Bijlagen Profielschets



Vergelijkbare documenten
Statenvoorstel nr. PS/2013/126

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Breedband in Overijssel

Aan de regioraad, Op 20 juni 2012 heeft uw raad ingestemd met het voorstel van de Innovatiesprong Twente,

Glasvezel Ommen-Hardenberg Nieuwsbrief januari 2014

Voor het evenementenbeleid stellen wij voor ,-- beschikbaar te stellen.

Aanleg breedband in de witte gebieden in Overijssel (INITIATIEFVOORSTEL artikel 63 Reglement van Orde Provinciale Staten)

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

3. Beoogd effect Versterken van de regionale economie en de concurrentiekracht van het Flevolandse

Bijlage 05 Stad en Regio Sleutelprojecten

Breedband: Stand van zaken tbv lokale initiatieven

Doel van deze brief: Verstrekken lening aan 7 initiatieven aanleg breedbandinfrastructuur

Statenvoorstel nr. PS/2014/578

Doel van deze brief: Verstrekken lening aan 4 initiatieven aanleg breedbandinfrastructuur

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Marktconsultatie aansluitgebied gemeente Hoogeveen

F. Buijserd burgemeester

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

e^verijssei N35 Samenvatting van het voorgestelde provincie Aan Provinciale Staten

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Marktconsultatie aansluitgebied gemeente Aa en Hunze

INTENTIEOVEREENKOMST Leisure Ontwikkelfonds

nummer 23 van 2005 Vaststelling Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling kijk

Statenvoorstel nr. PS/2014/249

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Gemeente Bergen op Zoom

Fondsreglement Fonds Delft 2040

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag Minimumbedrag 0

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 9 januari 2012 AGENDA NR. 10. VOORSTEL tot oprichting NV Greenport Venlo Innovation Center. Aan de Gemeenteraad

v o o r d r a c h t 5 april 2016 Corr.nr , ECP Nummer 25/2016 Zaaknr

Marktconsultatie Aansluitgebied De Wolden

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Vervolgscenario regionaal breedbandproject

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls;

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

Provinciale Staten van Overijssel

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Verdeling en inzet Gelderse Revolverende Middelen 12 maart 2013

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Gewijzigd Statenvoorstel

Provinciale Staten van Overijssel,

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Binnen het evenementenbeleid worden drie categorieën evenementen onderscheiden.

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Statenvoorstel. Financiële bijdrage voor Waste to Chemicals en het chemie- en industriecluster in Zuid-Holland.

Raadsvoorstel. Datum : : Z66702/Raad Nee. : Breedband Buitengebied. Geachte leden van de gemeenteraad, Inleiding: Achtergrond

Provinciale Staten VOORBLAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Reglement Fonds Delft 2040, gemeente Delft 2019

HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering

Naar aanleiding van dit besluit is opdracht verstrekt voor een haalbaarheidsonderzoek.

Subsidies in de regio

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op de artikelen 4, 6 en 32 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Statenvoorstel nr. PS/2015/867

Investeringsbesluit Nederlands Symfonie Orkest/het Orkest van het Oosten

Convenant gezamenlijk werken aan de stedelijke ontwikkeling van Heerlen

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland

Raadsvergadering. Onderwerp Algemene Subsidieverordening en subsidieregelingen gemeente Bunnik 2017

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

Provinciale Staten VOORBLAD

Ontwerpvoorstel aan de raad

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Nota van B&W. Onderwerp Kredietafwikkeling Stadsdeelhart Schalkwijk. B&W-besluit:

Statenvoorstel nr. PS/2007/837

Kennisnemen van Het overzicht met de programmering van projecten voor de portefeuille Mobiliteit.

Onderwerp: instellen provinciaal Jeugdsportfonds als invulling van de motie Armoede

Bijlage 1: Toets op financiële kaders

Statenvoorstel nr. PS/2006/747

Programma Energie Samenvatting Projectplan

Onderwerp Concentratie Rijksvastgoed MIRT-onderzoek (Rijks)vastgoedstrategie Lelystad

J^ J. provmcie ~^^^ groningen

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016

Breedband in Gelderland

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Bijlagen: Ondertekende brief met verzoek om bijdrage uit het Provinciaal Herstructurerings Programma. Brief Gedeputeerde Staten van 21 maart 2012

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

* * Statenvoorstel

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Oprichten en deelnemen in de houdstermaatschappij Zuid-Holland B.V.

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Prestatie I/S Omschrijving Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten

SAMENVATTING VOORGESCHIEDENIS

Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v. - provincie Limburg -

N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht

Statenvoorstel nr. PS/2014/816

Zaaknummer: Raadsvergadering d.d. 26 februari 2019 agendapunt. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 29 januari 2019

ONTWERPBESLUIT. een regionaal budgethouderschap stedelijke vernieuwing wenselijk is,

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Extra kosten personele inhuur Openbare Orde en veiligheid (OOV) Aan de raad,

Prestatie I/S Omschrijving

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

Regels topsectoren en innovatie - provincie Gelderland -

Gedeputeerde Staten. Geachte leden,

Besluitenlijst dagelijks bestuur van 18 mei 2015

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

Ons kenmerk ZC 2006/2929. Inlichtmgen bij drs. A.H.Buiks

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme

Uit ervaring blijkt ook dat met energieverbeterende maatregelen gemiddeld 30% energiebesparing gerealiseerd

Transcriptie:

Bijlagen Profielschets Drie leden voor de nieuw in te richten Raad van Commissarissen van Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel In deze PDF vindt u de volgende statenvoorstellen (let op; in totaal 282 pagina s): Statenvoorstel investeringsbesluit breedbandinfrastructuur nr. PS/2013/126 Statenvoorstel oprichting IFO-I BV en IFO-II BV nr. PS/2014/578 Statenvoorstel oprichting HFO BV nr. PS/2014/306 Statenvoorstel verplaatsing Stork Hengelo nr. PS/2013/184

Statenvoorstel nr. PS/2013/126 Investeringsvoorstel Breedbandinfrastructuur Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 16 april 2013 2013/0125542 dhr. J.G. Meijerhof, telefoon 06 10 341 375 e-mail j.meijerhof@overijssel.nl dhr. R. Teunis, telefoon 038 499 74 81 e-mail r.teunis@overijssel.nl Aan Provinciale Staten Onderwerp Investeringsvoorstel Breedbandinfrastructuur Overijssel. Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2013/(bijgevoegd) II. Financiële consequenties Investeringsbesluit III. Begrotingswijziging Samenvatting van het voorgestelde besluit In het Hoofdlijnenakkoord is de opgave Breedband opgenomen onder hoofdstuk 5 Regionale Economie. In de Kerntakenbegroting 2013 staat het vermeld onder kerntaak 5 Regionale Economie, beleidsdoel 5.1, investeringsprestatie 5.1.6. Provinciale Staten stemmen in met de investering in de deelopgave Breedbandinfrastructuur, met inbegrip van de volgende prestaties: - het faciliteren en door lokale en regionale initiatieven doen oprichten, zonder daarin deel te nemen, van de koepelcoöperatie en het daarmee op afstand organiseren van de maatschappelijke actieve operator functie, de ondersteuning aan gemeenten en coöperaties met kennis, expertise en capaciteit voor het initiëren van breedbandprojecten, bovenlokale afstemming en vraagbundeling; - het instellen en op afstand organiseren van het breedbandfonds ten behoeve van de financiering van de breedband projecten van lokale en regionale initiatieven, georganiseerd in rechtspersonen; - het beschikbaar stellen van leningen en subsidies voor de aansluiting van 38.000 particuliere adressen en 2.000 zakelijke adressen in de buitengebieden en de aansluiting van 150 bedrijventerreinen op snelle breedbandnetwerken; - te streven naar vroeg realisatie van lokale glasvezelprojecten die buiten het staatssteunkader gerealiseerd kunnen worden.

