aangeboden. Dit is gerealiseerd met ingang van september 2005. De achtergrond daarbij is dat er studenten zijn voor wie de opleidingsdoelstellingen beter in een voltijdse opleiding kunnen worden geconcretiseerd. Dit geldt met name voor een deel van de Havo/Vwo-instroom. Voor studenten uit de instroomcohorten 2003 en 2004 brengt een keuze voor de voltijdse variant formeel mee, dat zij uitvallen uit de duale variant en instromen in de voltijdse variant, aangezien zij zich hadden ingeschreven voor de duale opleiding. De studenten die vanaf 2005 zijn ingestroomd, hebben zich ingeschreven voor hetzij de duale variant hetzij de voltijdvariant. Ook voor hen geldt dat zij, als zij na twee jaar terugkomen op die aanvankelijke keuze, gelden als uitvallers/zij-instromers. Dit gegeven betekent dat de rendementscijfers niet zonder meer een helder beeld geven van studieduur en studieuitval. In 2005-2006 SBRM CE IBL Academie Totaal studenten 212 580 296 1088 Instroom 2005 85 174 76 335 Fte s docenten 8,2 21 11 40,2 De opleiding SBRM in Den Bosch hanteert de landelijk vastgestelde opleidingskwalificaties, die zij, sinds oktober 2005, heeft aangepast aan de specifieke situatie in de Bossche regio. Bij de concretisering van deze kwalificaties in het onderwijsprogramma ligt in de casuïstiek sterk de nadruk op de detailhandel. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase In april 2006 heeft een NQA-auditor het definitieve zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. De opleiding heeft haar zelfevaluatie aangeboden in de vorm van een Informatiedossier met daarbij een Positiedocument. Nadat dit Informatiedossier met bijlagen in orde was bevonden, hebben de panelleden zich in april 2006 inhoudelijk voorbereid op het bezoek aan de opleiding. Daartoe hebben de panelleden het Informatiedossier - en de bijlagen daarbij bestudeerd. Zij hebben daarbij zij hun bevindingen en hun voorlopige oordelen verwerkt in een beoordelingsformat van NQA, met daarbij hun vraagpunten. De panelleden hebben deze bevindingen doorgegeven aan de NQA-auditor, die op basis van deze voorlopige oordelen en de vragen een overzicht heeft gemaakt van kernpunten en prioriteiten voor het materialenonderzoek en de gesprekken tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding. 8 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek ten slotte door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar Informatiedossier ca kenbaar gemaakt welk domeinspecifiek referentiekader zij hanteert. In deel B van dit rapport, het Facetrapport, is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader en het opleidingsprogramma is gebaseerd. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel onderzocht of er sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat er nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig zou zijn. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de dagindeling van het bezoek door het panel. Dit standaardprogramma is in overleg met een contactpersoon namens de opleiding aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Het bezoek vond plaats in s-hertogenbosch op 11 mei 2006. Het panel heeft daarbij gesprekken gevoerd met het opleidingsmanagement, de studenten, de docenten, de werkveldvertegenwoordigers en de alumni. Aan het begin en tijdens het bezoek van 11 mei heeft het panel aanvullend documentatiemateriaal bestudeerd (bijlage 5). Tijdens het bezoek hebben de panelleden overlegd, om hun bevindingen uit te wisselen en om te komen tot gezamenlijke oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren NQA heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een Facetrapport en een Onderwerprapport, waarin de beoordeling van de kwaliteit van de opleiding is weergegeven. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het Facetrapport rapporteert NQA op facetniveau. De opleiding heeft in juni 2006 een concept van het Facetrapport ontvangen, voor controle op feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding van die controle zijn enkele wijzigingen aangebracht. Het Onderwerprapport bevat de oordelen over de onderwerpen en over de opleidingen als geheel. Ook dit rapport is voor controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd (juli 2006). Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in augustus 2006. Het beoordelingsrapport is uiteindelijk in augustus-september 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het met de accreditatieaanvrage kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming Per onderwerp heeft het panel een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging hebben de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens heeft het panel bij NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 9

