Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Transcriptie

1 STATENBRIEF Onderwerp: Statuten Fonds Gelderse Cultuurleningen Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om: Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH 1 Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel) In mei 2014 (PS ) is in uw Staten aan de orde geweest miljoen aan revolverende middelen in te zetten voor leningen in de culturele sector. In deze brief informeren wij u nader over de wijze waarop de uitvoering hiervan door Topfonds Gelderland B.V. (TG) ter hand wordt genomen. TG zal de middelen onderbrengen in een nieuw fonds, het Fonds voor Gelderse Cultuurleningen (FGC). Ons college heeft in beginsel besloten akkoord te gaan met de oprichting en de statuten, beheerovereenkomst en de investeringsinstructies, die in verband daarmee door PPM Oost NV (PPM Oost) in overleg met onze provincie zijn opgesteld. PPM Oost is de beheerder van TG en de beoogd beheerder van FGC. Alvorens over een en ander een definitief besluit te nemen, verzoeken wij uw Staten met betrekking tot genoemde documenten uw eventuele wensen en bedenkingen naar voren te brengen. Door middel van deze voorhangprocedure voldoen wij aan Betrokkenheid van Provinciale Staten bij privaatrechtelijke rechtshandelingen astgesteld bij besluit van 26 januari 2005, nr. PS Uw wensen en bedenkingen betrekken wij in onze overwegingen over het definitieve besluit. Parallel aan het beleid bedrijfsomgeving aan TG toevoegen. De uitwerkingen hiervan leggen wij tegelijkertijd, via aparte statenbrieven, aan uw Staten voor. 2 Aanleiding In de Statenbrief Inzet Revolverende Middelen Cultuur (PS ) zijn de achtergronden en motieven voor de inzet van revolverende middelen in de culturele sector beschreven. Ook hebben wij in deze brief aangegeven dat het Cultuurfonds bij TG wordt belegd. Daarbij zijn belangrijke voorwaarden en criteria beschreven, waar TG bij uitwerking en invulling rekening mee moet houden. In paragraaf 3 gaan we hier nader op in. In de zomerperiode zijn onder onze regie overleggen gevoerd met PPM Oost over de precieze inrichting van het fonds voor Gelderse Cultuurleningen onder Topfonds Gelderland BV. Deze voorbereidingen, die parallel aan de uitwerkingen voor vrijetijdseconomie en fysieke bedrijfsomgeving hebben plaatsgevonden, zijn nu zover gevorderd dat TG tot oprichting van het Cultuurfonds wil overgaan. In de bijlage treft u de oprichtingsakte (statuten), beheerovereenkomst en investeringsinstructies van het Fonds voor Gelderse Cultuurleningen (FGC) aan. Met deze brief informeren wij u over de inhoud van deze documenten. Inlichtingen bij: mevr. M. Bos, telefoonnummer (026) adres: post@gelderland.nl

2 3 Bestaand beleid c.q. kader miljoen beschikbaar te stellen voor Cultuur en Erfgoed (PS2012- miljoen ten behoeve van Erfgoed ingezet - en ook al volledig bestemd - via het Nationaal Restauratiefonds (NRF) (PS ). Op 28 mei 2014 is in uw Staten de bestemming van de miljoen aan de orde geweest, namelijk revolverende inzet ter bevordering van cultureel ondernemerschap. Deze middelen komen in de vorm van leningen beschikbaar, waarbij de uitvoering - in verband met samenhang en uitvoeringsefficiency - bij TG is belegd. In voornoemde statenbrief is ook al een aantal hoofdpunten benoemd die in de investeringsinstructies moeten terugkomen, te weten: 1. Verstrekken van leningen onder marktconforme condities aan zowel starters als bestaande culturele instellingen voor drie onderdelen: a. investeringen in duurzame goederen (bijvoorbeeld leningen voor een geluidsinstallatie of een geautomatiseerd ticketsysteem); b. voorfinanciering van kansrijke, risicovolle projecten (bijvoorbeeld theaterproducties of bijzondere tentoonstellingen); c. investeringen om de exploitatiekosten te verlagen en/of de inkomsten te verhogen. 2. Reserveren van voor kleinere initiatieven, zodat de gevestigde culturele instellingen met grotere aanvragen het fonds niet leeg trekken. 3. Verbinden van een maximum aan de looptijd van de leningen (genoemd is maximaal 5 tot 10 jaar afhankelijk van het type investering). 4. Dekking van de beheer- en uitvoeringskosten uit het fonds zelf. 5. Voldoende lange looptijd van het cultuurfonds, genoemd is een periode van 10 jaar ( ). 6. Regelmatige voortgangsrapportages en evaluatie van de resultaten, effecten en het functioneren van het fonds, genoemd is een evaluatie in het derde jaar. 7. Revolverendheidspercentage van 70%. 4 Argumenten/afwegingen/risico's Recent zijn uw Staten via een voorhangprocedure geïnformeerd over het onderbrengen van het Innovatie- en Investeringsfonds Gelderland BV (leg BV) en MKB Kredietfaciliteit Gelderland BV (MKG BV) onder Topfonds Gelderland BV (TG BV) via de St G BV en ( PS ). Vanwege de uniformiteit en eenduidigheid in organisatie en aansturing hebben wij ervoor gekozen om voor de beleidsvelden fysieke bedrijfsomgeving, cultuur en vrijetijdseconomie de fondsen op overeenkomstige wijze onder te brengen bij TG en het beheer van deze fondsen bij PPM Oost NV te beleggen. Deze uniformering heeft ertoe geleid dat aan enkele van de in paragraaf 3 benoemde punten een iets andere invulling is gegeven. Deze punten lichten we hieronder expliciet toe. Het Fonds Gelderse Cultuurleningen (FGC) wordt, net zoals het herstructurerings- en vrijteijdseconomiefonds, als afzonderlijke BV bij TG gebracht. TG is dan ook voor 100% eigenaar van FGC BV. Het beheer van FGC komt te liggen bij PPM Oost BV. 2

3

4

5 Echter, vanwege het nieuwe en bijzondere karakter van het FGC zal op specifieke onderdelen al eerder (eind 2015) een gerichte tussenevaluatie van het FGC plaatsvinden. Arnhem, 11 november zaaknummer Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Naam notitie Tekst 5