Leeswijzer Dit statenvoorstel ziet op de investering voor opgave 64 'Breedbandinfrastructuur', onderdeel van kerntaak 5 Regionale Economie, investeringsprestaties 5.1.6 uit de Kerntakenbegroting 2013. In de afgelopen periode is deze opgave uitgewerkt. In dit voorstel wordt uiteengezet hoe een provinciedekkend, toekomstvast, open en snel breedbandnetwerk gerealiseerd kan worden. Onder Inleiding en probleemstelling worden de context van het investeringsbesluit en de te realiseren prestaties uitgewerkt. Daarna wordt onder Overwegingen de voorgenomen opzet van de uitvoeringsorganisatie beschreven, de aanwijzingen vanuit de aangenomen moties behandeld en de vervolgstappen aangegeven. Ten slotte worden onder Conclusies de beleidsafwegingen samengevat. Met het kadervoorstel Breedband (PS/2012/444) hebben uw Staten ook ingestemd met de uitwerkingsrichting voor het stimuleren van de toepassing van breedband door maatschappelijk relevante diensten en bijbehorende prestaties. Het investeringsvoorstel Breedbanddiensten zal later dit jaar ter besluitvorming aan uw Staten worden voorgelegd (planning: vierde kwartaal 2013). Inleiding en probleemstelling Het Internet bestaat 25 jaar en heeft voor grote veranderingen in onze samenleving gezorgd. Veranderingen die niet voorzien konden worden en zich steeds sneller en met meer impact op ons leven ontwikkelen. De huidige generaties mensen maken steeds intensiever gebruik van internet en bedrijven kunnen geen minuut meer zonder goede en steeds snellere verbindingen. Breedband en het gebruik van het Internet zijn van toenemende invloed hoe we met elkaar communiceren, hoe we plaats- en tijdsonafhankelijk winkelen, werken, leren en hoe we bijvoorbeeld onze zorg, het onderwijs en bedrijfsprocessen inrichten. Dat is dagelijks te zien via diensten zoals Google, Youtube, Facebook, zorg op afstand, digitale leeromgevingen in het onderwijs, camerabeveiliging op bedrijventerreinen, intelligente energienetwerken en cloud computing. Het gebruik van deze diensten vraagt om steeds snellere en open netwerken. Nog niet alle burgers en bedrijven in Overijssel hebben en krijgen op korte termijn toegang tot open breedbandnetwerken. Marktpartijen investeren op dit moment in de meest rendabele gebieden, de kernen en de steden. Zonder een stimulerende, faciliterende en financiële rol van de provincie blijven belangrijke delen van de provincie, het buitengebied en een aantal bedrijventerreinen, verstoken van breedband. Er is op dit punt sprake van marktfalen. Dit leidt tot een digitale tweedeling en zal de komende jaren in toenemende mate tot problemen leiden bij het behoud en aantrekken van economische dragers in het landelijk gebied. Het zal tevens beperkingen opleggen aan het gebruik van de van open breedbandnetwerken afhankelijke maatschappelijk diensten. De provincie Overijssel heeft daarom de ambitie om een open, toekomstvast en provinciedekkend breedbandnetwerk te realiseren. Uitgangspunt is dat ook bewoners in het buitengebied en bedrijven op bedrijventerreinen in Overijssel een optimale toegang hebben tot voldoende breedbandcapaciteit en daarbij vrij kunnen kiezen tussen de verschillende leveranciers van de diensten. Dit is een randvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Overijssel. Het versterkt onze kenniseconomie en het stimuleert de ontwikkeling en het uitrollen van (innovatieve) maatschappelijke diensten. Ook draagt het bij aan de leefbaarheid en nieuwe economische dragers op het platteland en het bevordert de bereikbaarheid. Statenvoorstel nr. PS/2013/126 2

Het voorliggende investeringsvoorstel is gebaseerd op de door Provinciale Staten in 2010 vastgestelde ambities (PS/2010/0167847), het kaderbesluit Breedband (PS/2012/444) en de bij de behandeling in Provinciale Staten aangenomen moties. Zonder een stimulerende, faciliterende en financiële rol van de provincie blijven belangrijke delen van de provincie verstoken van breedband. Dat zal de komende jaren in toenemende mate tot problemen leiden bij het behoud en aantrekken van economische dragers in het landelijk gebied en op een aantal bedrijventerreinen. Het zal tevens beperkingen opleggen aan het gebruik van internet en de van open en snel breedband afhankelijke maatschappelijk relevante diensten. Met dit investeringsvoorstel maakt u de middelen vrij voor het realiseren van de opgave Breedband. Overwegingen Uw Staten hebben in het kaderbesluit (PS/2012/444) ingestemd met de uitwerkingsrichting van de opgave Breedband bestaande uit: 1. het versnellen van de aanleg van een provincie dekkend, open, toekomst vaste en snelle breedbandinfrastructuur in gebieden (buitengebieden en bedrijventerreinen) waar marktpartijen geen snelle breedbandnetwerken aanleggen; 2. het stimuleren van de toepassing van breedband door maatschappelijk relevante diensten. Uw Staten hebben ons tevens opdracht gegeven tot uitwerking van de onder 1. aangegeven richting in een investeringsvoorstel Breedband waarin de volgende prestaties zijn opgenomen: A. investeren door het beschikbaar stellen van leningen en subsidies voor de aansluiting van 38.000 particuliere adressen en 2.000 zakelijke adressen in de buitengebieden en de aansluiting van 150 bedrijventerreinen op snelle breedbandnetwerken; B. ondersteuning van gemeenten en coöperaties met kennis, expertise en capaciteit voor het initiëren van breedbandprojecten, bovenlokale afstemming en vraagbundeling; C. stimuleren van de ontwikkeling van diensten, maatschappelijke operators en digitale marktplaatsen als onderdeel van het streven naar open netwerken en het toepassen daarvan in verschillende maatschappelijke sectoren in het bijzonder op het gebied van platteland en economie, energie en mobiliteit; D. waar nodig financiële ondersteuning te verlenen in de vorm van leningen en subsidies. Uw Staten hebben voor de uitwerking van het nu voorliggend investeringsvoorstel de volgende overwegingen meegegeven: a) maximale ruimte voor lokale initiatieven van burgers en bedrijven; b) de netwerken moeten daadwerkelijk en in de praktijk open en toegankelijk zijn voor alle leveranciers van diensten; c) de aanleg van de netwerken moet zodanig georganiseerd worden dat de noodzakelijke professionaliteit en schaalgrootte geborgd kunnen worden; d) de uitvoeringsorganisatie dient op afstand van de provincie te staan, zodat de provincie niet operationeel betrokken raakt; e) waar mogelijk te werken met leningen in plaats van subsidies. In het investeringsvoorstel stellen wij de volgende keuzes voor: 1. het realiseren van de totale opgave via een aanpak met maximale ruimte voor lokale initiatieven gericht op het professionaliseren van de vraag; 2. het via de koepelcoöperatie organiseren van de noodzakelijke professionaliteit en schaalgrootte van lokale initiatieven; 3. het realiseren van maximale openheid van het netwerk door middel van een maatschappelijke operator; 4. het op afstand zetten van de uitvoeringsorganisatie en het op afstand sturen via het breedbandfonds; 5. het zo maximaal mogelijk inzetten op leningen en minimaliseren van subsidies waarbij de realisatie van de opgaven volgens het kaderbesluit het uitgangspunt blijven. Statenvoorstel nr. PS/2013/126 3