haar beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding zelf legten met het domeinspecifieke kader. In 1.5 worden de oordelen over de facetten vermeld, met daarbij het eindoordeel over het betreffende onderwerp. De argumentatie voor de facet-oordelen is vastgelegd in Deel B, het Facetrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding Het panel heeft tot hetzelfde oordeel kunnen komen over de drie facetten van dit onderwerp, voor beide varianten. Dit oordeel is goed. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten. 1.5.2 Programma Het panel heeft tot hetzelfde oordeel kunnen komen over de acht facetten van dit onderwerp, voor beide varianten. Dit oordeel is goed. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten. 1.5.3 Inzet van personeel Het panel heeft voor beide varianten voor de twee eerste facetten van dit onderwerp tot het oordeel goed kunnen komen en voor het derde facet tot het oordeel voldoende. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten. 1.5.4 Voorzieningen Het panel heeft tot hetzelfde oordeel kunnen komen over de twee facetten van dit onderwerp, voor beide varianten. Dit oordeel is goed. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Het panel heeft voor beide varianten bij de twee eerste facetten van dit onderwerp tot het oordeel goed kunnen komen; voor het derde facet luidt het het oordeel voldoende. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten. 1.5.6 Resultaten Het panel heeft voor beide varianten bij beide facetten van dit onderwerp tot het oordeel voldoende kunnen komen. Het oordeel over dit onderwerp is daarom positief voor beide varianten. 10 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet duaal voltijd Onderwerp 1, Doelstellingen 1.1 domeinspecifieke eisen goed goed 1.2 Niveau bachelor goed goed 1.3 Oriëntatie hbo bachelor goed goed Totaaloordeel positief positief Onderwerp 2, Programma 2.1 Eisen hbo goed goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed goed 2.4 Studielast goed goed 2.5 Instroom goed goed 2.6 Duur goed goed 2.7 Afstemming vormgeving en inhoud goed goed 2.8 Beoordeling en toetsing goed goed Totaaloordeel positief positief Onderwerp 3, Personeel 3.1 Eisen hbo goed goed 3.2 Kwantiteit personeel goed goed 3.3 Kwaliteit personeel voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief Onderwerp 4, Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen goed goed 4.2 Studiebegeleiding goed goed Totaaloordeel positief positief Onderwerp 5, Kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten goed goed 5.2 Maatregelen tot verbetering goed goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief Onderwerp 6, Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau voldoende voldoende 6.2 Onderwijsrendement voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief 1.7 Totaaloordeel Uit de inhoudelijke onderbouwing (zie paragraaf 1.5) van de oordelen die in bovenstaand overzicht zijn weergegeven, blijkt dat de kwaliteit van de opleiding voor alle zes onderwerpen positief is bevonden. Op grond daarvan is de conclusie dat het totaaloordeel over beide varianten van de opleiding positief is. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 11

12 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Deel B: Facetten NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 13

14 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De oordelen berusten op het volgende: De opleiding gaat bij haar doelstellingen uit van de landelijk geldende opleidingscompetenties voor Small Business & Retail Management. De landelijke kwalificaties zijn vastgelegd in het rapport Small Business & Retail Management: Het competentieprofiel herijkt, van het Landelijk Overleg SBRM, januari 2004. Het panel heeft dit kunnen vaststellen na het bestuderen van deze landelijke doelstellingen en van het Bossche rapport De SBRM ondernemerscompetenties 2005 verantwoord (eindredactie Lidwien M.M.Jacobs, Den Bosch, 3 oktober 2005). De opleiding in Den Bosch stelde in 2004 vast dat de 29 landelijke competenties voor het functioneren van haar afgestudeerden in haar regionale werkveld eenvoudiger konden worden geformuleerd. Daarover heeft de opleiding vanaf november 2004 overleg gepleegd, ondermeer in een bijeenkomst in november 2004, met haar werkveldcontacten in de regio. Nadat de opleiding een concept had ontwikkeld voor de Bossche opleidingscompetenties, is dit besproken met het werkveld, opnieuw in een bijeenkomst, in het najaar 2005. Daarbij werd deze set opleidingskwalificaties vastgesteld. Het panel concludeert dat de opleiding haar eigen doelstellingen adequaat heeft afgeleid van de landelijke doelstellingen. De opleiding bestrijkt de volle breedte van de SBRMcompetenties. De 19 opleidingscompetenties zijn per competentie uitgewerkt in indicatoren. De competenties, of clusters van indicatoren, behelzen onder meer: - managementaspecten, zoals De student kan vanuit organisatieperspectief bedrijfsmiddelen beheren en hiervoor beleid ontwikkelen (competentie 02, uitgewerkt in 9 indicatoren); - bedrijfskundige aspecten, zoals De student is in staat om voor de onderneming omzet te genereren vanuit een marketing- en verkoopfilosofie (competentie 06, uitgewerkt in 14 indicatoren); - verder zijn er onder meer competenties betreffende klantgerichtheid (marktverkenning, klanttevredenheid, stimuleren van klantvriendelijk gedrag in werknemers etc), het ontwikkelen van creativiteit bij diverse aspecten van bedrijfsvoering, personeelsbeleid, het eigen functioneren in een bedrijf (de voorbeeldfunctie van de manager), maatschappelijk verantwoord ondernemen. In haar zelfevaluatierapport en in haar Opleidingskader Small Business & Retail Management; Academie voor Marketing (februari 2006) heeft de opleiding aangegeven dat de focus ligt bij retail management, de detailhandel. Deze focus komt tot uiting in de NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 15