Uitvoeringsorganisatie. Met de opzet van de uitvoeringsorganisatie (koepelcoöperatie, de maatschappelijke operator en het breedbandfonds) wordt invulling gegeven aan belangrijke overwegingen van Provinciale Staten: ruimte voor lokale burgerinitiatieven, maximaal open netwerken en sturen op afstand. Dit laat de aanbodzijde zoveel mogelijk ongemoeid. Alle marktpartijen kunnen meedingen om hun marktaandeel te handhaven of uit te breiden. Ad. 1. Lokale initiatieven Lokale en regionale breedbandinitiatieven van burgers en bedrijven worden door de provincie, in samenwerking met gemeenten, gefaciliteerd om zich (coöperatief) te organiseren. De coöperaties kunnen kiezen tussen het in eigendom nemen van het netwerk of het afsluiten van een samenwerkingscontract met een marktpartij. Het ontwikkelen van lokale coöperaties is een concrete invulling van modern noaberschap, het samenleven, samenwerken en voor elkaar klaarstaan in deze nieuwe tijd. In deze tijd waarin de overheid terug treedt, is het van groot belang dat de overheid bijdraagt aan een economische structuur waarin burgers en ondernemers in staat zijn de maatschappelijke belangen te borgen. Met coöperatief kiest de provincie Overijssel er voor de vraag te professionaliseren. Ad.2. Koepelcoöperatie De koepelcoöperatie is er op gericht lokale breedbandinitiatieven te faciliteren zodat zij de operationele activiteiten doelmatig en professioneel kunnen laten uitvoeren. Deze organisatie stimuleert een bottom-up benadering waarbij de inbreng van burgers veel aandacht krijgt, maar voorkomt tegelijkertijd risico s zoals versnippering en het niet benutten van mogelijke inkoopvoordelen. De koepelcoöperatie draagt zorg voor meer efficiëntie via kennisdeling en schaalvergroting. De belangrijkste taak van de koepelcoöperatie is het indammen van inefficiënties, bijvoorbeeld door het opstellen van blauwdrukken, standaardcontracten, en het zorg dragen voor administratie, financiering, en facturatie. Bovendien voorkomt de koepelcoöperatie via kennisdeling dat initiatiefnemers en gemeenten het wiel steeds opnieuw moeten uitvinden. De provincie faciliteert de oprichting van een koepelcoöperatie, zonder daar in deel te nemen. De kracht van de coöperatie moet zijn dat deze gedragen wordt door de burgers. De provincie wil zich terughoudend opstellen bij het beleidsmatig instrumenteel maken van de coöperaties en deze daarmee als het ware te institutionaliseren. De lokale coöperaties zijn lid van de koepelcoöperatie. Ad.3. Maatschappelijke operator/maximale openheid Met de keuze voor het faciliteren en (mede)financieren van een maatschappelijke operator wordt invulling gegeven aan een belangrijke overweging van Provinciale Staten. Zo wordt voorkomen dat er technische en of economische drempels voor toegang tot het netwerk ontstaan voor dienstenaanbieders. Voor de netwerken die eigendom zijn van de eindgebruikers wordt het beheer van het netwerk via de koepelcoöperatie uitbesteed aan een professionele marktpartij. Hiermee wordt de vanuit maatschappelijk belang te stellen eisen met betrekking tot openheid geborgd. Ad.4. Breedbandfonds Voor de uitvoering wordt een breedbandfonds uitgewerkt, mogelijk in samenwerking met andere provincies. Het breedbandfonds acquireert projecten om een eigen portfolio op te bouwen, aansluitend bij de taakstelling van de fondsmanager. Met het breedbandfonds kiest de provincie voor een professioneel fondsmanagement dat op hoofdlijnen handelt als marktpartij. De provincie beschikt zelf niet over de kennis om business cases op haalbaarheid te beoordelen. Het fonds hanteert strikte criteria (beleidsinhoudelijk, financieel, technisch en juridisch) voor de uiteindelijke toekenning van middelen. Waar sprake is van subsidies is het streven de afhandeling daarvan ook onder te brengen bij de uitvoeringsorganisatie van het fonds. Op deze wijze stuurt de provincie op afstand en kan zij de gewenste technische kwaliteit, economische duurzaamheid en openheid van het netwerk realiseren. De uitwerking en organisatie van het fonds is gemarkeerd als bestuurlijke mijlpaal. Mocht er sprake zijn van een nieuwe deelneming om het fonds vorm te geven dan zullen Provinciale Staten conform artikel 158 van de Provinciewet in staat worden gesteld haar wensen en bedenkingen naar voren te brengen. Ad.5. Subsidies Met het voorgestelde provinciale financieringsinstrumentarium, bestaande uit leningen en subsidies, kan de gehele opgave uit het kaderbesluit gerealiseerd worden: 38.000 woningen en 2.000 bedrijven in het buitengebied en 150 bedrijventerreinen. Uit onderzoek en marktconsultatie blijkt dat een aansluiting in het buitengebied gemiddeld 3.000 kost. Vanuit gerealiseerde projecten blijkt dat maximaal 2.500 per aansluiting met leningen gefinancierd Statenvoorstel nr. PS/2013/126 4

kan worden. Er blijft dan een bedrag van 500 over dat met subsidie afgedekt moet worden. Het handhaven van het subsidieaandeel vergroot de slagkracht van de provincie. Dit is met name van belang voor het verglazen van alle bedrijventerreinen. Waar sprake is van subsidies wordt bekeken of deze verstrekt kunnen worden door het shared service centrum van de provincie. Social Return on Investment Bij de realisatie van de lokale projecten zal er ook aandacht zijn voor de gemeentelijke sociale agenda in het kader van social return on investment. De uitwerking daarvan dient met beleid te geschieden, waarbij daadwerkelijke toegevoegde waarde en effectiviteit belangrijke aandachtspunten zijn. In samenwerking met lokale partijen is het voor gemeenten mogelijk om cliënten van de gemeentelijke sociale dienst terug te brengen naar de arbeidsmarkt. Op dit punt kunnen gemeenten inhaken en zo bijdragen aan het verlagen van de aanlegkosten. Interprovinciale samenwerking Verschillende taken in relatie tot de opzet van de uitvoeringsorganisatie zijn niet alleen voor de provincie Overijssel relevant. Onder andere zaken als het opzetten van een breedbandloket, omgang met Europese en nationale wet- en regelgeving, en contact met marktpartijen spelen in meerdere provincies. De verwachting is dat een interprovinciale samenwerking aanzienlijke schaalvoordelen zal opleveren. Wij zijn daarom voorstander van interprovinciale samenwerking en zijn samen met Noord-Brabant, Friesland, Gelderland en het ministerie van Economische Zaken één van de initiatiefnemers van een interprovinciale aanpak op de volgende onderwerpen: staatssteunaanvraag met coördinatie van het ministerie van Economische Zaken; opzet en inrichting breedbandfonds; opzet en inrichting van een expertisecentrum breedband. Motie Westert c.s. (Eisen/ criteria open netwerk) In de motie Westert c.s. roept u ons op om in de verdere uitwerking nadrukkelijk mee te nemen dat investeren en subsidiëren door de overheid eisen stelt aan openheid, toegankelijkheid en keuzevrijheid. Het stellen van eisen aan openheid, toegankelijkheid en keuzevrijheid op het moment dat de overheid een bijdrage levert aan het realiseren van breedbandnetwerken wordt door ons volledig onderschreven en is expliciet meegenomen in de uitwerking van de voorgenomen opzet van de uitvoeringsorganisatie. Daarmee nemen wij de motie over. De gewenste openheid wordt gerealiseerd doordat er aan twee voorwaarden wordt voldaan: 1) Naast de leverancier van het passieve netwerk hebben ook andere leveranciers van diensten toegang tot het passieve netwerk; 2) Er is een maatschappelijke actieve operator die met een digitale marktplaats dienstenleveranciers toegang biedt en zo voorkomt dat er technische of economische drempels voor toegankelijkheid ontstaan. Motie Heskamp c.s. (Breedband) In de motie Heskamp c.s. roept u ons op het alternatief Glasmij Overijssel uit te werken. De motie bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft de aanleg van breedbandinfrastructuur en het tweede deel betreft de dienstenontwikkeling (brief Novay). In dit investeringsvoorstel is alleen het eerste deel van de motie uitgewerkt. Het tweede deel komt aan de orde in de uitwerking van het investeringsvoorstel voor Breedbanddiensten. In het alternatief GlasMij is een aantal uitgangspunten en taken benoemd voor een koepelorganisatie om de rol van kleinere coöperaties op gemeenteniveau (gedeeltelijk) over te nemen. Zoals verwoord in de motie zien uw Staten de nodige risico s verbonden aan de implementatie van breedbandnetwerken via losse coöperaties. Aansturing van coöperaties vanuit de provincie blijkt in de praktijk lastig te realiseren. Daarom is een nieuwe organisatie nodig, waarbij aansprakelijkheden en risico s wat betreft beheer en onderhoud van het netwerk goed geregeld zijn. Ook dienen financiële risico s, zoals die kunnen ontstaan bij verkoop met winst van netwerken door coöperaties of marktpartijen, op basis van door de provincie verstrekte subsidies zo goed mogelijk te worden beheerst. Uw Staten verzoeken ons vervolgens om de genoemde risico s afdoende af te dekken. Daarom stellen uw Staten voor om een zelfstandige organisatie 'GlasMij' op te richten, met als doel het bevorderen van de aanleg van glasvezel in de zogenaamde witte gebieden. Statenvoorstel nr. PS/2013/126 5

Bij de uitwerking van het investeringsvoorstel voeren wij de motie voor een groot deel uit. De koepelcoöperatie zal alle in de motie aangegeven taken van de Glasmij vervullen. Daarnaast willen wij met de voorgenomen opzet van de uitvoeringsorganisatie zo goed mogelijk aansluiten bij twee belangrijke beleidsoverwegingen van de motie Heskamp c.s.. 1) Ruimte voor lokale initiatieven van burgers en bedrijven. 2) Op afstand organiseren om financiële risico s en ongewenste aansprakelijkheden te voorkomen. De Glasmij heeft in de uitwerking het karakter van een nutsbedrijf, zonder lokale initiatieven. Een organisatievorm die uitstekend past bij een top-down benadering, waarbij op methodische wijze glasvezelnetwerken worden aangelegd in de gehele provincie. Daarmee wordt voorbij gegaan aan het cruciale belang van de bottom-up benadering zoals door uw Staten gewenst. Burgers en bedrijven moeten zich maximaal betrokken voelen om de gewenste en noodzakelijke (financiële) bijdragen te leveren aan de realisatie van de projecten. Bovendien is alleen daarmee de noodzakelijke vraagverificatie geïncorporeerd in de uitvoering en is de noodzakelijke transparantie van het gehanteerde business model te borgen. Tenslotte stellen we vast dat het beschikbare budget niet toereikend is om de Glasmij benadering in de gehele provincie breedbandnetwerken in onrendabele gebieden aan te leggen. Wanneer we kijken naar de invulling van het organisatiemodel dan zijn wij van mening dat de combinatie van het de koepelcoöperatie, de maatschappelijke operator (zie motie Westert c.s.) en het breedbandfonds als uitvoeringsorganisatie, het best aansluit op de in het kaderbesluit en de moties geformuleerde overwegingen en doelstellingen. Het breedbandfonds kan proactief en op efficiënte wijze streven naar een breed portfolio aan investeringsvoorstellen uit de markt. Zij kan zelf overeenkomsten aangaan met marktpartijen en/of lokale initiatiefnemers, mits wordt voldaan aan de vooraf gestelde randvoorwaarden. Via de koepelcoöperatie kunnen zowel lokale initiatieven als initiatieven van bestaande marktpartijen en eventueel een combinatie van nieuwe (toetredende) marktpartijen goed bottom-up worden gefaciliteerd. Daarnaast kan de koepelcoöperatie samen met de gemeenten in een faciliterende rol de stagnerende verglazing van stedelijke gebieden ondersteunen. Op deze manier vindt de provincie de balans tussen optimale gebruikersbetrokkenheid enerzijds, en schaalbaarheid en marktefficiëntie anderzijds. De provincie streeft ernaar zo veel mogelijk taken bij marktpartijen te beleggen. De provincie houdt regie op openheid, toegankelijkheid en keuzevrijheid door het opstellen van de criteria die het breedbandfonds ter beoordeling en goedkeuring van de financiering van projecten hanteert. Deze criteria worden met regelmaat op basis van de dan geldende marktdynamiek tegen het licht gehouden en indien nodig herzien. De projectvoorstellen die verzoeken om de verstrekking van fondsmiddelen dienen aan de nodige criteria te voldoen om de beleidsdoelen van de provincie te waarborgen, waar onder: minimale projectgrootte bedraagt de omvang van een gehele gemeente; initiatiefnemers zijn verplicht lid te worden van de koepelcoöperatie en werken daarmee volgens nader door de uitvoeringsorganisatie op te stellen technische, financiële, juridische, organisatorische richtlijnen opdat voldoende standaardisatie en daarmee schaalgrootte en professionaliteit ontstaat; openheid van netwerken voor actieve operators en toegang tot het netwerk voor dienstenaanbieders is op werkbare en redelijke wijze geregeld en gewaarborgd. Heroverweging inzet financieringsinstrumentarium Bij de behandeling van het kadervoorstel is door uw Staten de aanwijzing gegeven dat het toekennen van subsidies in het kader van de uitrol van breedbandnetwerken waar mogelijk beperkt dient te worden. Doelstelling daarvan is dat het geïnvesteerde geld terug komt en niet, zoals bij een subsidie, met het vergoeden van de verrichte gesubsidieerde activiteit, eenmalig wordt besteed. Hierbij maken we de kanttekening dat de leningen (en garanties) voor een belangrijk deel onder de subsidieregels vallen (subsidiebegrip Awb). Derhalve zal bij de uitwerking van de contouren en voorwaarden waaronder leningen worden verstrekt, de wettelijke grondslag in overweging worden genomen. Het deels of geheel wegvallen van de subsidie zal met name effect hebben op: De hoogte van de eigen bijdrage en daarmee mogelijk ook op het aantal deelnemers. Statenvoorstel nr. PS/2013/126 6

De termijn en fasering waarbinnen de opgaven gerealiseerd kunnen worden. De mate waarin de opgaven gerealiseerd in de eerste fase kunnen worden. Voor de uitwerking van de keuzeopties, ten aanzien van de verhoudingen tussen subsidies en leningen in het financieringsinstrumentarium, verwijzen wij naar bijlage II. Wij adviseren de opgaven zoals opgenomen in het kaderbesluit te handhaven en een geen veranderingen aan te brengen in de in het kader voorstel opgenomen bedragen voor leningen en subsidies. Subsidies vergroten de slagkracht van het financieringsinstrumentarium aanzienlijk. Op deze wijze is de provincie in staat om tempo te maken met het realiseren van deze ambitie uit het hoofdlijnenakkoord. Financiële gevolgen De opgave Breedband maakt onderdeel uit van het investeringsprogramma Kracht van Overijssel. Bij de verwerking van het Hoofdlijnenakkoord in de Perspectiefnota 2012 is de opgave breedband in eerste instantie opgenomen als een PM-post. Bij de initiële uitwerking was sprake van een inzet van 60 80 miljoen aan subsidies. Bij de definitieve uitwerking in de Perspectiefnota 2013 en de daaruit voortvloeiende Kerntakenbegroting is het bedrag teruggebracht naar 33.12 miljoen. Conform bijlage II wordt aan uw Staten voorgesteld: 1. Leningen te verstrekken voor een bedrag van 34,0 miljoen. Dit betekent een beslag op de liquiditeitspositie en dit zal worden meegenomen in de liquiditeitsprognoses. Dit bedrag is lager dan in het kadervoorstel PS/2012/444 is aangegeven (was 35,5 miljoen). Dit is het gevolg van het splitsen van het kaderbesluit in twee investeringsvoorstellen (infrastructuur en diensten); 2. Voor aansluitsubsidies en de kosten voor de start- en aanloopkosten van de koepelcoöperatie en lokale coöperaties een bedrag van 26,5 miljoen over te hevelen van de algemene reserve Kracht van Overijssel naar de bestemmingsreserve uitvoering Kracht van Overijssel ; 3. Voor risicoafdekking 4,0 miljoen over te hevelen van de algemene reserve Kracht van Overijssel naar de bestemmingsreserve uitvoering Kracht van Overijssel. Effecten Wet HOF De inwerkingtreding van de wet HOF en het schatkistbankieren heeft gevolgen voor het investeringsprogramma Kracht van Overijssel. Dit kan zich uiten in de omvang en het tempo van het programma en daarmee mogelijk ook voor dit investeringsvoorstel. Risicodekking De belangrijkste risico s die in dit stadium voor het project worden voorzien zijn: 1. Operationele risico s: de betrokken partijen zoals gemeenten, netwerkbedrijven, dienstenleveranciers en uiteraard de coöperatief te organiseren toekomstige particuliere en zakelijke gebruikers van het netwerk moeten elkaar vinden om tot realisatie van de doelstelling te komen. Een actieve inzet van de provincie op basis van een vraag gestuurde aanpak kan hieraan een belangrijke stimulans geven. 2. Financiële risico s: Het voorgestelde instrumentarium bestaat voor een belangrijk deel uit financiële ondersteuning in de vorm van leningen en subsidies. Voor het totaal van de leningen zal een bedrag ter dekking van de risico s worden gereserveerd van 4,0 miljoen. Het bedrag voor subsidies en leningen zal uitsluitend worden uitgegeven indien daadwerkelijk netwerk uitrol plaatsvindt. 3. Juridische risico s: complicaties rond staatssteun en mededinging kunnen tot vertraging leiden. De op te stellen cofinancieringsregeling wordt met de Europese Commissie afgestemd. Wij willen bevorderen dat staatssteunaanvragen zoveel mogelijk gebundeld worden ingediend, dan wel een algemene toestemming voor onze bijdrage wordt verkregen. Het totaal van de gekwantificeerde risico s is het risico dat gedekt dient te worden door de weerstandscapaciteit van de provincie. Het risico voor het programma Breedband maakt hier deel van uit. Jaarlijks wordt de bepaling van de weerstandscapaciteit weergegeven in de paragraaf weerstandsvermogen in het jaarverslag van de provincie. Onze inzet is om het management van het breedbandfonds zo lean en mean mogelijk te organiseren, waarbij het de voorkeur heeft gebruik te maken van bestaande deelnemingen en interprovinciale samenwerking. Mocht dit niet lukken, zodat er toch sprake kan zijn van een nieuwe deelneming, dan wordt dit conform artikel 158 Provinciewet en conform de aangegeven bestuurlijke mijlpaal, aan uw Staten voorgelegd: u wordt in de gelegenheid gesteld uw wensen en bedenkingen te uiten. Statenvoorstel nr. PS/2013/126 7

Conclusie De voorgestelde invulling van de uitvoeringsorganisatie wordt sterk bepaald door een tweetal centrale afwegingen. Belang van lokaal initiatief en burgerbetrokkenheid. Omdat wij een groot belang hechten aan modern noaberschap en duurzame zelfredzaamheid, is het faciliteren van het coöperatief organiseren van lokale burgerinitiatieven een bottom-up benadering vereist. Om te zorgen voor de noodzakelijke coördinatie en het tegengaan versnippering van lokale coöperaties, hebben wij gekozen voor het doen oprichten van een koepelcoöperatie. Marktgerichtheid, efficiëntie en rendement gedreven management. Daarnaast hechten wij er aan om onze financiële bijdrage aan de uitrol van breedbandnetwerken in het buitengebied en bedrijventerreinen door een efficiënte markt- en resultaatgerichte organisatie te laten aansturen. Hiervoor vormt het breedbandfonds de meest geëigende organisatievorm. Bij een lean ingericht breedbandfonds zal het professioneel fondsmanagement in de markt worden aanbesteed, of bij een geschikte bestaande publieke uitvoeringsorganisatie worden inbesteed. Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, MW. DRS. A.TH.B. BIJLEVELD-SCHOUTEN secretaris, DHR. MR. H.A. TIMMERMAN MBA Statenvoorstel nr. PS/2013/126 8