aard van de projectopdrachten (zie ook 2.1 en 2.2), waarbij de nadruk ligt op bedrijven die gericht zijn op consumenten. De opleiding schrijft in haar Opleidingskader: Hierbij wordt gedacht aan een ruime definitie van retailomgeving: het gaat om de detailhandel alsmede toeleverende bedrijven, mits midden- en kleinbedrijf. Ook richt de opleiding zich, in tegenstelling tot de meeste andere SBRM-opleidingen, op ondernemen in dienstverlening. In de gesprekken die het panel tijdens het visitatiebezoek voerde met opleidingsmanagement, studenten, alumni en werkveldvertegenwoordigers, is deze focus uitgebreid besproken. De conclusie van het panel is dat de opleiding met deze concentratie op detailhandel weliswaar aansluit bij de vraag in het regionale werkveld maar dat het panel daarvoor in de opleidingsdoelstellingen geen aanwijzingen vond. De opleiding is, naar het oordeel van het panel, een normale SBRM-opleiding. De studenten met wie het panel heeft gesproken, gaven aan dat zij de focus van de opleiding kennen. Voor een deel van hen was deze focus de reden om voor de Bossche opleiding te kiezen, en niet voor die in Breda - eveneens van Avans Hogeschool -, die deze focus niet heeft. Het panel sprak echter ook studenten die met deze opleiding, een toekomst voor zichzelf zien in de groothandel, ondanks de nadruk die bij de opdrachten op detailhandel ligt. De opleiding heeft contacten met haar afnemend werkveld. Daartoe heeft de opleiding jaarlijks, in het najaar, een bijeenkomst met werkveldvertegenwoordigers. In de afgelopen jaren stonden de opleidingscompetenties op de agenda. Er is eveneens een Adviesraad ingesteld, ter formalisering van het overleg dat er met enkele groepen ondernemers was ontstaan. De Adviesraad is intussen enkele malen bijeen geweest; het panel heeft tijdens de visitatie vastgesteld dat de Adviesraad nog niet gestructureerd functioneert. Facet 1.2 Niveau bachelor Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De oordelen berusten op het volgende: In het rapport De SBRM ondernemerscompetenties 2005 verantwoord (eindredactie Lidwien M.M.Jacobs, Den Bosch, 3 oktober 2005) is een overzicht opgenomen waarin de 19 opleidingscompetenties zijn vergeleken met de Dublin-descriptors. Dit overzicht geeft naar de mening van het panel een compleet en overtuigend beeld. Het panel heeft ook in de gesprekken tijdens het visitatiebezoek kunnen constateren dat de opleidingsdoelstellingen op overtuigende wijze aansluiten bij de Dublin-descriptors. Het niveau van de startbekwame beroepsbeoefenaren maakt deel uit van gesprekken met afstudeerbedrijven en werkgevers, zo werd het panel bevestigd tijdens het bezoek. 16 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Bovendien is er binnen het docententeam reflectie op de wijze waarop het kwalificatieniveau wordt gewaarborgd in de opleidingsdoelstellingen. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de groep afgestudeerden van de opleiding (instroomcohort 2001), opgeleid volgens de landelijke opleidingscompetenties, direct werk heeft gevonden dat aansluit bij hun opleiding. De afgestudeerden zeiden goed te kunnen functioneren in hun werk. Dit beeld werd bevestigd door de werkgevers met wie het panel heeft gesproken. Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. De oordelen berusten op het volgende: Bij de verfijning van de landelijk geldende eindkwalificaties SBRM, zoals vastgelegd in De SBRM ondernemerscompetenties 2005 verantwoord (zie ook bij1.1 en 1.2) voor de eigen opleiding, heeft de opleiding intensief overlegd met het werkveld. Tijdens de visitatie is gebleken dat de actualisering van de doelstellingen een thema is in het overleg tussen opleiding en werkveld. Het panel heeft gesproken met zeven van de 12 afgestudeerden uit de eerste cohort. Enkelen van hen willen verder studeren, maar allen zijn werkzaam in het beroep waartoe zij zijn opgeleid. Deels betreft dat inderdaad de detailhandel, onder meer bij het bedrijf waar zij als student van de duale opleiding in de laatste twee studiejaren hebben gewerkt, maar ook zijn er enkelen die, daarnaast, meewerken in het bedrijf van hun ouders (groothandel, transportbedrijf). Het panel kreeg uit haar gesprekken met de afgestudeerden en met hun werkgevers de stellige indruk dat de eindkwalificaties voldoen aan de eisen die het werkveld stelt aan beginnende professionals in de handel. Zoals al eerder is aangetekend (1.1 en 1.2) gaat het hier om oude kwalificaties, te weten de landelijk vastgestelde kwalificaties. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 17

Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. De oordelen berusten op het volgende: Op grond van de beschrijving van de curriculumopbouw, onder meer beschikbaar voor het panel via het Opleidingskader (februari 2006), heeft het panel kunnen vaststellen dat de studenten gedurende hun gehele opleiding in aanraking komen met de beroepspraktijk. Dit contact van de studenten met de praktijk heeft onder meer de vorm van begeleide praktijkervaring in het duale traject, stages bij de duale en de voltijdse opleiding, praktijkopdrachten, bedrijfsbezoeken en gastcolleges. In de blokbeschrijvingen die er voor alle studieonderdelen worden gemaakt, heeft het panel gezien dat de opdrachten in de projecten relevante beroepssituaties betreffen. De projecten beginnen steeds met een gastcollege door een bedrijfsmanager, dat een probleem aan de studenten voorlegt. Dat werkt uiterst stimulerend, hoorde het panel van de studenten met wie zij tijdens de visitatie heeft gesproken. De kwaliteit van de praktijkervaring in de stage en de afstudeeropdracht gedurende de laatste twee studiejaren wordt bij de voltijdse opleiding bewaakt door controle van stageen afstudeeradressen en door bedrijfsbezoeken van de begeleidende docent. Bij de duale variant wordt de kwaliteit van de praktijkervaring bewaakt door controle vooraf, in de vorm van overleg (op basis van vastgelegde aandachtspunten) tussen de opleiding en het bedrijf waar de studenten werkzaam zijn; er wordt een tripartiete overeenkomst afgesloten tussen student, bedrijf en opleiding. De docenten van de opleiding kunnen nagenoeg allen bogen op praktijkervaring, zo heeft het panel kunnen vaststellen op grond van de CV s en op grond van de gesprekken tijdens het bezoek. Alle docenten zijn betrokken bij de ontwikkeling en de concretisering van het onderwijsprogramma (zie ook bij 3.1). Het panel heeft kunnen vaststellen dat de studenten in contact worden gebracht met relevante en actuele vakliteratuur. Dat is de conclusie van het panel na inzage in de verplichte literatuur. Ook de de literatuurverwijzingen in werkstukken bevestigen dit beeld (zie ook bij 4.1, mediatheek). 18 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Het panel heeft op grond van het curriculumoverzicht kunnen vaststellen dat de studenten relevante beroepsvaardigheden kunnen verwerven in hun opleiding. Er zijn beroepsvaardigheden die worden aangeduid als beroepsproducten. Voorbeelden van beroepsvaardigheden en beroepsproducten zijn: offertegesprekken, personeelsgesprekken, leningaanvrage bij een bank, het lezen en opstellen van begrotingen, jaarverslagen, winst- en verliesrekening, werken met een balanced score card, het maken van een concurrentieanalyse. Enkele gegevens uit het studenttevredenheidsonderzoek van de Academie voor Management (STO 2004) dat voor het panel beschikbaar was: - de studenten van de opleiding hebben een goed beeld van hun beroepsperspectief: 3.85 op een vijfpuntsschaal; - zij zijn zeer tevreden over kennismaking met de beroepspraktijk: 4.15; - zij vinden dat er voldoende aandacht is voor de theoretische aspecten: 3.49; - de studenten zijn minder tevreden over de oriënterende fase van de propedeuse: 2.79. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. De oordelen berusten op het volgende: Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleidingsdoelstellingen op adequate wijze in het curriculum zijn geconcretiseerd. Het programma biedt naar de overtuiging van het panel de mogelijkheid aan de studenten om de eindkwalificaties te behalen qua niveau, hbo-oriëntatie en SBRM-eisen. De opleiding hanteert dezelfde competentieset in de drie studiefasen. Dat zijn: de onderbouw (propedeuse in jaar 1), de kernfase (in jaar 2) en de bovenbouw (duaalfase of, bij voltijd, de eindfase, in jaar 3 en 4). In de studiefasen verschilt de context waarin de competenties worden toegepast en waarop competenties tot uitdrukking komen. Het gaat daarbij om een toenemende complexiteit en opbouw van competentieniveau in de opdrachten waaraan de studenten werken. Dit is inzichtelijk weergegeven in de competentiematrix die is opgenomen in het Opleidingskader SBRM. In de competentiematrix is te zien welke competenties uit het opleidingsprofiel geconcretiseerd zijn in de onderwijseenheden. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 19

Het panel heeft van de studieonderdelen de zogeheten coursemappen kunnen inzien, waarin is aangegeven aan welke competenties de studenten werken in die course, wat de course-doelstellingen zijn en hoe de toetsing plaatsvindt. De onderwijscommissie van de opleiding beslist over vorm en inhoud van de onderdelen van het curriculum, op advies van de docenten die zorgen voor het ontwerpen en bijstellen van de diverse onderwijseenheden. Daardoor wordt gewaarborgd dat de balans in het programma behouden blijft. Op die wijze bewaakt de onderwijscommissie dat in het programma wordt uitgevoerd wat is beschreven. De docenten bespreken regelmating, in het zogeheten faseteamoverleg, hun bevindingen na blokevaluaties en de daarop gebaseerde verbetervoorstellen. Dit heeft het panel kunnen vaststellen op grond van notulen van dit overleg. Ook in de Onderwijscommissie worden de evaluaties en de verbetervoorstellen besproken. Het panel heeft blokevaluaties en blokverbeterdocumenten kunnen inzien, evenals blokoverstijgende onderwijsevaluaties (zie ook bij 5.2). De opleiding ontwikkelt een keuzevakkenstructuur, minoren, waarbij studenten een deel van hun studieprogramma naar eigen keuze kunnen samenstellen. Studenten maken een keuze uit vooraf samengestelde activiteiten (zie ook bij 2.3). Het STO 2004 toont dat de studenten tevreden zijn over hun studieprogramma: 3,46 op een vijfpluntsschaal. Dit komt overeen met de bevindingen van het panel tijdens de gesprekken met de studenten. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. De oordelen berusten op het volgende: De indeling van de opleiding in fasen (propedeuse, kernfase, eindfase of duaalfase, zie ook bij 2.2) resulteert naar het oordeel van het panel in een overzichtelijke opleidingsstructuur. De opleiding biedt voltijds projectonderwijs in de eerste twee jaar van de opleiding. Studenten die voor de duale opleidingsvariant kiezen, worden met deze onderwijsaanpak voorbereid op de duaalfase. De studenten die kiezen voor de voltijdse variant, worden met deze onderwijsaanpak vooral getraind in gestructureerd en projectgericht werken, ter voorbereiding op de stage in hun derde studiejaar. De samenhang tussen de drie fasen wordt bewaakt door instapdrempels voor toegang tot het onderwijs in de volgende fase. Die drempels zijn geformuleerd als fasedoelen, waarbij is aangegeven welke studieonderdelen in de fasen moeten zijn afgerond voordat de studenten kunnen deelnemen aan studieonderdelen van de volgende fase. Het panel heeft kunnen vaststellen dat het programma per fase intern samenhangend is, door de verdeling in vier blokken per jaar. De opbouw van de blokken is steeds gelijk: circa 7 weken onderwijs en projectwerk, gevolgd door één à twee weken van afronden 20 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

van werkstukken en zelfstudie ter voorbereiding op de toetsen en op de herkansingen van studieonderdelen uit het voorgaande blok. De onderwijsinhoud van de diverse leerlijnen (projecten, vaardigheden, colleges) staat in het teken van het blokthema. De afstemming van inhoud binnen en tussen de vier jaarlijkse blokken (horizontale samenhang) wordt bewaakt in structurele vergaderingen van de Onderwijscommissie en van de Commissie voor Onderwijsorganisatie. Bij het begin van een volgend blok wordt met de studenten besproken hoe het blokthema bijdraagt aan hun opleiding. De verticale samenhang in het opleidingsprogramma wordt gewaarborgd door de fasedoelen die voor de propedeuse en de kernfase zijn geformuleerd. Er is een opbouw in complexiteit van projecten in de verschillende opleidingsfasen. Dit is overzichtelijk weergegeven in het Opleidingskader. Het panel heeft kunnen vaststellen dat het studieprogramma een opbouw te zien geeft van zelfstandigheid die van studenten wordt verwacht in de verschillende opleidingsfasen. Die opbouw is ook te zien in het buitenschoolse leren in de eindfase van de opleiding. Bij de duale variant werken de studenten dan aan hun afstudeerwerkstuk, met een complexe opdracht. Bij de voltijdse variant staat in de eindfase een groot project vermeld in het curriculum, met het doel dat het samenwerken en de communicatie complexer worden dan voorheen. Met de uitwerking van dit deel van het programma is er nog geen ervaring, aangezien er nog geen vierdejaars voltijdstudenten waren toen het panel de opleiding beoordeelde. De studenten zien een duidelijke samenhang in hun studie, zo blijkt uit het STO 2004: 3,44 op een vijfpuntsschaal. Facet 2.4 Studielast Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. De oordelen berusten op het volgende: Het panel heeft kunnen vaststellen dat het opleidingsprogramma goed studeerbaar is. Dit wordt ondersteund door uitkomsten van de studentevaluaties bij de diverse blokken, die het panel heeft kunnen inzien. Ook het STO 2004 heeft hierover informatie: - het tentamenrooster voldoet: 4,00; - studiemateriaal is volgens de studenten tijdig beschikbaar: 3,05 (vijfpfuntsschaal); - over de verdeling van de studielast waren de studenten in 2004 minder tevreden (2,59), maar tijdens het bezoek werd dit niet bevestigd, aangezien de studenten met wie het panel sprak geen problemen hadden met de studielast. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 21

In de Studiegids 2005-2006 en in de daarbij behorende Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding is weergegeven dat de studie een volledige werkweek vergt van de studenten. De studenten zeiden tijdens de gesprekken bij het visitatiebezoek, op een enkeling na, dat zij naast hun studie wekelijks 8-10 uur ruimte hadden voor bijbanen en sporten. De opleiding hanteert een bindend afwijzend studieadvies, zoals is opgenomen in de Onderwijs- en Examen Regeling (OER). De norm is daarbij dat de studenten in hun eerste studiejaar 45 EC s dienen te behalen, waaronder een aantal studieonderdelen die in de OER zijn omschreven. De studenten zijn op de hoogte van de mogelijkheden om binnen de Academie of binnen hun opleiding ondersteuning te vinden bij (individuele) problemen met studiebelasting. Dit is beschreven in het rapport