Bijlage I: Ontwerpbesluit nr. PS/2013/126 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 16 april 2013, overwegende dat: a. Provinciale Staten op 10 oktober 2012 hebben ingestemd met de kaderstelling breedband(ps/2012/444); b. Provinciale Staten van mening zijn dat Overijssel nu al een belangrijke positie inneemt op het gebied van innovatie en kenniseconomie en deze waar mogelijk moet versterken om relatief sterker uit de economische crisis te komen en dat een provincie dekkende toegang tot breedband internetverbindingen voor het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen een belangrijke impuls zal betekenen; c. in de Kracht van Overijssel goede internetvoorzieningen zoals breedband/glasvezel als een belangrijke vestigingsplaatsfactor wordt gezien. Dat dit niet alleen economisch van belang is maar ook de leefbaarheid vergroot (Vitaal Platteland); d. er sprake is van marktfalen in dit zin dat het onrendabele buitengebied alleen met financiële steun van snel breedband wordt voorzien omdat de marktpartijen zich in de huidige fase op de meest rendabele gebieden richten; e. een rol van de overheid noodzakelijk is om de komende jaren een glasvezelnetwerk te realiseren op een groot deel van de bedrijventerreinen in de buitengebieden; f. in de uitwerking van de beoogde uitvoering nadrukkelijk is meegenomen dat investeren en subsidiëren door de overheid eisen stelt aan een duurzame openheid, toegankelijkheid en ten aanzien van keuzevrijheid bij het kiezen van dienstenleveranciers op het actieve netwerk; g. het van belang is de toegang voor dienstenaanbieders tot het actieve netwerk op bedrijfseconomisch haalbare basis duurzaam te borgen; h. er in de uitvoering van de realisatie van het breedbandnetwerk in Overijssel maximale ruimte moet zijn voor lokale en regionale initiatieven van burgers en bedrijven, met als doel een zodanige betrokkenheid van burgers te bewerkstelligen dat men bereid is zelf voldoende bij te dragen aan de realisatie van het lokale glasvezelnetwerk; i. het bovendien van belang is oog te hebben voor Social Return on Investment en dat er in dit kader bij de uitvoering van de realisatie van het breedbandnetwerk in Overijssel nauw samengewerkt zal worden met gemeenten en lokale aannemers om hier zo adequaat mogelijk invulling aan te geven; j. de inzet van verschillende stimulerende en faciliterende instrumenten noodzakelijk is om de ambitie te realiseren en dat er een herijking van de inzet van het financieringsinstrumentarium heeft plaatsgevonden; besluiten: 1. Als uitwerking van het kaderbesluit Breedband (PS/2012/444) in te stemmen met de investering inzake de opgave Breedband (investeringsprestatie 5.1.6), waarin de volgende prestaties zijn opgenomen: a. het faciliteren en door lokale en regionale initiatieven doen oprichten, zonder daarin deel te nemen, van de koepelcoöperatie en het daarmee op afstand organiseren van de maatschappelijke actieve operatorfunctie, de ondersteuning aan gemeenten en coöperaties met kennis, expertise en capaciteit voor het initiëren van breedbandprojecten, bovenlokale afstemming en vraagbundeling; b. het instellen en op afstand organiseren van het breedbandfonds ten behoeve van de financiering van de breedbandprojecten van lokale en regionale initiatieven, georganiseerd in rechtspersonen; c. investeren door het beschikbaar stellen van leningen en subsidies voor de aansluiting van 38.000 particuliere adressen en 2.000 zakelijke adressen in de buitengebieden en de aansluiting van 150 bedrijventerreinen op snelle breedbandnetwerken; d. te streven naar vroeg realisatie van lokale glasvezelprojecten die buiten het staatssteunkader vallen. Statenvoorstel nr. PS/2013/126 9

2. In te stemmen met de begrotingswijziging conform bijlage III: a. (achtergestelde) leningen voor een bedrag van 34,0 miljoen; b. voor aansluit subsidies en kosten procesondersteuning een bedrag van 26,5 miljoen over te hevelen van de algemene reserve Kracht van Overijssel naar de bestemmingsreserve uitvoering Kracht van Overijssel (t.b.v. investeringsprestatie 5.1.6); c. voor risicoafdekking 4,0 miljoen over te hevelen van de algemene reserve Kracht van Overijssel naar de bestemmingsreserve uitvoering Kracht van Overijssel (t.b.v. investeringsprestatie 5.1.6). 3. In te stemmen met de bestuurlijke mijlpalen: a. het ter besluitvorming voorleggen aan Provinciale Staten van een afzonderlijk investeringsvoorstel voor het stimuleren van de toepassing van breedband door maatschappelijk relevante diensten (Investeringsvoorstel; 4 de kwartaal 2013); b. het ter besluitvorming voorleggen aan Provinciale Staten over de uitkomst van de staatssteunprocedure aangaande het aantal aansluitingen dat als opgave binnen staatssteunkader gerealiseerd kan worden, indien deze uitkomst effecten heeft die groter zijn dan plus of min 15% op de opgaven en/of de inzet van middelen (Statenvoorstel; 1 e kwartaal 2014); c. het informeren van Provinciale Staten over de wijze waarop de koepelcoöperatie wordt ingericht en specifiek over de statutaire inrichting en de invulling van de maatschappelijke operator functie (Statenbrief; 4 de kwartaal 2013); d. het informeren van Provinciale Staten over de opzet en inrichting van het breedbandfonds en/of subsidieregelingen (Statenbrief; 4 de kwartaal 2013); e. het ter besluitvorming voorleggen aan Provinciale Staten van de inrichting van het breedbandfonds, indien dit leidt tot een nieuwe deelneming, conform artikel 158 Provinciewet, voor het uiten van wensen en bedenkingen (Statenvoorstel; 4 de kwartaal 2013); f. het ter besluitvorming voorleggen aan Provinciale Staten van de beëindiging van het breedbandfonds na de looptijd van 6 jaar, indien dit heeft geleid tot een nieuwe deelneming, conform artikel 158 Provinciewet, voor het uiten van wensen en bedenkingen. Zwolle, Provinciale Staten voornoemd, voorzitter, griffier, Statenvoorstel nr. PS/2013/126 10

BIJLAGE II Financiële consequenties van het Investeringsbesluit Middelen benodigd voor achtergestelde lening aansluit- subsidies, overige kosten 1. Versnellen aanleg Infrastructuur a. Buitengebied -leningen ad 3% 27.000.000 -risicoreservering leningen -aansluitsubsidies 20.500.000 b. Bedrijventerreinen -leningen ad 3% 4.500.000 -risicoreservering leningen -aansluitsubsidies 1.500.000 c. Projecten laag 2 operators -leningen ad 3 % 2.500.000 -risicoreservering leningen 2. Maximaal te reserveren voor advies en ondersteuning 4.500.000 a. kosten op start Noabernet en ondersteuning regionale organisaties b. beheerkosten breedbandfonds c. kosten juridische en financiële expertise breedband en fonds 3. Toepassing breedbanddiensten 1 -leningen ad 3% pm -risicoreservering leningen -subsidies pm totaal 34.000.000 26.500.000 Tabel 1: Overzicht benodigde middelen Voor het totaal van de leningen zal daarnaast een bedrag ter dekking van de risico s worden gereserveerd ( 4,0 miljoen). Het EMU-effect in het kader van de Wet HOF bedraagt 30.5 miljoen. 1 3: Toepassing van breedband door diensten Dit deel van de investering wordt doorgeschoven naar het nog volgende Investeringsbesluit ICT Dienstenontwikkeling en zal eerst gereserveerd blijven in Reserve KVO. Zie bestuurlijke mijlpalen.

Bestedingsritme Budget 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Totaal verloop 20% 35% 20% 10% 10% 5% 100% Infrastructuur buitengebied L 27.000 5.400 9.450 5.400 2.700 2.700 1.350 27.000 S 20.500 4.100 7.175 4.100 2.050 2.050 1.025 20.500 Infrastructuur bedrijventerreinen L 4.500 300 840 1.470 840 420 420 210 4.500 S 1.500 300 525 300 150 150 75 1.500 Open operator laag 2 L 2.500 1.000 1.000 500 0 0 0 2.500 Aankoopkosten K 4.500 583 783 1.371 783 392 392 190 4.494 waaronder koepelcoöperatie K 200 400 300 300 200 100 100 1.600 Tabel 2: Bestedingsfrequentie 60.500 883 12.423 20.991 11.923 5.712 5.712 2.850 60.494 Onderstaande toelichting bij tabel 1 (vorige pagina). 1. Versnellen aanleg infrastructuur door de markt De middelen voor infrastructuur (aanleg en operationaliseren laag 1 en 2 breedbandverbindingen) worden verdeeld over de volgende drie onderdelen: 1.a.: Buitengebied Bij de berekening van de noodzakelijke middelen voor de aanleg van infrastructuur in het buitengebied zijn verschillende modellen gehanteerd voor het financieren van het tekort dat ontstaat doordat de gemiddelde kosten van een aansluiting ( 3.000) hoger zijn dan de investering die door marktpartijen rendabel wordt geacht ( 1.000). Een derde van de investering ( 1.000) wordt betaald door de coöperatie of de commerciële investeerder (provider). Het Breedbandfonds verstrekt een lening van 1.400 euro en een subsidie van 500. De lening van 1.400 bestaat uit 2 leendelen, waarvan de provincie 650 voor haar rekening neemt en 750 door een financiële partij. De afnemer dient minimaal een aanbetaling van 100 te doen, maar kan ook beslissen een groter deel van het leningbedrag bij aanvang te betalen, vervroegd af te lossen of geheel af te zien van de lening en het volledige bedrag eenmalig te voldoen. (punt 3) Als stimulering is een subsidie van 500 nodig. Indien de gemeente en/of de coöperatie een extra bijdrage levert dan kan het potentiële deelnemerspercentage worden verhoogd waardoor snel breedband voor meer burgers beschikbaar komt. De leningen bestaan uit een lening op commerciële basis en een lening tegen gereduceerde rente, die samen voor de afnemer een extra maandlast ( buitengebiedtoeslag ) veroorzaken van circa 15-20. Dit lijkt een maximum in relatie tot de totale kosten van de verbinding. Een klein aantal aansluitingen is zo afgelegen dat een vaste glasvezelaansluiting niet haalbaar is. Hiervoor kan een draadloos alternatief worden uitgewerkt, waarvan de investeringen naar verwachting ongeveer gelijk zijn. 1.b.: Bedrijventerreinen Verder zijn de effecten het grootst ten aanzien van de realisatie van de verglazing van de bedrijventerreinen. Naar mate er minder subsidie beschikbaar is reduceert het aantal te realiseren verglazingen van respectievelijk 150, naar 120 tot 80. De reden is het feit dat de aanleg- en aansluitkosten van de terreinen in het geval van kleine terreinen niet of uiterst moeizaam betaald kunnen worden uit de exploitatie. M.a.w. de aanloopverliezen zijn te hoog. Als deze niet met subsidie weggenomen kunnen worden, dan strandt de business case en wordt er niet verglaasd. Voor de infrastructuur op bedrijventerreinen is uitgegaan van een gemiddelde investering van 4.000 per aansluiting. Er is rekening gehouden met een financiering van meer dan 50% door de afnemer en eventueel deels door de netwerkleverancier. De investering van de afnemer is minimaal 500 en kan oplopen tot 2.500. De rest van de aansluitkosten wordt gefinancierd vanuit de provincie. Als er aanvullend op de leningen subsidie beschikbaar is, is het eenvoudiger de netwerkexploitatie en de business case sluitend te krijgen. Hierbij spelen de aanloopkosten een belangrijke rol. Deze zijn met name aan de orde als er over een grotere afstand gegraven moet worden om het terrein aan te kunnen sluiten op de hoofdinfrastructuur.

1.c.: Maatschappelijke (laag 2) operator Budget beschikbaar voor het inrichten van de maatschappelijke, actieve operator. Het gaat om een marktconforme lening, eventueel ter ondersteuning van een financiering via PPM Oost. De technische uitvoering wordt uitbesteed aan een marktpartij of ingevuld door een overname van of participatie in een bestaande leverancier. Afbeelding 1: Glasvezelnetwerkstructuur in relatie tot openheid netwerken 2: Start- en aanloopkosten uitvoeringsorganisatie In totaal is het beslag voor het onderdeel ondersteuning koepel- en lokale coöperaties 4,5 miljoen gedurende de totale projectperiode. Tevens ten behoeve van adviesdiensten, ondersteuning gemeenten en coöperaties, ontwikkeling kennisfunctie, opstellen en uitvoering cofinancieringsregeling etc. Afbeelding 2: Structuur en opzet uitvoeringsorganisatie

Bijlage III: overzicht budgettaire gevolgen van de 6 e wijziging van de Kerntakenbegroting 2013 Investeringsbesluit Breedband (bedragen x 1.000) 1 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen I - programmakosten (Reserve Kracht van Overijssel) 30.500 30.500 5.1.6 I - programmakosten (Reserve uitvoering Kracht van Overijssel) 26.500 26.500-5.1.6 I - programmakosten (Reserve uitvoering Kracht van Overijssel; risico-afdekking) 4.000 4.000- Volg- Kerntaadoel prestatie Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Beleids- Investerings- I/S Omschrijving 2013 2014 2015 2016 nummer Saldo 30.500 30.500 LEGENDA nr. kerntaak Lasten: - = verlaging Baten: - = verlaging Saldo: - = financiële ruimte neemt af 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer + = verhoging + = verhoging + = financiële ruimte neemt toe 2 Milieu en Energie 3 Inrichting landelijk gebied I/S: betreft incidentele lasten & baten (I) of structurele lasten & baten (S) conform uitgangspunten Kerntakenbegroting 2012, paragraaf 4.4.2 4 Regionale bereikbaarheid, regionaal OV 5 Regionale Economie 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7 Kwaliteit Openbaar Bestuur 8 Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9 Gebiedsontwikkeling geen kerntaak, wel gegroepeerd 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2013/126 Pagina 1 van 1

Statenvoorstel nr. PS/2014/578 Oprichting Innovatiefonds Overijssel B.V. Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 8 juli 2014 2014/0192869 dhr. C.J. Timmer, telefoon 038 499 87 77 e-mail CJ.Timmer@overijssel.nl Aan Provinciale Staten Onderwerp Oprichting Innovatiefonds Overijssel I B.V. en Innovatiefonds II B.V. Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2014/578 (bijgevoegd) II. Verordening Innovatiefonds Overijssel (bijgevoegd) III. Verordening Innovatiekrediet Overijssel (bijgevoegd) IV. Investeringsreglement IFO I B.V. (bijgevoegd) V. Statuten Innovatiefonds Overijssel I B.V. (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) VI. Statuten Innovatiefonds Overijssel II B.V. (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) VII. Structuur HFO B.V. (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PSkenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) VIII. Directiereglement Innovatiefonds Overijssel I B.V. en Innovatiefonds Overijssel II B.V. (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) Samenvatting van het voorgestelde besluit Op 12 december 2012 stelden uw Staten de Kaderstelling voor het Innovatiefonds Overijssel vast. Daarbij heeft u ons college opgedragen het fonds verder uit te werken en conform art. 158 van de Provinciewet aan u voor te leggen. Op 28 mei 2014 stemde uw Staten in met de oprichting van de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel (hierna: HFO ). Hiermee legde u kaders voor toekomstige werkfondsen onder HFO vast. Via dit voorstel leggen wij de oprichting van het Innovatiefonds Overijssel aan u voor. Innovatiefonds Overijssel is het eerste werkfonds dat conform de kaders voor de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel aan uw Staten wordt voorgelegd. Het Innovatiefonds Overijssel zal zich richten op nieuwe en bestaande innovatieve MKB-bedrijven met groeimogelijkheden en op samenwerkingsverbanden met betrokkenheid van innovatief MKB, groter bedrijfsleven en kennisinstellingen binnen de in het regionaal economisch beleid geformuleerde topsectoren High Tech Systemen en Materialen (waaronder de maakindustrie), Health/Lifesciences en Kunststoffen/Chemie. Daarnaast zetten wij in op cross-overs met de sectoren Agrofood, Vrijetijdseconomie, Energie en Bouw. Via leningen en participaties kunnen kansrijke businesscases ondersteund worden, die moeten leiden tot sterkere ondernemingen met meer exportwaarde en werkgelegenheid. Wij stellen voor 19,5 miljoen beschikbaar te stellen voor participaties. Ook willen wij 4,5 miljoen beschikbaar stellen voor innovatiekredieten voor innovatieve bedrijven. Dit is aanvullende op de 17,5 miljoen die wij eerder beschikbaar stelden voor een voorlopige provinciale subsidieregeling voor leningen aan innovatieve bedrijven. Wij verwachten met deze 41,5 miljoen door het aantrekken van cofinanciering een totale investeringsomvang van minimaal 150 miljoen te kunnen realiseren en een werkgelegenheidseffect van 2000 arbeidsplaatsen bij de aan het fonds deelnemende bedrijven.