studieloopbaanbeleid bij AM. Dat zijn de mentor, de instroom-propedeusecoördinator of de studieloopbaancoördinator. Via Blackboard en het Intranet beschikken de studenten over informatie over hun roosters en over andere relevante studie-informatie. Ook de coursemappen, met informatie over onderwijsinhoud en onderwijsproces, zijn beschikbaar via Blackboard. Er is vrijwel geen lesuitval, de roosters zijn tijdig bekend en studieresultaten zijn vrijwel steeds binnen de afgesproken termijn van vijf werkbare dagen beschikbaar, zo hoorde het panel van de studenten met wie zij heeft gesproken. Uit de evaluaties was het de opleiding in 2004 gebleken dat studenten minder tevreden waren over de spreiding van de studielast. Er was sprake van piekbelasting doordat er enkele lastige studieonderdelen geconcentreerd werden aangeboden, bijvoorbeeld bij Bedrijfseconomie. Met een iets andere indeling in de leerstof heeft de opleiding daar verandering in weten aan te brengen, hoorde het panel van de huidige studenten tijdens het bezoek. Uit de verslagen van de Onderwijscommissie en van de Commissie voor Onderwijsorganisatie blijkt dat het punt van de kleine kwaliteit de aandacht heeft van het team. De opleiding streeft ernaar om de factoren weg te nemen die de studievoortgang belemmeren in de duaalfase, zoals de studiedrempel voor het afstuderen en de zogeheten VIP-toetsen (voortgangstoets individuele prestatie). Instrumenten hiervoor zijn selectiegesprekken met studenten (voor een advies over het bedrijf waarin zij gaan werken en over de keuze voor het duale traject of het voltijdse traject) en begeleiding en ondersteuning van de bedrijfsbegeleiders. Dit beleid werpt zijn vruchten af, zo bleek uit de gesprekken met de studenten en van enkele van de duale werkgevers. Om het rendement van de opleiding te verhogen, is de herkansing voor de blokken bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie een half jaar naar voren gehaald. Deze twee blokken bleken een struikelblok te zijn voor veel studenten. Deze informatie heeft de opleiding verkregen uit een analyse van de lastige vakken - de zogeheten struikelanalyse - na polsen van de studenten van de verschillende studiejaren (de Q-teams, zie bij 5.1). Tijdens het bezoek hoorde het panel van de studenten en van de alumni dat de docenten van de opleiding altijd beschikbaar zijn. 22 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Facet 2.5 Instroom Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. De oordelen berusten op het volgende: De instroomkwalificaties voor de opleiding zijn helder weergegeven in de OER en in het voorlichtingsmateriaal dat het panel heeft ingezien. Die instroomeisen zijn: havo/vwo en mbo. Het panel heeft kunnen vaststellen dat er diverse aansluitingsprojecten bestaan met de toeleverende instellingen in de regio, met name gericht op de mbo-instroom. Zo is er een schakelmodule Ondernemer, waarin mbo-uitstromers kennis kunnen maken met de theorie en praktijk van de ondernemer. Er is daarnaast overleg gaande over de voorwaarden voor een verkort mbo-hbo-traject. Voor instromers met een mbo-diploma en voor studenten die 21 jaar of ouder zijn, is er vrijstelling mogelijk van de eerstejaarsstage, indien de Examencommissie daartoe voldoende aanleiding ziet op grond van eerder verworven competenties. In het eerste blok van het eerste studiejaar worden de verschillende instroomgroepen (havo, mbo en vwo) in aparte klassen geplaatst, zodat er in de eerste periode in het onderwijs gericht kan worden gewerkt aan het opvangen van instroomverschillen. Vanaf het derde blok worden de studenten in gemengde klassen geplaatst. De instroomverschillen zijn dan bij de meeste studenten al verdwenen. In dat eerste blok is er aandacht voor het inwerken van studenten in het onderwijsconcept van de propedeuse (zie ook 2.7). Daartoe is onder meer de zogeheten Clip-brochure ontwikkeld: Competenties Leren In Projecten. De studenten volgen in hun eerste onderwijsblok tevens een studievaardigheidstraining. Andere onderdelen in dat eerste blok, het introductieprogramma, zijn onder meer het kennismaken met de opleiding SBRM, werken aan teambuilding en leren organiseren. Hiervoor is er een introductiecommissie ingesteld. In de gesprekken tijdens de visitatie, zowel met de docenten als met de studenten, bleek dat de zorg in het eerste studiejaar vooral de studievoortgang van de Havisten betreft. De praktijkgerichtheid en de leerstof in het eerste studiejaar blijken voor de mboinstroom en de vwo-instroom minder lastig. De Clip-brochure die hierboven is genoemd, is vooral ontwikkeld voor de Havo-instroom. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding alert is op instroomproblemen en dat zij adequate maatregelen treft. Uit resultaten van het STO blijkt dat studenten vinden dat de opleiding aansluit bij de vooropleiding. De score is 3.41 op een vijfpuntsschaal. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 23