Inleiding en probleemstelling Op 12 december 2012 hebben uw Staten ingestemd met de Kaderstelling voor het Innovatiefonds Overijssel (PS/2012/945). Bij deze kaderstelling is voorgesorteerd op een toekomstige fondsenstructuur. Daarbij is gesproken over het inrichten van een holding en onderliggende werkfondsen. Het besluit tot oprichting van het dakfonds, de Houdstermaatschappij Overijsselse Fondsen (PS/2014/306) nam u op 28 mei 2014. Met het vaststellen van de kaders voor de Houdstermaatschappij is met uw Staten afgesproken dat u ook ten aanzien van het Innovatiefonds, conform art. 158 Provinciewet, in staat wordt gesteld wensen en bedenkingen (materieel: instemming) te uiten. In dit Statenvoorstel wordt de uitwerking van het Innovatiefonds Overijssel aan u voorgelegd. Eind juni 2014 hebben wij ons voorgenomen besluit over de oprichting van HFO ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Op het moment van het toezenden van dit voorstel aan uw Staten was deze goedkeuring nog niet ontvangen. Aangezien het onze voorkeur heeft het Innovatiefonds nog in 2014 op te richten en het op de juiste wijze doorlopen van de procedures tijd vraagt, hebben wij er voor gekozen om ons voornemen tot het oprichten van het Innovatiefonds, nu aan u voor te leggen. Uw besluiten zijn daarom ook onder voorbehoud van de goedkeuring van de Minister voor de oprichting van HFO en onder voorbehoud van de daadwerkelijk oprichting van HFO. Dit besluit zal door ons als aandeelhouder van HFO genomen worden. Wij zullen u schriftelijk informeren over deze oprichting. De goedkeuring van de Minister heeft betrekken op de HFO structuur. Dit heeft tot gevolg dat, na goedkeuring van de Minister, de oprichting van IFO I en IFO II niet ook ter goedkeuring, aan de minister voorgelegd hoeft te worden. Overwegingen 1. Maatschappelijke behoefte en beleidskader Bedrijven moeten, om succesvol te kunnen zijn, voortdurend inspelen op nieuwe vragen van de markt. Ze innoveren om te overleven, een nieuwe levenscyclus te starten of concurrentievoordeel te behalen. Bestaande banen blijven daardoor behouden en/of nieuwe banen worden gecreëerd. Innoveren kost geld, geld dat in het huidige economische klimaat niet makkelijk beschikbaar wordt gesteld door private kapitaalverschaffers en banken. Er is daarmee sprake van marktfalen en dat legitimeert het vanuit de overheid beschikbaar stellen van kapitaal. Gezien de lange doorlooptijd van het proces en de behoefte in de markt is er door ons college gekozen voor tijdelijke subsidieregelingen op basis van het Uitvoeringsbesluit subsidies (Ubs), vooruitlopend op de thans voorliggende oprichtingsvoorstel. Hierover zijn uw Staten per brief geïnformeerd (PS/2013/470 en 2014/0142429). De daaruit voortkomende leningen zijn vooralsnog opgenomen op de balans van de provincie Overijssel, maar zullen na oprichting van het fonds worden overgedragen aan het Innovatiefonds Overijssel II B.V., hetgeen nog juridisch uitgezocht c.q. uitgewerkt zal worden en waar GS ten tijde van de oprichting van IFO II over zal besluiten De uitgangspunten en beleidskaders van het fonds zijn eerder met u besproken op 18 april 2012 (PS/2012/107) en 12 december 2012 (PS/2012/945). Op 12 december 2012 hebben uw Staten de volgende kaders voor het fonds vastgesteld: 1. de focus van het Innovatiefonds Overijssel richt zich op bedrijven binnen de topsectoren High Tech Systemen en Materialen (waaronder de maakindustrie), Kunststoffen/Chemie en Gezondheidszorg/Lifesciences, te weten: a. nieuwe of bestaande technologische, kapitaalintensieve MKB-ondernemingen (conform definitie Europese Unie) die op het punt staan door te groeien en daar financiering voor nodig hebben maar dat vanwege hoge technologische risicoprofielen niet kunnen krijgen; b. bedrijven of samenwerkingsconsortia die de werking van hun innovatie willen aantonen om bewijs te kunnen leveren dat het ontwikkelde concept geschikt is voor marktintroductie; c. samenwerkingsverbanden met MKB en kennisinstellingen binnen de in het regionaal economisch beleid geformuleerde topsectoren; 2 Statenvoorstel nr. PS/2014/578

d. cross-overs met sectoren zoals agrofood, vrijetijdseconomie, energie, bouw en crossovers met andere sectoren waarmee onverwachte innovatieve mogelijkheden opdoemen die tot unieke productinnovaties leiden. 2. het fonds ondersteunt het bedrijfsleven door vanuit het fonds financiering beschikbaar te stellen via leningen en participaties/deelnemingen; 3. het fonds zet in op provinciale schaal, met de mogelijkheid om tot maximaal 10% van het budget in te zetten op businesscases die van buiten de provincie komen, maar in hun effecten aantoonbaar neerslaan in de provincie; 4. het fonds is in de basis revolverend. Gezien het risico dat gepaard gaat met innovatieprojecten wordt aanvaard dat niet is uit te sluiten dat het fonds op de lange termijn langzaam zal leeglopen. Revolverend wil zeggen dat de uitgezette middelen uiteindelijk weer terugvloeien in het fonds, om vervolgens weer binnen de door uw Staten vastgestelde kaders uit te zetten; 5. een onafhankelijk investeringscomité adviseert de fondsbeheerder op de te honoreren businesscases waarbij de businesscases mede worden beoordeeld op de mate waarin ze bijdragen aan het beoogde werkgelegenheidseffect. 2. Doelstellingen van het fonds Het Innovatiefonds Overijssel heeft tot doel: het stimuleren van innovatie als bron voor economische groei; invulling te geven aan het in het Hoofdlijnenakkoord vastgelegde voornemen om andere financiële arrangementen te hanteren dan alleen subsidies in de klassieke zin a fonds perdu; te voorzien in risicokapitaalbehoefte van innovatieve, snelgroeiende Overijsselse bedrijven, waarmee het ook aantrekkelijker wordt voor andere financiers om mee te gaan financieren; de ontwikkeling naar een marktgerichte benadering tussen samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen te stimuleren; het versterken van het ondernemerschap van (door)groeiende bedrijven in de benoemde sectoren; het ondersteunen van totstandkoming van cross-overs tussen bovengenoemde topsectoren en de regionale sectoren Agrofood, Vrijetijdseconomie, Bouw en Energie. 3. Beoogde resultaten en effecten Het Innovatiefonds Overijssel heeft betrekking op Beleidsdoel 5.3 uit de Kerntaken begroting. De hieronder beschreven resultaten en effecten zijn reeds in de betreffende investeringsprestaties verwerkt. Met het instellen van Innovatiefonds Overijssel beogen wij de volgende resultaten en effecten: na 5 jaar een portefeuille van ongeveer 50 deelnemingen (participaties en leningen) opgebouwd; met co-investeringen van derden een investeringsomvang van het fonds van 150 miljoen zal bedragen. Let wel dit investeringsvolume wordt bereikt, doordat de middelen revolverend zijn en er, per geïnvesteerde euro, dus meerdere malen sprake is van cofinanciering van private partijen; een werkgelegenheidseffect van 2000 arbeidsplaatsen bij de deelnemende bedrijven. Dit heeft betrekking op zowel het behoud van bestaande bedrijven als op het creëren van nieuwe werkgelegenheid. 4. Omvang en werking van het fonds Conform de opbouw van het Energiefonds zullen wij een onderscheid maken tussen het verstrekken van leningen enerzijds (publiekrechtelijk) en het aangaan van participaties (privaatrechtelijk) anderzijds. Beide activiteiten zijn juridisch lastig te verenigen in één entiteit. Vandaar dat daartoe twee B.V. s worden opgericht Innovatiefonds Overijssel I B.V. (verder IFO I B.V.) en Innovatiefonds Overijssel II B.V. (verder IFO II B.V.) waarbij IFO I B.V. zich zal richten op het aangaan van participaties, IFO II B.V. richt zich op het verstrekken van leningen. In IFO I B.V. zullen wij uiteindelijk maximaal 19,5 miljoen storten, in IFO II maximaal 22 miljoen, met uitzondering van de 17,5 miljoen die reeds vooruitlopend op de oprichting via de provinciale subsidieregeling zijn uitgeleend. De werkwijze voor de funding staat separaat beschreven. Voor beide fondsen geldt dat voor het toekennen van de middelen de business case leidend is. Op basis van de businesscase wordt bepaald welke instrumentarium vanuit het fonds wordt ingezet. Innovatiefonds Overijssel werkt binnen de door de Europese Commissie vastgestelde staatssteunkaders. Statenvoorstel nr. PS/2014/578 3