Facet 2.6 Duur Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. De oordelen berusten op het volgende: Het curriculum heeft een omvang van 240 EC s. In de studiegids is beschreven hoe de 60 EC s per studiejaar in de vier blokken kunnen worden behaald. Het panel heeft kunnen vaststellen dat deze informatie aansluit bij de werkelijkheid. De verkorte studietrajecten beslaan eveneens 240 EC s, zij het dat de studenten door vrijstellingen hun opleiding eerder kunnen afronden. De vrijstellingen worden op individuele basis verleend na toetsing van de beargumenteerde aanvrage bij de Examencommissie. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen; - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. De oordelen berusten op het volgende: Het panel had inzage in diverse rapporten over de onderwijsaanpak, onder meer het Opleidingskader. Daarin is de onderwijsvisie helder uiteengezet: projectleren is de basis van de onderwijsaanpak. De opleiding hanteert een scala aan werkvormen, met als dominante werkvorm het projectonderwijs en projectondersteunend vaardigheids- en theorieonderwijs. In het begin van de opleiding is er daarbij intensieve inhoudelijke begeleiding, met in de vervolgjaren een verschuiving naar begeleiding en coaching op afstand. De onderwijsactiviteiten omvatten werkcolleges, hoorcolleges, praktijkbezoeken, praktijkopdrachten - groepsopdrachten en inviduele opdrachten - en vaardigheidsonderwijs. Deze studieonderdelen zijn per blok samenhangend verbonden met de diverse leerlijnen in het blokthema. Bij de start van de projecten is er steeds een gastcollege. Elk jaar wordt er een nieuw project aangeboden bij de, vaste, thema s. Daarvoor wordt er jaarlijks in overleg met de werkveldcontacten, een project geselecteerd. De studenten met wie het panel heeft gesproken, waren met name over dat eerste gastcollege per project enthousiast. Naast het projectwerk zijn er stages in het eerste studiejaar en in de afstudeerfase en, voor de duale studenten, werkend leren in studiejaar 3 en 4. 24 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

Reflectie op het reeds geleerde en op datgene wat men zich nog eigen moet maken, is eveneens een studieactiviteit. De studenten bouwen hiertoe een portfolio op. Het panel heeft enkele van deze portfolio s kunnen inzien (zie ook bij 6.1). De gedachte achter deze keuze voor projectonderwijs is, zoals de opleiding uiteenzet in haar Opleidingskader en in het Startdossier (zelfevaluatierapport), dat deze onderwijsvorm stimuleert dat de studenten actief leren, met een stimulans voor de ontwikkeling naar zelfverantwoordelijk leren in een realistische leeromgeving. Dat gebeurt in groepen die werken aan echte praktijkopdrachten. De opleiding wil hiermee aansluiten bij de leerstijl van haar studenten. Hierin slaag de opleiding, vindt het panel. Wel hoorde het panel tijdens haar visitatie dat deze praktijkgerichte aanpak voor de Havo-instroom wat ongewoon is. De opleiding had dit ook zelf gesignaleerd en heeft maatregelen genomen om de overgang voor Havisten geleidelijk te doen verlopen (zie bij 2.5): gescheiden instroomklassen in het begin van het eerste studiejaar en specifieke aandacht voor het projectleren. Daarvoor is apart studiemateriaal ontwikkeld, de Clipbrochure. Hierin wordt onder meer aandacht besteed aan de sociale competenties die studenten nodig hebben bij projectleren, onder meer: feedback geven en ontvangen (peerassessment, selfassessment), leiding geven/leiding accepteren, reflectie op eigen doelstellen en groepsdoelstellingen. De studenten werken vanaf hun eerste studiejaar onder meer met procesbeoordeling, waarbij zij een individueel procesverslag maken, afgezet tegen de competenties waaraam zij hebben gewerkt in het studieonderdeel. In dat verslag maken zij een analyse en een beoordeling van de eigen sterke en zwakke kanten en die van de collegastudenten. In de laatste twee studiejaren heeft het onderwijs voor de duaalstudenten vooral de vorm van supervisie, zowel individueel als in een groep. Het gaat ook hier om ondersteuning bij reflectie op de beroepshouding en bij het geven en ontvangen van feedback. Ook is er ondersteuning bij het zoeken naar oplossingen voor werkproblemen. Het werken met de elektronische leeromgeving stimuleert het werken met ict en het zoeken naar ict-oplossingen. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding bij de competentie- en projectgerichte aanpak van het onderwijs voldoende aandacht behoudt voor de meer inhoudsgerichte, theoretische, kenniscomponenten van de opleiding. Zo is er een aanvullende kennistoets ingesteld toen docenten op grond van studentenprestaties de indruk kregen dat de theoretische onderbouwing van praktijkoplossingen versterking behoefde. De studenten met wie het panel heeft gesproken, waren goed te spreken over hun onderwijs. Zij vinden het werken in projecten prettig, omdat dit een snelle manier is om de theoretische thema s te doorgronden waarmee zij in de colleges zijn geconfronteerd. De praktijk is voor de studenten met wie het panel sprak de meest vertrouwde leeromgeving; dit geldt minder expliciet voor de eerstejaarsstudenten van de Havoinstroom. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 25

Deze indruk van het panel sluit aan bij de informatie uit het studenttevredenheidsonderzoek uit 2004. De tevredenheidsscore voor aantrekkelijk onderwijs was in 2004 3,69 op een vijfpuntsschaal. De tevredenheidsscore over stimuleren tot zelfstandigheid en actief studeren was 3.31. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. De oordelen berusten op het volgende: In haar Opleidingkader heeft de opleiding aangegeven hoe de toetsaanpak is. Het panel heeft vastgesteld dat het beleid is dat de toetsen, in overeenstemming met de competentiegerichte aanpak van het onderwijs, competentiegericht zijn vormgegeven. Het panel heeft tevens vastgesteld dat de scheiding van begeleiden en beoordelen een van de uitgangspunten is bij de toetsing. Ook blijken er duidelijke protocollen te zijn voor de toetsing, ter waarborging van de betrouwbaarheid. De studenten kunnen in hun coursemap zien hoe de leerstof van de diverse studieonderdelen wordt getoetst, met daarbij de criteria en de normen. De toetsen sluiten aan bij de leerstof, zo heeft het panel kunnen vaststellen op grond van bestudering van de toetsopzet en van toetsmateriaal. De toetsen worden ontwikkeld onder toezicht van de Onderwijscommissie, in collegiaal overleg tussen de docenten. Op grond van analyse van toetsresultaten stelt de Onderwijscommissie vast of er afwijkingen zijn. In dat geval wordt onderzocht of die afwijking wordt veroorzaakt door de betreffende toets of door het onderwijs in het betreffende studieonderdeel. Er zijn bij het groepswerk zowel groepsbeoordelingen als individuele beoordelingen, met daarbij scores voor het product en voor het proces. Meeliften heeft de aandacht, zo blijkt uit de gesprekken met de docenten, de studenten en de alumni. Toetsresultaten zijn altijd tijdig bekend (zie ook bij 2.4); de studenten zijn hierover goed te spreken, zo bleek tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding. Het panel stelt vast dat feedback op de toetsen plaatsvindt via een structureel ingeroosterd moment van inzage in de toetsen. Daarnaast is er feedback op verzoek van individuele studenten. Er zijn formatieve en summatieve toetsen. Bij 2.7 is aangegeven dat er selfassessment en peerassessment plaatsvindt, evenals procesgesprekken en procesbeoordeling door de studenten zelf. Deze laatste vorm van toetsing wordt als didactisch instrument gebruikt, maar heeft ook waarde voor de bepaling of en in hoeverre de betreffende student de diverse competenties heeft verworven. In hun portfolio leggen de studenten hun studieactiveiten vast, met daarbij hun reflectie daarop. De studenten geven aan of, en in welke mate, zij de competenties en de indicatoren hebben bereikt. 26 NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management

De portfolio s worden gebruikt bij voorgangsgesprekken en zijn daarmee zowel een didactisch instrument als een toetsvorm. De opleiding heeft een protocol opgesteld voor de beoordeling van de portfolio s. De studenten blijken er van op de hoogte te zijn dat hun portfolio een belangrijk toetsinstrument is, zo heeft het panel kunnen vaststellen tijdens het bezoek. Voor de beoordeling van het portfolio in de duaalfase wordt er een portfolioassessmentcommissie samengesteld. De leden van deze commissie, de assessoren, beoordelen het portfolio op drie momenten in de duale fase. De inhoud van deze beoordelingen (assessments) wordt gestuurd door de studenten: de studenten bepalen welke competenties zij per bijeenkomst willen bewijzen. De stageresultaten worden beoordeeld op basis van de richtlijnen in het Stage Reglement, dat het panel heeft kunnen inzien. Bij de beoordeling van de stages worden de stagebiedende instellingen geraadpleegd. Het panel heeft uit de procedurebeschrijving kunnen vaststellen dat de beoordeling de verantwoordelijkheid blijft van de opleiding. De duale opleiding sluit af met de zogeheten meesterproef. De studenten moeten in die proef laten zien dat zij echte ondernemers zijn, op hbo-niveau. Voor de meesterproef zijn beoordelingscriteria opgesteld; het bedrijf waar de studenten hebben gewerkt in hun duale fase wordt geraadpleegd bij de beoordeling, maar de verantwoordelijkheid ligt bij de opleiding. Elementen in de beoordeling van de meesterproef zijn: plannend vermogen, ondernemerskracht, ondernemersstijl en analyserend vermogen. In het studiejaar 2006-2007 zal de eerste cohort voltijdstudenten afstuderen. De afstudeerperiode betreft naast de derdejaarsstage ook een afstudeeropdracht. De studenten verwerven daartoe zelf een afstudeerplaats, volgens richtlijnen die in de Studiegids en in het Opleidingskader zijn weergegeven. In de eindfase van de voltijdse opleidingsvariant zal niet met portfolio s worden gewerkt, zo heeft het panel gezien in de documentatie; wel zal er aan procesbeoordeling zijn. Bij klachten over de toetsing is er, volgens de OER, beroep mogelijk bij de Examencommissie. Van de studenten hoorde het panel dat zij hiervan wel op de hoogte zijn, maar dat zij hiervan geen gebruik (behoeven te) maken. Onderwerp 3 Inzet van Personeel Facet 3.1 Eisen hbo Duaal: goed Voltijd: goed Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. NQA - visitatie AVANS Hogeschool Den Bosch, Opleiding Small Business and Retail Management 27