Naast reguliere leningen (zijnde subsidies), wordt een deel van het budget ( 4,5 miljoen van de in totaal 22 miljoen) bestemd voor MKB-leningen, de Innovatiekredieten. Dit betreft kleine leningen, naar analogie van de regeling Gelderland voor Innovaties. Deze leningen hebben een maximum van 75.000 en voor het aangaan van de leningen zijn de administratieve lasten beperkt. Tot deze verdeling zijn wij gekomen op basis van ervaringscijfers vanuit PPM Oost en de ingeschatte behoefte in de markt. Het fonds is in aanleg revolverend. Aflossingen, rentebaten en verkoopopbrengsten van participaties vloeien terug naar het fonds om herinzet op innovatie mogelijk te maken. Onze inzet op risicovolle trajecten, maar die wel leiden tot innovatieve en maatschappelijk waardevolle projecten, leiden er toe dat een grotere kans op verlies ontstaat. Gezien deze kans bestaat de mogelijkheid dat het fonds op de lange termijn langzaam zal leeglopen. Het Innovatiefonds Overijssel is complementair aan het Innovatiefonds dat onlangs door de Regio Twente is opgericht. De wens van de Regio Twente is, dat wij een deel van het fonds reserveren voor de Regio Twente. Wij hebben tijdens de behandeling van de kaders van het Innovatiefonds Overijssel in december 2012 echter al aangegeven, geen middelen te willen reserveren voor een specifieke regio. Het betreft hier immers een fonds dat bestemd is voor bedrijven in geheel Overijssel. Wij verwachten echter dat, gezien de kenmerken van de Twentse economie, het merendeel van de middelen in de regio Twente zal worden ingezet. Dit wordt onderschreven door de ervaringen uit de eerste tranche van de voorloper van het innovatiefonds, waarbij 10 van de 13 leningen aan ondernemers uit Twente zijn verleend. Wijze van funding Op basis van een door de Algemene Vergadering (AV, voorheen Algemene Vergadering van Aandeelhouders of AvA) vastgestelde geconsolideerde begroting krijgt de HFO via een agiostorting, dan wel een lening de beschikking over de voor dat jaar (verwachte) benodigde middelen ten behoeve van de investeringsbesluiten van de Werkfondsen (bewaarfunctie). IFO I en IFO II kunnen vervolgens per investeringsbesluit een fundingsverzoek doen aan de directeur HFO. Deze zal als aandeelhouder van de IFO I en IFO II vervolgens moeten besluiten tot het doen van een agio-storting dan wel lening ter funding van het investeringsbesluit. Hiertoe zal hij het investeringsbesluit marginaal toetsen op overeenstemming met het investeringsreglement en/of de verordening. Bij (constatering van) een afwijking van dit reglement of de verordening moet de directeur HFO vooraf goedkeuring vragen aan de Algemene Vergadering (lees: GS) voordat hij tot funding kan overgaan. Vanuit de provincie geven we strakke kaders mee aan de fondsbeheerder ter uitvoering van investeringsbesluiten. Als een investeringsbesluit binnen deze kaders past, dan moet de fondsbeheerder ook snel tot uitvoering van het investeringsbesluit kunnen overgaan. Bovenstaande werkwijze maakt dit mogelijk, maar biedt tevens ook zekerheden voor de provincie, te weten: Er is een extra (marginale) controle op de investeringsbesluiten bij de funding door de directeur HFO; GS geeft bij een investeringsbesluit dat afwijkt van de kaders, voorafgaande goedkeuring, met betrokkenheid van PS via de voorhangprocedure; Op basis van de liquiditeitsprognose die onderdeel uitmaakt van de begroting, kan GS goed beoordelen wat de voor funding noodzakelijke middelen zijn. 5. Voorwaarden bij besteding van middelen De middelen worden besteed binnen de door uw Staten vastgestelde kaders (zie punt 1.). Attributie bevoegdheden voor aangaan leningen In het statenvoorstel over de HFO (PS/2014/306) hebben wij u voorgesteld te bepalen dat, voor zover vanuit de werkfondsen-bv s bestuursrechtelijke bevoegdheden worden uitgeoefend, deze in principe rechtstreeks worden toegekend/gecreëerd op basis van provinciale verordeningen die ter instemming aan Provinciale Staten zullen worden voorgelegd (ex art. 145 van de Provinciewet). Attributie geniet onze voorkeur omdat de verantwoordelijkheid voor de individueel (per businesscase) te nemen bestuursrechtelijke beslissingen rust bij de werkfondsen-bv s (in casu IFO II B.V.). Daarmee geven wij uitdrukking aan de onafhankelijkheids- respectievelijk deskundigheidsmotieven die ten grondslag liggen aan de uitvoering op afstand. Daar vindt 4 Statenvoorstel nr. PS/2014/578

ook de behandeling van eventueel bezwaar en beroep plaats. Onze (GS) zeggenschap en sturing is op dat moment zuiver gericht op de behartiging van het publiek belang ingegeven door het indirect aandeelhouderschap (via HFO IFO II). Uw zeggenschap (PS) is gelegen in het toekennen/creëren van die subsidiebevoegdheid bij IFO II. U oefent governance uit door het vaststellen van de kaders in de verordeningen, welke u ook kunt wijzigen c.q. intrekken. Voor het verstrekken van leningen en innovatiekredieten vanuit het fonds is er sprake van het uitoefenen van een bestuursrechtelijke bevoegdheid (verlenen subsidie) door IFO II B.V.. Daarom vragen uw Staten de bijgevoegde verordeningen (bijlage II, Verordening Innovatiefonds Overijssel en bijlage III, Verordening Innovatiekrediet Overijssel) vast te stellen. Er is bewust gekozen voor twee verschillende regelingen. De voornaamste verschillen zijn: - De omvang van de lening (maximaal 1 miljoen, versus maximaal 75.000) - De aanvraagprocedure (businesscase versus projectplan) - De complexiteit van de aanvraagprocedure (grondige beoordeling versus korte doorlooptijd) - De wijze van verantwoording (uitgebreid versus eenvoudig) - En de mogelijkheid tot kwijtschelding bij de Innovatiekredieten. Deze werkwijze past in ons streven de uitvoering op afstand op passende wijze in te vullen qua risicobeheer, revolverendheid en governance. Aangaan participaties Het aangaan van participaties is een privaatrechtelijke aangelegenheid, er is daarom geen sprake van attributie van bevoegdheden of mandatering. Voor het aangaan van participaties door IFO I B.V. is een concept investeringsreglement opgesteld. Dit document wordt ten tijde van de formele oprichting van IFO I B.V. formeel vastgesteld door de aandeelhouder van IFO I, zijnde HFO B.V.. Dit gebeurt, conform het governancereglement, na raadpleging van de aandeelhouder van HFO (Lees GS). Het investeringsreglement is het kader waarbinnen de fondsbeheerder en het investeringscomité kunnen besluiten c.q. adviseren over het al dan niet aangaan van participaties. Het concept investeringsreglement is als bijlage IV aan dit voorstel toegevoegd. Dit document zullen wij als voorstel inbrengen tijdens de constituerende vergaderingen van IFO I B.V. en IFO II B.V.. 6. Statutaire directie en fondsbeheerder Voor het Innovatiefonds Overijssel worden twee BV s opgericht. De statuten van deze BV s zijn als bijlage V (IFO I B.V., participaties) en bijlage VI (IFO II B.V., leningen) aan dit voorstel toegevoegd. IFO I B.V. en IFO II B.V. zijn 100% dochters van de Houdstermaatschappij Overijssel. Instrumenten voor zeggenschap en sturing hangen samen met onze rol als aandeelhouder en opdrachtgever van HFO B.V.. Vanuit deze rollen kunnen wij op actieve wijze de voortgang monitoren en, zo nodig, bijsturen. IFO I B.V. en IFO II B.V. hebben een statutaire directeur, deze rol zal worden ingevuld door de beoogd fondsbeheerder. In de praktijk zullen deze functies dus door dezelfde partij ingevuld worden. De directiereglementen zijn als bijlagen VII (IFO I B.V.) en VIII (IFO II B.V.) aan dit statenvoorstel toegevoegd. PPM Oost is de beoogd fondsbeheerder. Met de fondsbeheerder wordt door HFO B.V. een managementovereenkomst afgesloten. Voor IFO I B.V. en IFO II B.V. worden aparte jaarrekeningen opgesteld, die worden goedgekeurd door de provincie als aandeelhouder van de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel B.V., IFO I B.V. en IFO II B.V. worden met de Houdstermaatschappij Fondsen Overijssel B.V. geconsolideerd. De directeur van HFO B.V. analyseert de risico s verbonden aan de beide B.V. s aan de hand van het risicoraamwerk. Op basis van deze analyses maakt de directeur van HFO met de fondsbeheerder nadere afspraken over de wijze waarop de beide B.V. s voorzien in de inhoudelijke en financiële verantwoording en rapportages. In de directiereglementen worden zowel de bevoegdheden van de directie van IFO I B.V. en IFO II B.V. vastgelegd, alsook de situaties waarin toestemming van de aandeelhouder van IFO I en IFO II (in deze de directeur HFO), dan wel GS dan wel uw Staten Statenvoorstel nr. PS/2014/578 5